
De Toeslagenaffaire heeft één ding duidelijk gemaakt: ambtenaren hanteerden een keiharde aanpak van de van fraude verdachte ouders. Geen spatje mededogen. Klokkenluiders werden geloosd. Het kabinet wil dat ‘dergelijke problemen nooit meer gebeuren’. Topambtenaren en het demissionaire kabinet smeden nu revolutionaire plannen. Maar wat ging er mis met het ethisch besef van de ambtenaren?
‘Hoe is het mogelijk geweest de toeslag voor 300 burgers op deze wijze stop te zetten (onjuiste rechtsgrond, geen acht slaan op de rechtsbescherming, inbreuk op de vereiste zorgvuldigheid, inbreuk op het motiveringsvereiste en de bewijslastverdeling). Hoe is het mogelijk geweest dat bezwaren twee jaar zijn blijven liggen?’ Dat schreef de verbijsterde ambtenaar Sandra Palmen in een memo over de zaak rond gastouderbureau Dadim aan het Managementteam Toeslagen/ Belastingdienst in maart 2017.
Zij was aangetrokken om het hoogste management ‘onafhankelijk’ en ‘objectief’ te adviseren over hoe wetten en regels uit te voeren en hoe rechten van burgers te beschermen. Ze adviseerde de klachten in deze zaak gegrond te verklaren en een ‘vorm van compensatie’ te bieden. Palmen vond dat de basisbeginselen van behoorlijk bestuur ernstig geschonden waren. Haar advies werd genegeerd en honderden burgers kregen (onnodig) jarenlang financiële en mentale ellende te verstouwen. Het managementteam was niet meer van Palmens adviezen gediend. De Toeslagenaffaire zou uiteindelijk tienduizenden ouders treffen, waarvan bijna 25.000 zich voor een schadevergoeding van 30.000 euro hebben gemeld.
De Belastingdienst hield Palmens memo lange tijd onder de pet, onder andere voor de Kamer, de commissie-Donner en voor journalisten. Zelfs de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) kreeg de volledige tekst pas te horen toen Palmen deze tijdens haar verhoor voorlas. Pas daarna is de ongelakte memo naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het halen van ‘targets’ bleek belangrijker dan een eerlijke behandeling van burgers
Daarvoor was een andere ambtenaar met dezelfde kritiek ook al vastgelopen. Pierre Niessen, die vorige week weer in het nieuws kwam, handelde in de jaren 2014 tot en met 2016 bezwaren af bij de afdeling Invordering van Belastingdienst/Toeslagen. Hij waarschuwde leidinggevenden meermalen dat bij de afhandeling van toeslagen of schulden ouders onterecht hard werden aangepakt en dat de rechtsbescherming niet op orde was. Het halen van ‘targets’ bleek belangrijker dan een eerlijke behandeling van burgers. Niessen raakte bij de Belastingdienst steeds verder geïsoleerd op zijn werk. Hij kreeg een burn-out, en verliet de dienst in 2016 om met pensioen te gaan. Uit een recent openbaar gemaakt onderzoek van KPMG blijkt nu dat hij in vijf van zijn zes meldingen over misstanden ‘volledig gelijk’ had. Onder andere ging het daarbij om het niet naleven van wet- en regelgeving bij de behandeling van bezwaren van ouders tegen bijvoorbeeld een verlaging of terugvordering van hun kinderopvangtoeslag.
Niessen heeft recent excuses gekregen van demissionair staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Financiën en is uitgenodigd om een rol te spelen bij de volgens hem zo noodzakelijke cultuuromslag bij de Belastingdienst. Niessen vorige week: ‘Leidinggevenden moeten persoonlijk verantwoordelijk gehouden kunnen worden voor hun beslissingen. Daarvoor krijgen ze een hoog salaris. Als ze de verantwoordelijkheid niet willen nemen, kunnen ze ook wel minder verdienen.’
Die door Niessen gewenste cultuuromslag is inderdaad urgent: uit het intern volstrekt vastlopen van deze twee ambtenaren die hun werk uitstekend deden, blijkt dat de professionele antenne van een belangrijk deel van het ambtelijk apparaat bij Toeslagen volstrekt verkeerd was afgesteld. Ze beseften niet of wilden niet beseffen dat ze verstrekkende macht over burgers konden uitoefenen, en dat dat privilege hen uitsluitend is verleend op voorwaarde dat ze daarbij op een rechtmatige manier te werk gaan. Hoe heeft dit zover kunnen komen? En wat dient er te gebeuren om dit in de toekomst te voorkomen? Het kabinet en topambtenaren deden daar – als antwoord op de Toeslagenaffaire – recent voorstellen voor. Zijn die toereikend?
De ambtenaar als klantmanager
De verkeerd afgestelde antenne van de ambtenaren is allereerst te verklaren uit het gebrekkig ontwikkelen en onderhouden van het besef een gezagsdrager te zijn die macht uitoefent over burgers. De beroemd geworden leuze van de Belastingdienst ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker’ is misschien wel de beste uitdrukking van dat gebrekkige besef. Hiermee excuseerde de Belastingdienst zich bij ons burgers voor haar publieke taak: sorry, we hebben een vervelende taak, namelijk je geld afpakken; en vervolgens stelt de dienst ons gerust door te beloven dat het ons zo weinig mogelijk tijd zal kosten. Alsof dat onze voornaamste zorg is! Waarom niet de belofte om de belastingheffing ‘wel rechtvaardiger’ te maken? De Belastingdienst koos ‘makkelijker’ omdat ze de burger blijkbaar vooral als klant zag.
Deze invalshoek was en is nog steeds bij veel uitvoerende overheidsdiensten te vinden. Zo heet(te) de ambtenaar die werklozen met sancties kan dwingen werk aan te nemen, tot voor kort ‘klantmanager’. Het is vervreemdend en misleidend dat degene die dergelijke machtsmiddelen heeft, de burger ziet als klant. Dat woord is hier ver buiten zijn logische grenzen opgerekt. Normaal gesproken duidt het iemand aan die geheel vrij is een product of dienst aan te schaffen in ruil voor geld. Diegene kan ook besluiten om een andere aanbieder te zoeken als het hem niet bevalt. Bij re-integratie en belastingheffing zijn burgers echter niet vrij om te kiezen.
Burgers die zich niet conformeren aan het vrijwillige klantregime hebben het aan zichzelf te danken dat zij keihard worden aangepakt. De burger is namelijk óf een klant óf een schurk
Zo’n reclameslogan als die van de Belastingdienst laat de door de staat aan de burger opgelegde plichten niet als sneeuw voor de zon verdwijnen. De staat is geen arrangement à la carte. De ambtenaren die zich graag etiketten als klantmanager laten aanleunen, hebben vaak veel minder affiniteit met de machtsaspecten van hun werk. Als ze hun handhavende bevoegdheden gebruiken is dat tegen hun zin, omdat dit niet nodig zou moeten zijn. De redenering kan dan vervolgens zijn dat de burgers die zich niet conformeren aan het prettige vrijwillige klantregime, het aan zichzelf te danken hebben dat zij keihard worden aangepakt. De burger is namelijk óf een klant óf een schurk. Daar zit in dit regime niks tussen.
Bij de Toeslagenaffaire valt op dat de Belastingdienst op grote schaal heeft gebruikgemaakt van ‘omgekeerde bewijslast’ met dramatische gevolgen voor ouders: toeslagen werden stopgezet, enorme bedragen werden teruggevorderd, en het was aan de ouders om aan te tonen dat ze wel een brave ‘klant’ waren geweest. Men nam bewust het risico dat de goeden onder de kwaden zouden lijden. Dit verzuurd klantdenken is nauwelijks te onderscheiden van plat ‘terugpakken’, ‘oog om oog’, collectief straffen: gedrag dat absoluut niet thuishoort in een rechtsstaat.
Hiermee gooien ambtenaren hun gezag bij burgers te grabbel. Deze mogen verwachten dat ambtenaren opgewassen zijn tegen hun taken en dat zij rechtsstatelijk blijven optreden, ook als het moeilijk of vervelend wordt. Als burgers – soms onverhoopt – met de machtsuitoefening van ambtenaren te maken krijgen, willen ze vooral rechtvaardig, rechtmatig en behoorlijk behandeld worden. Burgers zien graag dat ambtenaren het publieke belang op een overtuigende en effectieve manier belichamen. Dat kan alleen als die zelf accepteren wie zij werkelijk zijn en waar ze voor moeten staan. Alleen dan zullen anderen dat ook accepteren.
De ambtenaar als gewone werknemer
De huidige verkeerd afgestelde antenne van de ambtenaren is (naast zijn rol van klantmanager) ook te verklaren uit de (vooral symbolische) ‘normalisering’ van de bijzondere positie van ambtenaren. Deze werd lange tijd vooral gesymboliseerd door het recht op verdergaande ontslagbescherming dan dat van gewone werknemers. De traditionele motivatie hiervoor was bescherming tegen politieke invloed: bestuurders zouden daardoor kritische ambtenaren niet makkelijk kunnen ontslaan. Dat was en is nog steeds belangrijk, omdat ambtenaren hun politieke bazen moeten kunnen tegenspreken zonder angst meteen de laan uit te vliegen.
Het is niet verrassend dat een overheid die de burger decennialang als klant ziet, de ambtenaar steeds meer positioneert als een gewone werknemer. Per 1 januari 2020 is die ontslagbescherming komen te vervallen. De Tweede Kamer onder aanvoering van D66 en het CDA had hiertoe vele jaren eerder het initiatief genomen. Deze langdurige en juridisch zeer bewerkelijke operatie heet de ‘normalisering’ van de ambtelijke arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen. Waarschijnlijk zijn de gevolgen voor de rechtspositie van de ambtenaar niet zo ingrijpend als de voor- en tegenstanders dachten. Interne tegenspraak werd toch al slecht geduld door ambtelijk management en politieke bestuurders, ongeacht de extra ontslagbescherming.
De normaliseringsoperatie bevestigt het blijkbaar breed geaccepteerde idee dat de ambtenaar een ‘normale’ rol vervult die niet principieel verschilt van een gewone werknemer
Dat heeft bijvoorbeeld Arthur Gotlieb ervaren, senior adviseur bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Een onderzoek achteraf (net als bij Niessen) bevestigde zijn kritische adviezen en signaleringen over de gebrekkige rolvoering van de NZa. Maar hij kreeg een slechte personeelsbeoordeling, raakte geïsoleerd, zag geen uitweg meer en pleegde zelfmoord in 2014.
Het wezenlijke probleem van de normaliseringsoperatie zit dieper: het is de ultieme bevestiging van het blijkbaar breed geaccepteerde idee dat de ambtenaar een ‘normale’ rol vervult die niet principieel verschilt van een gewone werknemer. De officiële normalisering van de ambtenarenstatus was slechts de voltooiing van een alomvattende decennialange normalisering: men had steeds minder oog voor het bijzondere karakter van de ambtelijke functie.
Fletse ambtelijke plichten en rechten
De verkeerd afgestelde antenne van de ambtenaren is ook te verklaren uit de fletse ambtelijke plichten en rechten die zijn overgebleven voor de ambtenaar als klantmanager en gewone werknemer. De ambtenaar is in zeer beperkte mate bijzonder gebleven: formeel zijn enkele publiekrechtelijke randvoorwaarden voor het ambtelijk functioneren blijven staan in de Ambtenarenwet.
Hierin staat ‘dat de ambtenaar gehouden is de bij of krachtens de wet op hem rustende en uit zijn functie voortvloeiende verplichtingen te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt’ (artikel 6); en dat overheidswerkgevers niet alleen verplicht zijn zorg te dragen voor de aflegging van de eed of belofte door de ambtenaar bij zijn indiensttreding (artikel 5), maar ook voor de totstandkoming van een gedragscode voor goed ambtelijk handelen (artikel 4). De basis hiervoor is de Gedragscode Integriteit Rijk. Hierin zijn drie waarden opgenomen: onafhankelijkheid en onpartijdigheid, ten tweede betrouwbaarheid en zorgvuldigheid en tot slot eigen verantwoordelijkheid.
Echter, de invulling hiervan is in belangrijke mate gedragsbeperkend (wat de ambtenaar niet mag doen). Het is tekenend dat bij ‘onafhankelijkheid en onpartijdigheid’ de nadruk ligt op ‘geen belangenverstrengeling en geen vriendjespolitiek’. Verder formuleert de Gedragscode de verboden en beperkingen voor de omgang met (vertrouwelijke) informatie; het aanvaarden van geschenken en van nevenfuncties; en het aangaan van financiële relaties. Natuurlijk, een niet-integere ambtenaar kan niet professioneel zijn. Maar dat betekent nog niet dat de ambtenaar die zich keurig aan alle verboden houdt, een goede professional is…
Ingecalculeerd werd dat de 20 procent goede ouders zouden gaan lijden onder 80 procent ‘foute’ ouders
Uit de Toeslagenaffaire blijkt de enige grens die ambtenaren zagen: door anderen teruggefloten worden, zoals door de Tweede Kamer of een rechterlijke uitspraak. In een weekverslag van het beruchte CAF-Team stond: ‘CAF heeft als directe opdracht van de algemeen directeur belastingen [Blokpoel, red.] om de grenzen van de behandeling daarin op te zoeken. Zelfs als zou uiteindelijk blijken ter zitting [bij de rechter, red.] dat we terug moeten in de behandeling is dat een aanvaardbaar risico.’ Daarbij werd ingecalculeerd dat de 20 procent van de goede ouders zouden gaan lijden onder 80 procent ‘foute’ ouders. Deze getallen waren gebaseerd op een ‘gevoel’, zo verklaarde toenmalige directeur-generaal Peter Veld tijdens zijn verhoor door de Parlementaire ondervragingscommissie.
In het huidige pakket ambtelijke plichten en rechten ontbreken de plicht om te werken volgens de beginselen van behoorlijk bestuur, en het recht om integer werk te kunnen verrichten, ook als dat ambtelijke meerderen of politieke bestuurders niet goed uitkomt.
In juni 2020 – net nadat de ambtenarennormalisering wettelijk was doorgevoerd – schreef de Raad van State in zijn advies over ministeriële verantwoordelijkheid dat er onduidelijkheden bestonden over ambtelijke standaarden en adviseerde een code in te voeren. Tien jaar eerder, tijdens de behandeling van de initiatiefwet over de normalisering in 2010, had de toenmalige minister Ronald Plasterk de Tweede Kamer al beloofd met een ambtelijk statuut te komen. Daarin zou hij positieve kernwaarden en gedragsnormen voor ‘goed ambtenaarschap’ laten vastleggen. Daar is Plasterk later van teruggekomen, omdat naar zijn zeggen de noodzaak niet meer werd gevoeld. En daar zit precies het probleem: men voelt geen enkele urgentie meer om de ambtelijke rollen en professionele standaarden te verduidelijken. Ook ontbreekt een gemeenschappelijke ambtelijke opleiding.
De ambtenaar ziet zich als een ‘normale’ werknemer die vooral aan kwantitatieve targets moet voldoen; als uitvoerder die ‘gewoon’ de wet moet uitvoeren; en als loyale politieke medewerker die de minister afschermt
Het ontbreken van een ambtelijke code met duidelijke plichten en rechten en het ontbreken van daarmee samenhangende opleidingen betekent dat de ambtenaar in de praktijk geen duidelijke normatieve identiteit heeft. Hij ziet zich als een ‘normale’ werknemer die vooral aan kwantitatieve targets moet voldoen; als uitvoerder die ‘gewoon’ de wet moet uitvoeren; en als loyale politieke medewerker die de minister afschermt. Het collectieve normatieve kompas is zwak ontwikkeld en daardoor kunnen dubieuze persoonlijke opvattingen de ruimte krijgen.
Een triest recent voorbeeld daarvan is topambtenaar Paul Abels die jarenlang ‘ontoelaatbare’ tweets heeft geschreven over Pieter Omtzigt, terwijl hij als afdelingschef van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid over zijn veiligheid moest waken. Abels noemde het Kamerlid onder meer ‘de meester van het complotdenken’ en ‘een ongeleid projectiel dat irritatie wekt’.
Discriminatie
In de Toeslagenaffaire lijkt het er sterk op dat discriminerende opvattingen van ambtenaren een rol hebben gespeeld bij de uitvoering van beleid. In 2019 erkende de algemeen directeur Toeslagen bij de Belastingdienst al tegenover de Autoriteit Persoonsgegevens: Nederlanderschap werd tot juli 2018 door de Belastingdienst gebruikt bij de kinderopvangtoeslag en – tot een week voor het gesprek met de toezichthouders – ook nog bij de huurtoeslag. Het niet-Nederlanderschap was een onderscheidend criterium en gaf een verhoogd risico op een ‘foute’ toeslagaanvraag. FTM concludeerde eerder dat de Belastingdienst discrimineerde.
Deze ontsporingen hangen samen met de structurele verwaarlozing van de normatieve identiteit van de ambtenaar in de afgelopen decennia. Die identiteit kan niet overgelaten worden aan het toevallige individuele geweten van elke ambtenaar, maar moet bewust collectief geleerd, gedeeld en onderhouden worden. De overheid is een instituut dat op zijn best een stabiel waardenpatroon schept dat de integriteit van de ambtenaar structureert, stimuleert en ondersteunt.
‘Dus geen zwangere vrouwen in de cel gooien, niet de inboedel verkopen van een moeder met kleine kinderen en geen zorg onthouden aan iemand die vanwege psychoses niet echt een “modelburger” is’
Barend Rombout heeft jarenlang aan het hoofd gestaan van het dwarse Bureau Frontlijn in Rotterdam. Hij probeerde altijd basisfatsoen in de praktijk te brengen. Dit definieert hij als volgt: ‘Zaken die je als bestuurder, ambtenaar of hulpverlener principieel niet doet, omdat ze indruisen tegen de menselijke waardigheid en tegen je eigen normen en waarden.’ Deze definitie drukt mooi uit dat de overheid het respecteren van menselijke waardigheid te allen tijde hoog moet houden en dat je daarbij ook je eigen geweten dient aan te spreken. Rombout legt kort uit wat dit betekent: ‘Dus geen zwangere vrouwen in de cel gooien, niet de inboedel verkopen van een moeder met kleine kinderen, de uitkering of toeslag niet onthouden aan iemand die dat echt nodig heeft en geen zorg onthouden aan iemand die vanwege psychoses niet echt een “modelburger” is.’
Herontdekking van ambtenaar als gezagsdrager na de Toeslagaffaire
Kabinet-Rutte III is afgetreden op grond van het rapport Ongekend Onrecht van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (verder afgekort tot POK-rapport). Media bestempelden dit aftreden veelal cynisch als een symbolische stap die weinig zal veranderen. Maar onmiddellijk na haar val heeft de demissionaire regering een aantal opvallende reacties op belangrijke rapporten aan de Tweede Kamer gestuurd: de reactie op het POK-rapport, maar vooral de tot nu toe veel minder opgemerkte kabinetsbrief over de twee rapporten Werken aan Uitvoering van de consultancy-tak van de topambtenaren van de Algemene Bestuursdienst.
Deze rapporten en de reactie daarop tonen dat zowel de Rijks-topambtenaren (ABD) als het kabinet lessen over het belang van ambtelijk vakmanschap hebben proberen te trekken. De belangrijkste les is dat de geloofwaardigheid van de overheid afhankelijk is van de kwaliteit van de uitvoering. Dit idee is duidelijk geïnspireerd op een van de belangrijke lessen uit het manifest Groter denken, kleiner doen van de huidige informateur Herman Tjeenk Willink.
De kabinetsbrieven hangen nauw samen. De belangrijkste motivatie om werk te maken van ambtelijk vakmanschap is treffend samengevat in de brief over het POK-rapport waarin de regering bezweert dat zij lessen uit de Toeslagenaffaire zal trekken, want ‘dergelijke problemen mogen nooit meer gebeuren’. Het kabinet wil zeker stellen dat beleid en bestuur nooit meer ernstige signalen uit de uitvoering missen. Daarom kondigt het een rijksbreed meerjarig programma aan dat de ambtelijke werkwijzen en verhoudingen flink moet veranderen. De brief schetst al globaal hoe het kabinet ambtelijk vakmanschap wil versterken:
‘De rol van ambtenaren is om te adviseren en handelen vanuit hun professioneel vakmanschap. Het kabinet beslist en draagt daarvoor ook de gehele verantwoordelijkheid. De norm is dat ambtenaren werken op basis van openheid en verantwoording. Dat ze kunnen omgaan met tegenspraak en direct contact met burgers. Dat ze effectief samenwerken over (organisatie)grenzen heen. En dat hen daarbij de maatschappelijke opgave helder voor ogen staat. Dat betekent niet alleen iets voor de kennis en vaardigheden van individuele ambtenaren, maar ook voor de samenstelling van teams, de manier van aansturing door leidinggevenden en de organisatorische randvoorwaarden. Dit vraagt van iedereen een bepaalde mate van realiteitsbesef dat cultuurverandering blijvende aandacht en tijd kost.’
Het ministerie van BZK organiseert een programma voor alle overheden met bewustwording, praktische uitwerking van nieuwe werkwijzen en de opleiding en training die daarvoor nodig is. Het ministerie investeert van 2021 tot 2026 dertig miljoen in ‘ambtelijk vakmanschap rijksbreed’.
Dit vakmanschapsprogramma krijgt een nadere concrete uitwerking in de brief van 5 maart waarin demissionair minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – mede namens andere bewindspersonen – officieel reageert op twee eerder aan de Kamer gestuurde rapporten over Werken in Uitvoering.
In die brief kondigt de minister drie belangrijke veranderingen aan. Ten eerste de emancipatie van de uitvoering ten opzichte van de beleidsvorming. Zeker bij de rijksoverheid heeft het werken in de beleidsvorming een hogere status dan die in de uitvoering. Er worden hogere salarissen betaald en de beleidsvorming krijgt politiek meer aandacht. Dat zal veranderen. De uitvoering moet voorop komen te staan. Want ook voor de waardering van de burger is de uitvoering het belangrijkste.
‘Professionals voelen en nemen ook zelf de ruimte om af te wijken van beleidsregels, als het concrete geval daarom vraagt’
Een tweede verandering is de nadruk op professionalisering. Die moet de rechttoe rechtaan uitvoering van regels en instructies doorbreken. Koolmees stelt dat professionals ‘ook zelf de ruimte voelen en nemen om af te wijken van beleidsregels, als het concrete geval daarom vraagt’.
Dat komt niet vanzelf, dat vergt veel aandacht van de organisatie, het management en van opleidingen en trainingen. Daar wordt een meerjarenprogramma voor opgezet die moet leiden tot een ‘transitie in durven, denken en doen’.
Een derde verandering is het voornemen om de kennis van de publieke waarden en van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur ‘te verankeren’. Dat laatste klinkt als een opmaat naar een Code of een Statuut waarin een aantal waarden en beginselen staan die invulling geven aan de bijzondere rolvervulling door de ambtenaar. Die beginselen geven houvast bij het invullen en verantwoorden van maatwerk. Een belangrijk beginsel daarbij is dat die invulling moet worden uitgelegd, gemotiveerd, rekening houdend met de bedoelingen achter de regels.
Die drie veranderingen bij elkaar genomen kunnen een omwenteling teweegbrengen. Mits men ze niet als een stelsel van afzonderlijke maatregelen voor de korte termijn inzet, maar in een samenhangend programma voor de langere termijn. Die Code of Statuut mag dan ook geen ‘vluggertje’ worden, die moet worden ontwikkeld én er moet mee worden getraind in het programma tot professionalisering,
Uit een brief die de secretarissen-generaal op 12 april aan informateur Tjeenk Willink hebben verstuurd, wordt door deze topambtenaren al weer een volgende stap gezet. Ze kondigen daarin aan ‘in de komende maanden’ een code voor ambtelijk vakmanschap op te stellen. Daarmee verwachten zij ‘een houvast te bieden voor de praktische toepassing van waarden als integriteit, neutraliteit, openheid en ethiek en de complexe interactie tussen politiek, beleid, uitvoering, toezicht en de praktijk’
Vlucht naar voren
De door het kabinet ingeslagen richting is veelbelovend. De aangekondigde maatregelen lijken nu echter te veel op een vlucht naar voren en dat kan ten koste gaan van de zorgvuldigheid. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een in de POK-brief aangekondigde maatregel. Daarin breekt het kabinet met de zogeheten Rutte-doctrine. Voortaan zal de regering de onderliggende ambtelijke nota’s openbaren bij elk wetsvoorstel, brief of nota die aan het parlement worden gestuurd. Het kabinet wil meer openheid geven over de afwegingen die ten grondslag liggen aan het beleid ‘door transparanter te zijn wanneer interne ambtelijke stukken worden verstrekt’. In die stukken zullen persoonlijke beleidsopvattingen van ambtenaren niet langer worden gelakt. Het kabinet wil het argument ‘persoonlijke beleidsopvattingen’ niet langer hanteren als reden om te weigeren in ‘belang van de staat’.
Zal de ambtenaar door deze algehele transparantie niet extra terughoudend worden om voor de bestuurder onwelgevallige feiten en perspectieven te presenteren?
Bij elk stuk (wetsvoorstel, brief of nota) dat de regering naar het parlement stuurt, worden de door bewindspersonen gebruikte onderliggende departementale nota’s openbaar gemaakt. Dat gebeurt vanaf 1 juli. Daarmee hoopt de regering inzage te geven in haar beleidsvorming en veel van de vragen achteraf te voorkomen. Verder wil het kabinet veel vaker technische briefings geven of tijdens commissievergaderingen technische toelichtingen laten verzorgen door ambtenaren. Tot slot wil het kabinet in dialoog met de Kamer en andere betrokken partijen bespreken hoe de ruimte voor kritische of afwijkende advisering en de veiligheid van ambtenaren te blijven waarborgen.
Deze voorgestelde algehele transparantie heeft verstrekkende gevolgen voor het functioneren van ambtenaren en politiek verantwoordelijken. Zal de ambtenaar door deze algehele transparantie niet extra terughoudend worden om voor de bestuurder onwelgevallige feiten en perspectieven te presenteren? En zal de verantwoordelijkheid voor de gemaakte keuze nog meer komen te liggen bij de politiek verantwoordelijken? Het is de vraag of zij niet naar wegen gaan zoeken om dat te vermijden. En dan verandert er dus helemaal niks. Deze per 1 juli ingaande maatregel lijkt daarom te halsoverkop ingevoerd. Is het niet belangrijk dat ambtenaren en politiek verantwoordelijken voorbereid worden op deze nieuwe situatie en dat ze weten hoe hiermee om te gaan?
Geen quick fix
De Toeslagenaffaire heeft bij het demissionaire kabinet en de topambtenaren gezorgd voor een sense of urgency om de gezagspositie van ambtenaren te verhelderen en te verbeteren. Gelukkig maar, decennialang is de bijzondere opdracht van de ambtenaar in beleid en vooral die in de uitvoering gebagatelliseerd: hij moest de burger als een klant zien en zichzelf als gewone werknemer. Deze in alle overheidsinstituties diep ingesleten ‘category mistake’ moet het kabinet echter niet door middel van een quick fix repareren.
Het nieuwe ambitieuze beleid om meer ambtelijke openheid te betrachten en om de uitvoerende ambtenaar gelijkwaardig te maken aan de beleidsambtenaar betekent vooralsnog een vlucht naar voren. Deze valt pas serieus te nemen als de aangekondigde code meer blijkt te zijn dan symboolpolitiek, en het kabinet daarin werkelijk de plichten en rechten durft vast te leggen van de ambtenaar als gezagsdrager. Bovendien moet de overheid een consistent verplicht opleidingsaanbod voor alle Nederlandse ambtenaren opzetten. De normen en waarden van de Nederlandse ambtenaar moeten duidelijke invulling krijgen en stevig gevoed worden.
Het is aan de overheid om er actief voor te zorgen dat de meeste ambtenaren deugen
De Toeslagenaffaire heeft in beeld gebracht hoe keihard de overheid ten opzichte van gewone burgers opereert. Dat is echter geen uitzondering. Jesse Frederik heeft er in zijn boek Zo hadden we het niet bedoeld op gewezen dat de slachtoffers van deze affaire niet alleen staan in hun gevoel van machteloosheid: ‘Er zijn talloze mensen gedupeerd door dramatische wetgeving. Wie een dag meeloopt met een deurwaarder komt ze geheid tegen.’ Hij noemt onder andere de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, de Fraudewet, de pgb-wetgeving. Echter niet alleen de wetgeving is dramatisch, maar ook de uitvoering. Daarom is het aan de overheid om er actief voor te zorgen dat de meeste ambtenaren deugen. De hulp en het voorbeeld van ambtenaren die de moed hadden te deugen in de moeilijkste omstandigheden , zoals Pierre Niessen, Sandra Palmen en Barend Rombout, zijn daarbij van grote betekenis.
70 Bijdragen
evert starink 1
2. Een goede remedie tegen uit de rails lopend beleidsadvies kan zijn: na stel 5 jaar werkzaam zijn in beleidsadvies stel 3 jaar werkzaam zijn in uitvoering.
3. Verder zou interessant zijn om na te gaan hoeveel seminars en andere dergelijke activiteiten de Algemene Bestuursdienst gedurende een jaar of 20 heeft gewijd aan a. Bestuursbeginselen en b. Managementgezwatel.
GJ van Broekhoven 9
evert starinkAndries Munnik 3
"De norm is dat ambtenaren werken op basis van openheid en verantwoording. Dat ze kunnen omgaan met tegenspraak en direct contact met burgers. En dat hen daarbij de maatschappelijke opgave helder voor ogen staat",
ontbeert elke vorm van concreetheid en maakt vooral gebruik van ruim interpreteerbare en moeilijk kwantificeerbare begrippen, zoals we van Pinokkio gewend zijn. Het einde van de Rutte doctrine? Eerst daden, dan woorden.
R. Eman 8
Andries MunnikR. Eman 8
Andries Munnik'Dat ze kunnen omgaan met tegenspraak en direct contact met burgers.'
In deze tijd van hoger opgeleiden moet je je als ambtenaar ervan bewust zijn dat het mogelijk is dat de burger over meer (technisch) inhoudelijke kennis beschikt dat jijzelf. Concreet betekent dit dat je als ambtenaar moet luisteren naar de inhoudelijke argumentatie en jezelf verre moet houden van het directief opleggen van (technische) oplossingen. Mocht je toch geneigd zijn om oplossingen aan te dragen dan dien je je ervan bewust te zijn dat dit slechts als advies kan dienen.
'En dat hen daarbij de maatschappelijke opgave helder voor ogen staat'
De maatschappelijke opgave voor een ambtenaar staat beschreven in de wet- en regelgeving. De primaire taak van de ambtenaar is dan ook deze wet- en regelgeving te kennen en meer nog te snappen wat deze wet- en regelgeving beoogt. De ambtenaar dient dan ook de memorie van toelichting en onderliggende documentatie te kennen en te snappen. De handhavende ambtenaar is er louter voor een gegeven situatie te beoordelen op basis van het beoogde in de wet- en regelgeving.
'De norm is dat ambtenaren werken op basis van openheid en verantwoording.'
Als de ambtenaar zijn/haar beoordeling van een (technische) oplossing aan de wet- en regelgeving ook (technisch) weet te onderbouwen zal er weinig probleem zijn om openheid en verantwoording te betrachten.
Andries Munnik 3
R. EmanEr ontbreekt echter iedere kwantificering hiervan. "Om kunnen gaan met tegenspraak", betekend dat stoïcijns de ander laten uitspreken en daarna toch gewoon je eigen ding doordrukken? "Maatschappelijke opgave". Er is er maar één? En iedereen heeft dezelfde? Of is het gewoon newspeak voor "mijn maatschappelijke opgave formuleer ik zelf".
En het hautaine: "de norm is dat gewerkt wordt op basis van openheid en verantwoording". Dat raad je de koekoek! In tegenstelling tot geheimhouding en verantwoording afschijven? Als nen iets anders voorstaat dan openheid en verantwoording hoor je noch in het kabinet, noch in het ambtenarenapparaat. Dan hoor je in de gevangenis, een straf die iedere bestuurder in Nederland altijd ontloopt.
Nee, de quote is de Rutte doctrine all over again.
R. Eman 8
Andries MunnikNee, ik ben zeker geen Rutte-fan. En ik geloof ook niet dat Rutte iets zal gaan waarmaken van hetgeen hij in deze quote zegt. Simpelweg, omdat hij er zelf niet in gelooft. Ik meen dat op te maken uit zijn reacties en "selectief geheugen". Hij is er helemaal niet van overtuigd dat hij fout zat.
Desalniettemin is het mijn overtuiging dat de enige manier om de menselijke maat terug te krijgen is door de mensen terug te brengen binnen het systeem (i.t.t het automatiseren van beslissingen). Maar tegelijkertijd (of liever nog voorafgaand daaraan) zal bij die mensen zelf een sociaal denkkader moeten worden aangeleerd, want dat is (mede) als gevolg van diezelfde automatisering behoorlijk verwaarloosd.
Andries Munnik 3
R. EmanR. Eman 8
Andries MunnikAndries Munnik 3
R. EmanGJ van Broekhoven 9
Andries MunnikMarsha Jonker
GJ van BroekhovenGJ van Broekhoven 9
Marsha JonkerMijns inziens is het echte marktdenken onder Lubber III ingezet. Onder Balkenende, voornamelijk Balkenende II e.v. is het gebruikelijk, ook voor de Kamerleden, ook voor Omtzigt, om de overheid als een onderneming te zien. Op zich is met efficiënter werken niets mis, maar, de overheid bedient de burgers, burgers zijn geen kostenpost.
Om een oplossing te vinden moet men meerdere kabinetten teruggaan. En, van daaruit gaan bezien wat men anders zou kunnen doen.
Het alleen maar neoliberaal brullen, zonder na te willen denken over een oplossing, dat werkt mijns inziens helemaal niet.
Rein van Gisteren 3
- ambtenaren hebben een geheimhoudingsplicht, een openbaarmakingsbelofte is nog illusoir
- ingehuurd personeel (van uitzendkracht tot consultant) legt zelden een eed of gelofte af, krijgt wel toegang tot gevoelige en verhandelbare gegevens en informatie.
Elmar Otter 6
Voor de belastingheffing en de controle hierop geldt in principe voor ambtenaren dat zij de juist heffing dienen vast te stellen. De vraag die gesteld wordt is of de aangifte volledig en juist is?
Controleambtenaren die belastingaangiften controleren (met name IH, OB, LH, VPB) zijn hierbij gehouden aan de Controleaanpak Belastingdienst (CAB, https://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/cab_dv4221z3fd.pdf) en het Handboek controle Belastingdienst (https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/themaoverstijgend/brochures_en_publicaties/handboek-controle-belastingdienst).
Daarnaast wordt, net als in de accountancy, met materialiteitsnormen gewerkt. Wat inhoudt dat niet elke euro omgedraaid wordt, maar in de aanpak rekening gehouden wordt met het belang ten opzicht van de omzet. De aangifte moet dus in grote mate overeenstemmen met de materiële werkelijkheid.
Ook kent de Belastingdienst in haar controle correctiegrenzen. Ik kan die niet zo snel op een openbare plek vinden.
De bronnen voor het vaststellen of een aangifte juist en/of volledig is zijn wetgeving, regelingen, goedkeuringen / beleidsbesluiten van de Staatssecretaris en jurisprudentie.
Zoals ik begon, zou het goed zijn dit verhaal voor het belastingrecht deze aanpak tegen de lat te leggen aan deze bronnen. Ik ben benieuwd wat voor beeld dit oplevert voor het rechtvaardig en op basis van de algemene beginselen voor behoorlijk bestuur behandelen van belastingplichtigen?
(Aangezien ik zelf bij de Belastingdienst werk houd ik het bij deze feitelijkheden. Een waardeoordeel van mijn kant vind ik niet gepast).
evert starink 1
Elmar OtterIk noem dit zo nadrukkelijk omdat anders een aanpak dreigt die zich slechts concentreert op Belastongdienst/Toeslagen onder het motto: " Zo, dat varkentje hebben we ook weer gewassen. Nu kunnen we weer gewoon doen...".
Elmar Otter 6
evert starinkGerrie Corino
Elmar OtterCorrectiegrenzen zijn onderdeel van de niet openbare controlestrategie.
Elmar Otter 6
Gerrie CorinoIk bied slecht informatie aan. Daar kan een ieder mee wat ze willen. Ik heb niet de intentie om zelf verder te onderzoeken, dat laat ik aan FTM over. Ik besef dat het openbaar bestuur veel breder is.
Ik geef heel helder aan dat ik alleen feitelijk informatie verstrek waar FTM en anderen wat mee kunnen als ze willen. De analyse die jij van mij vraagt kan ik niet maken. Ten eerste ben ik niet bereid daar tijd voor vrij te maken en ten tweede ben ik als Rijksambtenaar niet vrij om die analyse te publiceren.
j.a. karman 5
Gerrie CorinoNiet onderbouwd en zonder onderzoek dat algoritmen fout en verwijtbaar discriminerend zijn. Je kunt de regelgeving (wetten) rond toeslagen nakijken. Deze zijn dusdanig complex gemaakt dat het niet zo maar valt uit te rekenen. Je kunt dat uitrekenen en het vinden van de juiste gegevens als een algoritme probleem proberen af te doen. Dat is niet correct.
Cees Barten 1
Elmar Ottersquarejaw 5
evert starink 1
squarejawsquarejaw 5
evert starinkVolgens mij is dit inderdaad lang geleden geweest. Ik heb nog een vage herinnering aan politici die ten tijde van de invoering van de participatiewet het over het hard aanpakken van uitkeringsfraudeurs en het omkeren van de bewijslast in geval van vermeende fraude hadden. Maar hoe het nu precies zit is me niet duidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat het juist deze omkering van de bewijslast is die veel mensen in grote problemen brengt en er toe leidt dat een verdenking neerkomt op een veroordeling.
Elmar Otter 6
squarejawBelastingplichtige zal moeten aantonen dat de kosten die hij in aftrek gebracht heeft juist (ook wel zakelijk) zijn.
Bij de volledigheid, van bijvoorbeeld de omzet, ligt in beginsel de bewijslast bij de inspecteur. Daar komt de omkering van de bewijslast om de hoek zetten. Indien de inspecteur kan bewijzen dat 1. er sprake is van een laag brutowinst percentage ten opzicht van wat in de branche gebruikelijk is, 2. met een privévermogensvergelijking aangetoond kan worden dat het netto privé te laag is en 3. er aantoonbare gebreken aan de administratie is, zodat deze niet als basis voor het beoordelen van de aangifte kan vormen, dan kan de inspecteur de bewijs last omdraaien.
Hij dient dan zelf een redelijke schatting van de omzet te maken. Dat dient dan wel op deugdelijke gronden te gebeuren. Door bijvoorbeeld een goederenbeweging, een privévermogensvergelijkinge of andere methoden die de inspecteur ter beschikking staan.
De basis hiervan is te vinden in de Algemene wet inzake rijksbelastingen en wordt getoetst door de rechter.
GJ van Broekhoven 9
Elmar OtterHet probleem is ook dat de belastingdienst, toeslagen ook, steeds minder vrije beoordelingsruimte gekregen hebben. Van wie komt die strakke marsorder? Van de politiek; regering en ook de Kamers.
En ja, thans moet Rutte van alles de schuld krijgen. De echte schuldigen zijn de kabinetten Balkenende en de destijdse Kamers. Van die 2e Kamer heeft destijds Omtzigt deel uitgemaakt en maakt daarvan nog steeds deel uit. Dus, omdat Asscher wegens diens rol en aandeel in de toeslagenaffaire als Kamerlid is teruggetreden, zou Omtzigt hetzelfde moeten doen. Wat hij zeker niet zal doen.
Ben Verleg
Ik merk op dat Toeslagen een dienst is die aan de Belastingdienst is toegevoegd en niet in alles op 1 lijn met de heffing van belastingen kan worden gesteld.
Het klantdenken is ooit geïntroduceerd om te belichten dat de overheid ook een dienstverlener is, in het besef dat de 'klanten' geen keuze hebben. De dienstverlenende rol zou juist hebben kunnen helpen om de ongewenste effecten voor de burgers (veel eerder) te onderkennen en te voorkomen. Als hiervoor bij Toeslagen meer oog was geweest, bijvoorbeeld door het tijdig en correct behandelen van bezwaren, had het zover niet hoeven komen.
Gerrie Corino
Ben Verlegevert starink 1
Gerrie CorinoDe bedoeling was om de belastingplichtige niet langer te zien als "een dossier" of een nummer maar als een mens van vlees van bloed. En dan ook gelijk in al zijn varieteiten. Motto was ook: behandel de burger zoals jezelf ook behandeld wilt worden aan een loket of in een winkel.
In de oorsprong was het een "houdingsaspect". Een cultuuromslag ineen toendertijd verkalkte dienst.
De klad is er - in mijn ogen- in gekomen toen de voorgestane cultuur werd geinstitutionaliseerd in protocollen, systemen, procedures, allerlei ander intern gehannes (management, control functies) enz. Laten we zeggen vanaf circa 1995/ 2000.
R. Eman 8
evert starinkDatzelfde heb ik gemeend te herkennen in het bedrijfsleven. Management is zich meer en meer gaan focussen op control functies en zich dientengevolge minder is gaan richten op haar facilitaire functies. Wat daar de gevolgen van zijn laat zich goed zien tijdens deze Covid-crises.
Gerrie Corino
evert starinkDaarnaast was de dienstleiding tot het inzicht gekomen dat alleen repressief toezicht niet tot een structureel betere naleving leidt. Voorlichting en ondersteuning moesten verder worden ontwikkeld.
j.a. karman 5
Gerrie CorinoIk zie de reacties van Starink en Eman, die zijn prima. Het is en was een gebeuren dat zich overal afspeelde. Dezelfde adviesbureaus en dezelfde insteek hoe de organisatie zou moeten werken.
Het is een niet al te grote kring met een zichzelf versterkende echo en een bron met nieuw kweek.
GJ van Broekhoven 9
Ben VerlegOm het vat tot overlopen te brengen heeft top, beter flop, ambtenaar Blokpoel in "alle wijsheid" besloten om het werkende ICT systeem van de belastingdienst overboord te mikken, zonder dat toeslagen over een werkend ICT systeem hebben gehad.
Het woord klanten komt voort uit de wangedachte van Balkenende dat de overheid een onderneming is; wat het niet is,
Daan Reid
petros 4
GJ van Broekhoven 9
petros1. ME; mobiele eenheid, behoren tot de politie. Natuurlijk hebben zij een deugdelijke opleiding genoten.
2, Romeo's; behoren eveneens tot de politie. Zij doen dus niet waar die gekke wappies hen van verdenken.
3. BOA's; buitengewone opsporingsambtenaren. Zij bestaan reeds erg lang en hebben ook een deugdelijke opleiding genoten.
Dik de Bruijn 1
Dit denksysteem openbaart zich op meer fronten bij de overheid en heeft nog veel meer gevolgen voor het functioneren van ambtenaren. Op veel gebieden, zoals rond bouw en infrastructuur, zijn ambtenaren nog slechts procesmanagers en inkopers. Inhoudelijke kennis is vrijwel volledig wegbezuinigd en daarmee weet de overheid zelf niet meer wat ze eigenlijk doet. Zodra er iets moet gebeuren moet die kennis via aanbestedingen weer worden ingekocht en uiteraard zo goedkoop mogelijk. Kwaliteit is niet relevant meer, alleen het juiste verloop van het proces. Dit leidt tot vele ongelukken. Ik wijs maar even op het structureel falen van IT projecten en het uitknijpen van de mensen die 'eenvoudige' diensten als schoonmaak, vervoer of catering verzorgen.
Ik realiseer me volledig dat het onderzoeksgebied van dit artikel al heel breed is, maar pleit er toch voor om in het vervolgonderzoek ook de koppeling te maken met de aspecten die ik hierboven heb proberen aan te duiden. De inhoudelijke uitholling van het vak/ambt van ambtenaar draagt ook bij aan de verloedering die met de toeslagenaffaire zo pregnant tot uiting is gekomen. Als je niet echt weet waar je mee bezig bent en wordt aangestuurd op numerieke 'targets' dan mag je niet verwachten dat alles goed gaat.
Hank Rearden 1
Nu is er een veel grotere kredietcrisis die wordt aangeduid als volksgezondheidscrisis, en wordt het helemaal ernstig wanneer zorgprofessionals voor de overheid gaan werken. Waar zij in hun eigen beroepsgroep nog kunnen worden berispt en in extreme gevallen hun registratie kunnen verliezen, in de hoedanigheid van ambtenaar hebben medische beslissingen geen persoonlijke consequenties.
Godwin alert, maar zo kon in 1939 Aktion T4 worden opgetuigd (1); Duitse artsen gingen in naam van de overheid over tot uitvoeren van gedwongen euthanasie van mensen met een beperking, programma liep overigens al vanaf 1933 en startte met kinderen.
Zo ook nu nemen OMT leden en andere medisch adviseurs als Anthony Fauci het niet al te nauw met de ethiek omtrent hun medische beslissingen (pandemie, veiligheid!) en de medische consequenties die bijvoorbeeld injectie met experimentele (COVID19) vaccins kan hebben. Geen verantwoordelijkheid, dus alles komt goed, maar de geschiedenis kent vele voorbeelden waar deze beloften door "experts" simpelweg niet opgingen (2).
Wat is er gebeurd met de Nederlande ambtseed?
1. https://encyclopedia.ushmm.org/content/en/article/euthanasia-program
2. https://ahrp.org/beware-of-medicine-marching-in-lockstep-with-government-personal-reflections/
evert starink 1
Hank ReardenDat die ambtenaren er ook zijn, kunnen we zien: de boel draait immers nog steeds.
Dat soort ambtenaren hebben we in de nabije toekomst waarschijnlijk extra nodig, namelijk ook om noodzakelijke verbeteringen aan te brengen.
Het is mij een lief ding waard als zo langzamerhand vanuit de politiek blijk wordt gegeven van waardering dat zovelen hun dagelijks werk doen vanuit vakkennis en de vaste wil om er gewoon het beste van te maken.
Hank Rearden 1
evert starinkj.a. karman 5
Hank ReardenOoit was hij deelnemer dat een strengere en harde fraudejacht moest wegens de berichten n de media.
Zolang media zich opstellen als een soort 5e kolonne ter ondergraving van de boel wegens het makkelijke gewin zonder dat zij met enig toezicht geconfronteerd worden (openbaarheid van bronnen) hebben we een zeer ongemakkelijke situatie.
Hank Rearden 1
j.a. karmanOverigens liggen de problemen inderdaad niet aan ambtenaren an sich, niets dan goede ervaringen daarmee. Maar het punt was dat als artsen en andere beroepsgroepen zich ineens als ambtenaar mogen gedragen e.e.a. nogal eens kan ontsporen, zoals nu op wereldniveau COVID beleid (1).
Uiteindelijk beleid dat niet door overheden is bedacht, maar door centrale banken en hun entourage, gezien de US$10 biljoen (Engels trillion) aan liquiditeit die wereldwijd binnen 1 maand werd gecreëerd tijdens de 1e lockdown in mei 2020 (2), momenteel met US$30 biljoen op de balanzen, ergo kredietcrisis, en geen volksgezondheidscrisis. Daar zaten dus mensen en/of machines aan de knoppen die synchroon een plan uitvoerden, terwijl het plebs bang thuis zat en zit.
In vergelijking met de jaren '30 en de Grote Depressie van de vorige eeuw en de eerdergenoemde Aktion Tiergartenstraße 4, operatie Reinhard, en wat daaruit volgde. Onze besnorde vriend was onderdeel van het management, artsen waren ambtenaren die zich achteraf konden beroepen op "Wir haben es nicht gewußt". Maar o wee als je je mond opentrok, anders was het feest in eerste instantie niet doorgegaan.
1. https://www.globalresearch.ca/lockdown-paradigm-collapsing/5743177
2. https://www.yardeni.com/pub/peacockfedecbassets.pdf
j.a. karman 5
Hank ReardenJe zit nu vanuit de media dat alles richting de overheid als verdacht en fout neergezet wordt.
Als je de jaren 30 er bij haalt, het was de manier waarmee de macht gegrepen werd. https://de.wikipedia.org/wiki/Der_Angriff De media en propaganda waren zeer sterk en overtuigend.
De media zijn nu niet transparant, spelen het spel op een zelfde manier, dat is verontrustend.
Hank Rearden 1
j.a. karmanPieter van der Wal 1
Hank ReardenGeen Sociaal Geschiedkundige is in staat om onze toekomst te veranderen, in een land waar de waarheid slechts voor wetenschappers en de primaire sector van toepassing is, welke derhalve misbruikt worden tot meerdere eer en glorie van Hoog opgeleid Nederland die nog geen redundant vaccin dealtje in elkaar kan zetten als een kleuter die een willekeurig pad neemt omdat een lobbyist dat hem wijs maakte.
GJ van Broekhoven 9
Hank Reardenj.a. karman 5
1/ De ambtemaar wordt verantwoordelijk gehouden voor het politieke beleid. Dat kan niet: ze zijn er voor de uitvoering van de wetten en wensen van de politici.
2/ De normalisering (beloning en ontslagbescherming) wordt genoemd, ook hier is dat iets wat vanuit de politici en beleid wordt bepaald, niet door de ambtenaar.
De gevolgtrekkingen vanuit deze constateringen worden niet uitgewerkt maar bij voorbaat worden alle ambtenaren schuldig verklaard.
Het is precies die doorgeslagen houding waarnaar verwezen wordt waar de auteurs zelf aan leiden. Ik ben benieuwd waar die houding vandaan komt want daar ligt de echte oorzaak van veel problemen.
Eveline Bernard 6
j.a. karmanOok dan: onterecht verwijt, m.i.
j.a. karman 5
Eveline Bernard" Geconstateerd zij dat de Belastingdienst in enkele gevallen wat hoekig omgaat met de uitbetaling van en later eventueel terugvorderen van toeslagen. Bij de inning van belasting is dat nog overkomelijk, maar wanneer het aankomt op toeslagen voor kwetsbare groepen in de samenleving is dit niet wenselijk."
Dit is precies de kern van het probleem wat in 2005 (meer dan 15 jaar terug!) massaal door politici terzijde geschoven is. Van Uwv en SZW werd niets verwacht voor de uitvoering van iets wat toen zeer gewenst werd, dus maar een andere instantie aangewezen.
Het zijn dezelfde notulen waar media gebruik van maken voor persoonlijke aanvallen en meer.
Lees zoiets nu eens beter en met geen vooringenomen standpunt om selectief het eigen gelijk te vinden.
GJ van Broekhoven 9
j.a. karmanDe regering Balkenende II, met de steun van de Kamers, dus ook Omtzigt, heeft tegen alle adviezen in; 1. toeslagen bij de belastingdienst gemikt, ondanks het feit dat het tot de competentie van SZW behoort. 2. zijn alle adviezen in de wind geslagen om een hardheidsclausule op te nemen, zeker geen kleine fout alles
Het geheugen van teveel mensen is te kort. Gemakkelijker is het om alleen Rutte de schuld te geven van alles, dan is hun wereld in orde.
j.a. karman 5
GJ van BroekhovenDat krijgt zo wat onderbouwing als je die stukken ziet.
GJ van Broekhoven 9
j.a. karmanIndien ik dat stuk gelezen heb, zal ik zeker nader reageren.
Gijs Groen 1
De toeslagenaffaire verbaasde mij eigenlijk niet. Ik hou me inmiddels al 13 jaar bezig met de uitvoering van de wet WOZ en de daarmee samenhangende rechtspraak. Wat daar mis is, gaat verder dan wat in de toeslagenaffaire tot nu toe boven tafel is gekomen en in het artikel wordt aangeroerd.
- Het betreft al voor de aanname van de wet WOZ misleiding van de Tweede Kamer met de bedoeling om de WOZ-waardebepaling geheim te houden door gebruik te maken van het privacy-argument. Onterecht omdat voordien de waardebepaling openbaar was zonder schending van de privacy. De woningeigenaar kan sindsdien alleen een nietszeggend misleidend zogenaamd taxatieverslag krijgen. Op basis van een modeltaxatieverslag verzonnen door de Waarderingskamer. Samenspanning van de wetgevende en de uitvoerende macht.
- Een probleem met het regelen van de rechtszekerheid was, dat rechters niet de deskundigheid hebben om (wiskundige) methodes van de waardebepaling te beoordelen. WOZ-rechters krijgen daarom een geheime cursus WOZ voor uitsluitend rechters. Rechters hanteren een aantal vaste regeltjes, zogenaamd afgestemd op de waardebepaling van een individuele unieke woning. Regeltjes, die niet op een wet berusten, deels afkomstig van de Waarderingskamer en vooral bedoeld om het de rechter makkelijk te maken in het voordeel van de gemeente. Samenspanning van de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht.
Met de komst van de wet WOZ is de Trias Politica verworden tot een Monas Politica. Miljoenen woningeigenaren krijgen jaarlijks een WOZ-waarde, die op inferieure wijze tot stand is gekomen. De helft van de woningeigenaren betaalt teveel OZB, de andere helft te weinig. Geen schrijnende toestanden, zoals bij de toeslagenaffaire, maar wel vele malen omvangrijker.
Helaas heeft FTM voor het WOZ-bedrog (nog) geen belangstelling getoond. Mogelijk is het niet spectaculair geno
Hendrik Poll 2
Gijs Groena. de OZB wordt bepaald o.b.v. de WOZ (een schatting van de waarde van de woning) en een door de gemeente zelf bepaald percentage; met eenzelfde WOZ ben je in de ene gemeente dus duurder uit dan in de andere
b. geconstateerde verschillen in de WOZ leveren een paar tientjes verschil op in de OZB;
Dus ik kan moeilijk volgen waarom deze bijdrage (voor de burger) belangrijker zou zijn dan de toeslagenaffaire..
Gijs Groen 1
Hendrik PollHendrik Poll 2
De belastingdienst heeft geprobeerd deze ellende aan te kaarten, helaas zonder resultaat. Nadat bleek dat een hoop burgers vooral administratieve fouten maakten heeft men geprobeerd die eerder op te sporen: een van de selectiemethodes die men daarbij gebruikte bleek die 2de nationaliteit te zijn. Bovendien heeft de AP daar al onderzoek naar gedaan en die komen tot een ander oordeel m.b.t. discriminatie.
In de jaren daarna zijn de gevolgen voor de burger terug te vinden in diverse stukken (zie bijv. jaarverslag van de Ombudsman) waar de 2de kamer niets mee deed. Waarom niet? Die vraag wordt niet aan Renske Leijten cs gesteld, helaas.
Kortom: de afgelopen decennia zijn door de partijen voor diverse uitvoeringsorganen ingewikkelde en strenge wetten ingevoerd, die niet werden getoetst op uitvoerbaarheid en adviezen werden genegeerd. Waarbij de 2de kamer zijn controlerende taak heeft verwaarloosd. Met alle gevolgen van dien.
Verder doorgraven op details en schuldvraag heeft weinig zin: het polariseert en draagt niet bij aan de oplossing van het probleem (waar ook de 2de kamer onderdeel van is).
GJ van Broekhoven 9
Hendrik PollDat de fraudewet er gekomen is, is te wijten aan 2e Kamerleden, waaronder Omtzigt, die op hoge poten van de regering harde wettelijke acties tegen fraudeurs hebben geëist.
Weekers heeft nog geprobeerd te wijzen dat dit tot ongewilde gevolgen leiden kan. Omtzigt heeft Weekers meegedeeld; bek houden en doen.
Dus er is gedaan. Lees; wetsvoorstel is ingediend en is goedgekeurd in beide Kamers.
En, super Pieterke is 2019 opeens de bink der binken??? Absoluut niet!!! Gewoonweg in Enschede blijven.
GJ van Broekhoven 9
Hendrik PollDe AWIR, de wet waar de toeslagenaffaire uit is voortgevloeid, is onder Balkenende II ingediend en ingevoerd.
Omtzigt is de grootste pleitbezorger van deze wet; diens achterban krijgt snel geld, dus dikke prima. Waarom zorgen maken over;
1. geen hardheidsclausule. Snel geld, dus niet belangrijk!
2. kleine fout alles terugbetalen. Snel geld, dus niet belangrijk!
En, medio 2013 heeft Omtzigt, net als andere Kamerleden om keiharde aanpak van fraudeurs gevraagd en gekregen.
Medio 2019 is Omtzigt opeens de grote redder, want hij heeft de toeslagenaffaire ontdekt; nadat hij; 1. daar mede verantwoordelijk voor is geweest, 2. 2013 de toestand heeft verergerd en 3. 2019 is hij opeens de grote redder.
Omtzigt is wat mij betreft ongehoord hypocriet en het voorbeeld van een Kamerlid dat met alle winden meewaait.
Omtzigt is ook verantwoordelijk dat de oude echte top ambtenaren zijn ingewisseld voor de top ambtenaren van de Algemene Bestuursdienst; 1. geen tegenspraak en 2. doen wat van hen verlangd wordt.
Het feit dat de 2e Kamer vrachten boter op de kop hebben, Omtzigt zeker, daar hoor en lees ik de 2e Kamer niet over.
GJ van Broekhoven 9
Hendrik PollOmtzigt is reeds jaren doende om een bloedlijn oorlog binnen het CDA te voeren. Onder Buma is die bloedlijnoorlog gestopt. Nadat Buma burgermeester is geworden is die oorlog weer verder gevoerd.
Denk dat het een mooi onderzoek van FTM waard is welk belang Omtzigt daarbij heeft; voor de eer zal hij dat zeker niet doen.
Indien hij het wel voor de eer doet, dan moet hij tamelijk van de leg zijn. Diens praktijken hebben er alleen toe geleid dat het CDA zetels in de 2e Kamer verloren heeft.
Het feit dat Omtzigt ook nog eens de formatie gijzelt, is ook in het geheel niet kies.
Het enige geluk dat Omtzigt heeft dat het leeuwendeel van de stemmers niet bij machte zijn de waarheid, de rol en het aandeel van Omtzigt bij de toeslagenaffaire te doorzien.
Rufina 1
Kortheidshalve volsta ik met enkele opmerkingen: De relatie Burger-Overheid is geregeld in de AWB. Bij uitstek die regels, w.o. de abbb, vormen de basiskennis in elk ambtelijk apparaat.
En over de KO-toeslagenaffaire:
De Raad van State, merkt in zijn advies van 23 juli 2004 bij het wetsvoorstel AWIR op "dat bij massale processen als de toekenning van huursubsidie, tegemoetkomingen bij kinderopvang en zorgtoeslagen, een hardheidsbepaling niet gemist kan worden om onbillijkheden van overwegende aard te voorkomen".
De verantwoordelijk bewindslieden volgden dat advies niet op: Het devies was "streng, strenger en nog strenger handhaven" en hardheidsclausules waren uit den boze.
Ware het voor de Tweede Kamer niet eenvoudiger én sneller geweest om te wijzen op de door de Raad genoemde risico's en tenminste een initiatiefvoorstel in te dienen om die hardheidsbepaling alsnog in de AWIR op te nemen ? Dan had de rechter al veel eerder zaken kunnen rechtzetten en schadevergoeding kunnen toekennen.
De huidige 'jacht op ambtenaren' onttrekt energie en menskracht aan daadwerkelijke oplossingen voor betrokken gedupeerden.
Ten slotte: Lees nog eens het artikel van Joep Dohmen terug in NRC 11-05-2013 https://www.nrc.nl/nieuws/2013/05/11/het-doorgeschoven-hoofdpijndossier-1245957-a812839
Hendrik Poll 2
RufinaAardige petitie die ik iedereen aanbeveel: https://petities.nl/petitions/graag-meer-inhoud-en-samenwerking-in-de-2de-kamer?locale=nl
GJ van Broekhoven 9
Hendrik PollDe 2e Kamer destijds, waar ook Omzigt zitting in heeft, heeft als mede-wetgever de het wetsvoorstel WIR getoetst. Tegen het ontbreken van de hardheidstoets noch tegen kleine fout alles terugbetalen is nul verweer gevoerd. Zij heeft bij het kruisje getekend. Dit ondanks meervoudig advies de wet anders te redigeren.
En ja hoor, super Pieterke is opeens; ZEVENTIEN JAAR later, opeens de bink der binken. Geheel ten onrechte.
De 2e Kamer, dus ook Omtzigt, zijn geheel incompetent, en, vinden het veel leuker om zich op te winden over tal van geheel onbelangrijke prietpraat.
Een erg belangrijke reden waarom de toeslagenaffaire is ontstaan is; de 2e Kamer is incompetent en doet als zeker twintig jaar niet datgene wat de grondwet van haar verlangt.
Omdat ook de huidige 2e Kamer dat inzicht nooit zal krijgen, zal de foute bestuurscultuur ook niet veranderen.
Jan Sinke 10
GJ van Broekhoven 9
Jan SinkeIn de kern;
1. Onder Balkenende zijn top ambtenaren veranderd in volgzame ambtenaren; flop ambtenaren is een betere naam.
2. de 2e Kamer heeft veel slechte wetgeving mogelijk gemaakt. Zijn mede-wetgever maar doen al jaren niet wat zij grondwettelijk dienen te doen.
Sjors Leeuwen 1
GJ van Broekhoven 9
Sjors LeeuwenHet probleem is ook de wetgeving en het beleid die de Kabinetten Balkenende, en de 2e Kamers destijds; met Omtzigt als Kamerlid, hebben veroorzaakt. Wetgeving is inderdaad veel te ingewikkeld; dat speelt reeds vanaf zeker 1990. De AWIR is een volgende stap; essentiële zaken, zoals hardheidsclausule, zijn bewust weggelaten, en, de Kamers, dus ook Omtzigt, hebben dit helemaal prima gevonden.
Het probleem met de AWIR is dat de wet is uitgevoerd zoals deze is bedoeld; hard en meedogenloos. Is dat redelijke; helemaal niet. Wie is dit aan te rekenen Balkenende II en de Kamers, dus ook Omtzigt.
Het probleem is ook dat Balkenende de wangedachte heeft ingevoerd dat de overheid een onderneming is. Nee, de overheid is de overheid en de burger is de burger. En ja, ook Omtzigt heeft die wangedachte helemaal dikke prima gevonden.
Het probleem is ook dat iedereen alleen Rutte de schuld geeft. Om zaken echt op te lossen moet men zeker twintig jaar terug, en, vanuit daar de zaak weer opnieuw en rechtsstatelijk gaan opbouwen.
Het probleem is ook dat de ABRvs een te beperkte visie heeft op de rechtsspraak. Haar visie is; wij toetsen niet of de wet in strijd is met hoger recht; lees de EVRM. Daarom dient de bestuursrechtspraak weggehaald te worden bij de ABRvs en te worden ondergebracht bij de rechtspraak.
Op eigen titel meen ik dat Omtzigt gezien diens enorme aandeel in de toeslagenaffaire als Kamerlid dient terug te treden; die man is een draaikont die thans probeert te doen alsof hij een zier geeft om de burgers. Mooi in Enschede blijven!
GJ van Broekhoven 9
Het probleem is met name de ambtelijke top. Als gevolg van de Algemene Bestuursdienst, ingediend onder Balkenende, is bewust een einde gemaakt van echte top ambtenaren, die hun departement of dienst van haver tot gort kennen; echte kwaliteit dus. Nog belangrijker zij kunnen en zullen weerwoord voeren tegen slecht beleid. Dit heeft de Algemene Bestuursdienst “vakkundig” om zeep geholpen. Top ambtenaren moeten rouleren, dat zou veel beter zijn. Niet voor het departement of dienst en al helemaal niet voor de burger. Voor wie is het dan toch beter. Voor de ministers in de regering; zij hebben volgzame “top” ambtenaren die vooral geen verweer zullen voeren tegen te vaak achterlijke wetgeving en achterlijk beleid. En de nationale praatclub; de 2e Kamer heeft weer eens bij het kruisje getekend.
Bij de dienst toeslagen heeft Blokpoel diens onwezen uitgeleefd;
1. het oude corps binnen de belastingdienst zijn beweerdelijk fossielen (want, hebben (vak)kennis), dus moeten weg.
2. het oude ICT systeem van de belastingdienst moet weg, zonder dat een nieuw en goed werkend ICT systeem er is.
3. het beleid inzake toeslagen moet digitaal stuurbaar zijn; gericht op winst; hoe achterlijk.
4. dat bij de fraudejacht ook onschuldigen getroffen zijn is colleteral damage.
5. etc.
Blokpoel c.s. zijn als beloning nog steeds werkzaam voor de Algemene Bestuursdienst; bizar.
Dus, allereerst de destijdse regering Balkenende en de 2e Kamer, met ondermeer Omtzigt daarin zijn schuld aan deze droevige ontwikkeling. Daarnaast zijn de voor de ellende verantwoordelijke “top” ambtenaren aansprakelijk. Dit kan niet op dit moment; zij dienen dringend aansprakelijk te stellen zijn.
j.a. karman 5
GJ van BroekhovenHet werkelijke probleem kan daar net onder zitten. Onzichtbaar blijvend maar met veel macht van alles besturen dan wel een technische uitvoering boven de functionele werking stellen.
GJ van Broekhoven 9
j.a. karmanEen probleem zijn mijns inziens wel degelijke de top ambtenaren die tijdelijk een ambtelijke top functie bekleden en hebben bekleed. De oude top ambtenaren, dus voordat de Ambtelijke Bestuursdienst onder Balkenende is ingevoerd, hebben hun departement of dienst op hun duimpje gekend. Dat is bij de huidige ambtelijke sprinkhanen niet langer het geval. Het doel van Balkenende is destijds geweest om tegenspraak van de zijde van de ambtelijke top te voorkomen / in te perken; wat is gelukt helaas.
Blokpoel heeft zoals u dat weet de broedkamer een zeer warm hart toegedragen. Hij heeft het, mijns inziens waan, idee dat alles digitaal stuurbaar is; een soort van ambtelijke Haemers, alleen niet van de ING, waarbij hij kennelijk van mening is dat het gedrag van burgers digitaal stuurbaar is (onjuist mijns inziens), maar ook, dat het niet erg is indien wat burgers de klos worden om fraudeurs te grijpen (eveneens onjuist mijns inziens). Wat Blokpoel uit de kooi heeft gelaten is denk ik mede een onderdeel van de toeslagenaffaire.
Een mogelijkheid kan zijn, dat het monster broedkamer nog steeds bij de dienst toeslagen rondwaart. Of dit zo is, dient nog bewezen te worden.
j.a. karman 5
GJ van BroekhovenDe te stellen vraag is: waarom heette het de broedkamer?
Als je vernieuwing en verandering wilt dan moet je aan iets nieuws beginnen met niet dezelfde mensen. De broedkamer is opgezet in eind 2013, begin 2014. Dat is en een periode waar het met de toeslagen al fout liep. Je kunt in d wobs wonderlijke zaken terugvinden zoals de queries. Dat betrof een afdeling die met toegang tot de centrale systemen op verzoek aparte lijstjes afleverde (excel q-drive).
Het waren dat soort werkzaamheden wat massaal zonder overzicht en inzicht getracht werd een centrale plaats te geven. Toeslagen wilde duidelijk niets met die broedkamer te maken hebben. Het is zichtbaar in de wobs dat eerste informatie via BIA opgevraagd werd (later opgegaan in de broedkamer) later bij e&i.
Wat je leest is dat meerdere afdelingen massaal toegang hebben tot massale gegevens en dat her en der overal eigen data analyses plaatsvinden. Daar zit een interne machtsstrijd bij want dit is technologie en een voorziening die elke manager graag bij zich heeft. Intern machtsstrijd is niet goed voor totale resultaat en als daarbij het doel van de activiteiten ondergeschikt raakt is dat vermoedelijk de huidige situatie. Nee de broedkamer in zijn oude opzet bestaat niet meer, ik geloof dat het teruggegaan is naar de opzet van voor 2013 waarbij de silo gedachte met technisch data verzamelen centraal stond.