
Er is niets mis met globalisering en vrijhandel (II)
Vrijhandel en globalisering liggen in de westerse wereld onder vuur omdat ze niet de welvaart zouden hebben gebracht die ze beloofd hebben. Edin Mujagic deelt deze kritiek niet. In het afsluitende deel van zijn tweeluik wijst hij een andere schuldige aan voor het uitblijven van de verwachte economische resultaten.
De maatschappelijke onvrede over vrijhandel en globalisering neemt in de westerse wereld in rap tempo toe. De meest gehoorde verklaring daarvoor is dat beide niet geleverd hebben wat ze hadden beloofd, een verklaring die ik in een serie van twee artikelen tegen het licht houd. In deel 1 heb ik gesteld dat de verklaring onjuist en gevaarlijk is, en vervolgens heb ik me gericht op de vraag waarom dat volgens mij zo is. In het kort komt het erop neer dat het niet zo is dat globalisering en vrijhandel niet geleverd hebben, maar dat er een kracht is geweest die ervoor gezorgd heeft dat hét grote voordeel van die twee trends voor de middenklasse, namelijk dalende prijzen, is uitgebleven. In dit vervolg zal ik ingaan op wat die kracht is geweest en waarom de eerder genoemde verklaring in mijn ogen gevaarlijk is.
Onnatuurlijk verschijnsel
In het eerste deel heb ik laten zien dat structurele inflatie bij een periode van globalisering, vrijhandel en technologische vooruitgang net zo natuurlijk en logisch is als dat Roda JC jaar in jaar uit Nederlands voetbalkampioen wordt. Ik wil nu vanuit een ander perspectief naar het inflatieplaatje kijken. In de grafiek hieronder ziet u de jaarlijkse inflatie in Nederland sinds 1450.

Een van de dingen die in de grafiek opvallen is dat de prijzen door de decennia en eeuwen heen min of meer net zo vaak zijn gestegen als gedaald. Jaren van inflatie werden gevolgd door jaren van deflatie, waarna de prijzen weer stegen, et cetera. Men zou kunnen concluderen dat structurele inflatie een onnatuurlijk verschijnsel is. Wat we in dezelfde grafiek zien, is dat de prijzen de laatste decennia, ruwweg sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog, jaar in jaar uit zijn gestegen. Hoe zeldzaam het ook is om de komeet van Halley te spotten, dalende prijzen in ons deel van de wereld zijn zo mogelijk nog zeldzamer.
Het is geen toeval dat die onnatuurlijke periode van structurele inflatie samenvalt met het tijdperk waarin ons monetair stelsel is losgemaakt van zijn eeuwenoude anker, namelijk goud (of zilver). De goudstandaard zoals we die heel lang kenden, is in 1944 eerst de facto en in 1971 ook de jure afgeschaft. Twee zaken waar de goudstandaard onder meer voor had gezorgd, is dat overheden in normale tijden (lees: in periodes zonder oorlogen) niet of nauwelijks rood konden staan en de centrale banken niet te veel geld in omloop konden brengen. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog en zeker sinds 1971 zijn de overheden en de centrale banken echter verlost van die loodzware kettingen, en dat is te zien: de geldhoeveelheid groeide vaker wél te hard dan niet. In de wetenschap dat inflatie altijd en overal op middellange termijn veroorzaakt wordt door te veel geld in omloop, verbaast het niet dat de lijn in de grafiek die de jaarlijkse inflatie weergeeft, in de afgelopen circa 70 jaar nooit onder de grens van 0 procent is gezakt.
"De centrale banken hebben er willens en wetens voor gezorgd dat de prijzen elk jaar omhoog gingen"
Dit is wat ik bedoelde toen ik eerder stelde dat er een kracht aan het werk is geweest die een rem heeft gezet op hét voordeel dat globalisering, vrijhandel en technologische vooruitgang normaal gesproken voor de middenklasse heeft. Die kracht is de centrale bank. Deze instellingen hebben er willens en wetens — dus met voorbedachten rade — voor gezorgd dat de prijzen elk jaar omhoog gingen.
Structurele inflatie
‘Tea. Earl gray. Hot.’ Wie ooit in zijn jeugd enkele afleveringen van de populaire sciencefictionserie Star Trek heeft gezien, zal ze herkennen: de woorden waarmee de bevelhebber op Enterprise, kapitein Jean Luc Picard, steevast zijn favoriete drankje bestelt. Zelfs als wij morgen een machine zouden uitvinden die, net als op Starship Enterprise, niet alleen een kopje thee — met het kopje en al — maar alles wat je maar kunt bedenken uit het niets creëert tegen zeer lage kosten, dan nog zouden de moderne centrale bankiers streven naar jaarlijkse inflatie van 2 procent. Waar komt dat streven naar structurele inflatie vandaan? Uit de overtuiging die na de Tweede Wereldoorlog in zwang raakte onder politici en beleidsmakers — inclusief veel centrale bankiers — dat de samenleving en economie maakbaar zijn. Ik noem dat ‘voor God spelen’.
Waar komt dat streven naar structurele inflatie vandaan?
Wat deden onze beleidsmakers dan ook, als er periodes van lage groei of recessie optraden die konden worden gezien als een soort bewijs dat de economie niet maakbaar is? Simpel, zodra de economische groei terugliep — een overigens volstrekt natuurlijke beweging: een periode van lage groei is het beste te zien als een soort automatisch zelfonderhoud — haalden de overheden en de centrale banken alles uit de kast om de groei aan te jagen. Hoe deden ze dat? De overheden door structureel rood te staan (om de economie te stimuleren) en de centrale banken door te veel geld te drukken om die begrotingstekorten te financieren en/of geld lenen goedkoop en sparen onaantrekkelijk te maken. Dat zorgde ervoor dat de vraag naar goederen en diensten vrij snel steeg, zodat de economie ging groeien. De overtuiging dat de economie maakbaar was én dat onze beleidsmakers haar konden maken, groeide hierdoor alleen maar verder.
Maar inflatie was niet alleen een neveneffect van de beweging die dacht dat de economie maakbaar is, het versterkte deze beweging ook. Immers, om een economie te sturen moet de rol van de overheid groter worden. Die moest onder meer de economie stimuleren: in goede tijden om bij te sturen en te zorgen dat de groei niet onverhoopt zou terugvallen, in slechte tijden om de goede tijden zo snel mogelijk weer terug te krijgen. Economie structureel stimuleren vereist in dat wereldbeeld structurele begrotingstekorten. Geld lenen betekent echter rente betalen. Naarmate de schuld zich ophoopt, zouden de rentelasten een steeds groter deel van de begroting opsnoepen en uiteindelijk geen ruimte meer overlaten voor stimulering. Tenzij er iets zou zijn wat én die schuldenberg in de loop der tijd effectief zou verlagen én de rentelasten laag zou houden. Structurele inflatie zorgt daarvoor.
"De overtuiging dat de economie maakbaar was én dat onze beleidsmakers haar konden maken, groeide alleen maar verder"
Daarmee is de cirkel rond. Structurele inflatie is namelijk alleen mogelijk bij structureel te veel geld drukken, iets wat de centrale banken de afgelopen decennia ook hebben gedaan, door onder meer de officiële rentes per saldo steeds verder omlaag te drukken. Kijk maar naar onderstaande grafiek van de Amerikaanse Federal Reserve, die in feite de centrale bank van de wereld is.

Nepshow
Wat opvalt, is dat de bank sinds begin jaren ’80 de rente verhoogde naarmate de economische groei toenam om de rentes te verlagen als dat zelfreinigende proces van een economie optrad — een periode van lage groei dus. Maar de rente piekte steeds op een lager niveau en de dalen werden dieper. Let maar op de toppen van ná het begin van de jaren '80: die komen keer op keer lager te liggen. Elke keer als er tekenen waren dat de groei zou kunnen inzakken, verlaagde de Fed de rente fors, en elke keer ging die renteverlaging verder dan de vorige keer. Dat moest ook, want zou de Fed de rente na een periode van renteverhogingen hoger hebben gemaakt dan ervoor, dan zou dat hele stelsel van schuldgedreven groei in elkaar donderen. Dat kan namelijk enkel blijven bestaan bij renteverlagingen. Het angstaanjagende is dat dat spel niet meer door kan gaan nu het dieptepunt in de rente bereikt is.
Onze economieën zijn in de kern planeconomieën met de centrale banken als centrale planners
Wat bij dit alles ook nog een belangrijke rol speelde, is dat de commerciële banken van de toezichthouder (vaak de centrale bank!) tegelijkertijd alle ruimte kregen om hun nieuw uitgevonden producten te gebruiken om veel geld uit het niets te creëren en de hefboomwerking volop in te zetten. Dankzij de liberalisering konden de banken met elke dollar in kas, een veelvoud ervan uitlenen, waardoor de geldhoeveelheid nog meer kon expanderen.
Onze moderne economieën zijn zo bezien eigenlijk een grote nepshow. Het zijn in de kern planeconomieën met de centrale banken als centrale planners. De groei stoelt niet op datgene waar duurzame, houdbare groei op zou moeten leunen, namelijk een toename van de beroepsbevolking en een stijgende productiviteit. Het is daarentegen vooral gebaseerd op het op grote schaal lenen van geld dat uit het niets, en dus ongedekt, is gecreëerd en uitgegeven — om vervolgens nog meer geld te lenen en uit te geven.
Dat voor God spelen door onze beleidsmakers leek lange tijd te werken. De economische groei bleef hoog en de slechte economische periodes duurden korter en waren minder hevig dan ervoor. Het zag er naar uit dat de Oostenrijkse filosoof Karl Popper geen gelijk had toen hij zei dat de poging om de hemel op aarde te maken altijd de hel voortbrengt. Er was geen hel, we verkeerden in een economische hemel, leek het wel — tot 2008 althans, toen de huidige crisis begon.
"Deze crisis, die al acht jaar duurt, is bij lange na niet voorbij. Sterker, ik vrees dat het ergste nog moet komen"
Alleen al het feit dat die crisis nog steeds niet voorbij is en de situatie zeer wankel, zegt in mijn ogen dat Popper toch gelijk heeft. Het is over en uit met het vermogen om de economie te sturen. De centrale bankiers kunnen of willen dat echter niet zien, en blijven haast fundamentalistisch geloven in hun goddelijke vermogens en de maakbare economie. Zij proberen met alle middelen om mensen aan te zetten tot consumptie met geleend geld, zodat de hoge schulden onze schuldgedreven economieën niet tot stilstand brengen — of erger. Ik denk dat het geen nadere uitleg behoeft dat dit geen houdbaar businessmodel is en dat het wachten is tot zich een ware ramp voltrekt. Anders gezegd: deze crisis, die al acht jaar duurt, is bij lange na niet voorbij. Sterker, ik vrees dat het ergste nog moet komen.
Terug naar het begin: waarom is de verklaring dat globalisering en vrijhandel niet geleverd hebben wat ze zouden leveren, een gevaarlijke verklaring? Omdat die impliceert dat onze beleidsmakers, in het bijzonder de centrale bankiers, niets te verwijten valt en zij juist meer macht en invloed zouden moeten krijgen om ons voor erger te behoeden. Dat is gevaarlijk, omdat nog meer macht en invloed geven aan instellingen die zó veel op hun kerfstok hebben, wel het laatste is wat we zouden moeten doen.
57 Bijdragen
hein vrolijk 6
bps
hein vrolijkEdin Mujagic 4
bpsbps
Edin MujagicIk kan je aanvullen en versterken;
https://www.ftm.nl/artikelen/er-is-niets-mis-met-globalisering-en-vrijhandel-ii#reactie21226
en verbeteren waar nodig;
https://www.ftm.nl/artikelen/er-is-niets-mis-met-globalisering-en-vrijhandel-ii#reactie21282 .
Jouw collega's die bij voorbaat al het hazepad kiezen, geven daarmee een teken van zwakte.
Matthijs 11
Edin MujagicAnton Van de Haar 8
MatthijsExact, met dien verstande dat het van groot belang is om te kijken op wat voor redeneringen die overheden (politici) hun beleid baseren.
Een korte voorzet voor het antwoord op deze vraag, in de vorm van een m.i. heel rake quote van Keynes: “Practical men who believe themselves to be quite exempt from any intellectual influence, are usually the slaves of some defunct economist".
Matthijs 11
Anton Van de HaarLydia Lembeck 12
MatthijsAnton Van de Haar 8
hein vrolijkDe vragen die Mujagic niet beantwoord zijn:
- waarom moeten die centrale banken de rente steeds verder omlaag drukken om de economie op gang te houden?
- waarom worden die schuldenbergen alsmaar hoger?
- waarom zwellen die zeepbellen op de financiële en onroerend goed markten alsmaar verder op?
Op die vragen geven Bezemer en Hudson wel een antwoord. Mujagic focust zich op symptomen, en niet op de onderliggende oorzaken.
Of komt er toch nog een derde artikel in zijn artikelenserie?
Jean Wanningen 6
Anton Van de HaarImho geeft Mujagic daar wel antwoord op, te weten: ad 1: CB zetten de geldkraan open als economische groei dreigt te stagneren; 2/ Over die toegenomen schulden moet ook rente betaald worden. Daardoor worden die schuldenbergen alleen maar groter; en 3/ Omdat beleggers door die lage rente in dezelfde asset classes gaan ontstaan er bubbels..
groet,
Jean
Matthijs 11
Jean WanningenUiteindelijk zijn het overheden die de regels van het spel bepalen. Als bijvoorbeeld de Nederlandse overheid bepaalt dat je niet 4x maar 6x je jaarlijkse inkomen aan hypotheek mag krijgen, dan is het gevolg dat de private banken meer hypotheken kunnen verstrekken. Om maar één klein voorbeeldje te geven.
Anton Van de Haar 8
Jean Wanningen1/ De CBs moeten de rente steeds verder omlaag drukken om de lagere en middeninkomens ertoe aan te zetten om de groei van hun bestedingen op peil te houden. En dat is nodig omdat die lagere en middeninkomens, enerzijds door de oplopende inkomensongelijkheid en anderzijds door de stijgende rente- en aflossingslasten van hun steeds verder oplopende schulden, steeds minder te besteden hebben. En daarom probeert de CB ze met steeds lagere rentes te verleiden om nog meer geld te lenen en te besteden.
/ 2 Die schuldenbergen worden steeds hoger omdat die lagere en middeninkomens zoals hiervoor betoogd een gestage aanvoer van geleend geld nodig hebben om hun bestedingen (en daarmee de economie) nog een beetje op peil te kunnen houden.
/ 3 Het opzwellen van die zeepbellen is het gevolg van - enerzijds een gestage instroom van geld van de hoge inkomens die, vanwege hun als gevolg van de oplopende inkomens- en vermogensongelijkheid relatief sterk stijgende inkomsten, steeds meer op zoek gaan naar mogelijkheden om hun overtollige inkomsten te beleggen, en - anderzijds een gestage instroom van vers geleend geld van partijen die vanwege de steeds verder dalende rentekosten van leningen over de streep getrokken worden om (nog meer) geld te lenen voor het kopen van aandelen en onroerend goed.
Lydia Lembeck 12
Anton Van de HaarAnton Van de Haar 8
Lydia LembeckJean Wanningen 6
Anton Van de HaarHeb beknopt geantwoord (ook nu) ivm tijdgebrek. Natuurlijk spelen de factoren die jij aanhaalt n rol. Wat Edin probeert uit te leggen in zijn artikel is, dat de centrale banken (heus niet alleen de ECB) een onnatuurlijk rentebeleid en geldverruimingsbeleid hebben gevoerd (de eurozone is apart verhaal, maar dat weet je).
Rente is n belangrijke prijs in de economie. Als die verkeerd staat - zeker als dat zo langdurig wordt volgehouden als nu - dan leidt dat tot scheefgroei.
Dit laat onverlet dat de punten die jij noemde (toenemende inkomensongelijkheid, verarming middenklasse) valide zijn. Vraag is: wat was er eerder? De kip of t ei?
Groet
Jean
Matthijs 11
Jean WanningenPieter Jongejan 7
Jean WanningenThe relationship between M2 and prices that could anchor (monetary) policy over extended periods of time has broken down.
In the meantime in assessing real rates of interest the central issue is their relationship to an equilibrium interest rate, specifically the real rate level that, if maintained, would keep the economy at its production potential over time.
En nu komt de fout:
Rates persisting above that level, history tells us, tend to be associated with slack, disinflation and economic stagnation; below that level with eventual resource bottlenecks and rising inflation, which ultimately engenders economic contraction.
Maintaining the real rate around its equilibrium level should have a stabilizing effect.
De fout zit hem in history tells us, De uitleg van Greenspan geldt voor een wereldeconomie met vaste wisselkoersen; na de introductie van flexibele wiselkoersen in 1971 ontstaat een geheel nieuwe situatie met andere reactievergelijkingen. In 1987 gaat de rente voor het eerst niet meer omhoog, maar omlaag bij een recessie. Dit wordt sindsdien de Greensdpan put genoemd. Het gevolg is blijvende betalingsbalanstekorten in de USA. En een lange reële rente, die steeds verder van het evenwichtsniveau komt af te liggen en uiteindelijk na ruim 20 jaar tot blijvende economische stagnatie leidt. Een terugkeer naar het evenwichtsniveau van de lange reële rente waarbij er geen slack optreedt vraagt volgens mij om een terugkeer naar vaste wisselkoersen bij een reële rente van 2 à 3%. Dat dit gepaard zal gaan gaan met grote vermogensverliezen voor iedereen lijkt me duidelijk. Afkicken doet pijn. Het alternatief is wat Trump voorstelt d.w.z. een steeds lagere wisselkoers, steeds lagere reële lonen en nog grotere inkomens en vermogensverschillen.
Apekool
hein vrolijkAls een overheid geld leent dan is het onderpand de arbeid van 's lands inwoners.
De lening+rente wordt terugbetaald door belastingen te heffen, direct of indirect (inflatie).
Zolang overheden ongebreideld hun schulden laten oplopen gaat dit dus altijd ten koste van de koopkracht van werknemers, de winst die behaald wordt door technische innovatie wordt hierdoor opgegeten.
In Nederland is dit nog erger vanwege onze bizarre focus op export in plaats van een veel gezondere evenwichtige handelsbalans.
hein vrolijk 6
Apekoolhein vrolijk 6
Tineke 2
Anton Van de Haar 8
Tinekebps
Anton Van de HaarDaar kun je beter vooraan wezen.
Matthijs 11
Anton Van de HaarAnton Van de Haar 8
MatthijsMichel Fleur 6
TinekeMartin van der Wiel 7
Wel is de schuldenberg enorm toegenomen door loskoppeling van goud en zilver en het geldscheppen door (centrale) banken. Hiervan is de complete middenklasse de dupe geworden, want zij betaalt al jarenlang de rekening, met de enorme onvrede en (nog komende?) politieke aardverschuivingen tot gevolg.
Anton Van de Haar 8
Martin van der WielHet is geheel irrelevant of globalisering en vrijhandel lagere productprijzen opleveren, het gaat om de verdeling van wat er verdient wordt met de verkoop van die producten, ons nationale inkomen. Die verdeling is, mede door die globalisering en vrijhandel, steeds verder scheef getrokken.
“Wel is de schuldenberg enorm toegenomen door loskoppeling van goud en zilver en het geldscheppen door (centrale) banken.”
Het loskoppelen van goud en zilver op zichzelf leidt niet tot schuldenbergen, en de centrale banken hebben een verwaarloosbaar aandeel in de geldschepping (circa 5% van al het geld in omloop is door de centrale banken gecreëerd). Wat wel een grote rol speelt is de geldcreatie door de gewone banken. Die geldcreatie is ontspoord. En daarin hebben die centrale banken een dubieuze rol gespeeld, door het de banken toe te staan, zelfs te stimuleren, om die geldcreatie te laten ontsporen.
“Hiervan is de complete middenklasse de dupe geworden.”
De middenklasse is niet zozeer de dupe geworden van verregaande globalisering en vrijhandel, van de loskoppeling van goud en zilver en van de geldschepping door de centrale banken, maar van die oplopende inkomensongelijkheid.
Wel is het zo dat die inkomensongelijkheid samenhangt met die verregaande globalisering en vrijhandel, o.a. doordat multinationale bedrijven daardoor landen tegen elkaar kunnen uitspelen in hun jacht naar steeds lagere winstbelastingtarieven, en dat rijke bedrijven en particulieren hun vermogen vrijelijk over de wereld kunnen verschuiven om het uit de greep of uit het zicht van de fiscus in eigen land te houden.
... vervolg hierna
Martin van der Wiel 7
Anton Van de HaarAnton Van de Haar 8
Martin van der WielGlobaliseren levert niet zozeer (theoretisch) lagere prijzen op, maar prijzen die lager zijn dan wanneer er geen globalisering zou hebben plaatsgevonden).
Anton Van de Haar 8
Martin van der WielMaar minstens zo belangrijk is het dat de economische wetenschap onze politici in de afgelopen decennia heeft doen geloven dat de teruglopende groei niet het gevolg is van zaken als oplopende inkomensongelijkheid (denk aan het “trickle down” sprookje, o.a. verwoord door Barack Obama), maar van een onvoldoende vrije markt, bijvoorbeeld door een te sterke werknemersbescherming. Onze politici hebben zich vervolgens gehaast om, in reactie op economische tegenspoed, die werknemersbescherming zo ver mogelijk te slopen (in jargon: “moderniseren”), waarmee ze exact het tegendeel hebben bereikt van wat ze dachten te gaan bereiken.
Overigens moet bij die laatste constatering worden opgemerkt dat, juist vanwege die verregaande globalisering en vrijhandel, overheden nauwelijks de ruimte hebben om de bescherming van de werknemers in eigen land op peil te houden. Want voor je het weet verplaatsen bedrijven hun productie naar landen die wel willen meedoen aan die jacht naar de bodem van de afbraak van werknemersbescherming. Denk maar aan Frankrijk, zogenaamd de zwakke broeder in de klas, die zich, gedwongen door o.a. meester-afbreker Duitsland, nu ook gaat mengen in die race naar de bodem.
Pieter Jongejan 7
Anton Van de HaarWat nodig is voor zowel een minder scheve inkomens- als vermogensverdeling is dat de noodzakelijke afschrijvingen op schulden en vermogen door iedereen en met name door de rijken en criminelen worden gedragen. Dit ontbreekt in hun betoog. Daarom moet de reële rente omhoog, waardoor de eigenaren van aandelen, onroerend goed en andere financial assets ook vermogensverliezen gaan lijden. Volumina en prijzen van alle goederen en diensten worden nu eenmaal simultaan bepaald, waarbij de reële rente een sleutelrol speelt. Opvallend is verder het ontbreken van de historische ontwikkeling van Keynes via Friedman naar Wicksell zoals aangegeven door A. Greenspan in zijn betoog in 1994 voor het Amerikaanse congres. Volgens Greenspan is het monetaire beleid van de FED (dus niet van de Amerikaanse overheid) gericht op evenwichtige asset prijzen conform Wicksell (dus niet wat Bezemer beweert). Het zijn de centrale banken en niet de overheden die sinds het introduceren van zgn onafhankelijke centrale banken verantwoordelijk zijn voor het rentebeleid. Deze feiten en context mis ik allemaal in het betoog van Bezemer en Hudson. Essentieel is dat volumina en prijzen simultaan tot stand komen
Matthijs 11
Het is eerder zo dat een soort collectief geloof in een bepaalde soort economie (noem het neoliberaal, vrije markt, trickle down) het beleid heeft bepaald in de laatste decennia. Beleid op alle gebieden, inclusief dat van centrale banken. Maar dan is het niet juist de schuld eenzijdig bij de centrale bankiers te leggen.
vdVen 1
MatthijsMatthijs 11
vdVenLydia Lembeck 12
MatthijsMatthijs 11
Lydia LembeckLydia Lembeck 12
MatthijsvdVen 1
MatthijsMatthijs 11
vdVen"de vrije markt" is een nogal vaag begrip. Bestaat die uberhaupt wel? Markten kunnen alleen maar bestaan dankzij een duidelijk kader van regels, door ons allen (/de overheid) vastgelegd. Met andere woorden, markten worden gemaakt. Als dat kader er niet is, is er alleen maar anarchie en het rechts van de sterkste.
Roland Horvath 7
Zoals Immanuel Kant al zei: "Niets is absoluut goed behalve de goede wil." Vanwaar dan het geloof van ongeveer alle westerse politici en Hoofd Stroom Media HSM/MSM in het absolute nut van globalisering en -totale- vrije handel. De reden is dat de GMO geen tegenstand kennen van lichtgewichten als politici en MSM, dat ze wereldwijd alle macht willen ten koste van de overheden, dat zij alle grenzen willen slechten en alles en iedereen onder de voet lopen met minderwaardige producten en -belangrijk- lagere prijzen. Tot ze eens botsen op een onderneming of een land dat met veel lagere prijzen aankomt zoals Japan in de jaren 1920, toen was het gedaan met vrije handel en werd het het andere even kwalijke uiterste, totaal protectionisme tot WO II.
Een combinatie van beide vrije handel en protectie, van globaal en lokaal, de gulden middensweg is de boodschap. Zoals de VS altijd sedert hun ontstaan in 1787 hadden. En nu ook willen via Trump. Klasse. Minder winstbelasting en deregulering zijn fout, ongeremd, onstabiel kapitalisme: Toenemende ongelijkheid, armoede en uitsluiting wordt daarvan het resultaat.
Ernest Jacobs 6
Roland HorvathEssentie is dan teveel schuld, geen gezond bewegen van conjunctuur en dus gedoe.
Ik ben het dan ook eens met zowel de analyse van Mugajic als met de andere in de reacties genoemde artikelen waarin de wens van overheden als boosdoener wordt aangewezen. Ik ben het met de conclusie echter niet eens, aangaande globalisering en vrijhandel. In mijn ogen heeft de BIS de koers van de centrale banken bepaald langs de lat van deregulering en neoliberalisme. Dat is fnuikend. Omdat alle tegenkracht (Griekse verkiezingen met links als winnaar) er goedschiks of kwaadschiks wordt uitgemeubeld.
Regionalisering zou een uitstekende demper zijn voor die kracht. Kleine bankjes, ondernemingen, die bij tegenwind aanpassen of omvallen. Dat laat de economie wendbaar.
En wat belangrijker is; mensen verbinden zich dan weer ergens aan. In plaats van in grote multinationals geestdodend en competitief werk met je conculega's te moeten doen. Hopend dat je de volgende reorganisatie overleeft.
thebluephantom 6
Roland HorvathLydia Lembeck 12
thebluephantomhein vrolijk 6
Zeker in Nederland wordt de eerste optie nog veel te weinig benut – om allerlei redenen, maar in ieder geval niet omdat de prijzen te weinig dalen, waarover Mujagic zich beklaagt. Net als voorafgaande aan de Financiële Crisis kiezen commerciële banken liever voor de FIRE-economie, wat hand-in-hand gaat met stijgende prijzen voor aandelen, huizen en ander onroerend goed. Ook dat is een vorm van inflatie, zoals B&H laten zien, maar dat blijft buiten het blikveld van vrijwel alle economen, incl. M.
De inflatie zoals zij die kennen, zal alleen optreden indien 1) de banken – eindelijk – meer geld gaan steken in de reële economie, en 2) er ondercapaciteit ontstaat door de stijgende vraag die daardoor wordt aangejaagd. Aan beide voorwaarden is nog steeds niet voldaan, vandaar de deflatoire tendensen – in Japan al vanaf het eind van de jaren’90.
Mensen en bedrijven met veel vermogen leven voortdurend onder de angst dat inflatie hun kapitaal doet smelten als sneeuw voor de zon. Vooral voorafgaande aan de Financiële Crisis is deze angst voor inflatie en rentestijgingen door financiële handelaren misbruikt om hen allerlei derivaten aan te smeren. Dat zoveel mensen en organisaties daar in zijn gestonken, is dat niet gedeeltelijk toe te schrijven aan de economen die voortdurend hebben voorspeld dat inflatie en rente zouden stijgen: https://www.ftm.nl/artikelen/gei
hein vrolijk 6
Dat zoveel mensen en organisaties daar in zijn gestonken, is dat niet gedeeltelijk toe te schrijven aan de economen die voortdurend hebben voorspeld dat inflatie en rente zouden stijgen: https://www.ftm.nl/artikelen/geinflateerde-reputaties ?
Marla Singer 7
Anton Van de Haar 8
De eerste alinea van dat artikel:
"Het is bijna niet mogelijk om op een vervelender manier gelijk te krijgen dan Dani Rodrik. Deze Turkse econoom trok een jaar of twintig geleden voor het eerst de aandacht met artikelen en boeken die voorspelden dat economische globalisering scheidslijnen zou trekken in rijke landen. Er zou een kloof ontstaan tussen mensen die door globalisering kansen zouden krijgen en rijker zouden worden en mensen voor wie dat niet was weggelegd. De inkomensongelijkheid zou groter worden en de sociale cohesie lager, voorspelde Rodrik. Dat zou gevaar opleveren voor de liberale democratie. Twintig jaar later moet Rodrik toezien hoe zijn waarschuwingen tot op de letter werkelijkheid worden."
Wanneer gaan onze politici, zelfs aan de linkerkant, eindelijk inzien dat ze zich op een doodlopende weg bevinden?
Martin Haarmans 5
2) Door globalisering is de onderhandelingspositie van werknemers tov werkgevers zwakker geworden. Het aandeel van inkomen van werknemers in het bbp daalt als ik me niet vergis hierdoor?
Anton Van de Haar 8
Martin HaarmansDat laatste wel met de kanttekeningen dat sinds ca. 1980 de lonen van het hogere management en de directies van de bedrijven veel sneller groeien dan die van het middelkader en het lagere kader. De totale loonontwikkeling geeft daardoor een te positief beeld van de loonontwikkeling van dat midden- en lagere kader.
2) Precies. Door de globalisering kunnen vooral de lagere - en middeninkomens in de verschillende landen (en hun overheden) door de multinationale bedrijven tegen elkaar worden uitgespeeld, met als gevolg dat het inkomen van de lagere - en middeninkomens als percentage van het nationale inkomen gestaag daalt (en die overheden hun winstbelastinginkomsten gestaag zien dalen).
Erik van der Linde
bps
Ik vind dat erg interessant en belangrijk en belangrijker dan de details.
Stel, in een economie, een economisch systeem;
- dat de kunstmatige inflatie door te grote geld/schuldschepping nabij 0% wordt gehouden
- en dat de prijsinflatie door productschaarste zichzelf corrigeert door mindering van consumptie,
- en dat de prijsdeflatie door productovervloed zichzelf corrigeert door meerdering van consumptie,
dan zal de reële rente een meer gelijke, vlakke, centrale koers nemen en centrum maat zijn.
Reële rente is niet los van voorafgaande inflatie en nominale rente en volgt die weg vertraagd.
Reële rente is dan vrij constant overeenkomstig het lange termijn gemiddelde zoals de inflatiegeschiedenis een 0% lange termijn gemiddelde laat zien.
Inflatie en deflatie zijn afwijkingen. Zie fig. 1 in het artikel.
De oorzaken van inflatie en deflatie (afwijkingen) zijn:
Inflatie:
- door overmaat geld -> overmaat consumptie = kunstmatig afwijkend
- door ondermaat productaanbod -> ondermaat consumptie = natuurlijk corrigerend
Deflatie:
- door ondermaat geld -> ondermaat consumptie = kunstmatig afwijkend
- door overmaat productaanbod -> overmaat consumptie = natuurlijke corrigerend
Op inflatie en deflatie (afwijkingen) is de geldgrootte voornamelijk van invloed.
De juiste totale geld/schuld grootte is niet onder controle.
Centrummaat = consumptie naar aanbod gecorrigeerd door marktwerking.
Marktwerking = evenwichtswerking op afwijkingen van ondermaat en overmaat.
Globalisering = schaalvergroting van regionale, nationale en continentale economische netwerken.
Vrijhandel = vrije toegang tot import- en exportmarkten binnen die netwerken / complexe systemen.
(Waarom zou ik niets uit Indonesië mogen kopen en niets aan Canada of Argentinië mogen verkopen en vice versa ?)
vervolgd.
bps
Er is op zich niets mis met globalisering en vrijhandel.
De trend is er altijd al geweest en nam toe met het overbruggen van afstanden en het vergroten van netwerken en handelscontacten.
Er is iets mis vanwege kunstmatige afwijkingen door manipulatie/vervorming van munt, muntwaarde, geldgrootte en rente per economisch systeem.
Als elk economisch systeem z’n juiste eigen munt, muntwaarde, geldgrootte en rente zou hebben, is er niets mis met globalisering en vrijhandel.
De mate van protectie tegen te hoge importen en schulden in een systeem, volgt vanzelf door juiste eigen muntwaarde, geldgrootte en rente. Alleen bij eigen binnenlandse munten bestaan er buitenlandse deviezen. Zwakkere munt, meer protectie. Sterkere munt, minder protectie.
Er is iets mis met de juiste eigen munt, muntwaarde, geldgrootte en rente per economisch systeem.
Daardoor is er iets mis met -en tegen- globalisering en vrijhandel.
Met globalisering en vrije handel op zich, is niets mis. Met marktwerking ook niet.
Er is iets mis met de begeleiding, regeling, en onderhoud van economieën en controle op geld/schuld groottes en op de verhouding productief en consumptief krediet in soorten.
Er is iets mis met het werk van economische academici, (centrale) bankiers en politici.
Er is niets mis met globalisering en vrijhandel.
Er is niets mis met dalende (import)prijzen, deflatie bij evenredig sterkende muntkracht = sterkere (import)koopkracht, per systeem, ten gunste van zwakkere systemen.
Deflatie door geldonttrekkingen en tekort in een circuit is iets anders en is wel mis.
Het managen van economie door economen, (centrale) banken en politiek laat nog veel te wensen over.
bps
Sorry. Dat is niet waar. Tenzij met effectieve verlaging een uiteindelijke crash wordt bedoeld.
Structurele inflatie zorgt niet voor het verlagen van de schuldenberg. Integendeel.
De schuldenberg wordt meer hoger dan hij afneemt bij geld- en schuldontwaarding, bij die inflatie.
Toename van geld/schuld grootte, en ‘verdamping’ van schuld, bij een structureel inflatie %, is samengesteld.
Structurele inflatie is derhalve exponentieel en niet lineair.
De formule voor exponentiele groei na t jaren is x(t) = x₀(1+r)ᵗ. r is de toename van 1 = 100%.
Als x₀= 100% = 1, en r = 2% = 0,02 dan is x(t) = 1∙(1,00 + 0,02)¹ = 1,02 na t = 1 (jaar, periode of interval).
Stel 100% geld (= 100% schuld) wordt in het basisjaar met 2% vergroot naar 102%. Daaruit volgt later 2% prijsstijging ceteris paribus door 2% geldontwaarding indien 2% inflatie wordt bereikt.
Na 2 jaren wordt de geld/schuld grootte van dan 102% weer met 2% vergroot tot 1,02 x 1,02 x 100% = 104,04%.
Terwijl men toename lineaire acht met elk jaar 2% vanaf het 100% basisjaar = 104% na 2 jaar.
Het lijkt lineair, omdat de curve van structureel 2% inflatie, pas na ca. 25 - 30 jaar sterker begint te stijgen.
D.w.z., vanaf dan is er steeds meer geld/schuld nodig om 2% inflatie te bereiken. Daar loopt Draghi nu ook tegen aan.
Na 3 jaren wordt de geld/schuld grootte van dan 104,04% weer met 2% vergroot tot 1,02 x 1,02 x 1,02 (=1,02³) x 100% = 106,12 % i.p.v. 106%.
Na 10 jaren is de geld/schuld grootte 1,02¹⁰ x 100% = tot 122% gegroeid i.p.v. 120%.
Na 20 jaren is de geld/schuld grootte 1,02²⁰ x 100% = tot 149% gegroeid i.p.v. 140%.
Na 30 jaren is de geld/schuld grootte 1,02³⁰ x 100% = tot 181% gegroeid i.p.v. 160%.
Na 50 jaren is de geld/schuld grootte 1,02⁵⁰ x 100% = tot 269% gegroeid i.p.v. 200%.
vervolg (1)
bps
Inflatie werkt pas later door nadat nieuw geld/schuld is gecreëerd. Stel, dat dat al na een jaar is.
Na 1 jaar blijft er dan nog 0,98 x 100% = 98% schuld over bij 2% inflatie en volledige compensatie.
Na 2 jaren blijft er dan nog 0,98 x 0,98 x 100% = 96,04% schuld over i.p.v. 96%.
Na 3 jaren blijft er dan nog 0,98 x 0,98 x 0,98 (= 0,98³) x 100% = 94,11 % schuld over i.p.v. 94%.
Na 10 jaren blijft er dan nog 0,98¹⁰ x 100% = 81% schuld over i.p.v. 80%.
Na 20 jaren blijft er dan nog 0,98²⁰ x 100% = 67% schuld over i.p.v. 60%.
Na 30 jaren blijft er dan nog 0,98³⁰ x 100% = 55% schuld over i.p.v. 40%.
Na 50 jaren blijft er dan nog 0,98⁵⁰ x 100% = 36% schuld over i.p.v. 0%.
Dus om 64% schuld na 50 jaar te laten ‘verdampen’ door inflatie, is er 269% - 100% = 169% nieuwe schuld extra nodig (100% was er al bij aanvang). De totaalschuld is dan 169% nieuw + 36% rest = 205% i.p.v. 100% zonder inflatie (inflatie 0%). Dat is een verdubbeling in 50 jaar bij structureel 2% inflatie/jaar.
Dus wil bijv. de Griekse schuld ‘weg infleren’ na 50 jaar, dan is daar een veelvoud aan nieuwe schuld voor nodig. Dat kan dus niet. Is niet maakbaar.
Dus wie een lening afsloot voor 20 jaar, kreeg 33% van de hoofdsom gratis bij 2% inflatie structureel.
Die 33% werd in principe geleverd door diegenen die niet voor inflatie werden gecompenseerd. Een eventuele schulden reset of jubilee, treft die groepen dan dubbel voordelig of dubbel nadelig.
In werkelijkheid duurt het doorwerken van inflatie langer dan een jaar, en niet alle lonen en prijzen worden voor inflatie gecompenseerd en per jaar. Dus de ‘verdamping’ van schuld is in werkelijkheid minder dan hier berekend en de vermeerdering van schuld t.o.v. 0% inflatie is groter dan 205%.
Effectieve schuldverlaging door (2%) structurele inflatie is dus niet waar, want (1,02) ᵗ > (0,98) ᵗ.
Ander bewijs is de enorme geld- en schuldenbergen, nu, na al tientallen jaren structurele infla
bps
In feite heeft de centrale bank of de politiek de kredietcreatie -en dus de inflatie- niet in de hand bij fractional banking door handelsbanken. Die banken zijn zelfstandig en onafhankelijk. Elke bank handelt en verleent krediet naar eigen goeddunken. In de eurozone van de ECB zijn/waren er ca. 6000 banken in 2011.
Prijsinflatie loopt ook niet gelijk met schuldontwaarding. Prijsinflatie beweegt zich niet gelijk met geldschepping door prijsstijging en daling in markten door over- en onderaanbod in markten.
Daarnaast is in het totaal niet bekend in welke markt en in welk circuit (financieel of reëel circuit) het nieuwe geld terecht komt en daar effect heeft op geld- en schuldontwaarding.
Inflatiecijfers kunnen daarom nooit helemaal kloppen. Er blijft ruimte voor een wenselijke weergave.
Een effect van inflatoire geldschepping is dat vanaf jaar 0 elke producent voor dat extra geld extra produceert; ongeacht of het arbeid of goed betreft. Zodra de private kredietvloed afneemt ontstaan overcapaciteit, faillissementen, werkeloosheid en toenamedruk op publieke (staats-)schulden.
Producten met een erg lange afschrijvingstermijn, en restwaarde na aflossing, bieden toch enige dekking aan het inflatoire geld. Dat product is voornamelijk woningbouw vanwege de hoge restwaarde zelfs nog na 50 jaar (*). Utiliteitsbouw -kantoren en industrieel vastgoed- is meestal na 15 tot 30 jaar al verouderd en afgeschreven, verbruikt, geconsumeerd.
Dat alles maakt de werkelijke inflatie op een moment, hachelijk te analyseren en te berekenen.
Feit is dat structurele inflatie de schuldenberg eindigend verhoogd tot crisis, crash en correctie, eens, en de schuldenberg niet effectief, duurzaam verlaagd.
Een gestuurde, geleide correctie is voorkomend, maar dat vraagt politieke eensgezindheid, moed, doel, wil, toewijding en stuurmanskunst.
Die eigenschappen -en combinatie- zijn erg schaars, zeker na een verzadigende, gezapige hoogconjunctuur.
bps
Want de gecreëerde en teruglopende schuldenpassiva en inflatie is in de reële economie veel gedekt met de vaste activa ervoor van woningbouw, zij het niet-productieve activa, maar het levert wel Eigen Vermogen aan de volgende generatie en dus solvabiliteit, terwijl de lessen van teveel krediet en inflatie, per 1929 en 2008, kunnen zijn geleerd. Er is meer behoefte en voordeel van minder geld van meer waarde, dan meer geld van minder waarde.
Een ezel in het algemeen, ...
'The next time may be different.' als vervolg op 'This time is different.' (Reinhart&Rogoff).
Daarmee komen we dan werkelijk sterker uit de crisis, dan toen we er ingingen.
Maar dat duurt nog even.
Ik ben daarom met recht en rede positief over de toekomst.
Niet vanwege vertrouwen in de politiek, maar vertrouwen in de jongere en aanstaande generaties.
Als van het gelouterde slag dat de economie na de Grote Depressie en WO II, vorm gaf.
'History doesn't repeat, but does rhyme.' (Mark Twain).