En dan pakt de kinderbescherming ineens je kind af

2 Connecties

Relaties

kinderbescherming

Organisaties

Veilig Thuis
55 Bijdragen

Ervan verdacht worden je eigen kind ziek te hebben gemaakt; het komt steeds vaker voor. Tientallen ouders claimen ten onrechte verdacht te zijn gemaakt door Veilig Thuis, voormalige Meldpunt Kindermishandeling. Follow the Money dook in de dossiers en ontdekte zeker vier tuchtklachten tegen een enkele vertrouwensarts van Veilig Thuis.

‘U krijgt uw kind niet meer mee naar huis.’ Debora de Haan is met stomheid geslagen als de kinderarts haar vertelt dat ze van haar achttien maanden oude zoontje Micha wordt gescheiden. Des te meer omdat ze alleen in het ziekenhuis was voor een controle: ‘Ik kwam hem gewoon laten wegen, maandag om tien uur zoals altijd. Toen kreeg ik ineens te horen dat ik hem niet meer mocht zien.’  

Moeder Debora wordt er tot haar afgrijzen door de kinderarts van verdacht zelf haar zoontje ziek gemaakt te hebben. En zo komt het gezin De Haan van een medisch traject rond de voedingsproblemen van zoontje Micha ineens terecht in de wereld van de kinderbescherming. Veilig Thuis, de opvolger van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling doet onderzoek naar dit soort meldingen en mag daarbij zaken direct doorzetten naar de Raad voor de Kinderbescherming als de organisatie dat nodig acht. Vervelend voor ouders, maar wie onschuldig is gaat na een gedegen onderzoek ongetwijfeld vrijuit, toch?

Dat was niet de ervaring van Debora en haar man Nico-Jan de Haan. Hun zoontje Micha zou negen maanden lang niet meer thuiskomen, terwijl daar in de eerste twee maanden nog geen rechter aan te pas was gekomen.

Familie De Haan is niet de enige

De vorm van kindermishandeling waar Debora van wordt verdacht, waarbij ouders hun kinderen ziek maken, werd de afgelopen twee jaar volop onder de aandacht gebracht van kinderartsen en hulpverleningsinstanties. Het aantal onderzoeken verdubbelde de afgelopen twee jaar, van tussen de 40 en 60 gevallen per jaar voor 2015 tot 99 onderzoeken in 2016, volgens cijfers genoemd door de betrokken instanties. Behulpzaam daarbij was een alarmerende uitzending van Brandpunt/Reporter in 2015 over het fenomeen, dat bekend staat als Münchhausen by proxy en door professionals tegenwoordig Peadiatric Condition Falsification (PCF) wordt genoemd.

Münchhausen by proxy / PCF

Het syndroom van Münchhausen by proxy is een zeldzame psychiatrische aandoening en de naam voor een vorm van kindermishandeling. Tegenwoordig wordt hiervoor de naam Peadiatric Condition Falsification (PCF) gebruikt. Ouders met Münchhausen of PCF maken hun kind bewust ziek of veinzen tegenover artsen dat hun kind aan allerlei klachten leidt. Dit zouden zij doen uit een ziekelijke behoefte aan aandacht en erkenning. Het syndroom zou vrijwel alleen maar bij moeders voorkomen.

De diagnose Münchhausen of PCF is niet helemaal vrij van controverse, hoewel het in het handboek van psychiatrische stoornissen DSM is opgenomen wordt door critici wel eens betwijfeld of de stoornis überhaupt bewijsbaar is. Arts Roy Meadow, de ontdekker van het syndroom, werd door de Britse General Medical Council uit de medische professie gestoten. Dit nadat vijf moeders die na getuigenis van deskundige Meadow opgesloten werden op verdenking van mishandeling van (en zelfs moord op) hun kinderen, later vrijgesproken werden. Het bewijs van Meadow in die zaken bleek onjuist, suggestief en misleidend.

Lees verder Inklappen

Twee vertrouwensartsen van Veilig Thuis luidden in die uitzending de noodklok. Ernstige gevallen van PCF zouden 'zeker tien keer vaker' voorkomen dan officieel gemeld wordt bij Veilig Thuis, beweert vertrouwensarts AnneMarie Raat: ‘Ik denk dat er heel veel is dat wij niet zien.’ 

Onzorgvuldig

De uitzending riep op tot meer gericht beleid. Artsen, die erop getraind zijn ouders te vertrouwen, zouden zich bewuster moeten zijn van het gevaar dat zij hun kinderen soms juist zelf ziek maken. En die oproep miste zijn gehoor niet. De afgelopen jaren werd tijdens congressen, trainingen en studiedagen voor kinderartsen, verpleegkundigen en hulpverleners steeds meer aandacht besteed aan medische kindermishandeling of PCF. Wanneer zij vermoedens hebben van PCF of een 'niet pluis-gevoel' over de ouders, luidt het advies om contact op te nemen met het meldpunt van Veilig Thuis.

En zo veranderde de bezorgde moeder in een potentieel verdachte mishandelaar.

Maar tegen die ontwikkeling begint zich een groeiende groep ouders te verzetten. Zij stellen ten onrechte door Veilig Thuis in de gaten te worden gehouden, onder toezicht te zijn gesteld of zelfs met een uithuisplaatsing van hun kind te maken hebben gehad. De Belangenvereniging Intensieve Kindzorg (BVIKZ) ontvangt volgens voorzitter Vera Hooglugt veel klachten van ouders die met Veilig Thuis te maken kregen. ‘Wij hebben op dit moment bijna zestig zaken in behandeling waarbij ouders beschuldigd worden van PCF. Wij gaan hun dossiers na en zien dat Veilig Thuis onzorgvuldig te werk gaat en daarmee ongelooflijk veel leed bij ouders en kinderen veroorzaakt. Ten onrechte.’ Actualiteitenprogramma EenVandaag besteedt in zijn uitzending van zaterdagavond uitgebreid aandacht aan deze kwestie.

Een vertrouwensarts van Veilig Thuis kreeg vier afzonderlijke tuchtklachten

Met name de rol van enkele vertrouwensartsen, die vanuit hun medische expertise een sleutelrol vervullen in dit soort onderzoeken, roept vragen op. Ook Follow the Money verdiepte zich in een aantal zaken waarbij ouders beschuldigd worden van het ziek maken van hun kind. Daarbij ontdekten we dat een vertrouwensarts van Veilig Thuis zelfs vier afzonderlijke tuchtklachten kreeg en dat er mogelijk nog een vijfde tuchtklacht tegen deze arts in voorbereiding is. In alle gevallen wordt de arts beschuldigd van onder meer vooringenomenheid, tunnelvisie, onzorgvuldigheid en onvolledigheid bij het opstellen van rapportages en dossiers en het schetsen van een eenzijdig beeld over ouders die van PCF beschuldigd worden. Dit terwijl de vertrouwensarts juist als onafhankelijke partij moet onderzoeken of er sprake is van kindermishandeling. De tuchtrechter beoordeelde de eerste in deze serie klachten al voor een belangrijk deel gegrond op bovenstaande punten. De arts kreeg daarvoor een waarschuwing.

Twee van de stellen die naar de tuchtrechter stapten gaven Follow the Money volledige inzage in hun dossiers en deelden hun verhaal. Zij vertellen ook in de uitzending van EenVandaag zaterdagavond uitgebreid over hun ervaring met Veilig Thuis.

‘Hij lag ineens aan een slangetje’

Voor Debora en haar man Nico-Jan de Haan begon het allemaal in 2015. Micha kwam gezond ter wereld als zesde kind van het stel, maar had vanaf de kraamtijd problemen met drinken en poepen. Debora: ‘Hij bleef ook achter in gewicht. Op het consultatiebureau adviseerden ze me om contact op te nemen met een kinderarts.’ Zelf was Debora liever naar de huisarts gegaan, maar ze volgt het advies op en legt contact met een kinderarts.  

In augustus 2015 volgt een eerste opname in het Zuwe Hofpoort ziekenhuis, van wat in totaal acht ziekenhuisopnames gedurende anderhalf jaar zullen worden. Micha is veel te licht en de kinderarts gaat op zoek naar een oorzaak. Op initiatief van de arts worden verschillende ingrijpende onderzoeken gedaan. Ook wordt bij Micha een sonde geplaatst om hem voeding toe te dienen. Vader Nico-Jan vertelt dat de ouders daar van tevoren niet van op de hoogte waren: ‘Ze hadden een darmonderzoek gedaan en toen we weer bij hem mochten komen lag ie ineens aan een slangetje.’

Er wordt wel gedacht aan een koemelkallergie, maar niet meteen getest. Micha wordt doorverwezen naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht, waar volgens het medisch dossier voor het eerst wordt gedacht aan de mogelijkheid dat de ouders van Micha hem ziek maken. Maar even later, op 7 oktober, wordt in het medisch dossier genoteerd ‘Waarschijnlijkheidsdiagnose: KMAE (Koemelkallergie, EvA) met verhoogde energiebehoefte bij inhaalgroe’. Micha reageert volgens het dossier ook goed op koemelkvrije voeding.

‘Wij hebben niets te verbergen, zo redeneerden we’

Na de eerste vermoedens van PCF wil de kinderarts in het Zuwe Hofpoort dat Nico-Jan en Debora in oktober 2015 een screening ondergaan in het Regionaal Psychiatrisch Centrum in Woerden. Zij zijn geschrokken en boos over dat vermoeden van PCF, maar willen aan alles meewerken om hun onschuld te bewijzen. ‘Wij hebben niets te verbergen, zo redeneerden we.’  De psychiater constateert dat het echtpaar niet aan het plaatje van PCF of Münchhausen by proxy voldoet en dat zij geen psychiatrische problemen vertonen.

De kinderarts in het Zuwe Hofpoort blijft zich zorgen maken, uit ze bij ieder bezoek aan de ouders. Micha groeit, maar is nog niet op een normaal gewicht en valt ook wel eens af, bijvoorbeeld wanneer hij ziek is. Micha wordt opgenomen in het AMC in Amsterdam, waar hij wordt getest op koemelkallergie. Die blijkt hij te hebben. Intussen worden Nico-Jan en Debora in het AMC zonder dat ze het weten geobserveerd vanwege de mededeling PCF in hun dossier. Na wat het AMC een 'geslaagde observatie' noemt, luidt de conclusie dat PCF 'onwaarschijnlijk' wordt geacht. Toch blijft de kinderarts vermoeden dat Micha door zijn ouders ziek wordt gehouden, zo blijkt in de zomer van 2016.

In augustus dat jaar heeft Micha zijn groeiachterstand behoorlijk ingehaald. Maar zijn gewicht is volgens de kinderarts in het Zuwe Hofpoort niet hoog genoeg. Ze voert de sondevoeding op tot wat ze zelf achteraf in het medisch dossier een hoeveelheid voeding noemt die ‘medisch gezien onmogelijk te verdragen is’ door een achttien maanden oud kind. Debora klaagt dan ook over de vele sondevoeding bij de arts. In het medisch dossier staan meerdere van haar bezorgde opmerkingen dat Micha spuugt en ‘aan zijn taks zit’.

Dan volgt het weegmoment waarop Micha in het ziekenhuis moet blijven en Debora niet meer bij hem mag. ‘Het is heel angstig. Je zit daar met twee van die reutemeteuten en je denkt alleen maar 'ik ben mijn kind kwijt'. En zo brengen ze het ook. Ik moest hem in het ziekenhuis laten en anders zouden ze hem naar een vreemd pleeggezin sturen.’ De werkwijze die Debora de Haan beschrijft heet officieel 'drang'. Een 'product' van Samen Veilig en Veilig Thuis dat wordt ingezet wanneer er ernstige zorgen zijn over de veiligheid van een kind bij de ouders. Het is bedoeld om 'dwang' – oftewel officiële ondertoezichtstellingen en uithuisplaatsingen – te voorkomen.

Debora

Je zit daar en denkt alleen maar: 'Ik ben mijn kind kwijt'

De kinderarts voert Micha nu opnieuw de extreem hoge dosis sondevoeding. Hij reageert net zoals Debora vertelde dat hij het thuis deed: hij spuugt 'explosief'. De arts concludeert echter dat dit bewijst dat Debora haar zoon thuis niet gevoed heeft. De diagnose 'PCF' heeft ze al gemeld bij haar eerste contact met Veilig Thuis. Debora en Nico-Jan mogen Micha niet meer mee naar huis nemen, maar als ze meewerken is het wel mogelijk om hun zoontje onder te brengen bij de zus van Nico-Jan. Een netwerkpleeggezin, zoals dat heet.

Veilig Thuis start een onderzoek naar het gezin De Haan. Debora moet zich opnieuw psychiatrisch laten onderzoeken vanwege de verdenking van Münchhausen by proxi / PCF. De psychiater die haar onderzoekt concludeert dat er geen aanwijzingen zijn voor een psychiatrische stoornis. Hij meldt ook dat de huisarts van het gezin Debora beoordeelt als een psychisch en lichamelijk gezonde vrouw. ‘Psychiatrisch gezien heb ik geen bezwaren tot terugplaatsing van Micha bij zijn ouders, ik zou dit juist aanbevelen te doen,’ schrijft de psychiater in zijn evaluatie.

Maar Micha mag niet naar huis. Wanneer de ouders samen met de BVIKZ het gesprek aangaan met Veilig Thuis, geven ze aan dat ze niet langer vrijwillig aan het traject mee willen werken en dringen erop aan dat een rechter zich in kort geding over de gang van zaken buigt. Daarop wordt de zaak meteen doorgezet naar de Raad voor de Kinderbescherming, die de familie De Haan op basis van het onderzoek van Samen Veilig en de verklaringen van de veiligheidsartsen van Veilig Thuis onder toezicht wil laten stellen. Ook wordt een machtiging tot uithuisplaatsing gevraagd bij de rechter en die wordt uiteindelijk verleend. Debora moet naar GGZ-instelling De Waag voor onderzoek en behandeling. Ook hulpverleningsorganisatie Altrecht wordt ingeschakeld om het gezin hulpverlening te bieden. Ondertussen blijft Micha maandenlang bij zijn tante wonen. Debora moet zich aan een bezoekregeling houden om hem te kunnen zien.

Nachtmerrie

Debora en Nico-Jan blijven met hun advocaat vechten om Micha weer thuis te krijgen. De Raad voor de Kinderbescherming komt in het voorjaar van 2017 ineens tot inkeer en besluit dat Micha naar huis mag. Ineens is het veilig thuis, maar wat er precies veranderd is kan de Raad niet uitleggen aan Follow the Money. De woordvoerder laat weten dat de Raad niet inhoudelijk op individuele zaken in kan gaan. Het toezicht blijft wel doorgaan, terwijl instanties De Waag en Altrecht zich uiteindelijk terugtrekken wegens het ontbreken van zorgen rondom het gezin.

‘Dit zou niemand zomaar moeten kunnen overkomen’

Inmiddels is Micha weer terug bij zijn ouders en gaat het goed met hem. Maar de schade bij het gezin is groot. ‘Het is ongelooflijk waarin wij terecht zijn gekomen,’ zegt Nico-Jan, ‘een nachtmerrie.’ De publiciteit zoeken doen ze niet graag, maar vinden ze in dit geval belangrijk. Debora: 'Dit zou niemand zomaar moeten kunnen overkomen.' De familie De Haan diende afgelopen week een tuchtklacht in tegen de vertrouwensarts van Veilig Thuis die zich voor de rechter in hun zaak als getuige-deskundige presenteerde om de uithuisplaatsing te bepleiten, en zal dat ook doen tegen de kinderarts en mogelijk tegen een tweede betrokken vertrouwensarts.

Mes in je rug

Ook Saar en Michiel Leek maakten kennis met Veilig Thuis en leerden dezelfde vertrouwensarts kennen waar de familie De Haan een tuchtklacht tegen indiende. Ook hun ontmoeting leidde tot een tuchtklacht tegen de arts van Veilig Thuis.  

Het zoontje van de familie Leek - die we hier 'Jan' noemen - is nu ruim een jaar oud en heeft sinds zijn geboorte problemen met voeding en met zijn darmen. De oorzaak is vandaag de dag nog steeds niet bekend. Jan wordt in het Wilhelmina Kinderziekenhuis opgenomen en was ernstig ziek. Mede door het ontbreken van een diagnose dacht de kinderarts in januari dit jaar aan PCF. Michiel en Saar waren tot alles bereid om hun onschuld duidelijk te maken en lieten zich door het medische team observeren. Michiel: ‘We hebben overal aan meegewerkt, we hebben zelfs voorgesteld om gefilmd te worden. Dat was allemaal niet nodig, kregen we te horen. Daarna liet de kinderarts ons weten dat ze konden zien dat het niet aan ons had gelegen en dat we op geen enkele manier meer verdacht werden.’ Dat bevestigt het medisch dossier.  

De verdenking vervalt niet: de vertrouwensarts acht niet voldoende bewezen dat de ouders hun kind niet zelf ziek maken

Maar maanden later doet de kinderarts toch melding bij Veilig Thuis. De aanleiding: de voedingslijn waarmee Jan zijn eten binnenkreeg was eerst geknapt in handen van een verpleegkundige, waarna verschillende infecties elkaar opvolgden en Jan doodziek op de Intensive Care afdeling belandde. ‘Op dat moment, dat het zo slecht ging met Jan, kregen we te horen dat we opnieuw van PCF verdacht werden en dat Veilig Thuis ingeschakeld was. Het voelde alsof we een mes in onze rug kregen.’

In de officiële melding staat te lezen dat de arts eerst alleen advies wil inwinnen omdat er sprake is van een ongebruikelijk beloop door de lijninfecties, en ze dan altijd advies moet vragen aan Veilig Thuis. Zij krijgt van Veilig Thuis het advies om melding te doen. Als reden voor de melding wijst ze op het ongebruikelijke verloop van Jan's complicaties en als doel geeft ze aan dat ze alle scenario's onderzocht wil hebben om het herstel van Jan te bevorderen. De vertrouwensarts van Veilig Thuis, aan wie de melding doorgezet wordt, stelt op basis van deze melding dat er sprake is van ‘een ernstig vermoeden van PCF’.  

Saar en Michiel mogen vanaf dat moment van Veilig Thuis niet meer alleen op bezoek bij hun zieke kind. Net als de familie De Haan zijn Saar en Michiel in een drangtraject beland en moeten ze zich aan het plan van Veilig Thuis houden om te voorkomen dat de vertrouwensarts een ondertoezichtstelling bij de Raad voor de Kinderbescherming aan zal vragen. Volgens dat veiligheidsplan moet er altijd iemand bij zijn als Saar en Michiel hun zoontje bezoeken, zelfs op de Intensive Care. Het hele netwerk van het stel wordt ingeschakeld en Saar en Michiel worden in de gaten gehouden als ze op bezoek zijn. Jan blijft ziek. De situatie duurt weken voort. Saar en Michiel stellen zelfs voor dan maar een week niet bij Jan in de buurt te komen. Michiel: ‘Hoe erg we dat ook vonden, als dat had geholpen hadden we dat er voor over gehad. Maar de vertrouwensarts van Veilig Thuis wees dat plan af, het zou Jan schaden.’ Maar de verdenking vervalt niet: de vertrouwensarts van Veilig Thuis acht niet voldoende bewezen dat de ouders – met name Saar als moeder – hun kind niet zelf buiten het zicht van verpleging en familieleden ziek maken.

Michiel Leek

Ik vind het onbegrijpelijk dat zo iemand zo’n macht kan uitoefenen over het leven van andere mensen

Macaber gesprek

Op zeker moment hebben Saar en Michiel een gesprek met de vertrouwensarts en een andere vertegenwoordiger van Veilig Thuis, de kinderarts en een aantal andere ziekenhuismedewerkers. Van dat gesprek bestaat een opname, die in handen is van Follow the Money en die vanavond ook door EenVandaag wordt uitgezonden.

Het gesprek geeft een opmerkelijk kijkje achter de schermen. Op de opnames is te horen hoe de aanwezigen overleggen over het mogelijk op video opnemen van Jan en zijn ouders om PCF te bewijzen of uit te sluiten.

De kinderarts uit twijfels over de zaak en heeft te doen met de ouders. De verschillende infecties kunnen voorkomen in dit soort situaties, weet ze te vertellen. Ook wijst ze op verpleegkundigen met ongewassen handen. 'Het gebeurt echt.' Als de kinderarts vertelt over hygiëneproblemen in het ziekenhuis, reageert de vertrouwensarts met de opmerking dat de verpleging dan in het geval van camerabewaking wel even gebriefd moet worden dat ze zich aan de hygiënevoorschriften houden. Deze informatie zou cruciaal moeten zijn, gezien Saar en Michiel ervan verdacht worden zelf de infecties te hebben veroorzaakt. Maar de vertrouwensarts laat deze hygiëneproblemen buiten beschouwing in haar latere rapportage aan de Raad.

'Het moet niet zo gebeuren dat hij er dood aan gaat'

Sommige uitspraken klinken macaber. De aanwezigen bespreken hoe Saar en Michiel met camera's in de gaten gehouden kunnen worden. Veiligheid van de doodzieke Jan staat voorop, benadrukt de vertrouwensarts steeds. Aan de andere kant wil ze ouders toch wel graag ergens op kunnen betrappen: ‘Het zou toch fijn zijn als er wel iets gebeurt,’ laat de vertrouwensarts zich ontvallen. ‘Dan zijn we van de hele discussie af.’ Een ziekenhuismedewerker merkt daarna op: ‘Maar het moet niet zo gebeuren dat hij eraan doodgaat natuurlijk.’ ‘Hmmm hmmm,’ bevestigt de vertrouwensarts.

Tot slot vindt deze woordenwisseling plaats tussen de vertrouwensarts en de kinderarts.

Vertrouwensarts: ‘(..) Want die ouders blijven ook maar eigenlijk zeggen, god het is gewoon een gehandicapt kind, het is nou eenmaal zo dat hij dit allemaal niet verdraagt. Nou ja. Daar zijn we toch nog niet helemaal zeker van. Zoals zij het nu brengen.’

Hierop maakt de kinderarts bezwaar: ‘Ja, maar zij willen ook echt een normaal kind. Alleen het heeft tot nu toe niet zo mogen zijn, want ook dat hebben wij ook wel op de afdeling. Het is echt niet dat ouders dingen zien, die wij niet zien. Weet je, dat is echt niet zo.’ De kinderarts voegt toe dat er ook daadwerkelijk problemen zijn met voeding. ‘Hij heeft echt niet voor niets een stoma,’ voegt ze toe. Waarop de vertrouwensarts antwoordt: ‘Nee, nee, dat zal ook wel. Maar of dat alles verklaart is de grote vraag.’ De inhoud van het gesprek verbijstert Michiel en Saar. Maar de houding van de vertrouwensarts herkennen ze. Michiel ‘Deze vrouw is zo overtuigd van haar eigen gelijk, dat is gewoon eng. Ik vind het onbegrijpelijk dat zo iemand zo’n macht kan uitoefenen over het leven van andere mensen.’

Met behulp van advocaat Eric Osinga probeert het stel om tot een einde van het toezicht te komen. Maar Veilig Thuis wil of kan niet aangeven wat er precies voor nodig is om het drangtraject te beëindigen.

Uiteindelijk besluiten de artsen en het ziekenhuis zelf dat de verdenking van PCF niet langer waarschijnlijk wordt geacht. Veilig Thuis weigert dan alsnog de zaak te laten vallen. Michiel Leek: ‘De vertrouwensarts deed een melding bij de politie en heeft ons laten weten een ondertoezichtstelling aan te zullen vragen bij de Raad voor de Kinderbescherming.’ Daar ziet Veilig Thuis bij nader inzien vanaf; de zaak is kennelijk niet gewichtig genoeg om de Raad voor in te schakelen. Ook de melding bij de politie leidde nergens toe. Het onderzoek wordt gesloten, maar Veilig Thuis weigert om het dossier te vernietigen. Dat betekent dat de vertrouwensarts in principe ieder half jaar opnieuw bij artsen, de huisarts en later ook de crèche of school van Jan kan aankloppen om te kijken of er geen aanwijzingen bestaan voor PCF. Saar en Michiel hebben een kort geding aangespannen om het dossier alsnog te laten vernietigen. ‘Het idee dat deze vrouw de zaak ieder moment weer kan openen is voor ons onverdraaglijk.’

De familie Leek deed ook aangifte bij de politie tegen de vertrouwensarts wegens valsheid in geschrifte. In haar melding bij de politie zou de arts misleidende en onvolledige informatie hebben gegeven. De tuchtklacht van de familie Leek is enkele weken geleden gedaan en moet nog door het tuchtgerecht beoordeeld worden.

Nog meer klachten

Naast de tuchtklachten van de families De Haan en Leek heeft Follow the Money inzage gekregen in een vrijdag 8 september ingediende klacht van een derde gezin, de familie Gregorius, wederom tegen dezelfde vertrouwensarts. Ook hier betreft het een beschuldiging van PCF aan het adres van de ouders; zij zouden de verstandelijke beperking van enkele van hun kinderen overdreven of verzonnen hebben. Ook deze familie verwijt de arts onzorgvuldigheid, vooringenomenheid en selectief informatie verzamelen. Daarnaast zijn er bezwaren van de ouders tegen de wijze waarop de vertrouwensarts zonder hun toestemming of medeweten contact opnam met de kinderen.

Een van de belangrijkste aantijgingen dat de arts in haar dossier 'confirmation bias' vertoonde

Een vierde tuchtklacht tegen dezelfde vertrouwensarts betreft een zaak die al in 2015 is gestart door advocaat Richard Korver namens een van PCF beschuldigde moeder die twee van haar kinderen uit huis geplaatst zag. Het tuchtgerecht in Amsterdam oordeelde in augustus 2016 dat haar klacht op belangrijke onderdelen gegrond was. Zo luidde een van de belangrijkste aantijgingen dat de arts in haar dossier 'confirmation bias' vertoonde en selectief alleen belastende informatie gaf. Dat vond het tuchtcollege een steekhoudend verwijt. Als voorbeeld werd genoemd dat de kinderarts die de dochter van de vrouw vijf jaar lang had behandeld niet was ondervraagd door de vertrouwensarts. Ook werden voorbeelden genoemd van selectieve en onjuiste citaten en verdraaiingen in de verklaring van de vertrouwensarts. De zaak leidde tot een waarschuwing voor de vertrouwensarts, die op het hart gedrukt kreeg hoe belangrijk het was om de ‘schijn van vooringenomenheid’ te voorkomen.

Advocaat Richard Korver ging namens zijn cliënt in hoger beroep: ‘Het deel van de klachten dat niet gegrond is verklaard komt voort uit het feit dat de medische stukken van de kinderen niet als bewijs mochten worden gebruikt, omdat de kinderen geen toestemming voor hadden gegeven. Dit terwijl moeder die stukken gewoon destijds heeft gekregen in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger. Voor ons is dat een principekwestie: om te kunnen bewijzen dat de conclusie over beschuldiging van PCF door de vertrouwensarts nooit zo getrokken had kunnen worden, moet je die medische dossiers wel mee kunnen nemen als bewijs.’

Korver is bovendien bezig met een mogelijke vijfde tuchtklacht tegen deze vertrouwensarts. 'In een andere zaak duikt deze vertrouwensarts ook op. We bekijken op dit moment de mogelijkheden om ook hierin een tuchtklacht in te dienen.'

'Onzorgvuldig onderzoek'

Vier tuchtklachten en wellicht een vijfde op komst, allemaal gericht tegen een en dezelfde vertrouwensarts van Veilig Thuis, wat zegt de organisatie daar zelf van? Een woordvoerder van Veilig Thuis laat weten dat de tuchtklachten tegen de arts voor de organisatie ook nieuw zijn. ‘Wij krijgen pas een melding wanneer het in een tuchtzaak tot een berisping komt.’ Aangezien de eerste zaak slechts tot een waarschuwing leidde en de overige drie nog maar recent zijn verstuurd, wist Veilig Thuis nog van niets. Maar of de tuchtklachten tot gevolgen zullen leiden voor de vertrouwensarts is nog niet duidelijk. De woordvoerder: ‘Wanneer deze arts een of meerdere berispingen zou krijgen van het Tuchtcollege, ligt het aan het soort klachten welke actie er eventueel wordt ondernomen.’

Gedragswetenschapper en jurist Marianne Vlaming is gespecialiseerd in jeugdrecht en was onderdeel van de commissie die door Bureau Jeugdzorg ingesteld was om de fouten door de hulpverlening in de zaak Savanna te onderzoeken. Ze verdiepte zich nadat ze door de BVIKZ op de problemen rond PCF werd gewezen, ook in de dossiers van de families Leek, De Haan en andere gezinnen die met Veilig Thuis te maken kregen. 'De tekortkomingen die wij toen hebben geconstateerd zie ik nu terug. Het gebrek aan interne controle, geen goede risico-analyse – het is een herhaling van zetten.'

Maar nu met een tegenovergestelde uitkomst: in plaats van te weinig actief, lijkt de inzet van instanties in de zaken Leek en De Haan juist overdreven fanatiek.

Met name de rol van de vertrouwensartsen valt Vlaming op. ‘In de dossiers van de families Leek en De Haan ontbreekt bij hen de kritische houding die je mag verwachten. Bij de eerste beoordeling door Veilig Thuis ontbreekt het meteen al aan hoor en wederhoor. Dan zie je dat het meteen fout gaat met conclusies trekken. Ouders worden niet gehoord, maar de vertrouwensarts schrijft wel meteen op dat ze waarschijnlijk niet willen meewerken. Terwijl in de melding staat ‘ouders werken goed mee’. Vreselijk onzorgvuldig, en het kan makkelijk leiden tot een soort tunnelvisie. Dat zie je in deze zaken dan ook gebeuren.’

‘Bij de familie De Haan concludeerde Veilig Thuis dat Micha thuis niet groeide en in het ziekenhuis wel, bovendien achtte ze het bewezen dat Debora haar kind geen voeding gaf thuis. Dat zijn conclusies die je absoluut niet kan trekken op basis van het dossier. Integendeel: uit de gewichtstoename van Micha bleek duidelijk dat hij thuis wel degelijk goed groeide. Daar is niet kritisch naar gekeken. Ook zijn de oordelen van twee afzonderlijke psychiaters en de conclusies van het AMC genegeerd door Veilig Thuis. Onbegrijpelijk.’

‘Er is dus niemand die het werk van de vertrouwensarts nog eens controleert’

Dat de Raad voor de Kinderbescherming de conclusies van de vertrouwensartsen van Veilig Thuis zo makkelijk overnam is volgens Vlaming ook zorgelijk. ‘De Raad heeft een plicht tot waarheidsvinding en de rechter neemt dus heel serieus wat de Raad hem presenteert. Maar uit het dossier De Haan blijkt dat de Raad de vertrouwensarts en de kinderarts opvoert als getuige-deskundige. Zij hebben natuurlijk niet de benodigde afstand om hun eigen eerdere conclusies op een onafhankelijke manier te wegen. Er is dus niemand die het werk van de vertrouwensarts nog eens controleert.’

De werkwijze van Veilig Thuis levert het risico op dat rechten van burgers in het geding komen, en kinderen zelfs onterecht uit huis geplaatst kunnen worden, vreest Vlaming. ‘De schade daarvan is enorm. Mensen die hiermee te maken hebben gekregen raken hun vertrouwen in de overheid en ons rechtssysteem kwijt. Dat is ernstig. Kinderen die van hun ouders gescheiden worden, zeker als ze nog erg jong zijn, kunnen ernstige hechtingsproblemen krijgen en daadwerkelijk getraumatiseerd raken. Zij zijn voor jaren beschadigd.’

 

Marianne Vlaming, gedragswetenschapper en jurist

In de dossiers van de families Leek en De Haan ontbreekt bij de vertrouwensartsen de kritische houding die je mag verwachten

Betreuren

Follow the Money vroeg zowel Veilig Thuis als de Raad voor de Kinderbescherming om een reactie op dit verhaal. Beide instanties gaven aan geen antwoord te geven op individuele zaken omdat dit niet zomaar mag in verband met privacywetgeving. Toestemming door de betrokkenen bracht daar geen verandering in.

Veilig Thuis gaf een schriftelijke reactie op onze vragen. ‘Allereerst wil Veilig Thuis Utrecht benadrukken het ten zeerste te betreuren dat ouders uit de geschetste onderzoeken onze betrokkenheid zo hebben ervaren. De impact van een onderzoek van Veilig Thuis is groot, dat realiseren wij ons. Wij willen juist in gesprek met het gezin (blijven) over de zorgen die er zijn gemeld over een kind.’

Over de inzet van ‘drang’, zegt Veilig Thuis het volgende: ‘U geeft aan in een van u vragen dat er sommige vrijwillige zaken sprake kan zijn van een ‘drangtraject’. Ook al hanteren we zelf deze term niet, het kan wel het zo dat er situaties ontstaan – bijvoorbeeld als ouders zich niet houden aan gemaakte veiligheidsafspraken – waarbij we ouders helder maken dat wanneer zij niet aan de afspraken houden, wij de stap naar de RvdK zullen maken.’ Daarbij hanteert de organisatie naar eigen zeggen een hoge standaard: ‘Dit is een uiterst middel bedoeld om de belangen van kwetsbare kinderen te beschermen en te behartigen. Dat dit voor betrokkenen zeer ingrijpende zaken zijn, realiseren wij ons.’  

In reactie op vragen van Follow the Money over de eisen die aan het onderzoek door Veilig Thuis worden gesteld op het gebied van waarheidsvinding, laat de organisatie weten dat zij daarbij als organisatie binnen het civielrecht opereert en niet de standaard hanteren van ‘schuld bewijzen’ zoals in het strafrecht gebeurt: ‘Veilig Thuis is bevoegd om op basis van feiten te onderzoeken of er al dan niet sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Veilig Thuis streeft er altijd naar om zorgvuldig en volledig te komen tot een weergave van de feiten. Mocht in de dikwijls complexe zaken waarbij wij betrokken zijn worden geconstateerd dat wij niet volledig of zorgvuldig genoeg hebben gewerkt, proberen wij daar zeker lering uit te trekken.’

De Raad voor de Kinderbescherming liet het volgende weten: 'De Raad is elke dag, in elk onderzoek, bewust bezig met het scheiden van feiten en meningen en het opbouwen van gedegen rapporten. De Raad checkt de vooraf gegeven informatie bij de betrokkenen en informanten. (…) De kinder- en jeugdbescherming krijgt met erg complexe zaken te maken. Dan kan het voorkomen dat ouders of kinderen zich niet gehoord voelen of het niet eens zijn met bijvoorbeeld de werkwijze van bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming.

De Raad benadert in haar onderzoek de artsen die betrokken zijn, maar indien de Raad een second opinion noodzakelijk vindt is het mogelijk deze in te schakelen. Hiervoor zijn afspraken gemaakt met het Wilhelmina kinderziekenhuis in Utrecht.’

Het hoger beroep in de tuchtklacht die Richard Korver namens zijn client tegen de vertrouwensarts indiende, vindt aanstaande donderdag plaats. Komende week publiceert Follow the Money ook een vervolgverhaal over de werkwijze van Veilig Thuis.