
De opkomst van het internet heeft de druk op dagbladen om te bezuinigen en consolideren vergroot. Dalende lezersaantallen zijn een probleem, maar veel vervelender nog zijn de weggevallen advertentie-inkomsten. Jesse Frederik komt met een plan.
Het was monopoliemaand in krantenland. De Persgroep (Volkskrant, Trouw, Parool) neemt regionale dagbladuitgever Wegener over en wordt daarmee de grootste uitgever van Nederland. En Metro wordt het enige gratis dagblad in Nederland, nu dat andere kwaliteitsmedium Spits de handdoek in de ring gooit. Steeds minder titels komen in handen van steeds minder eigenaren.
Aan het eind van de jaren vijftig hadden de twee grootste dagbladuitgevers tezamen slechts negentien procent van de markt in handen, inmiddels hebben de twee grootste bijna negentig procent in bezit. Het aantal dagbladtitels met een eigen hoofdredactie daalde van ruim zestig in 1950 naar ongeveer twintig nu.
Het is tekenend voor de grote veranderingen op de dagbladmarkt. De opkomst van het internet heeft de druk op dagbladen om te bezuinigen en consolideren vergroot. Dalende lezersaantallen zijn een probleem, maar veel vervelender nog zijn de weggevallen advertentie-inkomsten. Sinds 2000 steeg de omzet van dagbladen uit abonnementen en losse verkoop met 17,6 procent. De omzet uit advertenties donderde in dezelfde periode echter met zeventig procent in elkaar.
Verdienmodel
Het verdienmodel van nieuwsmedia werkt niet meer. Voorheen waren advertenties goed voor ruim de helft van alle dagbladinkomsten. Dat is voorbij. Advertentiemolochs als Google en Facebook slokken een groter deel van de advertentiekoek op.
Eigenlijk is het vreemd dat nieuwsmedia zo achteruit gaan. Het internet biedt namelijk een enorm potentieel. Het is spotgoedkoop om journalistiek te vervaardigen. Terwijl bij kranten, blijkens het jaarverslag van de Nederlandse dagbladpers, slechts 27 procent van hun kosten uit redactie bestaat, kunnen mijn opdrachtgevers, De Correspondent en Follow the Money, bijna tachtig procent aan de redactie spenderen. Met weinig kan al veel gedaan worden. Bovendien is kleinschaligheid geen nadeel op het internet. De schaalvoordelen zijn beperkt vergeleken met dagbladen, waar drukkosten en collectieve bezorging en inkoop al snel voor aanmerkelijke kostenreductie zorgen.
'Bij kranten gaat slechts 27 procent van de kosten naar de redactie'
Het probleem is echter dat oude nieuwsmedia vooralsnog vooral de kosten dragen (teruglopende inkomsten) en niet de baten ontvangen (teruglopende kosten). Ze zitten nog vast aan hun papieren verdienmodel, aan dure drukkerijen en bezorgingsapparaten. Terwijl hun lezersbestand ook grootdeels papiergeoriënteerd is.
Nieuwkomers
Juist daarom moet de vernieuwing komen van digitale nieuwkomers. De overheid maakt zulk ondernemerschap echter niet makkelijker. Momenteel betaal je, vreemd genoeg, op een papieren versie van NRC zes procent btw, maar op de identieke digitale versie 21. Een no-brainer zou zijn om papier en digitaal gelijk te schakelen.
Maar de vraag is of alleen dat genoeg is. Digitaal zijn er inmiddels een aantal lichtpunten, zoals De Correspondent, maar deze micro-successen maken de macro-teloorgang nog niet goed. Om het verlies aan advertentie-inkomsten tussen 2000 en 2013 goed te maken zijn er bijvoorbeeld nog zo’n 420 ‘De Correspondenten’ nodig.
Eigenlijk zou er een nieuwe structurele bron van inkomsten moeten komen om de weggevallen advertentie-inkomsten te compenseren. Een radicaal voorstel: elke Nederlander ouder dan zestien jaar krijgt elke maand een bepaald subsidiebedrag te verdelen onder nieuwsmedia. Op de site van in aanmerking komende nieuwsmedia komt een button waar mensen op kunnen klikken als ze de website waarderen. Deze sites ontvangen dan aan het eind van iedere maand een bedrag, afhankelijk van het aantal clicks dat ze ontvingen.
Voorwaarden
Voor media in aanmerking komen voor subsidiegeld moeten ze wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Ten eerste moeten de nieuwsmedia non-profits zijn. Ten tweede mogen de non-profits geen neveninkomsten hebben uit advertenties of andere commerciële activiteiten. Dit maakt de nieuwe media minder afhankelijk van de commercie en laat het commerciële domein volledig vrij voor media met een winstoogmerk. Ten derde moeten de websites een informatief karakter hebben. De definitie van ‘informatief’ moet zo breed mogelijk worden opgevat, maar enig criterium is noodzakelijk, anders schiet het beleid zijn publieke doeleinden voorbij. Ten vierde moet alle productie gratis te vinden zijn op het internet.
Zo’n subsidiestelsel heeft grote voordelen: geen staatscommissie van goede smaak die bepaalt wat goede journalistiek is, geen commerciële overlap met bestaande media, ruimte voor kleinschaligheid en gericht op een digitale toekomst.
'Kunnen media op het internet voldoende verdienen om de goegemeente van die munteenheid te voorzien?'
Informatie is de munteenheid van de democratie, zei Thomas Jefferson eens. Kunnen media op het internet, met zijn beperktere betaalbereidheid en advertentie-inkomsten, zelfstandig voldoende verdienen om de goegemeente van die munteenheid te voorzien? Ik hoop van wel, maar vrees van niet. En daarom heeft de overheid een rol te spelen, die ze maar beter zo goed mogelijk kan vervullen. Mensen zijn immers niet alleen nieuwsconsumenten, ze zijn ook burgers.
13 Bijdragen
André
Jesse Frederik
AndréBob Lagaaij
Hoe vaak zijn ze niet opgericht en in leven gehouden door de spreekwoordelijke ,,stuivers en dubbeltjes'' van hun abonnees uit - bijvoorbeeld - de arbeidersbeweging,de ARP of - maar dan met bankbiljetten - rijke ondernemers of families met een ideaal? Een initiatief als De Correspondent toont aan dat dat nog steeds kan. En in landen als de Verenigde Staten is het heel gebruikelijk. Maar nee, hier staan we aan het loket van de overheid, die toch al als een (dure) kerstboom is opgetuigd met ,,nuttige'' bemoeizucht. En overigens, om te beginnen: lezers worden aandeelhouder van NRC/Handelsblad!
jsmid
Johan_Amsterdam
Ondertussen janken parlementariërs over het bevoordelen van de publieke omroep in het inkoopbeleid. Maar je hoort ze niet over de belasting buiten de algemene middelen om, zonder formeel democratische controle, die de kabelbijdrage aan de commerciële media is. Zonder die bijdrage zouden de commerciële media haar belofte bij invoering kunnen waarmaken, de belofte van goedkoop amusement betaald door de commercie.
Ook op TV zijn de actualiteitenprogramma's verdwenen, om plaats te maken voor programma's met sterren. Ook voor het nieuws. Nieuws is geen nieuws als het niet in een of andere show aan de orde wordt gesteld. Het creëren van sterren en hoogtepunten van het nieuws vernederigt alle andere nieuwsproducties. Dat is jammer voor de journalistiek en de verslaggeving.
Ik geniet van journalistieke producten via Internet, als FTM, om me te informeren buiten de commerciële kanalen om. Ik vind dat zo waardevol, dat er voor mij wel een overheidbudget voor mag worden vrijgemaakt. Amusement kan dan zijn eigen opbrengsten genereren, uit lidmaatschappen, kijkcijfers en reclame.
Ik vind dat een goede nieuwsvoorziening een algemeen belang is en door de overheid gesteund mag worden.
Peter Hendriks
Johan_AmsterdamJohan_Amsterdam
Peter HendriksJoost Boers
We zijn in een proces waarbij mensen anders omgaan met informatie en met nieuws. Dat heet 'verandering'. Als je klanten veranderen, dan moet je als bedrijf (en sector) mee kunnen gaan en een goed antwoord bieden dat aansluit bij de nieuwe consumptievorm. Creativiteit is een vereiste. En het vermogen om ook te veranderen.
Eddie
wise and frugal Government, which shall restrain men from injuring one
another, which shall leave them otherwise free to regulate their own
pursuits of industry and improvement, and shall not take from the mouth
of labor the bread it has earned. This is the sum of good government,
and this is necessary to close the circlue of our felicities'.
Kortom stap aan de kant overheid. Geld over de balk gooien en beslissen 'wie wat wel of niet verdiend' is zo 1960.
Jesse Frederik
EddieSterker nog, Jefferson, die je hier aanhaalt, was daar een voorstander van.
Uit een brief aan James Madison:
“The way to prevent these irregular interpositions of the people is to give them full information of their affairs thro’ the channel of the public papers, and to contrive that those papers should penetrate the whole mass of the people. The basis of our governments being the opinion of the people, the very first object should be to keep that right; and were it left to me to decide whether we should have a government without newspapers, or newspapers without a government, I should not hesitate a moment to prefer the latter. But I should mean that every man should receive those papers and be capable of reading them."
Joost
Michiel
Mars
Amerikanen Bob McChesney en John Nichols opperden iets dergelijks al in
hun boek The Death and Life of American Journalism (januari 2010) — zie
ook dit Groene-artikel: http://www.groene.nl/artikel/persvrijheid-zonder-pers