Waar halen Europese politieke partijen hun centen vandaan? En waar gaat dat geld vervolgens naartoe? Welke gulle gevers doneren aan Europese politieke partijen, en waarom?

In de aanloop naar de Europese verkiezingen duiken journalisten Lise Witteman en Dieuwertje Kuijpers in een gevoelig onderwerp: de financiën van Europese partijen en hun wetenschappelijke bureaus. Want hoewel de Europese Unie strikte regels kent als het gaat om transparantie over financiën en partijdonaties, is het daadwerkelijk vinden van deze cijfers een hele klus.

En dat is een probleem, want Brussel krijgt steeds meer macht en trekt daarom steeds meer lobbyisten naar zich toe. Daarom hebben Lise en Dieuwertje zelf twee omvangrijke datasets samengesteld. Dit onderzoek geeft je een inkijkje in de kasstromen.

11 artikelen

© JanJaap Rypkema

Het netwerk van Eurosceptische donatieritselaars

Eurosceptische partijen kennen een bont gezelschap aan financiers, die onderling vaak opmerkelijke contacten onderhouden. Neoconservatieven, orthodoxe christenen, nationalisten en radicaal-links: allemaal vinden ze hun weg naar de portemonnee van de Europese politiek.

Dit stuk in 1 minuut
  • Voor dit artikel kijken we naar de donateurs achter eurokritische partijen. De reden: we zagen bij meerdere partijen dezelfde donateurs opduiken, die banden onderhouden in onder meer denktanks en opleidingsinstituten.
  • Dat heeft deels een ideologische reden: conservatieven, christen-conservatieven, nationalisten en radicaal-linksen hebben soevereiniteit en zelfbeschikking allen hoog op de agenda staan en vinden elkaar in hun kritiek op de Europese Unie.
  • Hoewel Euroscepsis vanuit met name rechtse hoek veel aandacht trekt, is het fenomeen zeker geen nieuw of exclusief rechts fenomeen.
  • De reden dat evenwel met name de rechtse Eurokritische hoek recentelijk in de kijker staat, heeft een andere reden: conservatieve en ultra-nationalistische partijen gebruikten donaties als middel om met subsidie te frauderen.
Lees verder

‘Het wereldwijde hoofdkwartier van de strijd om de judeo-christelijke basis van de westerse beschaving te verdedigen’. Als het aan oprichter Benjamin Harnwell ligt, is dat wat het Dignitatis Humanae Institute moet worden. Sinds begin dit jaar zetelt het instituut in het klooster van Trisulti, zo’n honderd kilometer ten zuidoosten van Rome. Vanuit het achthonderd jaar oude gebouw moet ‘de volgende generatie’ rechts-conservatieve politici worden opgeleid om het westen van de ondergang te redden.

Christelijke martelaars, zoals de heilige apostel Bartolomeüs, vormen daarbij een grote inspiratiebron, zo verklaart Harnwell tegenover de camera’s van Deutsche Welle: ‘Je moet wel onthouden dat het Christendom de meest vervolgde godsdienst ter wereld is. In het westen willen we dat nog wel eens vergeten.’ 

Harnwell is geen onbekende in conservatieve kringen. De Britse katholiek zat tot 2016 in het bestuur van de European Christian Political Movement (ECPM), de europartij waar ook de Nederlandse SGP en ChristenUnie zich bij aangesloten hebben. En ook aan de andere kant van de oceaan heeft Harnwell contacten: zo benoemde het Dignitatis Humanae Institute in februari de aartsconservatieve Amerikaanse kardinaal Raymond Leo Burke tot erevoorzitter. In september 2018 werd bekend dat niemand minder dan Steve Bannon het programma van het opleidingsinstituut samenstelt.

De voormalig adviseur van de Amerikaanse president Donald Trump komt uit een katholiek nest, maar zijn geloof is niet de voornaamste reden dat hij bij deze christenconservatieve club betrokken is geraakt. Dat blijkt wel wanneer hij de pers toespreekt in een zaaltje van het klooster: ‘De populistische, nationalistische soevereiniteitsbeweging heeft geweldige politici, een geweldige boodschap, en nu begint het balletje ook echt te rollen’. Met een beetje geluk zit er volgens Bannon bij de Europese Parlementsverkiezingen in mei misschien wel een ‘stunning victory’ in.

Overeenstemming

Het is niet uitzonderlijk dat rechts-populisten optrekken met conservatieve gelovigen. Als hoofd van de verkiezingscampagne van Trump kreeg Bannon het bijvoorbeeld voor elkaar dat zo’n 80 procent van de witte evangelicals in de VS op zijn kandidaat stemden. En in Nederland onderhoudt het seculiere Forum voor Democratie warme banden met de SGP: zo berichtte het Reformatorisch Dagblad in december 2018 dat FvD-leider Thierry Baudet een ontmoeting had gehad met een groep ondernemers uit SGP-kringen. Één van hen, tevens zelfverklaard 'vreugdevol lid' van zowel SGP, ChristenUnie als CDA, is zelfstandig ondernemer en fanatiek twitteraar Cor Verkade. Hij verleent in Amsterdam huisvesting aan het FvD.

In het Europees Parlement komen de twee partijen binnenkort waarschijnlijk in één fractie te zitten: in februari maakte FvD bekend zich aan te sluiten bij de eurosceptische Alliantie van Conservatieven en Hervormers in Europa (ACRE). In het parlement voegen zij zich dan bij de fractie van ‘Europese Conservatieven en Hervormers’ (ECR), waar ook de Europarlementariërs van de ECPM inzitten. Wringt dit niet met de seculiere waarden die Forum voor Democratie nationaal gezien uitdraagt? Derk Jan-Eppink van Forum voor Democratie reageert — overigens als enige lijsttrekker — persoonlijk op onze vragen. Hij verzekert dat zijn partij, wanneer deze eenmaal lid is van ACRE in Europa, alleen steun zal verlenen aan projecten ‘die staan in het teken van ons eigen beginselprogramma en standpunten. Ongeacht wat partijen uit andere landen doen.’ 

Deze wrijving tussen waarden geldt ook voor Europese christenen onderling. Zo ontving de ECPM tussen 2014 en 2018 in totaal 17.500 euro van de Brusselse lobbykoepel European Dignity Watch. Deze organisatie, die warme banden onderhoudt met Amerikaanse neo-conservatieve fondsen, lobbyt actief tegen vrouwen- en homorechten. De ECPM laat desgevraagd weten ‘met [European Dignity Watch] overeenstemming’ te vinden ‘over de bescherming van de menselijke waardigheid.’ De partij voegt evenwel toe: ‘Samenwerken betekent niet dat we met deze organisaties het 100 procent eens zijn. We maken voortdurend de afweging welke partners en samenwerkingsvormen het meest geschikt zijn om onze idealen te realiseren.’

Over dit onderzoek

Voor deze dataset hebben wij gekeken naar vijftien Europese partijen, waaronder de tien die in 2018 nog in aanmerking kwamen voor subsidie vanuit het Europees Parlement. Dat zijn:

  • De Alliantie van Conservatieven en Hervormers in Europa (ACRE), met als Nederlandse lid het Forum voor Democratie (nog niet officieel);
  • De Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE), met daarin de VVD en D66;
  • De Europese Christelijke Politieke Beweging (ECPM), met SGP en de ChristenUnie;
  • De Europese Democratische Partij (EDP);
  • De Europese Vrije Alliantie (EFA);
  • De Europese Groene Partij (EGP), met daarin GroenLinks;
  • Europees Links (EL);
  • De Europese Volkspartij (EPP), met daarin het CDA;
  • De Beweging voor een Europa van Naties en Vrijheid (MENL);
  • De Partij van Europese Socialisten (PES), met daarin de PvdA;
  • De Europese Alliantie voor Vrijheid (EAF);
  • De Europese Partij voor Democratie (EUD);
  • De Alliantie voor Directe Democratie in Europa (ADDE);
  • De Alliantie voor Vrede en Vrijheid (APF);
  • De Beweging voor een Europa van Vrijheden en Democratie (MELD).
Lees verder Inklappen

Eppink, een toekomstige fractiegenoot van ECPM maar voorstander van het homohuwelijk, wijst erop dat het ‘familierecht geen EU-bevoegdheid is en volledige zaak van de lidstaten’. Deze wrijving tussen idealen is daarmee niet per se gelieerd aan de conservatieven, zegt Eppink: ‘Poolse socialisten en christendemocraten hebben het homohuwelijk ook niet ingevoerd toen zij aan de macht waren. Dus u kunt de PES (sociaaldemocraten) en de EVP (christendemocraten) hetzelfde vragen. In feite alle fracties in het Europees Parlement die hiermee te maken hebben’.

De ChristenUnie, onder wiens leden het homohuwelijk onderwerp van discussie is, benadrukt dat samenwerken niet meteen betekent dat ze het met alle standpunten van de ander eens zijn. De partij voegt eraan toe zich ‘niet verbonden te voelen met populisten’ en ‘te staan voor onze eigen christelijke-sociale idealen’. 

Ondanks de reserveringen uitgesproken door partijvertegenwoordigers, zien politicologen wel degelijk een flirt vanuit populistisch rechts met het christendom. De in Euroscepsis gespecialiseerde politicoloog Hans Vollaard herkent dat vooral als een positionering tegenover de islam: ‘Joods-christelijke beschaving is het sacrale codewoord voor een cultureel, en in zekere mate seculier en liberaal “anti-islamisme”. Die vlieger gaat vooral op voor LPF en PVV, maar in mindere mate ook voor de Deense Volkspartij en Zweedse Democraten. Ook Front National — met een conservatieve katholieke vleugel — heeft geleidelijk aan minder belang gegeven in zijn verkiezingsprogramma aan traditionele waarden, in ieder geval tot een aantal jaar geleden. Dus niet alle radicaal-rechtse partijen, die vaak eurosceptisch zijn, willen zonder meer traditionele familiewaarden ondersteunen.’

‘Zoveel christenen, zoveel politieke overtuigingen in Europa’

Volgens politiek socioloog Matthijs Rooduijn van de UvA maakt het in de praktijk niet uit dat mensen die op populisten stemmen in West-Europa, eigenlijk helemaal niet zo religieus zijn. Zelfs het gegeven dat de Oost-Europese (populistische) collega’s dikwijls ten strijde trekken tegen seculiere verworvenheden als het homohuwelijk, vormt geen probleem. Rooduijn: ‘Het gaat deze politici immers meer om de gezamenlijke waarden, tradities en onze identiteit die een christelijke oorsprong zouden hebben. Baudet is bijvoorbeeld zelf atheïstisch, maar hecht wel sterk hieraan.’ 

‘Er zijn ook reserves’, observeert Vollaard. ‘Forum vindt de vrijheid van meningsuiting belangrijker dan de vrijheid van godsdienst. Dat zal je de SGP niet horen zeggen. Je ziet ook vanuit de ChristenUnie verzet tegen de toetreding van het FvD tot de conservatieve ECR-groep in het Europarlement’. 

Bovendien wijst Vollaard erop dat juist de christendemocratische partijen als het CDA en de Duitse CDU/CSU een cruciale rol hebben vervuld in de start en continuering van Europese integratie. Het is dus niet zo dat alle christenen in de eurokritische hoek zitten en per se de standpunten delen van rechtspopulisten die met de christelijke culturele identiteit dwepen. Vollaard: ‘Denk aan de paus die juist een verwelkomend gebaar maakt naar migranten, tot afschuw van de Lega die zegt de joods-christelijke beschaving te willen verdedigen. Daarnaast zijn zeker in Noordelijke landen mainstream-protestanten in vergelijking met andere gelovigen vrij liberaal in kwesties als homorechten en vrouwengelijkheid. Zoveel christenen, zoveel politieke overtuigingen in Europa.’

Bart Staes, Belgisch Europarlementariër voor de Groenen, merkt nochtans op dat de bundeling van christelijke en nationalistische krachten versterkend werkt: ‘Wanneer het gaat om donaties vanuit de christen-conservatieven, zit daar een duidelijk maatschappijbeeld achter. Dat beeld is van alle tijden, maar wordt wel uitgesprokener. Je ziet dat aan de amendementen die ingediend worden in het Europees Parlement: tegen seksuele rechten van vrouwen, tegen abortus, tegen geboortebeperking. Daaraan herken je dat ze sterker zijn geworden en zich beter hebben kunnen organiseren.’

Aspirant-Europarlementariër Eppink ziet vooralsnog juist ‘een culturele ontwikkeling in Europa, waarbij het huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht veld wint. Dat is goed. Maar het verschilt van land tot land.’

Linkse sceptici

Intussen kent de eurosceptische vergaarbak nog meer diversiteit. Hoewel het speelveld op partijniveau wordt gedomineerd door rechts en (christen)conservatieven, neemt dit niet weg dat men zich ook op de linkerflanken hard maakt voor subsidiariteit. Dat wil zeggen: voor besluitname op een zo regionaal (en nationaal) mogelijk niveau.

Het fenomeen euroscepsis is binnen de Europese Unie dan ook niets nieuws, en zeker niet exclusief een rechts fenomeen, vertelt Vollaard. ‘Denk maar aan de Gaullisten en de communisten. Na de eerste verkiezingen in 1979 kon bijna 20 procent van het nieuwgekozen Europarlement worden omschreven als eurosceptisch.’ 

In de EUD zetelen groene parlementariërs, maar de donaties komen van eurosceptische denktanks

Als ander voorbeeld wijst hij op het Britse Labour, wat begin jaren ‘80 uit de Europese gemeenschap wilde treden. Ook de Griekse partij PASOK van voormalig minister-president George Papadreou is als eurosceptisch te omschrijven. Vollaard: ‘Het is een oudere traditie van verzet tegen een liberale markt geleid door het grootkapitaal. Dat verzet is de laatste jaren gevoed door de beperkte (automatische) solidariteit in de Europese muntunie, waarbij het recept was dat Eurolanden weer concurrerend moesten worden door bezuinigingen op onderwijs, zorg, overheid en pensioenen en door loonverlaging. Euroscepsis heeft daarom in Zuid-Europa juist ook vaak een links karakter.’

Zo zetelen in de Europese Partij voor Democratie (EUD) twee Europarlementariërs van groene partijen uit respectievelijk Denemarken en Letland, maar zijn de donaties met name afkomstig van Zweedse en Britse eurosceptische denktanks. Opvallend is ook een donatie van OpenEurope UK: een zelfbenoemde ‘denktank’ die de belangen van Britse ondernemers behartigt. Een donatie die je dus eerder bij de rechtse Eurosceptische partijen zou verwachten

Daarnaast zien we tussen de donaties aan EUD ook een relatief groot aandeel donaties vanaf Malta: ruim 10 procent. Dat is te verklaren door het lokale netwerk van de voormalige sociaaldemocratische vice-president Sharon Ellul Bonici. Dit wil niet zeggen dat de Maltese Ellul Bonici zonder meer te zien is als een links eurosceptisch politica: ze werkte eerder voor Europa van Vrijheid en Directe Democratie (EFDD), de eurosceptische groep onder voorzitterschap van Nigel Farage. Later stapte ze over naar Marine le Pen’s ultra-rechtse Alliantie voor Vrede en Vrijheid (APF).

Haar echtgenoot, Kevin Ellul-Bonici, bleef wel werken voor de club van Farage in Brussel, maar werd in 2015 ontslagen nadat op camerabeelden was te zien hoe hij controversiële folders over de Litouwse president Dalia Grybauskaité achterliet in de postvakjes van Europarlementariërs. Volgens medewerkers van Grybauskaité was deze lastercampagne georchestreerd door de Russen, als reactie op haar kritische uitspraken over het Kremlin tijdens de Oekraïne-crisis. Twee voormalige medewerkers van de Eurosceptische partij verklaarden later aan The Guardian dat Ellul-Bonici een graag geziene gast was op de Russische ambassade in Brussel. Het incident staat in Brusselse kringen bekend als het ‘Rode Dalia’-schandaal.

Boekhoudtruc

Hoewel euroscepsis niet een exclusief rechts fenomeen is, liggen de laatste jaren met name de rechtse eurosceptici onder een vergrootglas. Reden hiervoor is het veelvuldig toepassen van een boekhoudkundige truc in het conservatieve en rechtse eurosceptische spectrum. Deze truc begon op te vallen door de hoeveelheid donaties door individuen. Want waar bij de overige partijen zo’n 10 procent van de donaties uit individuele zak komt, is dat bij eurosceptici ongeveer het dubbele, zo blijkt uit onze data. Ook krijgen de eurosceptici ruim 10 procent meer donaties vanuit eigen de partijpolitieke achterban: 49 procent, tegenover 38 procent bij de rest.

Hoe is het mogelijk dat partijen van eurosceptische snit — en dan met name de ACRE en de Alliantie voor Directe Democratie in Europa (ADDE) — zoveel vrijgevige individuen weten te bereiken? Het wekt geen verbazing bij de Vlaamse politicoloog Wouter Wolfs, die in april promoveerde op Europese partijfinanciën aan de universiteit van Leuven. Wolfs: ‘De kritische vraag die je bij elke gift moet stellen: waarom zou iemand dat doen? Want Europese politieke partijen zijn op dit moment gewoon niet zo belangrijk. Ze hebben heel weinig kans om het besluitvormingsproces te beïnvloeden.’

De verklaring, weet Wolfs, zit hem grotendeels in een creatieve boekhoudtruc, ook wel bekend als de ‘donatiecarrousel’ Daarbij ronselen stichtingen donateurs om oneigenlijk aanspraak te maken op subsidiegelden, zegt Wolfs; gelden ‘die de eurosceptische partijen vervolgens hebben gebruikt voor hele andere doeleinden dan waarvoor die subsidies zijn bedoeld.’

Dit was ook de conclusies van collega’s van Apache, NRC Handelsblad en het Poolse Gazeta Wyborcza. Deze media berichtten al in 2016 over schimmige individuele donaties die vanuit Polen naar ACRE en haar stichting New Direction vloeiden. Vergelijkbare praktijken deden zich voor bij de eurosceptici van de ADDE en diens stichting IDDE.

De reden voor het gesjoemel was dat Europese organisaties een bepaald percentage aan eigen kapitaal moeten inbrengen om aanspraak maken op de subsidies van het Europees Parlement. Om in de boeken aan die eis te voldoen, ronselde IDDE bijvoorbeeld individuele donateurs, die vergoed werden met opdrachten en contracten. Zo bevond zich onder de gulle gevers een Poolse vrouw met een hondenkapsalon, die 12.000 euro had overmaakt. Ook werden er valse adressen opgegeven in de registers en bleken de opgegeven locaties van partijkantoren na onderzoek van het Belgische Apache niets meer dan brievenbussen.

Het subsidiegeld dat de eurosceptici hiermee binnenhaalden, werd vervolgens in andere activiteiten gestopt. Zo werd het geld in Nederland gebruikt in aanloop naar het Oekraïnereferendum: denk aan een Telegraaf-advertentie van 14.500 euro gefinancierd door IDDE en de Nederlandse ondernemer Erik de Vlieger voor de GeenPeil campagne om handtekeningen te verwerven. UKIP gebruikte het Europese geld van de ADDE ook voor nationale doeleinden: het financierde onder meer Nigel Farage’s eigen campagne om verkozen te worden als Brits Parlementslid.

‘Moet u goed luisteren. Ik wil hier niks mee te maken hebben en heb er ook niets over te zeggen. Goedendag.’

Ook Nederlandse ondernemers draaiden mee in de carrousel, zo constateerde NRC. Één van de trouwe Nederlandse donateurs aan zowel IDDE als ACRE is zakenman en eventplanner Franciscus Altenburg: hij doneerde de afgelopen jaren in totaal 42.000 euro (op eigen naam en via zijn holding) aan beide eurosceptische partijen. De broer van zijn partner stortte eveneens 5.000 euro, ditmaal via zijn bedrijf Buildnet, een kleine websitebouwer uit Haarlem.

Hoe komt het dat de Nederlandse horecasector zo vrijgevig is richting Eurosceptici? Altenburg wil die vraag niet beantwoorden. Eigenlijk geen enkele vraag van Follow the Money: ‘Moet u goed luisteren, laat ik hier duidelijk over zijn. Ik wil hier niks mee te maken hebben en heb er ook niets over te zeggen. Goedendag.’

Eerder weigerde Altenburg ook al de collega’s van NRC en Apache te woord te staan. Deze media kwamen er eind 2016 achter dat het sympathieke Haarlemse webbedrijfje Buildnet eigendom is van de zwager van Altenburg. Zijn vrouw, Eline van den Broek-Altenburg, was tien jaar geleden tijdens de verkiezingen lijsttrekker van de pan-Europese partij Libertas. Haar onderzoeksbureau (Quid Novi Foundation) kreeg vervolgens een contract van de denktank van de Eurosceptische partij, IDDE, ter waarde van 35.000 euro.

De omvang van deze donatiecarroussel, waarbij donaties aan Europese partijen lucratieve contracten opleveren, is lastig in kaart te brengen. Juist omdat Europese partijen niet transparant zijn over hun uitgaven, en aan wie ze opdrachten gunnen.

Daarnaast leerde Follow the Money dat niet alleen individuen, maar ook nationale politieke partijen zich soms lenen om subsidie te verkrijgen op oneigenlijke gronden. Zo vallen de kleinere, strikt nationalistische Europese partijen met eurokritische agenda’s — zoals de Beweging voor een Europa van Naties en Vrijheid (MENL) en de extreemrechtse APF — juist op door donaties vanuit partijpolitieke kring. In tegenstelling tot hun conservatieve collega’s moeten deze partijen (MENL en APF) vooral zichzelf bedruipen: alle 21 donaties kwamen van nationale partijen als Front National, Vlaams Belang en Lega Nord. Tussen 2014 en 2018 stroomde er in totaal 749.349,70 euro uit nationalistische partijkassen naar de Europese koepelpartij.

Dezelfde groep volksvertegenwoordigers vangt tweemaal subsidie

En ook hier wordt er een boekhoudkundige truc toegepast. Europese partijen dienen bijvoorbeeld volksvertegenwoordigers te hebben in minimaal zeven verschillende EU-lidstaten om in aanmerking te komen voor subsidie; om elkaar hierin een handje te helpen, hebben nationale radicaal-rechtse partijen meerdere Europese collegapartijen gesteund.

Zo zien we in de donatielijsten dat de nationalistische Oostenrijkse FPÖ en het Franse Front National zowel MENL als de Europese Alliantie voor Vrijheid (EAF) financieel steunde. ‘Dit zorgt voor meerdere Europese partijen die feitelijk dezelfde achterban vertegenwoordigen’, waarschuwde eurocommissaris Frans Timmermans april vorig jaar. Met andere woorden: dezelfde groep volksvertegenwoordigers vangt tweemaal subsidie door zichzelf als twee aparte Europese partijen voor te doen.

Sinds vorig jaar kunnen Europese politieke partijen niet langer door individuen worden opgericht, maar moet dit door een politieke partij worden gedaan. Hiermee wordt in ieder geval deze specifieke vorm van subsidiefraude tegengegaan.

 Hoewel Euroscepsis dus zo oud is als het Europees Parlement zelf, laten de donaties zien dat een pleidooi voor meer regionale of ideologische soevereiniteit al snel partij overschrijdende dwarsverbanden creëert. Maar ook de pro-Europese partijen hebben zo hun manieren om grote bedragen binnen te hengelen. Derk Jan Eppink, lijsttrekker voor Forum van Democratie, vindt het hoog tijd dat die laatsten onder de loep worden genomen. Volgens hem liggen namelijk de projecten van Eurocritici ‘onder het vergrootglas’, terwijl ‘Europese christendemocraten, socialisten en liberalen galant worden behandeld’.

Of hij daar een punt heeft, zet Follow the Money volgende week uiteen. Dan wordt het vizier gericht op de donateurs van Eurominnende partijen.

Dossier

Blijf op de hoogte

Dieuwertje Kuijpers en Lise Witteman doen onderzoek naar de financiën van Europese politieke partijen. In de aanloop naar de Europese Parlementsverkiezingen publiceren ze hun bevindingen op Follow the Money.

Alle artikelen in het dossier vind je hier:

Lees het hele dossier

Wil je niets missen? Volg dit dossier en we sturen je een seintje als er een nieuw stuk online staat.