
De coronapandemie zet de wereld op zijn kop. Wie betaalt de rekening? En wie profiteert? Lees meer
Het virus SARS-CoV-2, beter bekend als het coronavirus, dook eind 2019 op in de Chinese provincie Hubei. In een paar weken tijd veroorzaakte het een epidemie, waarna het zich over de rest van de wereld verspreidde. Begin maart 2020 verklaarde de World Health Organisation de ziekte tot een pandemie en gingen landen wereldwijd 'op slot'.
Met het coronavirus is een crisis van historische proporties ontstaan, niet alleen medisch, maar ook economisch. In de vorm van steunfondsen en noodmaatregelpakketen werden bedrijven wereldwijd met vele miljarden op de been gehouden.
Waar met geld gesmeten wordt, liggen misbruik en fraude op de loer. Daarom volgt FTM de ontwikkelingen op de voet. Wie profiteert van de crisis? En welke oplossingen dienen welke belangen?
Minister Conny Helder laat mondkapjesdebat in verwarring ontaarden
20 miljoen mondkapjes van Sywert van Lienden gaan definitief de verbrandingsoven in
Corona en belastingtrucs maken van Pfizer het meest winstgevende bedrijf van Nederland
Viruswaarheid van Willem Engel lijkt uitgeraasd, waar blijft het binnengehaalde kapitaal?
Zes brandende kwesties na het rapport van Deloitte over de mondkapjesdeal
Hoe het gerucht over de vermeende corruptie van Jaap van Dissel de wereld werd ingeholpen
Sywert van Lienden maakte veel meer winst op mondkapjes dan hij het ministerie vertelde
Blijvende Q-koorts krijgt nog minder aandacht dan post-covid
Van zwarte lijst naar chief security: de onwaarschijnlijke carrièreswitch van een ict-criticus
Ministerie van VWS maakt van openbaarmaking corona-documenten een jarenlange opgave
© Matthias Leuhof
Alleen deze exit-strategie kan ons uit de corona-lockdown bevrijden
Vandaag is de ‘intelligente’ lockdown bijna twee maanden van kracht. Sindsdien is het leven in Nederland radicaal veranderd: het land zit op slot. Maar nu de intensive care units niet meer onder hoogspanning staan, neemt de roep om versoepeling toe. Het kabinet is naarstig op zoek naar manieren om de samenleving van dit juk te bevrijden. Dat kan door onzekerheid te omarmen; bondskanselier Merkel gaf vorige week het goede voorbeeld.
In de loop van januari kreeg het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gaandeweg meer vragen voorgelegd over het virus dat Wuhan en grote delen van China platlegde. In eerste instantie was hun reactie geruststellend. De kans dat er ‘een patiënt in Nederland zou zijn is klein,’ ‘we bereiden ons voor op een mogelijke uitbraak’ en ‘de ziekte lijkt, met wat er nu bekend is, niet zo heel besmettelijk’.
In Nederland waanden we ons veilig, maar zonder dat we het wisten was onze onzichtbare vijand al onder ons. ‘Nee, jullie hoeven je geen zorgen te maken,’ was het devies op 21 februari. Zes dagen later werd de eerste besmetting vastgesteld bij een inwoner van Loon op Zand. Twee weken later, op 12 maart, volgde een oproep aan alle Nederlanders: ‘Blijf thuis en mijd sociaal contact.’
Het was de start van de lockdown, een periode met voor Nederland ongekende maatregelen, waarbij het sociale en economische verkeer voor een groot deel werd stilgelegd. Intussen ligt de piek achter ons, kunnen we even op adem komen; tijd die we goed kunnen gebruiken om na te denken over de toekomst. Wat is nu de beste strategie voor volksgezondheid, zorg en economie?
De verspreiding van een virus is exponentieel, een concept waarmee weinig mensen bekend zijn
Verdubbelingen en halveringen
Het coronavirus heeft wereldwijd snel om zich heen gegrepen. Zo snel dat het lijkt of het niet gebonden is aan de natuurwetten waar we onbewust op vertrouwen. Maar niets is minder waar.
Veel mensen denken dat een virus ongeveer hetzelfde is als een bacterie, misschien omdat het allebei onzichtbare ziektemakers zijn. Maar ze verschillen enorm van elkaar. Een bacterie leeft en is in essentie een klein beestje, een eencellig micro-organisme. Onder de juiste omstandigheden kunnen bacteriën zich heel snel vermeerderen, en sommige soorten kunnen zelfs onder extreme omstandigheden overleven.
Een virus is een levenloos pakketje erfelijke stoffen met een duidelijke opdracht: ‘Gaat heen, en laat u vermenigvuldigen.’ Die opdracht kan alleen worden uitgevoerd door een cel van een levende gastheer binnen te dringen. Daar gebruikt het virus de machinerie van de gastheer om zichzelf te vermenigvuldigen. Nieuwe virusdeeltjes komen vrij en kunnen dan weer nieuwe gastheercellen infecteren.
In de microbiologie wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten potentiële ziekteverwekkers: bacteriën, virussen en parasieten.
Bacteriën
Bacteriën zijn eencellige micro-organismen zonder kern. Ze komen vrijwel overal voor en dus ook in het menselijk lichaam. Sterker nog, in je lichaam verblijven meer bacteriën dan je aan eigen lichaamscellen hebt. Een groot deel daarvan doet zinvol werk en is cruciaal voor je stofwisseling en afweer. Alle onschadelijke bacteriën samen worden ook wel de ‘microbiota’ genoemd.
Er zijn ook bacteriën die ziektes als diarree, luchtweginfecties, of hersenvliesontsteking veroorzaken. Dat ziek maken verloopt op verschillende manieren, bijvoorbeeld door het uitscheiden van toxines of het onderdrukken van de immuunrespons van de gastheer.
Ziektes die door bacteriën worden veroorzaakt, kunnen meestal bestreden worden met antibiotica. Dergelijke middelen hebben als doel om bacteriën in je lichaam te doden en richten zich op specifieke soorten (smalspectrum antibiotica) of juist op de eliminatie van een groot aantal families (breedspectrum antibiotica).
Virussen
Virussen zijn levenloze infectieuze micro-deeltjes, die allerlei ziekten kunnen veroorzaken. In tegenstelling tot bacteriën is hun vermenigvuldiging afhankelijk van een levende gastheercel. Eenmaal binnengedrongen gebruiken ze de machinerie van de gastheercel om zichzelf te vermenigvuldigen. Daarna komen er nieuwe virusdeeltjes vrij, die weer nieuwe gastheercellen infecteren.
Er zijn virussen in allerlei soorten en maten. Ze worden daarom ingedeeld in families, zoals herpes-, corona- en retrovirussen. Sommige daarvan veroorzaken slechts milde ziektes; denk aan een loopneus, een koortslip of een lichte griep.
Maar er zijn ook ernstige aandoeningen die door virussen worden veroorzaakt, bijvoorbeeld hiv, sars en ebola. Voor sommige virusinfecties zijn behandelingen beschikbaar, gericht op genezing of het onderdrukken van het verloop van de infectie. Er zijn ook virusinfecties waartegen nog geen remedie bestaat.
Een virale infectie kan niet worden behandeld met antibiotica: een virus leeft niet en is daarom niet te doden. Antivirale medicijnen zijn daarom meestal gericht op het verstoren van de reproductie van het virus. Een andere manier om virusinfecties te voorkomen is vaccinatie: daarmee leert het lichaam specifieke virussen te herkennen en bestrijden. Het eigen immuunsysteem is uiteindelijk nog het beste in staat om virusinfecties te elimineren.
Parasiet
Een parasiet is een organisme dat met een ander organisme samenleeft. Hij gebruikt de gastheer om in leven te blijven en zichzelf te vermenigvuldigen. Hoewel deze relatie ten koste gaat van de gastheer, is de schade doorgaans niet zo groot dat de gastheer eraan ten onder gaat. Is dat wel het geval, dan spreek je van een parasitoïde.
Maar ook parasieten kunnen vervelende aandoeningen veroorzaken. Bij mensen komen ze voor in de vorm van wormen, vlooien, luizen en teken. De bekendste ziekte die door een parasiet wordt veroorzaakt, is malaria.
Een parasitaire infectie, wordt behandeld met een parasietdodend middel. De meeste daarvan richten zich op het beperken van de aanmaak van eiwitten door de parasiet. Zonder die eiwitten kan de parasiet niet groeien en sterft hij.
Het is die vermenigvuldiging waardoor veel mensen op het verkeerde been worden gezet. De verspreiding van een virus is altijd exponentieel van aard, een wereld die voor veel mensen volstrekt onbekend is. Uit die wereld komen termen als exponentiële groei, groeifactor en verdubbelingstijd. Wees gerust, je hoeft geen wiskundige te zijn om een beeld te krijgen bij dergelijke terminologie. Een simpele illustratie is al genoeg voor een aha-erlebnis.
Beeld je een vijver in met daarin één waterlelie en stel je voor dat die zich elke dag reproduceert. Nakomelingen doorlopen hetzelfde proces. Op welke dag ligt de vijver halfvol met waterlelies? Hou deze vraag in je achterhoofd als je deze video bekijkt. [noot van de redactie, dec. 2020: BNN/Vara heeft de video inmiddels verwijderd]
Om een virusuitbraak te duiden, moet je omschakelen van optellen en aftrekken – de lineaire wereld – naar vermenigvuldigen en delen. Wie dat niet doet, zal worden overvallen door hoe plotseling en onverhoeds de ziekte zichtbaar wordt. Lange tijd zijn het slechts enkele besmettingen, en ‘ineens’ staat er een lange rij voor de poorten van de ziekenhuizen. Dan ga je in een paar weken tijd van een geruststellend ‘we hoeven ons geen zorgen te maken’ via een groeiende groep besmettelijke mensen naar een heftige en langdurige lockdown.
Complexiteit maakt onzeker
Via exponentiële groei betreden we de wereld van complexe systemen: systemen die eigenschappen vertonen die niet zijn af te leiden uit de eigenschappen van de afzonderlijke onderdelen. Klassieke voorbeelden zijn mierenkolonies, economieën, het klimaat en het zenuwstelsel.
Er bestaat geen algemene indeling van complexe systemen, maar er zijn wel karakteristieke kenmerken die ze gemeen hebben. Zo zijn er veel niet-lineaire verbanden, waarbij een kleine afwijking al snel voor een geheel ander resultaat kan zorgen: het zogeheten vlindereffect. Ze vertonen emergentie, waarbij eigenschappen zichtbaar worden die je niet kon voorspellen door naar de onderdelen te kijken – een fenomeen dat zich het beste laat uitleggen door te kijken hoe mieren je picknickmand vinden. En ze zijn onderhevig aan padafhankelijkheid, een proces waarbij gebeurtenissen uit het verleden van invloed zijn op de loop van latere ontwikkelingen, vooral omdat eerdere beslissingen later andere keuzemogelijkheden bemoeilijken, of zelfs uitsluiten.
In januari waarschuwden complexiteits-wetenschappers al voor het grillige verloop van een virusuitbraak
De coronapandemie is een uitstekend voorbeeld van een complex systeem met ingrediënten die, als je niet uitkijkt, samensmelten tot een dodelijke maaltijd. Vooral de interactie met andere complexe systemen – zoals menselijk gedrag, de gezondheidszorg en de economie – zorgt voor een onvoorspelbaar explosief gerecht dat in elk land net iets anders wordt bereid.
Voor wie gewend is complexe systemen te bestuderen, is deze dynamiek vanzelfsprekend. In de loop van januari waarschuwden complexiteitswetenschappers al voor het grillige verloop van een virusuitbraak. Die waarschuwing zag op 26 januari formeel het licht toen het New England Complex Systems Institute een paper publiceerde over het sluimerende gevaar.
In de oproep van deze complexiteitswetenschappers wordt direct gewezen op het exponentiële gedrag van de pandemie-in-wording, met als cruciale consequentie dat de manieren waarop we normaliter omgaan met crisissituaties niet of inadequaat zullen werken. ‘Het is noodzakelijk om vroeg in de uitbraak de mobiliteit te beperken, zeker nu we weinig weten over de ziekteverwekker. Het zal wat kosten om dat op korte termijn te doen, maar als we dat nalaten, kost het uiteindelijk alles.’
Het grote verschil met de ‘normale’ gang van zaken is dat een pandemie vereist dat we beslissen onder onzekerheid. Dat staat lijnrecht tegenover hoe de meeste mensen hebben geleerd belangrijke beslissingen te nemen: via de route meten is weten. Eerst onderzoek doen totdat alle feiten op tafel liggen, om daarna de data te laten spreken. Die denkwijze staat haaks op verstandig beleid in de context van een opkomende pandemie.
Beslissingen nemen onder onzekerheid en opaciteit is een vak apart, een vak waarin de meesten ongeoefend zijn. Het voelt als varen in de mist. Vuur blussen met een blinddoek om. Voor je het weet, is het bestuur van je land gebaseerd op improvisatie in plaats van op goed onderbouwd beleid.
De valkuil van bewijs
Op 27 februari wordt in Nederland de eerste besmetting geconstateerd, terwijl in Italië de teller inmiddels op 400 staat en de uitbraak in Iran is ontploft. Alle alarmbellen rinkelen. Het aantal besmettingen verdubbelt nu elke drie dagen, en als er niets gedaan wordt, blijft dat zo doorgaan. Zolang er weinig patiënten zijn, kunnen we via contactonderzoek mogelijke nieuwe gevallen in quarantaine plaatsen voordat ze zelf ziek worden. Onmiddellijk handelen is vereist.
Juist de drang naar zorgvuldigheid zorgde voor de grootste inperking van onze grondrechten sinds de Tweede Wereldoorlog
Er moet nu een serie cruciale vragen worden beantwoord om te bepalen wie je gaat testen. Moeten alle mensen die terugkeren naar Nederland worden getest? Is de ziekte besmettelijk als iemand geen symptomen heeft? Zou de ziekte al langer in Nederland kunnen zijn? Hebben we voldoende testmateriaal voorhanden? Zijn onze GGD’s toegerust om contactonderzoek uit te voeren?
Over asymptomatische verspreiding bestaan op dat moment verschillende inzichten. Er is geen sluitend bewijs voor, en bij afwezigheid daarvan doet het RIVM de aanname dat besmetting alleen mogelijk is wanneer iemand symptomen heeft.
In de context van verspreiding vallen met enige regelmaat de termen ‘symptomatisch’, ‘asymptomatisch’ en ‘presymptomatisch’.
Symptomatisch betekent dat iemand de voor een ziekte kenmerkende ziekteverschijnselen – de symptomen – vertoont. Met presymptomatisch worden gevallen aangeduid die zich in de ziektefase bevinden waarin kenmerkende symptomen zich nog moeten ontwikkelen. Iemand die de ziekte asymptomatisch heeft doorlopen, kon de infectie weerstaan zonder symptomen te ontwikkelen.
Wellicht denk je dat mensen zonder symptomen per definitie geen rol spelen in de verspreiding van een ziekte. Dat is niet zo. Van diverse infectieziekten is bekend dat mensen zonder symptomen toch besmettelijk genoeg zijn om anderen te infecteren. Voorbeelden daarvan zijn herpes, een infectie met het cytomegalovirus en luchtweginfecties veroorzaakt door het H1N1- of H5N1-griepvirus. Ook bij Covid-19 lijkt dat het geval te zijn.
Asymptomatische overdracht
Op 21 februari, zes dagen voor de eerste besmetting in Nederland bekend werd, verscheen al de derde studie waarin asymptomatische overdracht van het coronavirus wordt gesuggereerd. Inmiddels wordt dit de ‘achilleshiel’ van het crisisbeleid genoemd. Want nog steeds wordt daarbij aangenomen dat de bijdrage van asymptomatische overdracht in de verspreiding van het virus vrijwel nihil is, terwijl onderzoekers wereldwijd met klem oproepen dat standpunt in heroverweging te nemen. In Nederland heeft met name viroloog Alex Friedrich dit standpunt vertolkt: in dit filmfragment licht hij dat toe tijdens een webinar voor huisartsen.
Natuurlijk zijn er nog allerlei vragen onbeantwoord. Welk deel van de zieken blijft asymptomatisch? En welk deel daarvan is besmettelijk? Waarom zie je dit niet bij SARS-CoV-1 en wel bij SARS-CoV-2? Is het bewijs dat er nu ligt betrouwbaar? Op welke manier kunnen we de hypotheses testen?
Een denkrichting is dat maatregelen gericht op asymptomatische verspreiding (nog) niet genomen hoeven worden. Immers, niet alle vragen zijn beantwoord en duidelijke wetenschappelijke consensus ontbreekt. Maar het is een redeneerfout om ‘geen bewijs’ te verwarren met ‘bewijs dat het niet werkt’ of ‘bewijs van afwezigheid’. Door daar het beleid op af te stemmen, neem je grote risico’s voor lief. (Daarover hieronder meer.)
De wetenschap van beslissen in onzekerheid schrijft voor dat je bepaalt welk scenario het meeste risico op catastrofe behelst. Stel dat je beleid baseert op de aanname dat coronapatiënten anderen kunnen aansteken wanneer ze zelf nog geen symptomen vertonen, en die aanname blijkt later niet te kloppen, dan is dat hooguit vervelend: je nam meer maatregelen dan achteraf nodig blijkt te zijn. Maar als je onterecht aanneemt dat van asymptomatische verspreiding geen sprake is, levert dat mogelijk tienduizenden doden op, omdat het virus dan onverwacht om zich heen grijpt. Zo kun je bij elk vraagstuk kiezen voor de optie met de minste kans op catastrofe, zonder dat je over alle kennis beschikt.
Als je moet kiezen tussen meerdere opties terwijl de kennis ontbreekt of onvolledig is, zou je moeten terugvallen op het voorzorgsprincipe. Dat stelt dat je pas risico kunt nemen wanneer een catastrofe is uitgesloten. Daarbij kun je denken aan dood, pijn en schade. Het uitgangspunt in die situatie is: kies voor de aanname die, als je het fout hebt, voor de minste ellende zorgt. Nassim Taleb beschrijft dit als: ‘Err on the side of caution.’
Het RIVM besloot alle aandacht en testcapaciteit te richten op een specifieke groep mensen. Alleen mensen die zich hoestend en met hoge koorts bij de dokter melden én in een risicogebied zijn geweest, worden op Covid-19 getest.
De tragische gevolgen zijn inmiddels bekend. Het virus kreeg de kans ons na een aantal onzichtbare verdubbelingen tot een lockdown te dwingen. Het is ironisch dat juist de drang naar zorgvuldigheid zorgde voor de grootste inperking van onze grondrechten sinds de Tweede Wereldoorlog.
Nederland maakte de fatale aanname dat mensen zonder klachten anderen niet kunnen besmetten
We zijn gewend ons handelen op bewijs te baseren – evidence based. De combinatie van onze ervaringen met andere ziekten en het ontbreken van bewijs van asymptomatische verspreiding lag ten grondslag aan de fatale aanname dat mensen zonder klachten anderen niet kunnen besmetten.
Maar in feite zijn er drie opties: (1) er is geen bewijs, (2) er is bewijs dat het zo is, (3) er is bewijs dat het niet zo is. Het is een redeneerfout om ‘geen bewijs’ te verwarren met ‘bewijs dat het niet zo is of als ‘bewijs van afwezigheid’ te zien.
Dit patroon zien we ook terug bij de discussie over het nut van mondmaskers voor situaties waarin afstand houden lastig is. ‘Er is geen sluitend bewijs dat ze werken,’ horen we dan. ‘En dus werken ze niet,’ is de consensus binnen het team dat de overheid adviseert bij de bestrijding van de epidemie. Opvallend is dat soortgelijke adviesorganen in omringende landen, waaronder Duitsland, België, Oostenrijk en Frankrijk, andere conclusies trokken.
Als we, met de nu beschikbare literatuur in het achterhoofd, het voorzorgsprincipe toepassen op maskers, is het voordeliger om aan te nemen dat ze wel werken. Als je het fout hebt, zijn de kosten heel overzichtelijk. Wat knip- en naaiwerk, een paar dagen wennen, en mogelijk een enkele besmetting meer vanwege onjuist gebruik van het masker. Maar als je het bij het rechte eind hebt, dragen mondmaskers sterk bij aan het verkleinen van het gemak waarmee het virus zich kan verspreiden. Zoiets heet een asymmetrische maatregel: er is veel mogelijke winst, terwijl de nadelen beperkt zijn.
1/ Schijnveiligheid, of "risk compensation", wordt al decennia bestudeerd. Bij autogordels, airbags en ABS vroeg men zich in de jaren '70 af of roekelozer rijden niet de voordelen ongedaan zou maken. Het antwoord is duidelijk: beslist niet.https://t.co/qS5mdz0Fg5 pic.twitter.com/ftXIJk6KYM
— Bert Slagter (@bslagter) April 16, 2020
Kinderen geen bezwaar?
Dat beleidsmakers sterk leunen op informatie vanuit de wetenschap is belangrijk, maar in Nederland zijn we daarin zo ver doorgeslagen dat een select aantal wetenschappers – het Outbreak Management Team (OMT) – in de bestuurdersstoel zijn gezet. Op de vraag of de adviezen van die experts nog altijd heilig zijn, antwoordde premier Rutte op 7 april volmondig ‘ja’. En minister De Jonge van Volksgezondheid bevestigt dat voortdurend: ‘We volgen de adviezen van de experts.’
Viroloog Alex Friedrich sprak zich uit over de Heiligen van Rutte. ‘Ik ben dit als wetenschapper niet gewend’
Inmiddels is er forse kritiek op het functioneren van het OMT. De totstandkoming en onderbouwing van de OMT-adviezen zijn geheim en daardoor niet te controleren. ‘Daarmee blijft het onduidelijk of de adviezen gebaseerd zijn op de mening van de experts of op hard wetenschappelijk onderzoek,’ zei Eric-Jan Wagenmakers, hoogleraar methodologie aan de Universiteit van Amsterdam, in het actualiteitenprogramma Nieuwsuur.
Ook de Groningse viroloog Alex Friedrich sprak zich uit over de Heiligen van Rutte. ‘Ik ben dit als wetenschapper niet gewend,’ was zijn politiek correcte antwoord op de vraag wat hij ervan vond dat hij een geheimhoudingsverklaring moest tekenen als hij lid wilde worden van het OMT. ‘Dan kun je wel zeggen: “Ik kom niet,” maar dan draag je niets bij aan de bescherming van de mensen in het land.’
Helemaal waar @gemertpijnen. Het OMT heeft veel meer expertise nodig. Naast infectie/medische experts, psychologen, gedragswetenschappers, sociologen, macroeconomen, anthropologen ezv. Maar niet in gescheiden clubjes. Laat ze met elkaar beste oplossingen vinden https://t.co/0NvifoFjqB
— Alex W. Friedrich (@AlexWFriedrich1) April 25, 2020
Duidelijk is dat de modus operandi van het OMT niet strookt met de principes van open wetenschap. Het belangrijkste manco is dat het anderen zo onmogelijk is gemaakt om adviezen en beslissingen te toetsen. Over de opvatting dat asymptomatische verspreiding niet aan de orde zou zijn, was breder debat bijvoorbeeld uitermate nuttig geweest.
Datzelfde geldt voor andere beleidskeuzes. Neem het vraagstuk van de heropening van scholen. Het standpunt van het RIVM is dat kinderen amper een rol lijken te spelen in de verspreiding van het virus en zij minder snel ziek worden dan volwassenen. Sluitend bewijs is er nog niet, maar het vertrouwen is groot genoeg om het basisonderwijs weer te openen, zij het onder voorwaarden.
Het gebrek aan wetenschappelijke consensus bleek kort hierna glashelder, toen de Duitse viroloog (en adviseur van bondskanselier Merkel) Christian Drosten het vermoeden uitsprak dat kinderen even besmettelijk kunnen zijn als volwassenen. Drosten maant daarom tot voorzichtigheid met de heropening van scholen.
Een dag later verscheen een rapport over de dynamiek van de verspreiding van het coronavirus in China. Dat onderzoek versterkt juist de hypothese dat kinderen minder snel geïnfecteerd raken.
Ondertussen lijkt het kabinet het voorzorgsprincipe volledig op de reservebank te hebben gezet
Kijken we naar landen om ons heen, dan zien we verdeeldheid over de te volgen strategie. In Duitsland heeft Merkel besloten de beslissing uit te stellen, omdat er teveel onzekerheid is over het effect daarvan op de pandemie. In Italië blijven de scholen minimaal tot september dicht. In Frankrijk gaan vanaf 11 mei de deuren weer deels open. De spanning neemt toe, want de Denen rapporteren een flinke toename van de reproductie van het virus nadat de scholen werden heropend.
Hoe zit het nu? Zijn kinderen nu wel of niet besmettelijk? Zijn ze nu wel of niet onderdeel van de verspreiding van het virus? Zijn er risico’s voor de leraren? Het is cruciaal je te realiseren dat de wetenschap daar simpelweg nog geen consensus over heeft bereikt. Vrijwel elk onderzoek heeft een flinke bijsluiter waarin de onderzoekers zich uitspreken over onzekerheden of pleiten voor aanvullend onderzoek.
Het wetenschappelijk perspectief op het scholendilemma is verre van compleet, maar ondertussen lijkt het kabinet het voorzorgsprincipe volledig op de reservebank te hebben gezet.
Met het heropenen van basisscholen is de impact van het #coronavirus op kinderen begrijpelijk een hot topic. Het is ook een perfect voorbeeld van één van de vele dilemma’s waar men op bestuurlijk gebied voor staat.
— Peter Slagter (@pesla) April 30, 2020
👇
De focus in het coronadebat ligt steeds op banale cijfers: het aantal besmettingen, ziekenhuisopnames en sterfgevallen. ‘Daar is afvlakking te zien, dus kunnen we gaan versoepelen,’ is de gedachte. Maar hoe goed kennen we onze onzichtbare tegenstander eigenlijk?
Je kunt het je vast nog herinneren: ‘Als je koorts hebt, moet je binnen blijven,’ was het devies. Twee weken geleden bleek uit onderzoek dat zo’n 70 procent van 5700 geregistreerde New Yorkse patiënten geen verhoging heeft gehad. De symptomen van Covid-19 zijn zo divers dat artsen en onderzoekers tot sterk uiteenlopende theorieën komen over de werking ervan. Zo spreekt de een over een aanval op het eigen immuunsysteem en de ander juist over het tegenovergestelde – een cytokinestorm.
Elke dag delen artsen en onderzoekers nieuwe inzichten en bevindingen met elkaar. Mannen van middelbare leeftijd die ogenschijnlijk uit het niets overlijden door beroertes. Significante longschade bij duikers van middelbare leeftijd die thuis een milde corona-infectie hebben uitgezeten. Verlies van reuk en smaak. Een waterpokken-achtige uitslag die door Franse dermatologen als ‘pseudo-frostbite’ wordt omschreven. Kortom: het hele lichaam lijkt mee te doen, ‘van hersenen tot tenen’.
Totdat de mist voldoende is opgetrokken, is het essentieel te blijven uitgaan van het voorzorgsprincipe
Ook de heersende overtuigingen omtrent kinderen worden in toenemende mate op de proef gesteld. Recent trokken kinderartsen aan de bel: zij zagen een mogelijk aan Covid-19 gerelateerd ontstekingssyndroom, dat gelijkenissen vertoont met de ziekte van Kawasaki. In Washington zien artsen meer kinderen in het ziekenhuis dan ze hadden verwacht. En Canadese kinderartsen vermoeden de opkomst van ‘Covid-tenen’. Het zou een signaal zijn van een (sluimerende) corona-infectie.
Niet dat hiermee andere bevindingen van tafel zijn geveegd; het enige dat we kunnen constateren is dat de wetenschap rondom het coronavirus, of het nu over de verspreiding ervan of de ziekte zelf gaat, volop in beweging is. Daar is niets mis mee. Sterker: wetenschappers doen precies wat ze horen te doen. Kennis vergaren, die kennis delen en aanscherpen; hypotheses opstellen, ze toetsen en zo nodig verwerpen. Zonder die groeiende kennis – aanvankelijk chaotisch, gaandeweg meer geordend en geconsolideerd – zouden we blijven varen in de mist die nu over de pandemie hangt.
Maar totdat de mist voldoende is opgetrokken, is het essentieel te blijven uitgaan van het voorzorgsprincipe, en te erkennen dat we veel (nog) niet weten. Daarom is het verstandig deskundigen die gewend zijn onder slecht zicht te beslissen, bij het (her)vormen van beleid te betrekken.
Leidt dat dan niet tot een impasse en eeuwigdurende lockdown? Integendeel: het is de allerbeste manier om er blijvend uit te komen.
Voorwaarden voor versoepeling
Vrij snel na de effectuering van de ‘intelligente lockdown’ werd duidelijk dat de normale capaciteit van de intensive care onvoldoende was. Alle zeilen moesten worden bijgezet, het kabinet schoot in crisismodus. Dat die opschaling op tijd is gelukt, is een prestatie van formaat.
Sinds de lockdown daalt het aantal nieuwe besmettingen. We zien dat terug in het aantal ziekenhuisopnamen, dat sindsdien ongeveer elke 8 dagen halveert. Op deze grafiek van het RIVM correspondeert dit met een reproductiegetal R0 van 0,8:
Bron: Technische briefing RIVM / Jaap van Dissel aan de Tweede Kamer, 22 april 2020
Diverse wiskundige begrippen zijn van belang in de context van de verspreiding van een infectie. Een daarvan is het drempelgetal voor de verspreiding of uitroeiing van een infectie: het basaal reproductiegetal, of R0 (lees: ‘R-nul’). Dit getal staat voor het aantal nieuwe gevallen van de ziekte dat veroorzaakt wordt door één besmet individu. Een R0 met een waarde boven de 1 zal leiden tot een toename van het aantal besmettingen in een populatie, terwijl de ziekte bij een R0 onder de 1 zal uitdoven.
Toen eind maart de ziekenhuisopnamen begonnen te dalen, konden ministers en OMT-leden opgelucht ademhalen. De adrenaline kon zakken, de rust terugkeren. Het zou nog weken duren voordat de noodcapaciteit niet meer nodig was, en die weken kon men uitstekend gebruiken om na te denken over een plan voor de toekomst.
Op 7 april kwam het OMT met een serie voorwaarden voor versoepeling van de maatregelen. Van een exit kon pas sprake zijn als de zorg niet meer overvraagd was, er voldoende testcapaciteit was en men weer bron- en contactonderzoek kon doen. Die mogelijkheid waren we begin maart kwijtgeraakt en zou eerst moeten terugkomen.
Daartoe moet het aantal dagelijkse besmettingen flink omlaag en de capaciteit van de GGD’s om te testen en te tracen aanzienlijk omhoog. Voor effectief contactonderzoek is noodzakelijk dat er vertrouwen is. Geen apps en call centers dus, zeker niet als startpunt, maar empathische mensen uit de lokale gemeenschap. Alex Friedrich stelde op 25 april voor om, als dat nodig is, studenten geneeskunde en vliegtuigpersoneel hiervoor op te leiden.
De voorwaarden van het OMT komen overeen met de aanpak die landen hanteren die de verspreiding al met succes tot hanteerbare proporties hebben teruggedrongen, zoals Zuid-Korea, Japan, Nieuw-Zeeland, Australië, Griekenland en Israël. WHO-baas Tedros presenteerde in een speech op 13 april een gelijkaardig lijstje voorwaarden, en een uitgebreide rondgang van ProPublica onder experts leidde tot dezelfde conclusies.
In verscheidene Europese landen, waaronder Nederland, België en Duitsland, was vooral veel aandacht voor versoepeling van de lockdown, maar werd geen expliciet standpunt ingenomen over de voorwaarden daarvoor. Tot 29 april, toen vier gerenommeerde Duitse wetenschappelijke instituten gezamenlijk adviseerden om te kiezen voor een strategie met twee fasen:
-
Eerst het aantal nieuwe besmettingen dusdanig reduceren dat contactonderzoek weer mogelijk is. Zo kunnen geïnfecteerde contacten zo vroeg mogelijk worden opgespoord en behandeld, en voorkom je dat meer mensen ziek worden.
-
Daarna stapsgewijs de versoepeling van ingestelde maatregelen verkennen. Het is belangrijk om daarbij de effecten scherp te monitoren, teneinde nieuwe golven te voorkomen. Voorop staat dat contactonderzoek mogelijk blijft.
Het echte kantelpunt volgde een dag later. Op 30 april stelde bondskanselier Merkel tijdens een persconferentie expliciet dat de strategie zou zijn om het aantal dagelijkse besmettingen dusdanig omlaag brengen dat ze elk individueel geval kunnen najagen. ‘Het doel is weer op het punt te komen dat we elke besmettingsketen kunnen achterhalen.’
Eerder deze week adviseerden vier Duitse wetenschappelijke instituten dit, en Merkel neemt het over. Sluit aan bij de voorwaarden die bijv. WHO en ons eigen OMT ook adviseerden.
— Bert Slagter (@bslagter) May 1, 2020
Wanneer kiezen wij voor de Duitse aanpak?https://t.co/nFi6gm1YWm
Een constante stroom zieken
Al snel na het begin van de Nederlandse lockdown werd het aantal coronapatiënten op de intensive care de voornaamste meetlat. Daar moest de noodcapaciteit op worden afgestemd, en dat is gelukt. Inmiddels neemt het aantal IC-patiënten elke dag verder af, en kan de reguliere zorg langzaam worden opgestart.
Opvallend is niet alleen dat het aantal IC-bedden een belangrijke rol blijft spelen in de plannen van de overheid, maar ook dat het aantal benodigde bedden hoog wordt begroot. Op 28 april liet de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC) via een nieuwsbericht weten dat er structureel ruim 600 extra IC-bedden nodig zijn voor coronapatiënten. Dat suggereert een beleid dat afwijkt van de voorwaarden die we hierboven schetsen. Bij de gemiddelde IC-ligduur van 19 dagen impliceren de gewenste 639 bedden een dagelijks instroom van 33 patiënten. Dat veronderstelt dagelijks vele duizenden besmettingen, een hoeveelheid waarbij bron- en contactonderzoek praktisch onmogelijk is.
De in het nieuwsbericht genoemde presentatie, die de NVIC samen met het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding (LCPS) en het RIVM maakte, onderbouwt deze IC-behoefte met een berekening die naar groepsimmuniteit toewerkt.
Groepsimmuniteit betekent dat zoveel mensen immuun zijn, dat het virus zich niet meer effectief kan verspreiden. Dit wordt bij bof, mazelen en rodehond bereikt door een groot deel van de kinderen te vaccineren. Hoeveel mensen hiervoor immuun moeten zijn, hangt af van het reproductiegetal R0, volgens de formule: drempel voor groepsimmuniteit = 1 - (1 / R0).
Bij een R0 van 2,5 hoort een drempel van 60 procent van de bevolking, en die zal hoger liggen als de R0 hoger is. Ook moet je er rekening mee houden dat deze formule geldt voor een stabiele situatie, bijvoorbeeld na vaccinatie. Als groepsimmuniteit via een epidemie ontstaat, moet je rekening houden met een overshoot, waardoor uiteindelijk een groter deel van de bevolking ziek wordt dan de drempel voor groepsimmuniteit.
Dit is een fundamenteel ander scenario dan de besmettingen eerst terugbrengen naar kleine aantallen, daarna de beperkende maatregelen versoepelen en het aantal nieuwe infecties continu laag houden. In dit scenario mikt men op een constante stroom zieken, doordat elke dag ongeveer evenveel mensen besmet raken. Net als bij de Duitse aanpak wil men de R op 1 houden, maar dan niet met tientallen nieuwe besmettingen per dag, maar met duizenden.
Deze aanpak heeft een aantal grote bezwaren.
Wie de verspreiding bij veel ‘actieve zieken’ gelijk wil houden, balanceert op een dun randje
Ten eerste is er een groot risico dat de verspreiding opnieuw ontspoort, en we opnieuw in lockdown moeten. In dit scenario zijn er te veel dagelijkse besmettingen om iedereen met klachten te testen en bron- en contactonderzoek te doen. Een bijkomend risico is dat asymptomatische besmettingen volledig onder de radar blijven. En een onverwachte gebeurtenis, zoals superverspreiding, merk je pas 2 tot 3 weken later, exponentieel gegroeid, aan de ziekenhuispoort. Er zitten maar een paar verdubbelingen tussen de gewenste stroom en grote crisis.
Het reproductiegetal staat voor het aantal nieuwe gevallen van de ziekte dat veroorzaakt wordt door één besmet individu. Een R0 van 2 betekent dat 1 zieke gemiddeld 2 anderen besmet. Maar in de praktijk kunnen de getallen ver uiteen liggen.
Neem als voorbeeld een groep van vijf mensen. Drie ervan voelen zich ziek worden en hebben op tijd adequate maatregelen genomen. Ze besmetten niemand anders. Eén ervan krijgt het flink te pakken, isoleert zichzelf thuis, en steekt alleen zijn partner aan. De vijfde van het gezelschap gaat met verkoudheidsklachten boodschappen doen en weet negen dorpsgenoten te besmetten. In dit voorbeeld is hij de zogeheten superverspreider: iemand die bovengemiddeld veel nieuwe besmettingen veroorzaakt.
In een gesprek met Het Parool zei Jacco Wallinga van het RIVM hierover: ‘Tachtig procent van de besmettingen wordt veroorzaakt door 10 procent van de virusdragers, weten we. De ene besmet dus 16 man, de andere 9 samen besmetten slechts 4 anderen. Die zogenaamde superverspreiders spelen een grote rol, maar we kennen hun karakteristieken niet.’
Het getuigt van gevaarlijke overmoed te denken dat je een virusverspreiding op snelheid kunt managen zonder de genoemde voorwaarden. Merk voorts op dat de verspreiding niet alleen afhankelijk is van de genomen maatregelen, maar ook van het gedrag van mensen en externe omstandigheden, zoals zonlicht en luchtvochtigheid. Wie de verspreiding bij een groot aantal ‘actieve zieken’ gelijk wil houden, balanceert op een heel dun randje, waarbij je pas na twee weken ziet of je er afgegleden bent. En o, het is een randje met aan de ene kant een ravijn.
Ten tweede is het desastreus voor de economie. Zonder testen en bron- en contactonderzoek zijn sterke maatregelen nodig om de R onder de 1 te houden. De economie kan wel iets versoepelen, maar moet daarna nog jaren op een flink gesloten niveau blijven. Reken maar uit: op dit moment zitten we volgens het RIVM op ongeveer R=0,8. Als de basisscholen open gaan, komt daar al iets bij. Wat is de ruimte die resteert tot R=1? De kappers misschien? Maar zeker geen volledig draaiende economie. Natuurlijk is het belangrijk dat de economie spoedig open gaat, maar niet overhaast en halfslachtig.
Ten derde is het gokken met de volksgezondheid. Duizenden besmettingen per dag leiden tot ziekte en sterfte. De veelgehoorde uitspraak dat vooral kwetsbare en oudere mensen worden getroffen, leidt tot de verraderlijke aanname dat het virus bij anderen geen zware klachten veroorzaakt. Maar de ‘onzichtbare vijand’ raakt mensen van alle leeftijden. Kinderen die in het ziekenhuis belanden met een Kawasaki-achtig ziektebeeld. Jongvolwassenen die getroffen worden door een plotselinge beroerte. Gezonde veertigers die ogenschijnlijk blijvende longschade overgehouden hebben aan een milde corona-infectie. En fitte vijftigers die liters zuurstof nodig hebben om staande te blijven.
En dit alles terwijl we nog zo weinig weten over immuniteit bij dit virus. Als maar een deel immuun wordt, of de immuniteit maar enkele maanden duurt, zal groepsimmuniteit nooit ontstaan, en kent de stroom zieken geen einde. Wanneer we het voorzorgsprincipe toepassen, moet je hier kiezen voor de aanname dat er zo geen groepsimmuniteit ontstaat.
Kortom, dit scenario is ongunstig voor volksgezondheid, zorg en economie. En ook ethisch dubieus, omdat het bereiken van groepsimmuniteit allerminst zeker is. Of, in de bewoording van de Sanquin-onderzoekers die recent onder Nederlandse bloeddonoren een steekproef hebben gedaan naar de aanwezigheid van antistoffen tegen corona:
‘Onze conclusie is dat de combinatie van groepsimmuniteit en afstand houden op de korte termijn geen realistische optie is als exit-strategie. De consequentie daarvan is dat door het versoepelen van maatregelen de reproductie van het virus op korte termijn flink kan toenemen, met mogelijk oncontroleerbare situaties als gevolg.’
Net als groei gaat ook exponentiële krimp sneller dan je denkt. Die is maar een paar halveringen weg
Blijvend uit de lockdown
Wanneer je iets verder kijkt dan de komende paar weken, is het veel gunstiger om het aantal dagelijkse besmettingen eerst zo snel mogelijk te reduceren tot enkele tientallen. Dat is het domein dat het weer mogelijk is om iedereen met klachten te testen, en bron- en contactonderzoek uit te voeren. Dat klinkt ver weg, maar net als groei gaat ook exponentiële krimp sneller dan je denkt. Die is maar een paar halveringen weg.
De doorslaggevende factor voor versoepeling is daarom niet het aantal besmettingen, maar de andere voorwaarden waaraan we moeten voldoen. Laten we de belangrijkste langslopen.
Testen. Iedereen met klachten moet zich kunnen laten testen, bij voorkeur meteen en in de buurt. Hoe sneller het resultaat bekend is, hoe eerder iemand indien nodig in isolatie kan gaan, en contactonderzoek gestart kan worden. De testcapaciteit is hiervoor nog volstrekt onvoldoende.
Traceren. Bij elke besmetting zou meteen contactonderzoek gestart moeten worden, face-to-face veldwerk, door mensen uit de lokale gemeenschap en de eigen cultuur. De GGD’s moeten hier nog enorm voor opschalen.
Isoleren. Zorghotels kunnen mensen de mogelijkheid bieden om vrijwillig tijdelijk in isolatie te gaan, bijvoorbeeld als ze samenwonen met mensen uit een kwetsbare groep.
Beschermen. Al het zorgpersoneel – inclusief de thuis- en verpleeghuiszorg – moet worden beschermd. Zij zitten op de plekken waar veel contact met het virus te verwachten is, en beschermingsmiddelen dienen daarom volop beschikbaar te zijn.
Registreren. Elke besmetting zou meteen centraal geregistreerd moeten worden, zodat patronen en trends snel zichtbaar worden. Momenteel loopt de registratie van tests, ziekenhuisopnamen, IC-opnamen en sterfte vaak nog dagen – of zelfs weken – achter.
Informeren. Het ligt voor de hand om verschillende niveaus van vrijheid te definiëren, van lockdown tot volledige vrijheid. Bij elk niveau hoort een verzameling maatregelen, en een aantal voorwaarden. Burgers kunnen op een corona-radar zien welk niveau vandaag en in deze regio van toepassing is.
De eerste stap is dat de regering expliciet aansluit bij de Duitse aanpak, en vertelt aan welke voorwaarden we moeten voldoen voordat we kunnen gaan versoepelen. Pas daarna kunnen we ook daadwerkelijk voorbereidingen treffen. Het RIVM kan gericht rekenen, en de GGD’s kunnen opschalen. Er zijn talloze slimme zakenmannen, handige regelaars en logistieke kunstenaars die hierbij kunnen helpen, maar de bal ligt bij Rutte.
Get your shit together!
Natuurlijk zouden we het virus liefst helemaal uitroeien en al die lastige maatregelen snel vergeten. Maar we moeten er rekening mee houden dat het de komende jaren nog regelmatig zal opduiken. Soms als een enkel geval, soms misschien ineens met honderden tegelijk – dat is onvermijdelijk bij een virus.
We zullen met z’n allen heel handig moeten worden in detecteren, testen, traceren en isoleren, zodat we elke nieuwe besmetting meteen de kop kunnen indrukken. Tussen landen die dat doen, kan er weer gereisd worden. Een steeds groter wordende groene vlek op de wereldkaart.
In landen die dit voor elkaar hebben, kan de economie weer behoorlijk open, veel verder dan wanneer je dagelijks nog duizenden besmettingen hebt. Scholen, kantoren, musea, treinen en terrassen, uiteraard met de nodige voorzorgsmaatregelen. Denk daarbij niet alleen aan afstand houden, slimme looproutes en contactloos betalen, maar ook aan mondkapjes en temperatuurchecks. Alle maatregelen die weinig moeite en geld kosten en wel iets opleveren, helpen mee.
Behandel burgers niet als kinderen. Nodig iedereen uit om mee te helpen de R zo laag mogelijk te maken
Grote internationale bijeenkomsten zullen misschien moeten wachten tot het virus helemaal verdwenen is. Maar met een set slimme maatregelen kunnen we verhoudingsgewijs snel een leefbare en werkbare samenleving op gang krijgen, zonder met de volksgezondheid te gokken.
Wat we nu nodig hebben, is leiderschap. Zoals Merkel op 30 april de route markeerde, willen wij van onze regering horen hoe ons pad eruit ziet. Vertel ondubbelzinnig dat we eerst snel teruggaan naar individuele gevallen, en zet intussen een definitief einde van de lockdown in de startblokken.
Leg uit dat daarvoor nodig is dat we elke besmetting kunnen detecteren, testen en traceren. Omarm de kracht van asymmetrische maatregelen, zoals zelfgemaakte mondmaskers en (verspreidings)verschillen tussen regio’s. Zorg voor goede informatiesystemen en voortdurende heldere, eerlijke communicatie. Behandel burgers niet als kinderen. Nodig iedereen uit om mee te helpen de R zo laag mogelijk te maken. Organiseer tegenspraak en zorg voor transparante besluitvorming geïnspireerd op advies van een breed en vernieuwd OMT. Sluit Nederland aan bij omringende landen, zodat we samen een groter geheel kunnen vormen.
Er staat veel op het spel en dit is niet het moment voor een gokje. Overheid, get your shit together!
250 Bijdragen
John L de Vries 2
Want dit artikel is meer een opinie dan feiten.
Haal boven water waarom de GGD zo halsstarrig is met testen, waarom we zelf geen testen en mondkapjes willen maken in Nederland, waarom er geen geneeskundestudenten getraind worden voor contactonderzoek, op antwoorden hierop wacht ik.
Sicco Kamminga 4
John L de VriesDit artikel is een pleidooi om de samenleving pas open te gooien als aan een aantal vrij strenge eisen is voldaan.
John L de Vries 2
Sicco KammingaSicco Kamminga 4
John L de Vries'De mensen' willen misschien nog wel wachten. Allerlei bedrijven hebben er meer moeite mee, op zich begrijpelijk natuurlijk.
Anton Maes 2
Sicco KammingaRicky Bergsma 4
John L de VriesJoost Versteegh 4
John L de Vriesr. ansems 2
John L de VriesJohn L de Vries 2
r. ansemsHannie Groen 5
John L de VriesJohn L de Vries 2
Hannie GroenJohn L de Vries 2
Hannie GroenHannie Groen 5
John L de VriesHank Rearden 1
John L de VriesRicky Bergsma 4
Hannie GroenJohn L de Vries 5 mei 10:38
Wat is jouw bron om te beweren dat de GGD halsstarrig met testen is?""
Ik gok op facebook.... haha
Peter Slagter 2
John L de VriesOp 21 april vertelde Arnold Bosman in Nieuwsuur dat de GGD’s nog steeds geen instructies hebben gekregen:
> "Het is onduidelijk hoe ze zich moeten voorbereiden op het loslaten van de lockdown en hoe ze ondersteund gaan worden", zegt Bosman, die vindt dat de aandacht niet langer naar de dweil maar naar de kraan moet gaan. "Vergelijk het met een estafette. Dan moet je nu al volop aan het lopen zijn."
Laten we nog eens een vergelijking maken met onze oosterburen. Een maand geleden plaatste het Duitse RIVM een oproep om vijfhonderd extra ‘containment scouts’ te werven: er kwamen 11.000 reacties binnen. Dit stuk van Jop de Vrieze werpt een licht op deze materie: https://jopdevrieze.nl/grootschalig-contactonderzoek-nodig-maar-wie-moet-dat-gaan-doen/.
Dat ‘GGDs de zaken nog niet op orde hebben’ neemt aan dat het hebben van daadkrachtige GGD’s onderdeel is van het huidige beleid. Misschien is dat niet zo, maar dat is nu nog geen publieke informatie. Een andere mogelijkheid is dat het simpelweg het gevolg is van een bestuurlijke impasse.
Hoe dan ook, het lijkt me vanuit de GGD’s en haar medewerkers in ieder geval geen onwil om aan de slag te gaan. Na jaren bezuiniging is het daar op dit moment dweilen met de kraan open, en op basis van anekdotisch bewijs is mijn conclusie dat de mensen die er nog wél werkzaam zijn zich een slag in de rondte hebben gewerkt.
Anton Maes 2
Peter Slagterhttps://nos.nl/artikel/2332841-ggd-en-niet-klaar-voor-meer-contactonderzoek-als-basisscholen-heropenen.html
John L de Vries 2
Peter SlagterHeeft Rutte van Dissel in zijn zak met zijn charmes, want waarom doet een viroloog uitspraken over het zo min mogelijk schaden van de samenleving, terwijl hij alleen moet vertellen wat de biologie van het virus is. Ik heb het destijds zeer vreemd gevonden dat een a-biologische premier mij en heel Nederland ging uitleggen hoe groepsimmuniteit werkt om de mensen met een zwak gestel te beschermen, terwijl tegen de hiermee verwekte verwachting in de verpleeghuizen als laatste in de rij zijn geplaatst om beschermende materialen te krijgen en de sterfte in deze huizen moeilijk te achterhalen is. Wat is nu echt waar van Rutte. Een lekkere kluif voor jullie om te achterhalen, succes
Martha van Loo 3
John L de VriesOpen die politiestaat we worden geregeerd door virologen en microbiologen, het Outbreak Management Team (OMT). Zij zijn samen met het RIVM al wekenlang degenen die het kabinet adviseren om de corona-crisis te beheersen. Ze hebben daarmee de belangrijkste invloed op het beleid, want het kabinet neemt de adviezen een op een over. Door wie worden deze mensen betaald? door de farmaceuten misschien, wat weten zij wat wij niet mogen weten? Waar blijft onze controlerende macht?
Hank Rearden 1
Martha van LooRoche (coronatestkits), Pfizer (vaccins), GSK (vaccins), 3M (mondkapjes), GE Healthcare (mondkapjes), Dräger (beademingsapparatuur), BioMerieux (al het voorstaande), e.a..
Ook RIVM Bilthoven ontvangt regelmatig lobbyisten van deze firma's over de vloer.
Wietze van der Meulen 6
John L de Vries-de impact van het aanbrengen van een verandering binnen een systeem dat constant zelf in verandering is, is onmogelijk te bepalen;
-de nadelige impact van je handeling is ook onmogelijk te voorspellen.
Enkele voorbeelden:
-wat zijn de gevolgen van uitgestelde zorg?;
-wat zijn de sociale gevolgen? (als meer geweld binnen huishoudingen, kinderen die geheel uit beeld zijn binnen het onderwijs, kinderen die door de kinderbescherming niet meer gevolgd worden etc.?);
-wat zijn de gevolgen voor mensen, met name aan de onderzijde van de samenleving, op financieel-economisch gebied (werkloosheid, stress, etc.)
-wie zegt dat een Corona-(variant) een volgend “griep”seizoen niet meer impact op de groep heeft als er onvoldoende infectie (en daarmee weerstand) binnen de groep is opgebouwd? (en doen we dan een nieuwe lock-down en met welke gevolgen dan?).
Bij dergelijke complexe processen is het onmogelijk om van te voren te stellen wat de beste aanpak is. Zelfs achteraf want als je 1 factor anders had gedaan had je mogelijk ook weer andere factoren beïnvloed.
Dit wil ook niet zeggen dat je niets moet doen maar om nu te zeggen dat alleen exit-strategie “x” de oplossing is, gaat mij veel te ver. Openheid zonder ego’s (als van bestuurders en wetenschapper) is van primair belang en aan die eis wordt al niet eens voldaan. Zoals we het nu aanpakken, lijkt mij dan ook niet verstandig.
Sylvia Stuurman 3
Ik heb een vraag.
Van het allereerste begin af aan was me duidelijk dat het RIVM een verkeerde strategie had, consequent.
Bij die eerste besmettingsgevallen is heel weinig aan contactonderzoek gedaan, het testen kwam niet op gang en ook nu lijkt het er eerder op dat het gesaboteerd wordt dan dat er een externe oorzaak voor is (dat Duitse lab dat nu al meer dan een maand loopt te leuren met beschikbare testcapaciteit en materiaal bijvoorbeeld).
Dat kan allemaal twee oorzaken hebben:
- Gewoonte.
Er lag geen protocol klaar, dus neemt het RIVM het protocol voor influnza, en voert dat uit.
Maatregelen moeten evidence-based zijn, wat uiteindelijk natuurlijk een financieel argument is: stel je voor dat je iets doet dat wel iets kost maar achteraf gezien misschien niet zo goed werkt.
Maatregelen worden met een economische bril bekeken: tests kun je verkopen of gebruiken. Wat levert het meest op? Wat is de economische bijdragen van tests gebruiken (evidence-based)?
Wat ik aan deze optie moeilijk te geloven vind, is dat het zo *dom* is. Zitten er in het OMT dan werkelijk geen mensen die gewoon goed kunnen nadenken?
Alex Friedrich laat zien dat er wel deglijk mensen die kunnen nadenken in het OMT hebben gezeten, maar die zijn kennelijk niet gewenst.
- Kwaadaardigheid (ik kan geen ander woord) verzinnen).
Wanneer je alles economisch bekijkt, en uitgaat van evidence-based, en daarom aanneemt dat jonge, gezonde mensen en kinderen geen risico lopen, dan lijkt het een economische buitenkans. Je komt in één klap van alle niet-productieve mensen af: oud en/of ziekelijk.
Mijn vraag: is het werkelijk mogelijk dat de mensen van het OMT alleen naïef zijn?
Is niet de enige verklaring voor de adviezen van het OMT dat ze werkelijk van deze amorele "buitenkans" gebruik willen maken?
Bert Slagter 1
Sylvia StuurmanHet is geen gekke gedachte dat vanuit hun perspectief het heel logisch is om hiervoor te willen gaan. In veel andere landen heeft de nationale rijksdienst ook dergelijke adviezen gegeven, maar vaak zijn die door de regering terzijde geschoven omdat de prijs (economie, mensenlevens, lijden) te groot is. Of in elk geval het risico daarop.
Dus naïef? Geloof ik niet. Maar vast staat dat ze een onorthodoxe overtuiging hebben.
j.a. karman 5
Bert SlagterDe laatste waar ik me wat van herinner was van 1968. Iets later nog een tbc controle en daarna was er heel lang niets meer.
De tijden zijn veranderd we zijn sindsdien veel vaker veel verder gaan reizen.
John L de Vries 2
Bert SlagterWouter de Heij 5
John L de VriesJoost Versteegh 4
Sylvia StuurmanMensen in het OMT zijn zeker niet dom en kwaadaardig lijken ze me al helemaal niet. Net als in de zorg en het onderwijs is ook het overheidsapparaat tot op het bot uitgekleed en afgebroken. Dit is het gevolg van de tucht van BV Nederland en jarenlange sturing op rendement voor de investeerder. De 'slanke' overheid was niet opgewassen tegen een crisis als deze.
Op basis van een aantal aannames worden in Nederland modellen in werking gezet om een stel scenario's door te rekenen. Vervolgens wordt daaruit beleid ontwikkeld dat BV Nederland het meest oplevert of minste kost.
Deze bedrijfsmatige aanpak heeft ons inmiddels miljarden gekost. Het voorzorg principe is geen onderdeel van een MBA opleiding, er is domweg niet de kennis om betrouwbaren Covid modellen te maken en aannames worden gestuurd door belangen.
In februari was een lockdown een 'illusie', de bijbehorende aannames waren dat als het virus Nederland zou bereiken, dat we lokale uitbraken makkelijk zouden kunnen indammen. Strenger beleid zou 'de economie' onnodig schaden.
In maart bleek het beperken van contacten onafwendbaar. De modellen werden gevoed met gegevens over een heftige griep. We zouden ouderen uit de wind houden en snel groeps immuniteit opbouwen. De lockdown en economische kosten konden tot een minimum worden beperkt en ingrijpende opschaling van overheids voorzieningen was niet nodig.
Op dit moment wordt er een verwoede meningen strijd gevoerd of het aantal doden wel opweegt tegen de economische schade. Weer worden economische rekenmodellen uit de kast gehaald met nauwelijks gefundeerde aannames en weer is de uitkomst dat de economie beter af is als we de lockdown zo snel mogelijk verslappen.
Het economisch beleidsmodel van de afgelopen 30 jaar gaat ons niet uit de crisis helpen, het verergert de problemen alleen maar.
Jan Ooms 10
Joost VersteeghEveline Bernard 6
Joost VersteeghArthur Venis 3
Joost VersteeghHet zit kennelijk inherent in de manier van denken van hen die boven ons gesteld zijn?
Karolijne Bauland 8
Sylvia StuurmanNiet de wetenschappelijke inzichten zijn leidend, maar de economie. En dan ook nog een enstig vereenvoudigde voorstelling daarvan.
John Slenter
Sylvia StuurmanAnton Maes 2
http://zorgenstelsel.nl/van-het-nieuwe-abnormaal-naar-het-normale-normaal/
Peter Slagter 2
Anton MaesJaap Zeekant
Peter SlagterJohn L de Vries 2
Jaap ZeekantHannie Groen 5
Anton MaesIJdo Dijkstra 1
Hannie Groenj.a. karman 5
Hannie GroenHet verschil is dat er kleinere of grotere gevolgen voor een individu zijn. (ego centraal)
De vraag die je ook moet stellen is wat de gevolgen voor anderen en de groep is. (ego niet centraal)
Hannie Groen 5
j.a. karmanj.a. karman 5
Hannie GroenJe kunt ze met contactonderzoek na een aantal gevallen er vermoedelijk uit krijgen.
Het meest lastige zijn de gevallen die het als hun recht op privacy zien hun recht op vrijheid.
Bij medewerkers in de zorg vermoed ik dat die groep lastige gevallen niet al te groot is. Deze groep klaagt nu juist dat er te weinig aandacht voor ze is. Geen of te weinig maatregelen
j.a. karman 5
Anton MaesAnton Maes 2
j.a. karmanj.a. karman 5
Anton MaesHet gaat immers niet om de exacte waarheid en exacte vastlegging pre individu.
Als er voldoende gegevens zijn en die ook snel verwerkt kunnen worden dan krijg je wat beters dan dat er helemaal niets bekend is.
Als ik vergelijk met medisch onderzoek waarbij hele waslijsten afgelopen worden om na jaren op een bepaalde zeldzame ziekte uit te komen is de onzekerheid bij testen niet veel anders.
Nu hebben we hier een ander tijdspad met andere onbekenden. Welke zekerheden en onzekerheden kan de mens als object en als onderzoeker aan?
Ik heb overigens nog een app gezien. Wat je beschrijft is wat volgens techneuten programmeurs met de app zou gebeuren. Gaarne wat links van GGD bronnen wat die nou willen.
Guido Leenders 6
Bert Slagter 1
Guido LeendersMagda & Frank Wagemans
Bert SlagterSam Molenaar 1
Magda & Frank WagemansDaarnaast is 30% van hun BBP afhankelijk van toerisme
Door COVID moeten ze hun hele economie en arbeidsmarkt ombouwen
En dat doen ze daar nu ook.
Guido Leenders 6
Bert SlagterJoost Versteegh 4
Guido LeendersHet is waarschijnlijk dat er over een half jaar veel sneller en goedkoper kan worden getest. Mensen die tussen compartimenten bewegen kunne dan snel en regulier worden gecontroleerd.
Elke technische en medische stap voortwaarts in de komende maanden geeft verlichting van de lockdown. Hoe minder ziektegevallen we in het land hebben, hoe effectiever deze innovaties kunnen worden ingezet.
Arjan van Muyen 3
Peter Slagter 2
Arjan van MuyenVerder eens met je punt: het is niet per definitie verkeerd om van het voorzorgsprincipe af te wijken, maar daar hoort wat mij betreft een andere besluitvormingsprocedure bij en de verantwoordelijkheid daarover ondubbelzinnig te communiceren – de transparantie waar je toe oproept.
Wouter de Heij 5
Arjan van MuyenSicco Kamminga 4
( Het voorbeeld van de vijver vind ik wat ongelukkig, je kan dit ook zien als een voorbeeld van groepsimmuniteit.)
Bert Slagter 1
Sicco Kamminga- Er zijn ongeveer 10.000 mensen in het ziekenhuis opgenomen (cijfers RIVM)
- Er zijn ongeveer 630.000 mensen besmet geweest (sero-tests Sanquin)
Dus grofweg 50-100 besmettingen per ziekenhuisopname. Er zijn nu 40 ziekenhuisopnamen per dag, dus 1-2 weken geleden waren er nog 2000-4000 besmettingen. Intussen dus minder.
Van 1000 besmettingen per dag naar 60 per dag is 4 halveringen.
Maar het voldoen aan de gestelde voorwaarden kan men al lang mee beginnen! Je kunt ook nu al iedereen met klachten/vermoedens testen en traceren en isoleren, etc! Dat helpt zelfs mee met het versnellen van de krimp...
j.a. karman 5
Bert SlagterIedereen testen in het eigen ziekenhuis werkzaam in de zorg is een heel ander aantal. Op dit moment klagen zorgverleners dat het niet overal in de zorg gebeurt.
Een gedegen contactonderzoek is nog nodig voor meer controle. Daar zit nog een gat.
Bert Slagter 1
j.a. karmanHannie Groen 5
Bert SlagterJoost Versteegh 4
Hannie GroenOok als we ze niet vinden verdwijnen ze door reductie van de totale overdracht.
Hoe minder gevallen we hebben, hoe minder we hoeven testen, hoe minder vals positieven er naar boven komen.
Kan je aangeven hoe je op die toename van 50% komt?
Hannie Groen 5
Joost VersteeghWouter de Heij 5
Sicco KammingaEn bevestigd door sanquin begin april.
Robert Sauer
https://www.theguardian.com/world/2020/apr/23/test-trace-contain-how-south-korea-flattened-its-coronavirus-curve
Peter Slagter 2
Robert SauerHetty Litjens 6
Toen Rutte een tijd geleden in zijn eerste persconferentie het had over 'beschermende groepsimmuniteit' zag ik al het gevaar van zo'n abstracte op een beperkt aantal statistieken gebaseerde aanpak. Ik schrok toen heel erg. Het 'gecontroleerd' over ons heen laten razen van de pandemie leidt m.i. tot hetzelfde aantal doden als het ongecontroleerd laten woeden, maar dan over meer tijd uitgesmeerd.
Als het uitgangspunt van het beleid is om de capaciteit van ic en zorg niet te overbelasten dan kan het goed mis gaan.
De hier voorgestelde voorwaarden zijn duidelijk. Ik hoop dat Rutte dit leest.
r. ansems 2
Hetty LitjensPeter Slagter 2
r. ansemsDe sluimerende catastrofe is dat golven van coronapatiënten de ziekenhuizen overstromen. Hoe groter de golf, hoe groter de schade, vergelijkbaar met het verschil tussen de gevolgen van een kleine vloedgolf en een tsunami.
‘Ongecontroleerd laten woeden’ vergroot de kans op een tsunami. ‘Gecontroleerd laten woeden’ ligt genuanceerder, omdat de risico’s afhankelijk zijn van de mate van controle. Dicht bij een R van 1? Dan ligt er alsnog een (kleine?) tsunami op de loer.
Klaas den Breejen 2
Peter SlagterHet grootste punt is misschien wel zoals hoogleraar immunologie Pierre Capel het aangaf in een verhelderend verhaal over Corona: mensen zijn geen rationele wezens die je aan en uit kunt zetten. Zie: https://www.youtube.com/watch?v=cx1MYaupxQk&t=1950s. Voor de crisis van 2008 vertrouwden we ook op modellenbouwers en ging het nog maar net goed. Daar hebben we nog te weinig lessen van geleerd. Sinds 2008 zijn universiteiten alleen maar meer met rationele modellenbouwers overspoeld. We hebben te maken met alomvattende systeemcrises waarvoor nauwelijks aandacht en kennis is in de micro-verkavelde wetenschap.
Een tweede punt is dat er met nadruk op kennis teveel ontkend wordt dat er sprake is van een waarden vraagstuk. De gezondheid van 70 plussers en zwakkeren wordt feitelijk absoluut gesteld als allerhoogste doel, boven de gezondheid van jongeren en volgende generaties. We zijn alleen met de korte termijn bezig. De balans is zoek. Maar de fysieke en geestelijke gezondheidszorg, de democratie, rechtstaat, economie, cultuur, de overheid financien, de duurzaamheidsagenda, welvaart en welzijn van vele miljoenen mensen (alleen al in Nederland) zijn versterkt door domino effecten in een spiraal omlaag aan het afglijden.
Nodig is dat ook nagedacht wordt over alternatieve exit strategieen. Met teveel geloof in een voorzorg principe zal de angst, controle en ijzeren discipline regeren en laten we jongeren en de volgende generatie aan hun lot over.
Wouter de Heij 5
r. ansemsMartha van Loo 3
Hetty LitjensLezen/horen zal hij dit zeker, belangrijker is, wat doet hij er mee. Rutte zijn uitspraken worden hem door het RIVM aangereikt, Rutte zelf is alleen woordvoerder, zelfs als MP is hij buitenspel gezet.
Gigi Bakker 3
GJ van Vorst 2
Gigi Bakker- fingerpointing, zodat je kunt scoren wie er politiek verantwoordelijk was?
- waarheidsvinding, zodat je kunt leren van wat er is gebeurd zodat je de volgende keer beter beslagen ten ijs komt?
Net zoals we 17 miljoen bondscoaches hebben, hebben we nu ook 17 miljoen virologen, epidemiologen, wetenschappers. Allemaal even eigenwijs en onwetend (misschien op een paar 100 wetenschappers na). Als er iets is wat uit dit artikel spreekt, is dat we héél veel niet weten, en dat we elke dag iets meer te weten komen over vele aspecten van alles rondom het virus. Wanneer weten we alles? Waarschijnlijk nooit. Wanneer weten we genoeg? Dat is afhankelijk van wat je wil bereiken. En dáár wringt m.i. de schoen.De complexiteit van dit soort systemen is te groot om voor ons te bevatten met onze lineaire gedachten over vrijwel alles. We proberen complexiteit te reduceren tot lineaire opties naast elkaar. Niet met elkaar verweven, maar apart, als een soort projectplanning. Maar dat is het niet. Virussen zijn geen project, je kunt ze niet managen met Prince II of een andere projectmethodiek.
Hannie Groen 5
GJ van VorstThomas Bollen 7
Fijne analyse op basis van cijfers en wiskundige theorie. Wat ik echter lastig in dat geheel te plaatsen vindt, is jullie nadruk in dit stuk op het volgende: “Maar de ‘onzichtbare vijand’ raakt mensen van alle leeftijden.“
Dat is natuurlijk zo: iedereen kan ziek worden, maar wat ik juist in alle onderzoeken naar voren zie komen is dat statistisch gezien de slachtoffers vooral ouderen en mensen met onderliggend lijden zijn.
Dat gegeven zou toch ook een belangrijke rol (moeten) spelen in het bepalen van de strategie? Het plaatst het virus in een andere categorie dan Ebola of de Spaanse griep.
De door jullie voorgestelde strategie van inperken tot een niveau dat beheersbaar zal zijn, wanneer er tenminste voldoende testcapaciteit is, is waarschijnlijk de beste strategie is om het virus onder controle te krijgen en de samenleving blijvend te heropenen.
Maar wat als er nog maandenlang geaarzeld en gefaald wordt in de uitvoering van dit scenario? Hoe lang mag dat duren en hoeveel mag dat kosten (in ander lijden door mensen als gevolg van de lockdown, en de groeiende rekening voor toekomstige generaties)? Kunnen we dan de lockdown van de hele samenleving nog verantwoorden?
Kortom: hoe realistisch is het dat de door jullie voorgestelde strategie ook in de praktijk gaat werken? En wat is het alternatieve scenario? Die afweging lijkt me ook relevant, en daarvoor is een statistisch beeld van de slachtoffers meer wenselijk dan het laten zien dat jonge mensen ook aan corona sterven. De dood hoort bij het leven, en er gaan ook mensen dood aan allerlei andere zaken. Er is altijd onzekerheid en we hebben niet altijd alles onder controle. Het lijkt mij belangrijk om dat goed in perspectief te plaatsen.
Bert Slagter 1
Thomas BollenDat dit scenario haalbaar is, laten landen om ons heen zien. De krimp van het aantal dagelijkse besmettingen blijft afnemen. Dagelijkse ziekenhuisopnamen ligt nu rond de 40, waar dat op het hoogtepunt boven de 500 lag.
De beperkende factor wordt steeds meer de voorbereiding van de overheid, te beginnen bij een expliciete en ondubbelzinnige keuze voor deze strategie. En ook daarbij hebben andere landen laten zien dat je in een paar weken alle voorwaarden kunt organiseren. Maar dan moet je wel beginnen.
Binnen dit scenario ligt het voor de hand om te differentiëren op kwetsbaarheid (leeftijd, comorbiditeit), zoals het ook logisch is om verschil te maken tussen regio's. One size fits no one. Maar dan als verfijning, en niet als fundament.
Er zijn drie alternatieve scenario's:
1) We komen er als wereld collectief achter dat het virus heel anders werkt dan we dachten, en al gestopt is met verspreiden (dat is een theorie die rondgaat). Als dat zo is, hoera & hosanna, dan kan overal in de wereld over een paar weken alles weer open.
2) Het virus is ongeveer zoals we denken, maar in NL is er een onuitgesproken strategie is wel degelijk de 'eindeloze stroom nieuwe zieken' om na jaren tot groepsimmuniteit te komen. Ik verwacht dat we uiteindelijk toch van dit scenario moeten afstappen, omdat je grote beperkingen moet blijven opleggen om de zorg te beschermen, en Nederland een rode vlek op de kaart blijft.
3) Het virus is ongeveer zoals we denken, en in NL is er wel de intentie om het in te dammen, maar het lukt domweg niet - 'nog maanden aarzelen en falen'. Tsja, wat dan. Komen we dan in opstand? Ontstaat er onrust?
Ik ben het met je eens dat een lockdown niet al te lang meer kan en mag duren. Elke maand kost ons 30 miljard, de overlevingskans van bedrijven neemt af en ander lijden neemt toe. De window of opportunity wordt elke dag kleiner.
Thomas Bollen 7
Bert SlagterKlaas den Breejen 2
Bert Slagter1. Je stelt in de eerste zin al, dat omliggende landen bewijzen dat dit haalbaar is. Deze opmerking lijkt me illustratief voor de korte termijn visie en het wensdenken waar zo velen vanuit gaan. Waar Harvard onderzoekers er vanuit gaan dat het twee tot vier jaar duurt (https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/studie-harvard-elk-kwartaal-een-lockdown-om-virus-te-bedwingen~b8f6ec33/). Zij gaan in wezen veel meer uit van een voorzichtigheidsprincipe. De gok op een korte termijn oplossing, is spelen met mensenlevens.
2. Er wordt uitgegaan van de rationele mens die je makkelijk kunt sturen en beheersen (boven schreef ik hier al over in reactie op Peter Slagter, maar helaas nog geen reactie gekregen).
3. Het gaat niet alleen om de juiste kennis, maar ook om een waarden crisis. Het leven van ouderen en zwakkeren wordt absoluut boven het leven van jongeren en volgende generaties gesteld. De balans lijkt volkomen zoek (zie ook boven).
Eveline Bernard 6
Bert Slagter[Verwijderd]
Thomas BollenMarianne Donker 2
Peter Slagter 2
Marianne DonkerRondom mondmaskers is inderdaad een debat te voeren. De opvatting dat er geen wetenschappelijk draagvlak is voor het wél dragen van (zelfgemaakte) mondmaskers door het grote publiek deel ik niet. Een voorbeeld van zo’n studie is https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2440799/, maar er zijn er meer die deze hypothese kracht bij zetten. Vergeet ook niet uitspraken van vooraanstaande Aziatische wetenschappers, zoals Woo-Joo Kim: ‘Ik vind het onbegrijpelijk dat Europeanen niet aan de maskers willen’.
Een deel van de tegenargumentatie hangt op het idee dat mensen niet goed kunnen omgaan met mondmaskers (de draaghygiëne, of schijnveiligheid). Ook daarin deel ik de opvatting niet dat burgers niet in korte tijd opgeleid kunnen worden om op een goede manier om te gaan met het materiaal dat ze gebruiken. Mede daarom de oproep: ‘behandel burgers niet als kinderen’.
Toch kan ik me vinden in het punt dat je maakt: het is een maatregel met een bijsluiter.
IJdo Dijkstra 1
Peter SlagterPeter Slagter 2
IJdo DijkstraMaar ik ben niet immuun voor confirmation bias of een andere vorm van tunnelvisie. Ik zou daarom graag een antithesis te lezen krijgen waarin de veelheid van het tegendeel wordt uiteengezet.
IJdo Dijkstra 1
Peter SlagterIk heb er ook geen eenduidige conclusie over; hoewel in neig naar 'niet nodig'. Ik heb er vanuit mijn werk in de zorgsector indirect mee te maken; ik heb vertrouwen in de opgestelde protocollen (die bestonden al voor dit virus), en als ik die doortrek naar 'de straat' lijkt het me niet nodig. Ik ben wel iets pessimistischer over de psychologische factoren. Om in te haken op je opmerking: Burgers niet als kinderen behandelen snijdt aan twee kanten. De overheid moet dat niet als uitgangspunt nemen, en de burger moet zich niet als zodanig gedragen.
Maar wat bronnen:
Het effect van stoffen maskers in een healthcare setting. In de comments nog een inhoudelijke reactie van de auteurs op de huidige vraagstukken rond COVID19.
https://bmjopen.bmj.com/content/5/4/e006577
Indirect, in de zin dat ogen ook een ingang zijn voor het virus, wat bij mondkapjes een aandachtspunt is. https://www.allaboutvision.com/conditions/coronavirus-and-your-eyes/
Het interview met Marianne van der Sande (van het artikel wat je citeerde) in het AD, waarin de relatie tussen haar studie en het wel of niet dragen genuanceerd wordt. https://www.ad.nl/binnenland/op-onderzoek-van-deze-nederlandse-baseert-duitsland-zijn-mondkapjesadvies~a9d9f871/
En een Volkskrant artikel. Een deel van bovenstaande wordt daar ook aangehaald. Ik denk dat de conclusie aan het einde van dat artikel niet eens een onterechte is. "Kapje op, kapje af: wie het weet mag het zeggen. Uiteindelijk zegt het mondkapje misschien meer over mensen dan over virusdeeltjes."
https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/doe-maar-wel-doe-maar-niet-het-mondkapje-onder-de-loep~b51113c8/
Ferdi Scholten 5
Peter Slagterhttps://infekt.ch/2020/04/atemschutzmasken-fuer-alle-medienhype-oder-unverzichtbar/
Zijn conclusie, het is vooral onzin om dit publiek te doen. Het heeft alleen zin in zeer specifieke gevallen en lokaties.
IJdo Dijkstra 1
Marianne DonkerIk denk wel dat we vroeg of laat aan de mondkapjes gaan. Het verdedigen van het standpunt, zeker tegen de grote groepen mensen die een inmiddels sterk overdreven gevoel van het nut er van hebben, kost veel energie die waarschijnlijk beter besteed kan worden.
Theo van Beuningen 4
Marianne DonkerR. Eman 8
Marianne DonkerBij het lezen van deze zin moest ik terugdenken aan de tijd van introductie van PBM in de industrie. Mijn ervaring is geweest dat het vooral met gewenning te maken heeft. Typisch voorbeeld het dragen van veiligheidshelmen. Soms ontbrekend door vergeetachtigheid, soms door irritatie, soms door ronduit lastig/ondoenlijk. Door beschikbaarheid, gewenning ging het uiteindelijk steeds beter. Ik kan mij niet heugen dat ik mijzelf bewust in een onveiliger situatie heb begeven met de gedachte dat ik toch een helm ophad. Eerder is het tegendeel het geval geweest. De introductie van BPM ging gepaard met meer veiligheidsbewustzijn.
j.a. karman 5
Die mag nog wat sterker naar buiten: Als er geen overtuigend bewijs is dat het werkt maar de inspanning is gering dat het werkt kun je beter wel doen als de inspanning niet groot is maar de winst zee groot kan zijn.
Het is verbazend hoeveel mensen bezig zijn met de overtuiging dat als er maar iets is dat het iet perfect zou werken dat je het dan maar maar moet nalaten.
Vraag waarom?
Dan komt het privacy gebeuren met de "chinese toestanden". Je mag kennelijk uit eigenbelang geen onderscheid maken in mensen die ziek zijn en die niet ziek zijn.
Ik las dat de thuiszorg zorgvragers (klanten) en de zorgverleners in groepen heeft ingedeeld. Zeer onderbouwd want er is een risico met gevolgen.
Vraag waarom het eigenbelang (ze mogen niets van me weten) voor gaat boven het algemene belang. Ik snap dat niet en wil het niet snappen.
Dan komt die app BCO voor ondersteuning van de GGD bij de gevallen waar een besmetting geconstateerd is. Daarvoor zou je een nette lijst moeten hebben van de contacten waar / hoe lang / wie in een voorgaande periode.
Dat moet met een app op te lossen zijn met betere informatie dan wat een op dat moment ziek persoon nog kan. Het doel als ondersteuning is volledig uit het oog verloren en verzand in een technisch iets dat het niet perfect mogelijk zou zijn.
Vraag waarom?
IJdo Dijkstra 1
j.a. karmanDaarnaast is er nogal verschil tussen wat men 'mondkapjes' noemt. Dat kan variëren van een sjaal tot en met een gecertificeerd FFP3 masker. Voor publiek gebruik gaan het het met name over de lichtere categorie hebben, simpelweg door beschikbaarheid.
Pieter Jongejan 7
Waarom wel het voorzorgprincipe toepassen bij een complex systeem als gezondheidszorg en niet bij eenzelfde complex systeem als de economie?
Zo het niet evenwichtiger zijn om de R onder 1 te houden door de R constant te monitoren en daar je beleid op aan te passen zoals in Zweden gebeurt?
Wat is er mis met het beleid van Zweden? Zij hoeven geen monetaire financiering toe te passen om de lock down betaalbaar te houden.
j.a. karman 5
Pieter Jongejanhttps://qap.ecdc.europa.eu/public/extensions/COVID-19/COVID-19.html
De plaatjes zijn anders en zo te zien beter dan van het Hopkins met arcgis. 22.317 besmettingen en 2679 doden in een niet aflatend gebeuren is niet echt een succes. Zou je het hier doen dan zo half nederland ziek kunnen zijn.
Pieter Jongejan 7
j.a. karmanhttps://experience.arcgis.com/experience/09f821667ce64bf7be6f9f87457ed9aa
Uit deze dagelijkse boekhouding blijkt dat het aantal corona doden sterk geconcentreerd zit in Stockholm. Bij ons zijn er ook vrijwel geen coronadoden in het noordoosten. Dus het aantal doden per m2 landoppervlak lijkt me geen goed criterium.
Een beter criterium is het aantal doden per hoofd van de bevolking. En dan blijkt Zweden op een lager percentage te zitten dan Nederland.
j.a. karman 5
Pieter JongejanPeter Slagter 2
Pieter JongejanPieter Jongejan 7
Peter SlagterUiteraard kunnen de Zweden op hun bek gaan, maar dat kunnen wij ook als de luchtvochtigheid in oktober weer gaat toenemen en we geen geld meer hebben voor een tweede volledige lock down uit voorzorg.
Bedenk dat de huidige volledige lock down uit voorzorg tot gevolg heeft dat veel mensen in arme landen door honger zullen omkomen, omdat ze geen werk en geen inkomen meer hebben. Hun werk en inkomen vallen weg en de sprinkhanen eten de oogst op.
Het gemak waarmee je de consequenties van volledige lock down terzijde schuift vind ik strijdig met je eerdere opmerkingen over complexiteit en onzekerheid op economisch en monetair gebied.
Ik heb daarom groot respect voor de Zweedse virusdeskundige die zijn nek durft uit te steken om tot een intelligente oplossing te komen in plaats van de geldkraan wagenwijd open te zetten in de hoop dat een totale lock down werkt.
Fabien Ra 1
Pieter JongejanHet R-model staat teveel centraal.
De vergelijking met de ruimte in Nederland daar waar het relevant is gaat wel degelijk op.
Pieter Jongejan 7
Fabien RaUit de cijfers blijkt dat in de grote Zweedse steden net als elders ook meer doden vallen. In steden met een hoge luchtvochtigheid zoals New York vallen veel meer doden dan in de grote steden in Californië waar de luchtvochtigheid stukken lager ligt. In Tokyo buigen ze voor elkaar, wat wel zo veilig is.
In Nederland is in de afgelopen twee maanden vrijwel geen regen gevallen en ligt de luchtvochtigheid dus op een relatief laag niveau. Desondanks voert de regering Rutte een whatever it takes beleid en is recent aangekondigd om in de maanden met een lage luchtvochtigheid de totale lockdown heel geleidelijk af te schaffen. Tegen de tijd dat de luchtvochtigheid weer gaat stijgen in oktober is het geld op en/of zijn de schulden zo hoog dat er nog meer op de lonen en pensioenen bezuinigd moet worden.
Wat is hier intelligent aan?
Een totale lockdown leidt m.a.w. tot veel hogere schulden en meer geldontwaarding dan nodig is. Sommige landen en de financiële sector komt dat heel goed uit. De ECB gaat 750 miljoen extra uitgeven en junk bonds opkopen. De juristen van het Duitse Hof in Karlsruhe zetten hier vraagtekens bij en willen de voor- en nadelen tegen elkaar afgewogen zien. Zij pleiten voor meer intelligentie in plaats van whatever it takes.
Marianne Donker 2
1. Na een OMT-advies (experts op het gebied van infectieziektebestrijding) volgt een BAO-advies. In het Bestuurlijk Afstemming Overleg zitten vertegenwoordigers van heel veel andere maatschappelijke belangen en kennisterreinen. De veronderstelling in de media, en in dit artikel, dat de infectieziektenexperts in hun eentje het beleid bepalen zonder er nog iemand vanuit andere invalshoeken meedenkt, is niet juist. En ik weet zeker dat er naast het BAO nog heel veel vormen van advisering, afstemming en overleg zijn met heel veel maatschappelijke groeperingen, vanuit het RIVM en vanuit de regering. (Idee voor FTM om dat eens in kaart te brengen?)
2. Een OMT-advies is een beleidsadvies, geen wetenschappelijk artikel. Het OMT publiceert geen nieuwe wetenschappelijke studie, het zet naar beste weten de meest recente kennis en inzichten op een rij, het weegt mogelijke consequenties en houdt rekening met mogelijke scenario's. Dat doet het OMT onder zeer hoge tijdsdruk, en ondanks de vele onzekerheden, omdat bestuurlijke besluitvorming niet kan wachten. Die tijdsdruk en onzekerheden botsen met de cultuur van het wetenschappelijk bedrijf. Veel complimenten daarom, voor de mensen in het OMT die hun expertise onder die omstandigheden willen inzetten, dat zal niet voor iedereen een makkelijke rol zijn. Dat betekent wel dat we accepteren dat de regering, die moet beslissen over wel, niet en hoe nemen van maatregelen, niet kan wachten tot het OMT zijn notenapparaat en bronvermelding helemaal op orde heeft gemaakt. Laat staan dat we zouden willen wachten op een maandenlange peer- review door tienduizenden internationale wetenschappers.
Peter Slagter 2
Marianne DonkerIk denk niet dat de overtuiging is dat er *niemand* meedenkt, maar dat de invloed van het advies van het OMT onevenwichtig groot is. Niet onbelangrijk is dat Rutte zich daar ook over uitgesproken heeft: ‘het OMT-advies is heilig’. Sterker: het OMT heeft zélf in het meest recente ‘uitgelekte’ advies de politiek opgeroepen tot iets gelijksoortigs:
> Het OMT adviseert om extra aandacht te besteden aan de volgende zaken: De adviserende rol van het OMT: de afschaling van de maatregelen moet bekeken worden vanuit een breder perspectief waarin het OMT een van de deskundige medische adviseurs is.
Helemaal platgeslagen is de oproep vooral om transparantie aan te brengen in de totstandkoming van het beleid.
> Veel complimenten daarom, voor de mensen in het OMT die hun expertise onder die omstandigheden willen inzetten, dat zal niet voor iedereen een makkelijke rol zijn.
Eens. Wat ons betreft veel respect voor de individuen die dagelijks hun nek uitsteken. Onze kritiek is gericht op de inhoud.
> Laat staan dat we zouden willen wachten op een maandenlange peer- review door tienduizenden internationale wetenschappers.
Ook mee eens. Maar dat neemt niet weg dat er heel veel wél beter kan, zonder dat het tot een bestuurlijke impasse of traagheid leidt. Integendeel. Ik denk dat de suggesties inmiddels overvloedig gegeven zijn.
Michel Philipsen 2
"Wederom lukt het alleen FTM om een artikel te schrijven dat alles bevat, wat je aan kennis nodig hebt om (in dit geval) 'corona te begrijpen' "
Dank voor deze prachtige analyse.
Peter Slagter 2
Michel PhilipsenAd Van Heeswijk 6
Michel PhilipsenHolke J.M. Flapper 3
IJdo Dijkstra 1
Holke J.M. FlapperDit klopt, maar het is goed om te beseffen dat de tests die we hebben bepaald niet perfect zijn. Cijfers als 25% false negatives zijn niet uitzonderlijk(!). Dat zit hem niet in de test an sich (PCR en variaties daarop zijn bepaald niet nieuw), maar simpelweg omdat het uitstrijkje onvoldoende virusmateriaal bevat. Of dat voldoende is voor testen en contactonderzoek kan ik geen uitspraken over doen.
Hannie Groen 5
Hannie Groen 5
Op basis van de huidige literatuur zijn het voornamelijk symptomatische personen die bijdragen aan de verspreiding en lijkt de bijdrage van de asymptomatische personen en presymptomatische transmissie aan de verspreiding beperkt. (bron lci richtlijn)
Peter Slagter 2
Hannie Groen4 maart:
> Besmettelijke periode is onbekend. Verondersteld wordt tijdens de symptomatische periode.
14 maart
> Besmettelijke periode: Nog niet volledig bekend. In ieder geval tijdens symptomatische fase waarna virus nog langer met PCR aantoonbaar kan zijn in de keel/feces.
29 maart
> Onduidelijk is of het aantonen van virus bij asymptomatische personen gerelateerd is aan besmettelijkheid. Op basis van de huidige literatuur zijn het voornamelijk symptomatische personen die bijdragen aan de verspreiding en lijkt de bijdrage van de asymptomatische personen aan de verspreiding beperkt (Ghinai 2020). Slechts bij één asymptomatische persoon met PCR aangetoond virus in de keel was het mogelijk het virus ook daadwerkelijk te kweken (Hoehl 2020). Tevens zijn op dit moment geen aanwijzingen dat faeco-orale overdracht bijdraagt aan de verspreiding.
Enzovoorts. Ons statement is aan de harde kant, maar gebaseerd op het verloop van het beleid van de afgelopen maanden en de uitspraken die zijn gedaan.
Hannie Groen 5
Peter SlagterMarc de Wit 1
De inhoud van deze bijdrage is verwijderd.
Peter Slagter 2
Marc de WitZowel vanuit het perspectief van crisismanagement als vanuit de medische wetenschap is het op dit moment onlogisch om grote evenementen toe te staan waarbij mensen langdurig bij elkaar in de buurt zijn. Een recept voor ongelukken en meer geluk dan wijsheid als ná zo’n evenement zou blijken dat alles goed is gegaan.
Ik denk eerlijk gezegd niet dat de intentie van de gemeente Uden is om – koste wat kost – dergelijke evenementen door te laten gaan. Het bericht waar je naar verwijst, is typisch een voorbeeld van een update waaruit blijkt dat de gemeente zich aanpast aan wat er landelijk wordt voorgeschreven. Zouden tegen die tijd dergelijke evenementen vanuit de centrale overheid toch toegestaan zijn, is de kans groot dat de kermis er inderdaad komt.
Los van óf de kermis door gaat, heb ik er begrip voor dat lokale politiek ervoor kiest om niet vooruit te lopen op hoe het landelijk beleid eruit ziet over ~3-4 maanden, niet in de minste plaats omdat de (kermis)ondernemers zich nu grote zorgen maken.
Marc de Wit 1
Peter SlagterWouter de Heij 5
Marc de WitMarc de Wit 1
Wouter de HeijI de Koning 4
Ik vraag me of of op welke wijze de sleutel van het voorzorgsprincipe past op het 5G- debat. De stelling is daarbij dat er geen sluitend bewijs is dat 5G tot gezondheidsrisico's leidt en dus staat er niets aan uitrol in de weg. Wat is de uitkomst als het voorzorgsprincipe er op losgelaten wordt?
Josette van Os 3
I de KoningEveline Bernard 6
I de KoningDat gedoe over 5G is gewoon FUD. Bangmakerij. Nepnieuws.
Lees zelf eens wat over elektromagnetische straling!
De zon geeft elektromagnetische straling af. Het spectrum van de zon loopt van diep ultra violet (waar je huidkanker van krijgt) tot diep infrarood (dat is warmte).
Wist u dat uw mobiele telefoon sterker gaat zenden naarmate u verder van de zendmast af bent?
Wist u dat de 5G die in ons land gepland is tussen dezelfde frequentiebanden zit als de huidige 4G?
Onder een ander artikel van FTM heb ik nog veel meer informatie gegeven.
Kortom: houd op met nepnieuws en FUD, lees eens wat natuurkundeboeken en andere serieuze bronnen!
Jaap Zeekant
Peter Slagter 2
Jaap ZeekantBert Slagter 1
Jaap ZeekantJan Bonte 1
Het beeld gelijkend op een "Kawasaki" bij kinderen is iets dat er altijd is, en het is nog allesbehalve zeker dat dit ook maar iets met het SARS-CoV-19 virus te maken heeft. Dit wordt door de kinderartsen ook krachtig verkondigd.
Het is duidelijk te merken dat deze heren niet medisch onderlegd zijn: Het principe van een geklaarde infectie is dat je daarna, in ieder geval gedurende langere tijd, immuun bent. Er is tot nu toe geen enkele reden om aan te nemen dat dit niet zou gelden voor het SARS-CoV-19 virus. De uitspraak van Van Dissel, dat sommige mensen slechts lage antistoftiters hebben en daarom minder beschermd zouden zijn, snijdt in het geheel geen hout. De antistoftiters zijn het enige dat we kunnen meten, maar immuniteit wordt slechts voor een klein deel hierdoor bepaald.
De heren zetten de R0 centraal, maar zoals verscheidene wetenschappers al hebben betoogd, gaat het niet zozeer om de R0, maar om de Reff. Dat is de R0 keer het aantal mensen dat nog geïnfecteerd kan worden. Met het toenemen van het deel van de bevolking dat de infectie al heeft doorgemaakt neemt deze Reff af. Dat is ook een hele goede verklaring voor het gegeven dat in Zweden de curve net zo hard afvlakt als bij ons, maar zonder deze zogenaamde "intelligente" lockdown.
Natuurlijk zijn er ook relatief jongere mensen die ziek worden en overlijden, maar de heren zouden er goed aan doen om de verdeling van leeftijd van opname en de verdeling van sterfte van mensen met COVID-19 te aanschouwen. De kinderen die overlijden aan COVID-19 zijn op een hand te tellen. Verreweg de meeste mensen die aan COVID-19 overlijden zijn ruim boven de 70 jaar.
En het belangrijkst van alles: Werp een blik op de map van verspreiding van het SARS-CoV-19 en je weet dat het een illusie is om te denken dat de verspreiding van dit virus zich nog laat stoppen door de voorgestelde maatregelen.
Peter Slagter 2
Jan BonteDe precieze oorzaak van de ziekte van Kawasaki is onbekend. Een vermoeden is dat sommige pathogenen de ziekte uitlokken. Dat is niet nieuw: ook bij en na de uitbraak van bijvoorbeeld HCoV-NH en SARS is er een vermoeden van een verband. Zie ook https://academic.oup.com/jid/article/191/4/499/937208.
Onze oproep is niet dát een verband bewezen is, maar leggen in de lijn van het artikel puur de notie bloot dat het verband nog onduidelijk is.
> Het principe van een geklaarde infectie is dat je daarna, in ieder geval gedurende langere tijd, immuun bent.
Het principe is duidelijk, maar verre van binair. Dat iemand weer beter wordt na ziekte betekent per definitie dat het immuunsysteem erin is geslaagd om te ziekte te weren. Maar de vraag is hoe stevig de opgebouwde respons is.
Professor Adam Finn (hoogleraar kindergeneeskunde aan universiteit van Bristol):
> We don’t yet know how long lasting naturally acquired protection will be in people who have had COVID19. This is likely to vary from one person to another.
Professor Andrew Easton (hoogleraar virologie aan de universiteit van Warwick):
> When people are infected the proportions of neutralising and non-neutralising antibodies can differ. [...] The initial immune response immediately following infection sets the memory of the immune system so if the person had generated mostly non-neutralising antibodies the next time that person encounters the same virus they may not be able to prevent an infection.
Professor Stephen Evans (hoogleraar farmacoepidemiologie aan de London School of Hygiene & Tropical Medicine):
> We do not know for certain that someone with antibodies will not be re-infected. If the virus mutates at a sufficiently high rate, then it will be possible to be re-infected by a markedly different strain.
Jan Bonte 1
Peter SlagterHet gaat niet alleen om de hoeveelheid of kenmerken van de opgewekte antistofrespons. Er is (veel) meer dan B-cel gemedieerde immuniteit. Bij mazelen is het een bekend fenomeen dat sommige patiënten nauwelijks antilichamen aanmaken, maar wè