
© ANP / Bart Maat
Een oproep aan minister Dijsselbloem
Jeroen Dijsselbloem, minister van Financiën en voorzitter van de Eurogroep, beweerde in een interview dat de euro meer op de Duitse mark lijkt dan op de Italiaanse lire. Die opmerking deed Edin Mujagic naar zijn toetsenbord grijpen voor een stevige repliek. Schriftelijk om te beginnen, maar graag, als de minister zijn oproep beantwoordt, ook persoonlijk.
Volgende week vergadert het bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB). Grote kans dat de geldkraan nog verder open gedraaid zal worden, opdat nog meer geld de euro-economie kan overspoelen. De bank heeft na de laatste vergadering namelijk in feite al gezegd meer inflatie na te streven dan afgesproken: die afspraak stond op 2 procent per jaar, maar daar mag nu dus (langdurig) overheen gegaan worden. Als die geldontwaarding eenmaal zo hoog is, is het ECB voornemens die een tijdlang gedogen. In Brussel komt het ene na het andere euroland weg met herhaaldelijke overtreding van de Europese begrotingsregels. Tot slot daalde de euro de laatste paar weken behoorlijk in waarde ten opzichte van de dollar — de ECB verwelkomt het met open armen.
Met dit alles in het achterhoofd herinnerde ik mij twee interviews die onze minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem heeft gegeven. Een is van afgelopen september, in dagblad Trouw. Het andere vraaggesprek was vorig jaar te lezen in het Financieele Dagblad. In die laatste noemde de minister het ECB-beleid destijds ‘goed voor Nederland’; In Trouw stelde Dijsselbloem op een gegeven moment dat de euro ‘niet het probleem is’. Zijn argument: de munt ‘lijkt weliswaar meer op de gulden en de D-mark dan op de Italiaanse lire, maar dat is wat we wilden: prijsstabiliteit, monetaire stabiliteit.’
Ik kan eigenlijk alleen maar instemmen met het eerste deel: het is inderdaad niet onze gemeenschappelijke munt die voor problemen zorgt (of ze oplost, trouwens). Het werkelijke probleem is dat te veel deelnemende landen de munt gebruiken om op kosten van anderen op de pof te leven en de vaak archaïsche economieën van deze landen niet hervormd worden.
Het huidige ECB-beleid goed voor Nederland? Met alle respect: dat is kolder
Maar dat de euro meer op de gulden en de Duitse mark lijkt dan op de lire?! Dat het huidige ECB-beleid goed is voor Nederland!? Met alle respect voor de heer Dijsselbloem en zijn ambt: dat is kolder. Alleen iemand die niets of erg weinig weet over monetaire historie in het algemeen, en onze monetaire historie in het bijzonder, kan zoiets beweren.
Wrang
Toegegeven, de minister roept niet zomaar iets. Hij voert twee argumenten aan om zijn stelling dat de euro op de gulden en de mark lijkt te onderbouwen. Ten eerste: in de eurozone hebben we prijsstabiliteit — oftewel lage inflatie. Dat is inderdaad een zeer belangrijk kenmerk van het tijdperk van de gulden c.q. Duitse mark. Verder is de eurozone een oase van monetaire stabiliteit, aldus de minister. Ook al iets wat je inderdaad veel eerder associeert met de gulden en de mark dan met de lire.
Maar kloppen die veronderstellingen wel? In een eerdere bijdrage heb ik al eens stilgestaan bij de financiële en monetaire stabiliteit in de eurozone. Kort samengevat: in mijn ogen geldt dat de ECB met haar monetair beleid juist een enorme bron is van ínstabiliteit. Hoe zit het dan met die prijsstabiliteit? Om te beginnen: formeel gezien heeft minister Dijsselbloem gelijk. In de eurozone spreken economen van stabiele prijzen als de prijzen elk jaar stijgen met een niveau dat net onder de 2 procent ligt. En inderdaad, gemiddeld stegen de prijzen in de eurozone sinds 1999 elk jaar met iets minder dan 2 procent.
Het heeft echter iets wrangs om van prijsstabiliteit te spreken nu de prijzen sinds de komst van de euro in Nederland met 38 procent zijn gestegen. Maar goed, in het tijdperk van de gulden stegen de prijzen ook elk jaar, dus je kunt stellen dat Dijsselbloem in ieder geval geen óngelijk heeft.
Als we echter alle prestaties van de eurozone op het gebied van prijzen beoordelen volgens de formele maatstaven, dan moeten we concluderen dat er in de eurozone de laatste jaren juist géén sprake is geweest van prijsstabiliteit. Zoals gezegd spreken economen en centrale bankiers immers van prijsstabiliteit als de prijzen elk jaar stijgen met een niveau dat net onder de 2 procent ligt. Met die definitie in het achterhoofd — en in de wetenschap dat de inflatie in de eurozone al een lange tijd om en nabij 0 procent ligt — kunnen we het argument van Dijsselbloem eigenlijk van tafel vegen.
"2 procent inflatie per jaar betekent dat het prijsniveau in één generatie verdubbelt. Dat is geen prijsstabiliteit"
De legendarische voorzitter van de Amerikaanse centrale bank Paul Volcker omschreef de definitie van ‘stabiele prijzen’ ooit als ‘niets anders dan misbruik van de taal’. In een van onze gesprekken zei Volcker tegen me: ‘De taal wordt misbruikt, de betekenis van bepaalde zaken is veranderd. Als je 2 procent inflatie per jaar nastreeft, dan betekent dat dat na een decennium alle prijzen met meer dan 20 procent zijn gestegen en dat het prijsniveau in één generatie verdubbelt. Dat is geen prijsstabiliteit, maar de centrale bankiers noemen het wél zo.
Meetlat voor de euro
Bovendien is de ontwikkeling van de prijzen in de jaren die achter ons liggen veel minder belangrijk om de euro te beoordelen dan wat de toekomst ons brengt. Daarvoor moeten we kijken naar het monetair beleid en het begrotingsbeleid, en de mogelijke gevolgen daarvan — zowel op de korte termijn als op de wat langere termijn.
Wat zien wij op dat vlak? In 2015 en de eerste helft van 2016 heb ik me intensief bezig gehouden met de Nederlandse monetaire geschiedenis sinds de periode 1814-1816. Dit heeft geresulteerd in het boek Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816. Ik heb daarin onder meer geprobeerd een soort meetlat te maken waarlangs we de ECB en de euro kunnen leggen om precies die vraag te kunnen beantwoorden die Dijsselbloem ook kreeg: hoe beoordeel je de euro als munt?
Wij hebben een ijzersterke valuta waar zo’n beetje iedereen groot vertrouwen in had, de gulden, ingeleverd voor de euro. Waarom die gulden zo gewaardeerd was, laat onze monetaire geschiedenis zien. Daarmee is die geschiedenis in mijn ogen dus ook dé meetlat om de euro te beoordelen.
Kijken we bijvoorbeeld naar het beleid achter de gulden, dan zien we dat dat gericht was op zo min mogelijk inmenging in de economie, lage inflatie en redelijk en relatief gezonde overheidsfinanciën. Dat laatste heeft ertoe geleid dat de Nederlandse staatsschuld bijvoorbeeld relatief laag is: in dit land vinden we begrotingstekorten prima, maar het moet allemaal niet te gortig worden.
Het monetaire beleid van de ECB kenmerkt zich in feite door alles wat een land níet moet doen
Vergelijk ik dat met wat in de eurozone op deze gebieden gebeurt, dan luidt mijn conclusie dat het beleid achter de euro eigenlijk haaks staat op het Nederlandse beleid dat de gulden zo gewaardeerd maakte. Voor begrotingstekorten in de eurozone geldt dat die fors mogen zijn zonder dat iemand dat erg vindt, laat staan ertegen optreedt. Torenhoge staatsschulden vinden we niet erg en noemen we zelfs ‘houdbaar’; dit is althans hoe ECB-president Mario Draghi deze week de Italiaanse staatsschuld omschreef.
Maar Italië zeult een schuld met zich mee van ruim 130 procent van het Italiaanse bruto binnenlands product (!) en het groeivermogen van de Italiaanse economie — ofwel het vermogen om die schuld ooit terug te betalen — was zelfs in de gouden economische jaren vóór de crisis belabberd te noemen. Daar waar bijvoorbeeld de Nederlandse economie tegen 3 procent aan zat, groeide de Italiaanse economie in die periode gemiddeld met minder dan 1 procent per jaar.
Het beleid van de Nederlandse en Duitse centrale banken beloonde prudent gedrag of strafte dat in ieder geval niet genadeloos af. Hoe anders is het bij de ECB: het monetaire beleid van die laatste kenmerkt zich in feite met alles wat een land níet moet doen als het een goede, harde valuta wil hebben: langdurig de rente op 0 procent houden, negatieve rente hanteren, op grote schaal staats- en bedrijfsobligaties opkopen, dat desnoods zonder limiet en jarenlang willen doen, et cetera.
Wie zwijgt, stemt toe
De ECB streeft naar een hoger prijspeil, zelfs hoger dan de 2 procent die de bank officieel als streefpercentage heeft. De laatste weken hebben Draghi en anderen impliciet aangegeven een tijdlang een inflatie boven 2 procent per jaar te zullen gedogen. Een zwakke munt hoort daar bij. En hoewel de bank de mond vol heeft van de noodzaak om begrotingstekorten te verlagen, stimuleert ze met haar gratis-geldbeleid en het opkopen van staatsobligaties de blijvend hoge tekorten in vele eurolanden. Geen daden maar woorden dus.
Voor de volledigheid kijken we ook even naar de Italiaanse geschiedenis op die gebieden. Het streven naar een zwakke munt was — en is — de kern van het Italiaanse economische model, samen met het accepteren en zelfs omarmen van hoge inflatie en het beschouwen van staatsschuld en eeuwige en hoge begrotingstekorten als kenmerken van goed economisch beleid. Vorig jaar zei de Italiaanse minister-president Renzi bijvoorbeeld te hopen dat de euro 20 procent in waarde zou dalen. De ECB reageerde er niet op, wat in feite veel zegt over waar die bank voor staat. Zoals het oude adagium luidt: ‘wie zwijgt, stemt toe’.
"Als zelfs de Italianen een munt dumpen — zoals deze week gebeurt — weet je wel wat die waard is"
In mijn ogen lijkt de euro in alle opzichten nu al veel meer op de lire dan op de gulden of de Duitse mark. Die gelijkenis neemt ook nog eens met de dag toe. Als zelfs de Italianen een munt dumpen, zoals deze week gebeurt — ze boeken massaal hun spaargeld naar Zwitserland of nemen hun geld op om er goud van te kopen — dan weet je ongeveer wel wat zo’n munt waard is.
Uitnodiging
Ik begrijp dat minister Dijsselbloem een ongelooflijk volle agenda heeft. In zijn interview in Trouw zei hij echter ook dat je ‘jezelf en je eigen opvattingen aan moet scherpen’ en daartoe onder meer veel moet lezen, ‘het hele jaar door. Er zijn economen waar je het meer mee eens bent dan anderen. Maar als je alleen diegene leest met wie je het eens bent, heb je al snel oogkleppen op.’
Aangezien de minister veel leest en het blijkbaar belangrijk vindt ook over economisch-historische zaken te lezen, schenk ik hem heel graag een exemplaar van mijn boek. Tevens geef ik hem, als hij ergens in de komende weken een half uurtje vrij kan maken, graag een korte presentatie over de inhoud. Hopelijk hoeft hij dan over tien jaar niet een opvolger vanEurope’s Orphan — maar dan over de economische en maatschappelijke crisis als gevolg van het huidige beleid van de ECB en ‘Brussel’ — aan te prijzen. Zoals de Amerikaanse econoom Thomas Sowell ooit zei: ‘Bij nader inzien blijken veel problemen van vandaag het gevolg te zijn van de oplossingen van gisteren.’
Tot slot is het in dat opzicht misschien niet onbelangrijk ook nog even te vermelden dat ikzelf, in tegenstelling tot onder meer minister Dijsselbloem, aan den lijve ondervonden heb wat zo’n Italiaans beleid met een economie en met een maatschappij kan doen. Geloof me: het is — om een flink understatement te gebruiken — geen pretje.
Geachte minister Dijsselbloem, ik zie uw uitnodiging graag tegemoet. U kunt mij mailen op edin@monetairegeschiedenis.nl. Tot ziens!
P.S: 23 december zou prima zijn, niet alleen omdat het een vrijdag is, maar ook omdat we dan meteen stil kunnen staan bij het feit dat 15 jaar geleden Jelle Zijlstra, een legendarische oud-president van DNB, minister-president en kortstondig minister van Financiën, is overleden. En dat op 24 december 1909 respectievelijk 1884 twee andere DNB-grootheden, presidenten Nicolaas Pierson en Willem Mees, zijn overleden. Hun opvattingen over monetaire- en begrotingszaken zijn anno 2016 actueler, belangrijker en relevanter dan ooit.
25 Bijdragen
Ernest Jacobs 6
Ook het spreken door politici over economie en monetair beleid is tegenwoordig een vorm van gaslighting. Alles voor de unie en de belangen die daar bij horen. Maar ik ben bang dat dat in de toekomst onhoudbaar is en het scenario wat Edin Mujagic vreest kan weleens aan de horizon verschijnen.
Frans
Het is mij niet duidelijk wat de schrijver met generatie bedoelt maar om het prijsniveau te verdubbelen bij 2% inflatie is 35 jaar nodig.
bps
Dat kan. Een desillusionerend boek daar over is er al sinds juli 2011van de IMF onderzoekers/auteurs Reinhart&Rogoff.
This Time Is Different: Eight Centuries of Financial Folly.
by Carmen M. Reinhart, Kenneth S. Rogoff: ISBN: 9780691152646
Pieter Jongejan 7
Periode Nominaal Reëel Deflator
1971-1980 19,31 3,84 15,47
1981-1990 13,28 2,41 10,87
1991-2000 5,47 1,66 3,82
2001-2010 2,64 0,33 2,31
2011-2015 0,48 -0,01 1,11
Is de reële economische groei gedaald omdat de inflatie is afgenomen of zijn economische groei en inflatie beide gedaald omdat de schulden te hoog zijn opgelopen?
Het schijnt dat er tegenwoordig in Amsterdam ook beschermingsgeld betaald moet worden aan Italianen en Russen. Wie weet daar meer van? PPde Vries?
Edin Mujagic 4
Pieter JongejanMatthijs 11
Pieter JongejanPieter Jongejan 7
MatthijsMatthijs 11
Pieter Jongejanbps
Pieter JongejanHet kan beide zijn; inflatie t.g.v. hoger oplopende schuld.
Kun je de ontwikkeling van de Italiaanse staatsschuld er naast zetten?
Je zou de curve van de afnemende groei kunnen vergelijken met de curve van inflatie (1+ i)ᵗ, gemiddeld per respectievelijke periode, met tijd 't' op de horizontale as. Kijken of de curven samenvallen.
Pieter Jongejan 7
bpsVolgens data van de ECB zijn de schulden van Italië na 2012 sterk gaan stijgen. Dat was kort na de aankondiging van Draghi dat de ECB alles zou doen wat in haar macht lag om de euro te redden. Deze uitspraak was nodig om Italië voor een snel faillissement te behoeden. Italiaanse banken gingen Italiaanse staatsleningen opkopen die door buitenlandse beleggers werden gedumpt.Tegelijk gingen Italiaanse banken minder krediet verstrekken aan particulieren. De schuldquote van gezinshuishoudingen is gestegen van 38,5% in 1995 tot 92,0% in 2012, maar na de uitspraak van Draghi gedaald tot 89,2% in 2015. De overheidsschuld bedroeg in 1995 al 121,2% en in 1998 zelfs 130,7%. De introductie van de euro was gebaseerd op de afspraak dat Italië in ruil voor een lagere rente de overheidsschuld naar 60% zou terugbrengen. Aanvankelijk leek dit te gebeuren zij het in zeer laag tempo. In 2007 was de staatsschuld tot 110,7% teruggebracht. Daarna volgde de financiële crisis, waardoor de schuld opliep tot 117,9% in 2011.Hierdoor steeg de lange rente en dreigde Italië failliet te gaan.Na de uitspraak van Draghi daalden de rentetarieven en steeg de staatsschuld snel naar 157,6% in 2015.
Kijken we naar de totale schuld van Italië per kwartaal dan zien we dat die in 2015 en 2016 ondanks lagere schulden van gezinshuishoudingen sterk blijft stijgen. Het kunstmatig hoog houden van de assetprijzen blijkt onhoudbaar. Het is sauve qui peut voor de rijke Italianen en de maffia. Dit gedrag verklaart het samengaan van hogere schulden met een lagere inflatie.
bps
Pieter JongejanDank je voor de moeite van het uitgebreide antwoord, alle informatie en cijfers.
Matthijs 11
2/ Verder over die monetaire geschiedenis van Nederland: het verhaal rond begrotingstekorten en staatsschulden is een ingewikkeld verhaal. De auteur lijkt te suggereren dat de grote begrotingstekorten een oorzaak zijn van slecht economisch presteren. Een idee dat overigens ook achter de in die eurozone vastgelegde verdragen zit. Maar de vraag is wat oorzaak en gevolg is. Ik denk dat het eerder zo is dat slecht economisch presteren, als gevolg van allerlei andere factoren, tot grotere tekorten (en dus hoge schulden) leidt, niet omgekeerd. Het feit dat overheden al snel na het begin van de crisis sterk zijn gaan bezuinigen (daartoe gedwongen werden) heeft er juist voor gezorgd dat de economie in de eurozone weer in een recessie raakte en nog steeds nauwelijks groeit. Zie ook Griekenland: hoe sterker er bezuinigd wordt hoe groter het tekort en staatsschuld worden.
Het zijn volgens mij vooral andere factoren die bepalen hoe een economie draait en de begrotingstekorten en schuld zijn dan vervolgens een gevolg daarvan. Het kan zelfs gunstig zijn om in tijden van recessie extra tekorten te draaien om de economie te stimuleren, zodat die sterker groeit. Die sterkere groei levert dan in de toekomst meer belastinginkomsten op waardoor tekorten en schuld juist lager worden. Moet wel voldaan worden aan bepaalde voorwaarden en goed beleid, het is niet alleen maar een kwestie van tekorten draaien. Sommige landen hebben in dat opzicht meer ‘ruimte’ om tekorten te draaien dan andere.
Edin Mujagic 4
MatthijsMbt 2de punt: ik ben bang dat het zo’n kip/ei verhaal is, dus we komen er ben ik bang niet uit. Ik respecteer uw meningen daarin maar denk er anders over en hoop dat hetzelfde voor u geldt. Mijn probleem met pleidooien voor niet bezuinigen als het slecht gaat is dat wanneer het vervolgens goed gaat de pleitbezorgers daarvan zeggen ‘maar nu moet je niet bezuinigen want niet nodig, het gaat immers goed’.
Mbt sterke gulden in het pre-euro tijdperk: eens, als je kijkt naar de lire etc, dat waren zwakke munten, niet lastig om vergeleken daarmee sterk te zijn. Verklaart echter niet waarom de gulden (en de mark etc) ook sterk was tov de USD en zo goed alle andere munten in de wereld.
Matthijs 11
Edin MujagicMbt tot tweede punt: dat over "in goede tijden wel bezuinigen". Dat hoeft dus juist niet. Als de economie groeit en de overheidsuitgaven groeien net iets minder snel (een deel van de uitgaven groeien automatisch mee, een deel niet), dan hoeft er niks bezuinigd te worden. Zo is het altijd gegaan. De gigantische schulden van WOII zijn ook niet "terugbetaald" door draconische bezuinigingen erna. De economiën groeiden snel en de schulden werden relatief tov BBP kleiner.
Laatste punt: ook tov andere niet europese landen zijn DL en NL altijd sterke exportlanden geweest met sterke munten, klopt. Maar het gaat er om dat als je samen gaat met 17 andere, zwakkere landen met zwakkere munten je niet kunt verwachten dezelfde sterke munt te houden.
Edin Mujagic 4
MatthijsMbt 2de punt: Ja, eens, niets mis met begr tekorten, zelfs structurele, mits inderdaad tekort < bbp groei. Helaas komt het te vaak voor dat tekort > groei, ook in (redelijk) goede economische jaren. Wat te doen dan? Wettelijk verplichten dat tekort in recessievrije jaren < moet zijn dan bbp? Zo zou eea niet uit de hand lopen én kan de overheid in slechte jaren stimuleren én in goede jaren investeren (onderwijs, infra etc)!
Mbt je laatste punt: eens, als je 4 sterke munten (gulden, mark, schilling, Finse markka) samenvoegt met een stuk of 15 zwakke, ja, dan is de kans groot dat je iets krijgt wat niet zo sterk is als die 4 eerstgenoemden. Maar ik had vooral wat ons beloofd is in de jaren 90 voor ogen, dat de euro net zo sterk en stabiel zou zijn als bv de gulden (en dus net zo veel vertrouwen zou hebben van anderen in de wereld) met ditto beleid (monetair en fiscaal) erachter. En dáár is geen sprake van in mijn ogen.
Matthijs 11
Edin MujagicZijn in elk geval ingewikkelde discussies. Welke inflatie voor wanneer en wie goed is. En wanneer voor welk land welk begrotingstekort optimaal of gewenst is.
Het standaard verhaal van economen is dat inflatie van 2% precies goed is om te zorgen dat mensen geld uit blijven geven. Bij deflatie is het immers beter om je geld op te potten. Bij te veel inflatie worden mensen en bedrijven onrustig omdat geldontwaarding te snel gaat. Dus moet je er tussen in zitten. Veel vertrouwen in standaard economie heb ik niet, maar tussen 0 en 2% lijkt me prima. Denk trouwens wel dat het voor een centrale bank makkelijker is om een oververhitte economie af te remmen dan om een trage economie aan te zwengelen (zoals nu). Met hele hoge rentes kan een CB credietgroei denk ik goed remmen. Maar met nog lager maken van al lage rentes gaan mensen en bedrijven die toch al geen zin hebben om te lenen (of niet kredietwaardig zijn), echt niet meer lenen.
Wat betreft dat laatste punt: helemaal mee eens. Er waren hoge verwachtingen en er is veel beloofd wat betreft de euro. Men was er kennelijk echt van overtuigd dat landen zouden convergeren en een goedlopende economie zou volgen in de hele eurozone, met een sterke munt tot gevolg.
Volgens mij is splitsen in noordelijke euro en zuidelijke euro nog altijd het beste. Begin eerst een collectief van landen die al wel veel op elkaar lijken.
bps
Edin MujagicKan het ook zo zijn dat er in die periode geen sprake was van inflatie maar van desdeflatie.
Geldverruiming zonder inflatie, dat prijzen beter afstemde op de waarde van goederen- en arbeid ?
Dus dat een te krappe financiële jas van Nederland wat ruimer en beter passend gemaakt werd ?
N.b. dat de geldvoorraad van Nederland na WO II weer met "het tientje van Lieftinck" was begonnen dat de herleving en groei van de economie niet bijbeende.
'Verklaart echter niet waarom de gulden (en de mark etc) ook sterk was tov de USD en zo goed alle andere munten in de wereld.'
Is daar formeel geen verklaring voor ? Graag verneem ik uw reactie daarover.
Roland Horvath 7
MatthijsNB: De consumptie kan vermeerderd als de bedrijfslasten zoals lonen en sociale lasten verhoogd worden, maar dar zijn de ondernemingen vooral de GMO te goed voor. Ze lijden zoals altijd aan de ziekte van het kapitalisme: Wel willen ontvangen maar niet betalen noch voor consumptie noch voor investeringen behalve dividenden. Als de GMO hun zin kunnen doen en meer macht hebben dan de overheid dan gaat de hele maatschappij kapot zoals de geschiedenis van 2.000 jaar leert. De overheden waaronder het EU bestuur moeten de GMO & Co dwingen meer bedrijfslasten te betalen. Ze zijn echter te corrupt, te onbekwaam, te zeer geprogrammeerd/ geïndoctrineerd door de neoliberale onzin over deregulering, privatisering en bedrijfslasten verlaging en de daaruit voortkomende weldaden.
Een conclusie: Wat de ECB doet is onzin, onaanvaardbaar en schadelijk. Zoals EM blijkbaar ook zegt.
Lydia Lembeck 12
Roland HorvathMatthijs 11
Roland HorvathPieter Jongejan 7
MatthijsMatthijs 11
bps
MatthijsHelemaal niet nodig en onverstandig.
De €uro heeft nogal wat sterke en schaalvoordelen door z’n grootte van volume en omvang valutagebied (= het marktgebied). We missen de voordelen van een munt per verschillende nationale economie en die de kracht daarvan representeert en zich flexibel kan verhouden tot andere nationale economieën.
Dat kan via een gemeenschappelijke €uro-handelsmunt voor intra- en extracommunautair (buitenlands) betalingsverkeer, binnen en buiten Europa. De €uro moet hiervoor beschikbaar blijven en dan ook voor waarde-opslag.
Voor binnenlandse betalingen, betaalfunctie en rekenfunctie, dienen dan de binnenlandse munten .
Courant binnenlands geld blijft dan in de gewenste grootte binnenlands in -en ten behoeve van- circulatie, ook via sparen en lenen.
Harde scheiding van de binnenlandse betaal- rekenfunctie van geld met de (tijdelijke) waarde-opslag en buitenlandse contract- en betaalfunctie van de €uro.
Voor waarde opslag, beleggen en betalingen naar het buitenland, is er dan de €uro.
Zo beschermt de €uro dan de nationale economieën, circulaties en circuits.
Dat combineert dan de voordelen van de continentale €uro met die van nationale munten.
Dat heft elkaars nadelen op.
Nadelen van alleen de €uro als bijv.:
- ontbreken van wisselkoersfunctie, - ontbreken van zich steeds effenende betalingsbalansen, - koopkrachtverlies, - ontbreken van monetair aanpassingsvermogen, - ontbreken van convergentie, - niet de juiste en werkelijke muntwaarde en rente kunnen aannemen voor een economie, - geen controle op uitstroom van kapitaal, - geen manieren om de circulatie in het reële circuit te waarborgen, enz.
Nadelen van alleen nationale munten, als bijv. en vnl. kwetsbaarheid voor muntspeculaties.
De €uro (ECU) moet je gebruiken waar die hoort: continentaal en internationaal.
De nationale munt (NCU) slechts nationaal.
W Hoogkamer 10
1e Dijselbloem ziet er op TV ongelofelijk betrouwbaar uit, voor de gewone man.
2e Alles moet tegenwoordig leuk zijn. Het moet zo leuk zijn dat je dergelijke problemen niet in de groep mag gooien. Je zou nergens meer welkom zijn.
Ftm ga door zo.
Lydia Lembeck 12
W Hoogkamer