
Dinsdag deed het Amsterdamse Hof uitspraak in een geruchtmakende rechtszaak tussen Marcel Boekhoorn en Frank Botman. Het einde van een moddergevecht rond een mislukte overval op de Telegraaf Media Groep.
Marcel Boekhoorn heeft geen gelukkige hand met zijn investeringen in media. Met zijn investering in Dagblad De Pers liep het niet goed af en ook zijn investering in de Telegraaf Media Groep (TMG) staat sinds begin 2008 onder water. Met zijn investering in TMG zou het nog goed komen, dacht Boekhoorn. Hij had immers een afspraak met Frank Botman, de topman van investeringsmaatschappij Cyrte, gemaakt die hem voor verliezen zou vrijwaren. Die verliezen zal Boekhoorn nu toch moeten incasseren. Dinsdag deed het Gerechtshof in Amsterdam na meer dan een jaar vertraging, uitspraak in de zaak Boekhoorn vs Cyrte/Frank Botman en dat viel niet goed uit voor de Nijmeegse investeerder. Volgens het Hof kon Boekhoorn niet overtuigend bewijzen dat hij ooit een put-optie van Botman had ontvangen.
Niet thuis
De strijd tussen de Nederlandse superinvesteerder Marcel Boekhoorn en voormalig Cyrte topman Frank Botman startte in 2009. In het jaar ervoor beraamden beiden samen een overval op TMG, de holding van de Telegraaf. Doel was om uiteindelijk TMG van de beurs af te halen. Althans, dat beweerde Boekhoorn. Botman ontkende dat, evenals Delta Lloyd kopstukken Niek Hoek en Alex Otto. Boekhoorn kocht in 2009 5% van de aandelen in TMG voor een koers van 21 euro. Op dat moment had Cyrte, de investeringsmaatschappij die aanvankelijk door John de Mol was opgezet om zijn eigen vermogen te beheren, ook al een belang van 10% in TMG.Een rechtszaak die jaren duurde en waarin er gesproken werd over bedrog, liegende getuigen, meineed en omkopingBoekhoorn beweerde ook een mondelinge afspraak te hebben gemaakt dat hij op elk moment zijn aandelen aan Cyrte kon verkopen tegen een koers van 24 euro. Toen de koers van TMG in de loop van 2009 fors begon te dalen, riep Boekhoorn zijn optie in en gaf Botman niet thuis. Dat bleek aanleiding voor een rechtszaak die jaren duurde en waarin er gesproken werd over bedrog, liegende getuigen, meineed en er door de advocaat van Cyrte gehint werd op mogelijke omkoping. Hoewel Botman c.s. hardnekkig bleven ontkennen dat Cyrte geen plannen had om TMG van de beurs te halen, bleek uit documenten en verklaringen dat dit wel degelijk de opzet was. Voor Boekhoorn was dat gegeven van eminent belang om zijn zaak te onderbouwen. Het hof oordeelde maandag dat de opzet om TMG van de beurs halen voor Cyrte in 2008 een 'reële mogelijkheid' was. 'Het hof onderkent dat uit de voornoemde documenten valt af te leiden dat Cyrte in 2008 een openbaar bod op de aandelen TMG als een zeer reële mogelijkheid beschouwde, maar acht dat gegeven, anders dan [appellant] heeft bepleit, niet van doorslaggevend gewicht.' Dat betekende echter niet dat er genoeg bewijs was dat de afspraak voor de put-optie ooit werkelijk gemaakt was. Het bleef zeer opmerkelijk dat deze afspraak - het ging om tientallen miljoenen - nooit op papier werd gezet, zoals blijkt uit onderstaande passage uit het vonnis. 'Het hof neemt bij de beoordeling [...] in aanmerking dat de door [appellant] gestelde verkoopoptie niet zonder meer logisch voorkomt, hetgeen een kritische benadering vergt. Allereerst is de verkoopoptie niet schriftelijk vastgelegd, hetgeen voor een afspraak met de mogelijke financiële gevolgen als de onderhavige gangbaar zou zijn geweest.[...] Ook is niet gebleken dat over de gestelde verkoopoptie is onderhandeld (bijvoorbeeld over de uitoefenprijs en de looptijd), hetgeen gezien de financiële consequenties eveneens in de rede zou hebben gelegen.' Boekhoorn zei er in 2011 het volgende over: ‘Toen ik hem vroeg of we de afspraak niet op papier moesten zetten, zei Botman dat hij dat niet wilde. Hij zei dat hij dan problemen met de AFM zou krijgen’. Boekhoorn had deze verklaring geaccepteerd en verder niet aangedrongen. ‘Ik ben geen investeerder die normaal gesproken in beursfondsen investeert, ik ben dan ook niet goed met de regelgeving vertrouwd.'
'Laaielichter met stropdas'
De zaak deed de gemoederen flink opwaaien. Marcel Boekhoorn noemde Frank Botman zelfs een 'laaielichter met een stropdas' en procedeerde tot de Hoge Raad om aan te tonen dat Botman zelfs om iets kleins kon liegen. Tegelijkertijd zaaide de advocaat van Cyrte twijfel over de getuigen die werden opgeroepen door Boekhoorn. Een oud-werknemer van Cyrte die in het voordeel van Boekhoorn getuigde, was mogelijk omgekocht door Boekhoorn, zo suggereerde Stibbe-advocaat Egbert Vroom. Enig bewijs voerde hij daar niet voor aan. Een andere getuige, Spyker oprichter Victor Muller, had ook belangen om in het voordeel van Boekhoorn te getuigen. Muller vertelde in de rechtzaal dat hij bij Boekhoorn in de auto zat op het moment dat Botman belde. Botman zou in dat gesprek de afspraak dat Boekhoorn zijn aandelen altijd kwijt kon nog eens bevestigd hebben. Boekhoorn en Muller zijn goed bevriend en ten tijde van Müllers getuigenis zou Muller ook privé steun hebben gekregen van Boekhoorn. Met het vonnis van het Gerechtshof lijkt er een einde te zijn gekomen aan een langlopend moddergevecht. Of toch niet? Boekhoorn liet gisteren weten dat hij de mogelijkheden om in cassatie te gaan, nog onderzoekt. Boekhoorn is door deze investering zo'n 32 miljoen euro minder rijk. Hij kocht de aandelen destijds voor 21,30. Nu staat de koers op 8,80 euro. Maar uitendelijk valt de schade toch nog enigzins mee, aangezien Boekhoorn wel dividend heeft ontvangen, waaronder het superdividend van 6 euro per aandeel dat de Telegraaf het derde kwartaal uitkeerde. Daarmee valt het verlies al weer 15 miljoen euro minder uit. Marcel Boekhoorn in mei 2012 voor het (oude) Amsterdamse Gerechtshof, met het volste vertrouwen op een goede afloop
0 Bijdragen