© CC0 (Publiek domein)

Studieboeken accounting missen vaak ethische reflectie

4 Connecties

Relaties

Ethiek Bedrijfskunde

Personen

Alisdair MacIntyre

Werkvelden

Accountancy
54 Bijdragen

Na de grote fraudezaken en de financiële crisis in het begin van deze eeuw zou je verwachten dat populaire tekstboeken over management, accounting en aansturing kritischer zijn geworden. Helaas lijkt dat amper het geval, laat een recente analyse zien: de nadruk van de onderzochte studieboeken ligt nog altijd op techniek, terwijl ethische reflecties vaak ontbreken. Dit terwijl een integratie met ethiek in een vak als accounting hard nodig is.

Wanneer ik op feestjes vertel dat ik lesgeef en onderzoek doe op het gebied van accounting, zijn de reacties zelden uitbundig. Accounting is niet sexy. Budgetteren, berekeningen maken en boekhouden worden niet als uitdagende bezigheden gezien, weet ik inmiddels. Menig boek of film zet al wie zich bezighoudt met accounting neer als saai en stoffig (zie bijvoorbeeld deze sketch van Monty Python). Wanneer ik vervolgens vertel over de relatie tussen accounting en fraude, ideologie, motivatie, onrecht en belastingontduiking, zijn mijn gesprekspartners vaak verbaasd. Dat hoort toch allemaal niet bij accounting? 

Bij accounting kun je onderscheid maken tussen techniek en ethiek. De techniek ervan betreft vragen over de werking van een model, analyse of instrument en welke economische uitkomsten die opleveren. Bijvoorbeeld: hoe bereken je de boekwaarde van een investering, is het goedkoper om een product zelf te maken of de productie uit te besteden aan een leverancier in Bangladesh, of welke beloningen voor ceo’s leveren optimale prestaties op?

Het ethische aspect van accounting richt zich op reflecties op die techniek. Denk aan vragen als: zijn er morele bezwaren tegen hoge bonussen, wat zijn de ethische implicaties van een niet-transparante waardeketen, of welke factoren zijn niet opgenomen in een berekening, maar zijn toch van belang bij het maken van een beslissing?

Een eenzijdige focus op de techniek van modellen en instrumenten wekt de indruk dat die ‘moreel neutraal’ zijn

In een recent onderzoek analyseerde ik de inhoud van populaire internationale tekstboeken die gebruikt worden bij als introductie op het vak management accounting. Wat bleek: in deze tekstboeken ligt de nadruk sterk op techniek, terwijl ethische thema’s vrijwel geen aandacht krijgen. Vaak wordt er hooguit lippendienst aan bewezen, bijvoorbeeld in een introductiehoofdstuk. Dat is een serieus probleem.

Modellen en instrumenten zijn niet neutraal

Een eenzijdige focus op de techniek van modellen en instrumenten wekt de indruk dat die ‘moreel neutraal’ zijn. De filosoof Alisdair MacIntyre constateerde dat al in zijn studie naar management, en schreef dat managers zichzelf ten onrechte als ‘moreel neutrale karakters’ zien, die beschikken over ‘neutraal’ gereedschap om een eenmaal gekozen doel te verwezenlijken. Met andere woorden, er wordt vaak gedacht dat managementmodellen en instrumenten slechts technieken zijn om iets op een handige manier te doen of uit te rekenen: ze leren je gewoon hoe je een schroef goed in een plank kunt draaien.

Het probleem is echter dat veel gereedschap dat bedrijfskundestudenten in hun opleiding krijgen aangereikt, beladen is met waarden en aannames – bijvoorbeeld dat efficiëntie altijd goed is, dat lagere kosten altijd beter zijn dan hogere, of dat vrijwel alle relevante factoren in getallen of geld zijn uit te drukken. Het blootleggen en bespreken van de onderliggende waarden en aannames van aangeleerde technieken is van groot belang, juist omdat je zo blootlegt welke beperkingen en risico’s zulke modellen in zich dragen indien ze te gemakkelijk worden toegepast. Dat introductieboeken die veel gebruikt worden op Europese en Noord-Amerikaanse universiteiten hier vrijwel geen aandacht aan schenken, is dus gevaarlijk.

Een voorbeeld: internationale transferprijzen en belasting 

Neem het onderwerp internationale transferprijzen, vaak behandeld in een introductievak over management accounting. De internationale transferprijs is het bedrag dat bedrijfsonderdeel A van bedrijfsonderdeel B (van dezelfde multinational) ontvangt voor een dienst of product. A maakt bijvoorbeeld kleding in Bangladesh voor 10 euro en B verkoopt die kleding in Ierland voor 100 euro.

Laten we voor dit voorbeeld aannemen dat A een winstbelasting van 25 procent in Bangladesh moet betalen, en B in Ierland slechts 5 procent. Wanneer bedrijfsonderdeel A nu een product aan bedrijfsonderdeel B doorverkoopt, moet A vaststellen tegen welke prijs dat gebeurt: de internationale transferprijs. Hoe hoger echter het bedrag dat A vraagt en ontvangt voor het product (en dus: wat B aan A moet betalen), hoe hoger de winst van A zal zijn, en hoe meer belasting A dus moet betalen. Als de internationale transferprijs bijvoorbeeld 100 euro is, leidt dit tot een totale winst na belasting voor de multinational van 67,50 euro. Als echter een lagere transferprijs wordt gekozen, kan makkelijk geld worden verdiend: bij een transferprijs van 10 euro stijgt de winst na belasting van de multinational meteen met ruim 25 procent en komt die uit op 85,50 euro!

Tekstboeken over management accounting richten zich met name op de vraag: ‘Wat is de transferprijs die tot de laagste totale winstbelasting leidt voor de multinational?’ Een dergelijke focus op de techniek en de zogenaamde optimale transferprijs betekent echter dat alle ethische vragen (‘Is het schuiven met winsten om minder belasting te betalen in ontwikkelingslanden moreel acceptabel?’ of ‘Draagt deze praktijk bij aan wereldwijde ongelijkheid?’) naar de achtergrond verdwijnen. Dit terwijl de fysieke, economische en zelfs psychische effecten op landen zoals Bangladesh van een dergelijke handelwijze al lange tijd bekend zijn: armoede, gezondheidsrisico’s, verlies aan politieke invloed, een negatieve effect op de handelsbalans en ga zo maar door (zie dit wetenschappelijke overzichtsartikel). Technieken om optimale internationale transferprijzen te berekenen kunnen dus bijdragen aan ‘economisch kolonialisme’ – maar dat woord zul je in geen enkel accounting-tekstboek vinden.

Waarom een los vak bedrijfsethiek niet de oplossing is

Een mogelijke reactie op mijn bevindingen kan zijn: ‘Maar ethiek behandelen we toch gewoon in het vak bedrijfsethiek?’ Hoewel een dergelijk vak, mits goed onderwezen, inderdaad een zeer waardevolle toevoeging kan zijn voor een opleiding economie of bedrijfskunde, volstaat dat niet. Ik ben bang dat een ‘losse’ cursus bedrijfsethiek twee ongewenste bijeffecten heeft: het daar-richten-we-ons-nu-even-niet-op effect en het heilige-boontjes effect.

‘Ethiek? Daar richten we ons nu even niet op!’

Allereerst kan de aanwezigheid van het vak bedrijfsethiek de indruk wekken (bij studenten en docenten) dat dát de enige plek is waar over ethiek gesproken hoeft te worden, terwijl in de ‘hoofdvakken’ van bedrijfskunde-opleidingen (zoals accounting, financiering en marketing) dan juist minder over ethiek wordt gesproken en meer over techniek. ‘Ethiek? Daar richten we ons nu even niet op!’ Ik denk dat dit een vergissing zou zijn, omdat juist de geïntegreerde bespreking van techniek en ethiek tot een goede en genuanceerde discussie kan leiden die inzicht geeft in de complexiteit waarmee studenten later te maken krijgen. 

Daarnaast heb ik als docent nu een aantal jaar ervaring met het geven van bedrijfsethiek, zowel in Nederland als in Spanje. Hoewel ik mijn best doe met genuanceerde cases, dilemma’s en complexe problemen om juist de moeilijkheid van ethisch handelen in een bedrijfsomgeving te bespreken, ontstaat er soms alsnog een soort ‘heilige boontjes’ sfeer. Hiermee bedoel ik dat, wanneer het bijvoorbeeld over belastingontduiking door multinationals gaat, de meeste studenten het er roerend over eens zijn dat dit moreel verwerpelijk is en dat alles in het werk moet worden gesteld om dit tegen te gaan. Tegelijk weet ik dat wanneer precies hetzelfde onderwerp in het kader van ‘internationale transferprijzen’ bij een accountingvak langskomt, studenten eerder geneigd zijn om de ‘optimale’ transferprijzen te verdedigen. 

Hoop

Het goede nieuws is dat een groeiend aantal mensen op de hoogte is van het relatieve gebrek aan ethische reflecties in bedrijfskundetekstboeken en de noodzaak onderkent hierin verandering aan te brengen. Docenten kunnen de tekstboeken zelf aanvullen met andere boeken, cases, documentaires, films en artikelen om discussies over de morele kant van bedrijfskunde te bevorderen – en dit gebeurt gelukkig ook al op verschillende plekken. Het zou natuurlijk nóg mooier zijn wanneer de schrijvers van tekstboeken zelf ethische reflecties beter integreren. Een beter besef van de ethische implicaties van bedrijfskundige modellen en technieken kan ertoe bijdragen dat studenten, wanneer ze hun vak later in praktijk brengen, volledigere afwegingen en betere beslissingen maken.  

Bijkomend voordeel: als iedereen inziet dat accounting niet alleen over technische trucs gaat, maar ook over ethiek, onrecht en gevaar, komen we misschien nog eens van het stigma af dat accounting saai en stoffig is.