Feike Sijbesma in zijn rol als speciaal coronagezant, 30 april 2020.

De coronapandemie zet de wereld op zijn kop. Wie betaalt de rekening? En wie profiteert? Lees meer

Het virus SARS-CoV-2, beter bekend als het coronavirus, dook eind 2019 op in de Chinese provincie Hubei. In een paar weken tijd veroorzaakte het een epidemie, waarna het zich over de rest van de wereld verspreidde. Begin maart 2020 verklaarde de World Health Organisation de ziekte tot een pandemie en gingen landen wereldwijd 'op slot'.

Met het coronavirus is een crisis van historische proporties ontstaan, niet alleen medisch, maar ook economisch. In de vorm van steunfondsen en noodmaatregelpakketen werden bedrijven wereldwijd met vele miljarden op de been gehouden.

Waar met geld gesmeten wordt, liggen misbruik en fraude op de loer. Daarom volgt FTM de ontwikkelingen op de voet. Wie profiteert van de crisis? En welke oplossingen dienen welke belangen? 

218 artikelen

Feike Sijbesma in zijn rol als speciaal coronagezant, 30 april 2020. © ANP/Dirk Hol

Middenin de pandemie zou de ‘laatste medicijnfabriek van Nederland’ haar deuren sluiten. Politiek onverkoopbaar, dus wrong de overheid zich in allerlei bochten om de fabriek overeind te houden én met staatssteun in handen te krijgen van twee ondernemers voor wie speciaal coronagezant Feike Sijbesma een goed woordje deed, zo blijkt uit onderzoek van The Investigative Desk. Welk maatschappelijk belang gemoeid is met de redding van de fabriek, blijft een raadsel. Ze speelt geen enkele rol in de bestrijding van corona.

Dit stuk in 1 minuut
  • In de herfst van 2019 werd bekend dat een van de laatste medicijnfabrieken in Nederland zou gaan sluiten: Apotex in Leiden.  
  • Bruno Bruins, de toenmalige minister van Medische Zorg, had juist een week daarvoor een proefballon opgelaten voor meer medicijnproductie in eigen land. De Nederlandse geneesmiddelenvoorziening is voor een belangrijk deel afhankelijk van China en India.  
  • Twee slimme ondernemers uit het netwerk van Feike Sijbesma – de oud-topman van DSM en toen speciaal coronagezant – zagen kans op een doorstart. De coronacrisis bood hun – een zakenbankier en een oud-medewerker van DSM – een unieke kans om de fabriek met staatssteun in handen te krijgen. 
  • In documenten die zijn verkregen met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur, komt Sijbesma’s naam een aantal keer voor, onder andere als degene die de twee ondernemers ‘naar voren schoof’. Sijbesma en het ministerie van Volksgezondheid ontkennen dat hij actieve bemoeienis had met de deal. Maar ambtenaren dichten Sijbesma een bemiddelende rol toe. 
  • Volksgezondheid erkent in interne documenten dat Apotex maar een bescheiden rol speelt in de medicijnvoorziening van Nederlanders, maar het ministerie zette uit angst voor politiek gezichtsverlies toch alles op alles om de Leidse fabriek overeind te houden. 
  • In de ministerraad stemden minister-president Rutte en minister van Financiën Wopke Hoekstra in met de constructie waarmee de fabriek werd gered. De Tweede Kamer werd maar beperkt geïnformeerd.
Lees verder

‘Als het kabinet je vraagt om als een soort vrijwilliger de helpende hand te bieden?’ Feike Sijbesma, vers aangesteld als ‘speciaal coronagezant’ glimlacht bescheiden. Het is zondag 12 april 2020. Bij het tv-programma Buitenhof is de dan net afgezwaaide topman van chemieconcern DSM aangeschoven. 

De presentator informeert naar de ingewikkeldheid van diens nieuwe klus. ‘Tsja, ik probeer te helpen waar het nodig is.’

Nederland verkeert sinds een maand in een ‘intelligente lockdown’. Een weekend eerder is het land ternauwernood ontsnapt aan ‘code zwart’ op de intensive cares. Er is geklapt voor de zorghelden. De speurtocht naar schaarse coronatests en nieuwe vaccins is begonnen.

En wie kan daar nu beter bij helpen dan Feike Sijbesma? Als wandelende rolodex van het bedrijfsleven eindigt hij al jaren bovenaan de lijstjes van meest invloedrijke Nederlanders. 

Sijbesma spreekt met passie over de bestrijding van honger en klimaatproblemen, maar begrijpt ook de noodzaak van rendement voor de aandeelhouders van multinationals. Hij is een beslisser die kan bezinnen, iemand voor wie deuren opengaan die voor anderen gesloten blijven. 

Op verzoek van het kabinet ‘kan hij desgewenst worden ingezet om zaken uit te zoeken, (inter)nationale contacten te leggen, adviezen uit te brengen en acties te versnellen’. 

'Eigen volk eerst'

Tegen het eind van het tv-interview moet hem iets van het hart waarover hij zich al decennia zorgen maakt: de uittocht van westerse medicijnfabrieken naar verre uithoeken van de wereld.

Nog maar enkele weken daarvoor ontstond internationaal paniek omdat India de export van 26 essentiële medicijnen aan banden legde. De pandemie was nog maar nauwelijks uitgebroken of de ‘apotheek van de wereld’, zoals het land ook wel wordt genoemd, koos al voor ‘eigen volk eerst’.

‘Willen we met onze geneesmiddelen zo wereldwijd afhankelijk zijn van twee landen?’

‘In de jaren 80 had elk Europees land zijn eigen antibioticafabriek,’ zegt Sijbesma, die als bestuursvoorzitter van DSM overigens zelf ook minder rendabele farma-activiteiten verkocht aan China. 

Maar nu worden alleen in Nederland en Oostenrijk nog antibiotica of bestanddelen ervan gemaakt, waarschuwt Sijbesma. ‘Willen we met onze geneesmiddelen zo wereldwijd afhankelijk zijn van twee landen? Die vraag kun je stellen. Ik denk dat die vraag straks terecht gesteld wordt.’ 

Die vraag is al gesteld. En beantwoord. Twee dagen na de uitzending van Buitenhof, op 14 april, melden twee relaties uit het netwerk van Sijbesma zich bij de Kamer van Koophandel voor de oprichting van InnoGenerics. Een bedrijf dat de met sluiting bedreigde medicijnfabriek Apotex in Leiden moet overnemen. Toeval? 

Documenten die we verkregen na een beroep op de Wob suggereren van niet: Sijbesma heeft de betreffende relaties – zakenbankier Joost Scholten en voormalig DSM-directeur Lucas Jan Wiarda – al voor het uitbreken van de coronacrisis ‘naar voren geschoven’ bij het ministerie van Volksgezondheid, aldus een topambtenaar op 26 mei in een e-mail aan Martin van Rijn, die kort daarvoor is aangetreden als minister van Medische Zorg ter vervanging van de oververmoeide Bruno Bruins.

InnoGenerics-oprichter Lucas Wiarda werkte onder Sijbesma bij DSM; Joost Scholten en Sijbesma kennen elkaar van NL2025, een platform van ceo’s en bekende mensen die zich inzetten voor een duurzamer Nederland. 

Scholten begeleidde in 2007 namens de grote Amerikaanse zakenbank Merrill Lynch de omstreden overname van ABN AMRO door het bankentrio RBS, Fortis en Santander. Volgens De Prooi, het boek van Jeroen Smit, verdiende hij alleen al op die transactie zo’n 10 miljoen euro.

Zorgvuldige lobby

Voor Wiarda en Scholten bleek de pandemie een unieke kans de Nederlandse staat mee in de buidel te laten tasten voor de overname van Apotex. Na een zorgvuldige lobby – waarover zo direct meer – kregen ze de fabriek in de zomer van 2020 in handen, met de overheid als drager van het grootste risico. 

Het precieze bedrag dat de oprichters van InnoGenerics betaalden voor Apotex is geheim, maar uit de wob-documenten blijkt dat Wiarda en Scholten de doorstart voor zo’n 90 procent wilden financieren met 14 à 20 miljoen euro publiek geld over de komende drie jaar.  

Uit documenten blijkt dat Wiarda en Scholten de doorstart voor zo’n 90 procent wilden financieren met 14 à 20 miljoen euro publiek geld

Wat was de rol van Sijbesma bij deze deal? Vaststaat dat zijn naam een aantal keer terugkomt in de verkregen documenten. Sijbesma wordt in documenten door ambtenaren een bemiddelende rol toegedicht in de redding van de fabriek.

Toch reageert hij een jaar later verbaasd als hij deze stukken te zien krijgt. Sijbesma bevestigt dat hij bekend was met de plannen van InnoGenerics en dat hij eenmalig met minister Bruins over het bedrijf sprak. 

Maar, zegt Sijbesma, dit was een ‘bilateraal gesprek’ op verzoek van minister Bruins tijdens het World Economic Forum in Davos, eind januari 2020. Bruins zou daar zelf zijn begonnen over het plan van de twee ondernemers om Apotex te redden – één van de laatste medicijnfabrieken van Nederland. VWS onderschrijft deze lezing van Sijbesma. 

‘Ik heb in Zwitserland met Bruins vooral gesproken over de medicijntekorten en de industriële afhankelijkheid van India en China,’ zegt Sijbesma: ‘Heb ik Bruins gezegd: je moet dit plan serieus bekijken? Natuurlijk. Maar ook dat ik me hier inhoudelijk niet tegenaan bemoei.’   

Minister Bruins zat op dat moment al maanden in zijn maag met de medicijnfabriek in Leiden. In oktober 2019 werd bekend dat Apotex zou sluiten – acht dagen daarvoor had hij nog zelfverzekerd in de media geroepen dat ‘we’ weer meer medicijnen zelf moesten gaan maken. 

En toen brak er ook nog een pandemie uit.

Politiek gezichtsverlies

Het was een van de grote frustraties van Bruins’ ministerschap: de jaar in jaar uit oplopende medicijntekorten in Nederland. Zijn plan om een landelijke ‘ijzeren voorraad’ aan te leggen was in 2019 vroegtijdig op een zandbank gelopen, want geen van de betrokken partijen – de zorgverzekeraars, de farmaceutische bedrijven, de groothandels – wilde opdraaien voor de rekening van al die pakhuizen.

Dus koos Bruins de vlucht vooruit. ‘We moeten bedenken of we ervoor kunnen zorgen dat zo’n medicijn [waaraan een tekort bestaat, red.] in Europa wordt gemaakt, of ten minste de grondstoffen ervoor,’ zegt hij in september 2019 in het AD. Moet Nederland niet weer zélf medicijnen gaan maken, wilde hij maar zeggen. 

Bruins’ timing kon alleen weinig beroerder. Een week later kwam het nieuws dat Apotex zal sluiten, een van de weinige Nederlandse medicijnfabrieken waar ze nog veel eenvoudige zalfjes en pillen zelf maken, zoals paracetamol voor drogisterijketens. Apotex-eigenaar Aurobindo, een grote Indiase fabrikant van merkloze medicijnen, wil af van de vestiging in Leiden. 

Bruins' proefballon is al geknapt voordat hij goed en wel is opgelaten

Met andere woorden: de zojuist door Bruins gelanceerde proefballon is al geknapt voordat hij goed en wel is opgelaten. De sluiting van de fabriek brengt de banen van zo’n 250 werknemers in gevaar. 

Dit brengt het ministerie van Volksgezondheid in een lastige spagaat: ‘Politiek gezien willen we natuurlijk deze fabriek open houden,’ zo mailt een ambtenaar van VWS naar zijn collega’s. ‘Het is een kleine fabriek, dus in grote productiestromen zal het niet enorm uitmaken (...)’. 

Een andere ambtenaar op Volksgezondheid: ‘We roepen ook dat we meer productie naar Europa willen halen.’ 

Goed woordje

Op 14 januari 2020, vlak voor Bruins Feike Sijbesma zal ontmoeten tijdens het World Economic Forum in Davos, hebben Joost Scholten en Lucas Wiarda een eerste gesprek met de minister. Voorafgaand aan dat gesprek wordt er over de mail op een ‘publiek private samenwerking’ gehint, maar van concrete bemoeienis van de minister is dan nog geen sprake. 

Binnen het ministerie is de sluiting van Apotex ‘in eerste plaats een private aangelegenheid’. Wel is het voor een doorstart van belang dat moederbedrijf Aurobindo nog een tijdje wat te produceren medicijnen in Leiden achterlaat, zodat de fabriek niet helemaal stilvalt. Sterker, dat is van ‘doorslaggevend belang’, zo wordt gemaild. Kan de minister geen goed woordje doen bij het Indiase moederbedrijf?  

Dat kan hij. Bruins schrijft op 25 februari een brief aan de Indiase miljardair Ramprased Reddy, de oprichter van de multinational. Of Aurobindo niet toch iets van de activiteiten van de fabriek in Leiden wil ‘continueren’?

Page 1 of Doc 32
Page 1 of Doc 32
Contributed to DocumentCloud by Luuk van der Sterren (Follow the Money) • View document or read text

Ja hoor, reageert Reddy een week later. Hij meldt terloops al in gesprek te zijn met de oprichters van InnoGenerics. En hij zegt toe dat Aurobindo ‘een klein aantal’ te produceren medicijnen in Leiden zal achterlaten, bij wijze van geste. Het gaat om opdrachten voor drie jaar, uiteindelijk goed voor 5,2 miljoen euro omzet per jaar. 

Aurobindo-topman Reddy meldt terloops dat hij al in gesprek is met de oprichters van InnoGenerics

Mooi meegenomen, maar onvoldoende om de fabriek rendabel te exploiteren. Maar andere oplossingen blijken onderweg. 

Nog op diezelfde 25 februari krijgt het ministerie van Volksgezondheid bericht van Henk-Jan Guchelaar, de baas van de ziekenhuisapotheek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). 

Guchelaar is een grote naam in farmaland: Hij leidt een van de grootste apotheken van Nederland waar men zelf medicijnen maakt, haalt grote onderzoekssubsidies binnen en noemt zichzelf ‘een ambassadeur’ van universitaire ziekenhuizen die onafhankelijk van de farmaceutische industrie medicijnen op de markt proberen te krijgen.

Guchelaar nodigt de hoogste ambtenaar geneesmiddelenbeleid uit voor een werkbezoek, om eens te komen kijken wat het ziekenhuis allemaal voor medicijnen maakt. Daarnaast, schrijft Guchelaar in zijn invitatie aan het ministerie, ‘spreken we ook met Joost Scholten en Lucas Wiarda over het oprichten van een kenniscentrum Academic Pharma.’ En: ‘Graag zou ik u uitnodigen om op korte termijn van gedachten hierover te wisselen (...).’ 

Wat dat ‘kenniscentrum’ ongeveer inhoudt, blijkt enkele weken later. Pancras Hogendoorn, de decaan van het Leids Universitair Medisch Centrum, levert op 25 maart bij Volksgezondheid een subsidieverzoek in voor de oprichting van een stichting.

'Aanzuigende werking voor start-ups’

Concreet is het nergens, maar ambitieus is zijn plan zeker. Hij heeft het in zijn verzoek over ‘3D-printing van medicijnen’, het creëren van een ‘chimeer omgeving’ voor medische universiteiten, ‘een impuls geven aan de ondernemingszin binnen academische centra’ en ‘een aanzuigende werking hebben voor startups’. 

In een latere mail schrijft decaan Hogendoorn dat het plan voor de stichting ‘tot stand is gekomen na consultatie met de mogelijk nieuwe eigenaren van de huidige Apotex-fabriek (Innogenerics B.V.)’.

Op het ministerie kijken ze aanvankelijk met opgetrokken wenkbrauwen naar het subsidieverzoek. Ambtenaren zien geen duidelijk nut van een op te richten stichting en vrezen ongeoorloofde staatssteun.

Gaat het wel echt om het behoud van kennis voor Nederland? En waarom moet deze nieuwe stichting exclusief in zee met de doorstarters van de Leidse fabriek, vragen ze zich af.

De universiteitsdecaan schrijft dat het plan ‘tot stand is gekomen na consultatie met de mogelijk nieuwe eigenaren van de huidige Apotex-fabriek (Innogenerics B.V)’

‘Wat maakt InnoGenerics zo uniek dat jullie daar een partnerschap mee aangaan?’ vraagt een ambtenaar aan Pancras Hogendoorn. Er zijn immers meer producenten in Nederland. Een eenduidig antwoord blijft uit.

Eén ambtenaar, die persoonlijk contact had met ziekenhuisapotheker Guchelaar, mailt zijn collega’s droogjes dat de man die met Scholten en Wiarda van gedachten wisselt over een kenniscentrum alleen wist wat Apotex níet kan produceren. Hij weet niet precies wat de fabriek wél kan. Hij zou er zelfs nog nooit binnen zijn geweest. 

Misschien nog wel het meest opvallend is dat Pancras Hogendoorn niet precies paraat heeft waarvoor hij precies geld aanvraagt, want een heldere begroting ontbreekt. 

‘In overleg met Innogenerics’ zullen de opdrachten ‘de komende tijd worden uitgewerkt’, antwoordt Hogendoorn het ministerie op 18 mei als hem gevraagd wordt om een budgetplan. Hogendoorn weet al wel dat het volledige aangevraagde bedrag in zijn geheel naar InnoGenerics zal stromen.

Kortom: de werkzaamheden waarvoor de fabriek door de stichting wordt ingehuurd moeten nog worden bedacht, terwijl het bedrag dat de fabriek zal krijgen al wel bekend is. 

De nieuwe fabriekseigenaren blijken bovendien betrokken te zijn bij het opstellen van de begroting van de stichting. 

12,7 miljoen euro

Zijn dat niet genoeg alarmbellen om het subsidieverzoek af te wijzen? Nee, zo blijkt uit Kamerstukken. Want de ‘Stichting Nationaal Farmaceutisch Kennis-, Ontwikkel- en Opleidingscentrum’ is er gewoon gekomen. Het ministerie zegde in de zomer van 2020 voor de komende drie jaar 12,7 miljoen euro toe.  

Wat heeft de twijfels doen wegnemen? Uiteindelijk blijkt dat de stichting zelf verantwoordelijk is voor het naleven van de staatssteunregels. Mocht achteraf blijken dat de steun ongeoorloofd is verstrekt, ‘dan moet de stichting het onterechte ontvangen geld terugbetalen, inclusief rente,’ constateert een ambtenaar. 

En dus kan het ministerie een gokje wagen. ‘Op zich kunnen wij er voor kiezen om de subsidie uit te keren, het financiële risico ligt bij de ontvangende partij.’

Parallel aan de lobby bij het ministerie van Volksgezondheid loopt er bij het in 2019 opgerichte staatsfonds Invest-NL ook een aanvraag voor een financiële injectie in InnoGenerics.

Wanneer is niet helemaal duidelijk, maar ergens in maart starten gesprekken over het verstrekken van een lening. Bij het jonge fonds, dat 1,7 miljard euro te besteden heeft, zijn ze echter allerminst onder de indruk van de ingediende plannen. 

Klassieke pillendraaier

Zo stelt een directeur van Invest-NL ‘vraagtekens’ bij het maatschappelijk belang om de Leidse fabriek overeind te houden. Apotex is namelijk geen producent van farmaceutische grondstoffen maar een klassieke pillendraaier. En daar zijn er meer van in Nederland.

Een ander heikel punt is dat de nieuwe ondernemers zelf maar een zeer beperkt deel van het benodigde vermogen inbrengen. 

Het precieze bedrag is in de documenten onleesbaar gemaakt, maar in een verslag van een gesprek tussen Volksgezondheid, Economische Zaken en Invest-NL valt te lezen dat de complete financiering van de doorstart van Apotex ‘voor 90 procent uit publiek geld’ zal gaan bestaan. 

In een reactie zegt InnoGenerics dat het genoemde percentage onjuist is en dat de oprichters voor ‘miljoenen euro’s risico’ lopen. Maar het bedrijf wil ondanks een verzoek voor een gesprek, een lijst concrete vragen, en vroege inzage in dit artikel niet vertellen hoe de fabriek precies wordt gefinancierd.

Invest-NL is niet gecharmeerd van het beperkte risico dat de ondernemers bereid zijn zelf te lopen

‘Er ligt een gedegen businessplan ten grondslag aan de redding van de voormalige Apotex-fabriek’, is alles wat InnoGenerics-oprichter Lucas Wiarda erover kwijt wil. Het businessplan wordt niet gedeeld.    

Helder is in ieder geval dat Invest-NL niet gecharmeerd is van het beperkte risico dat de ondernemers bereid zijn zelf te lopen. ‘Staat Innogenerics open voor een governance structuur waarbij invloed en aandeel in de financiering meer in evenwicht zijn?’, vraagt een directeur van Invest-NL zich bijvoorbeeld af

Kritische vragen

Tegenover een ambtenaar van Volksgezondheid uiten Scholten en Wiarda hun onvrede over de kritische vragen van Invest-NL: ‘Sinds begin april is bij ons de indruk gewekt dat wij deze lening rond zouden krijgen met Invest-NL’. Kan het ministerie de benodigde lening van 6,7 miljoen euro niet gewoon zelf verstrekken? 

De bezorgde ambtenaar lijkt dan te beseffen dat voor de lening aan InnoGenerics wel eens een beroep op het ministerie kan worden gedaan. Dat zou politiek niet uit te leggen zijn, want er is al een plan voor indirecte subsidie van VWS, namelijk via de stichting.  

Diezelfde avond informeert deze ambtenaar minister Martin van Rijn, de vervanger van de intussen wegens ziekte vertrokken Bruins. Hij wijst naar het gesprek dat InnoGenerics in januari had met Bruins. In dat gesprek is toen ‘duidelijk aangegeven dat wij niet rechtstreeks in de fabriek kunnen participeren (...), mailt hij aan Van Rijn. ‘Zij vroegen toen ook niet om dergelijk geld.’

Een week later – op 26 mei – schrijft hij ‘s avonds laat nog een keer naar Van Rijn, want Invest-NL twijfelt nog steeds. ‘Zou het nog zin hebben om Feike Sijbesma te bellen? Hij heeft deze initiatiefnemers naar voren geschoven; waarom krijgt men de financiering niet rond?’ 

Het bewuste telefoontje naar Sijbesma is nooit gepleegd, zeggen zowel Sijbesma als de ambtenaar in kwestie in een reactie.

‘Zou het nog zin hebben om Feike Sijbesma te bellen? Hij heeft deze initiatiefnemers naar voren geschoven; waarom krijgt men de financiering niet rond?’ 

Minister Van Rijn zocht in ieder geval wel contact met oud-partijgenoot Wouter Bos, de ceo van Invest-NL, blijkt uit de documenten. Het ministerie wil namelijk dat Invest-NL de lening verstrekt, volgens ‘de koninklijke route’. 

Niet met liefde

Bos blijft vooralsnog aan de onderhandelingstafel over de lening, maar niet met liefde. ‘Het wordt best moeilijk voor ons als men weet dat als ze hun zin niet bij ons krijgen, ze altijd ergens ander wel terecht kunnen’, reageert Bos in een e-mail aan partijgenoot Van Rijn

En: ‘We hebben het eerder meegemaakt dat tegen Invest-NL wordt aangekeken als een de facto overheidsloket waar geld op te halen valt, maar dat zijn we natuurlijk niet.’

Bos voegt een gepeperd gespreksverslag bij, waarin een van zijn medewerkers een samenvatting geeft van een uit de hand gelopen onderhandeling met bankier Joost Scholten. ‘Tijdens het gesprek deelde Joost al steeds speldenprikjes uit’, schrijft de medewerker. ‘Dat werd steeds uitgesprokener.’ 

Zo verwijt Scholten Invest-NL bewust te traineren terwijl hij al maanden ‘exclusief in gesprek’ is met het staatsfonds. Daarnaast zou Invest-NL niet ‘willen spreken met Sijbesma’ en verwijt hij het fonds dat hij en InnoGenerics ‘afgescheept worden met de jongste bedienden van Invest-NL’. 

De medewerker, een senior, zegt kalm te zijn gebleven onder de reeks van aantijgingen. ‘Ik heb na 50 minuten gereageerd op die verwijten en gezegd dat de business case in orde moet zijn,’ schrijft hij. En: ‘Er lijken leads te zijn, maar niets is nog concreet.’

Dossier

Coronacrisis

De coronapandemie zet de wereld op zijn kop. Wie betaalt de rekening? En wie profiteert?

Volg dit dossier

Op 1 juli klappen de onderhandelingen alsnog. Invest-NL wil wél in de fabriek investeren, maar alleen onder voorwaarden. 

Zo wil Invest-NL bijvoorbeeld een onafhankelijke Raad van Commissarissen. En daar voelen Scholten en Wiarda niets voor. 

Joost Scholten wil als één van de hoofdaandeelhouders plaatsnemen in zijn eigen toezichtsorgaan. ‘Helaas komen wij tot de conclusie dat het voor de onderneming en ons reddingsplan onverantwoord is om van dit voorstel gebruik te maken,’ mailt Wiarda aan Invest-NL. In zee gaan met het staatsfonds zou de ‘motivatie om te ondernemen’ te veel aantasten. 

‘De politieke werkelijkheid…’ 

Precies een dag eerder krijgen ze op het ministerie van Financiën lucht van de plannen van Volksgezondheid om Apotex in bedrijf te houden met andere eigenaren. ‘Zoals jullie begrijpen worden we graag betrokken op dit dossier’, mailt een ambtenaar van Financiën aan VWS. ‘Er kan geen besluitvorming plaatsvinden over eventuele steun zonder dat het met ons is afgestemd. Sterker: het plan ‘heeft een mandaat nodig van de ministerraad’ voordat het doorgang kan vinden. 

Financiën stelt de bekende vragen: ‘Waarom nemen we als Rijk, gezien de risico’s, juist deze investering voor onze rekening?’ 

De ambtenaar wijst ook op het feit dat de overheid in Brussel vooral hamert op de terugkeer van medicijnproductie in Europa, niet per se in Nederland. ‘Daarnaast lijkt de precedentwerking die hiervan uitgaat heel onwenselijk.’  

In zijn  reactie waarschuwt Volksgezondheid voor de beeldvorming: ‘De politieke werkelijkheid loopt hier iets vooruit op de beleidsmatige werkelijkheid’. En: ‘De politieke boodschap dat een fabriek sluit, terwijl de politieke aandacht voor productie toeneemt (...), is lastig.’

Als blijkt dat Invest-NL afhaakt, slaan de ministeries van Volksgezondheid en Economische Zaken de handen ineen om de lening zelf te verstrekken. Ondanks de kritische vragen van Financiën.

‘De staatssteunregels zijn tijdens de coronacrisis in Brussel wel opgerekt,’ zo valt te lezen in een nota voor de minister van VWS. Daarin staat ook dat het ministerie van Economische Zaken zelfs ‘ruimte ziet om deze financiering te scharen onder autonomie van geneesmiddelenproductie in de EU’.

‘De staatssteunregels zijn tijdens de coronacrisis in Brussel wel opgerekt’

Op 3 juli 2020 spreekt de ministerraad over de steun aan InnoGenerics. Onbekend is welke argumenten hier een doorslaggevende rol spelen, want vergaderingen van de ministerraad vallen onder het staatsgeheim. 

De uitkomst is wel bekend: minister van Financiën Wopke Hoekstra en premier Mark Rutte scharen zich achter het reddingsplan voor Apotex. Zij stemmen in met zowel de lening als met ‘het construct van de subsidie’ aan het kenniscentrum, zo blijkt uit een mail van een ambtenaar.

De Kamer wordt alleen op de hoogte gesteld van de lening aan InnoGenerics. Op 6 augustus schrijft het kabinet dat het van plan is een lening van 6,7 miljoen euro te verstrekken die voor de redding van de ‘grootste productielocatie in Nederland van generieke geneesmiddelen’ moet zorgen. 

‘Deze ingreep wordt als uitzonderlijk gezien en schept geen precedent’, schrijven minister Van Ark (Medische Zorg) en staatssecretaris Mona Keijzer (EZK). 

Daarnaast krijgt de Kamer te horen dat ‘banken en externe investeerders niet bereid waren om in de resterende leningbehoefte te voorzien’. Dat de twee ondernemers zelf vergevorderde gesprekken met het staatsinvesteringsfonds Invest-NL afbliezen, blijft onbenoemd. 

‘Wij kennen InnoGenerics niet en kunnen geen informatie vinden van hun kennis/ervaring met geneesmiddelen’

Dat de redding uitzonderlijk is, blijkt wel uit een beteuterde e-mail van een lobbyist van de farmaceutische industrie aan het ministerie van Volksgezondheid. Hij ‘moet uit de krant vernemen’ dat de overheid staatssteun verleent aan een onderneming die niemand kent. Terwijl zijn achterban geen cent krijgt. 

‘Wij kennen het bedrijf Innogenerics niet en we kunnen ook geen enkele informatie vinden van hun kennis/ervaring met het produceren van generieke geneesmiddelen,’ mailt hij op 7 augustus. ‘Wat maakt dat de minister zoveel vertrouwen heeft in deze twee mensen dat dat een dergelijke beleidswijziging rechtvaardigt (...)?’

Toch toezichthouder

Voor InnoGenerics-oprichter Lucas Wiarda zit de strijd er dan op. ‘Zonder uw hulp en dat van uw departement zou dit niet gelukt zijn’, mailt hij in een dankbrief aan minister De Jonge. ‘Dit betekent dat de laatste grote generieke medicijnfabriek van Nederland behouden blijft voor ons land.’ 

En medeoprichter Joost Scholten? Die is toch toezichthouder geworden bij zijn eigen InnoGenerics, als lid van de Raad van Commissarissen. 

Nog voordat de redding definitief is, vraagt hij aan de ministeries of de overheid zich in het vervolg ook kan inzetten ‘voor het bestaansrecht van de fabriek op langere termijn’. 

Wat hij hiermee precies bedoelt blijft gissen, maar vermoedelijk vreest Scholten de concurrentie van fabrieken in Oost-Azië waar de productiekosten veel lager zijn. ‘Als de EU niet afhankelijk wil zijn van China en India dan moet het beleid daar ook op zijn gericht.’ 

Een ambtenaar antwoordt dat de overheid een belang heeft voor de langere termijn: ‘Dat zou comfort moeten geven.’

De auteurs van dit artikel maken deel uit van The Investigative Desk, een collectief van gespecialiseerde onderzoeksjournalisten. Het financiert zijn werk uit donaties, subsidies, cofinanciering en honoraria. Geldgevers hebben geen zeggenschap in de onderzoeken.

Reacties op de bevindingen in dit artikel

Leids Universitair Medisch Centrum

Hogendoorn en Guchelaar van het LUMC blijven in een gesprek op de vlakte over de precieze relatie van de Stichting Nationaal Farmaceutisch Kennis-, Ontwikkel- en Opleidingscentrum met Innogenerics. De stichting is gezeteld in de ziekenhuisapotheek van het ziekenhuis en zou inmiddels een bestuur hebben, een projectcoördinator, een hoogleraar en een promovendus. 

Hoogendoorn en Guchelaar bevestigen dat InnoGenerics voor opdrachten zal worden ingehuurd, maar zeggen nog niet te weten in welke mate. ‘De realiteit is dat bij een subsidieaanvraag op voorhand niet precies vaststaat waar het aan besteed zal worden. Dat zal gaandeweg pas duidelijk worden,’ zegt Hogendoorn. 

Guchelaar verheugt zich op de projecten die de stichting in samenwerking met InnoGenerics zal doen: 3D-printing van medicijnen, het naar de markt krijgen van geneesmiddelen en het testen van onzuiverheden bij bestaande medicijnen. ‘Ik voel me een ambassadeur voor universiteiten die weer zelf geneesmiddelen naar de markt proberen te krijgen voor patiënten. Ik denk dat het behoud van de fabriek en onze stichting daaraan zullen bijdragen.’ 

InnoGenerics

De oprichters van InnoGenerics reageerden moeizaam. Joost Scholten weigerde vragen te beantwoorden en Lucas Jan Wiarda kwam pas met een reactie na inzage van een eerste conceptversie van dit artikel. 

In een begeleidende brief schrijft hij het artikel ‘tendentieus’ te vinden, het zou bovendien ‘geen recht doet aan de enorme inspanning, het doorzettingsvermogen en het substantiële risico dat ik en mijn partner Joost Scholten bewust hebben genomen’. 

Wiarda stelt dat ‘veel en snel geld verdienen niet tot zijn drijfveren behoren’, maar ‘goed doen wel’. ‘Wij zitten er allen ideologisch in en werken keihard om de laatste grote generieke medicijnenfabriek van Nederland zo snel mogelijk weer gezond te maken zodat haar continuïteit verzekerd is’, schrijft hij. 

Wiarda zegt te verwachten dat de fabriek zwarte cijfers laten draaien een ‘enorme klus’ zal zijn en dat de fabriek ‘nooit enorm winstgevend zal worden’. Hij benadrukt dat er geen private oplossing mogelijk was. ‘Voor de financiering van deze transactie hebben we op alle mogelijke deuren geklopt. Die bleven gesloten. Invest-NL kon de transactie niet doen omdat zij zich zoals zij ons informeerden puur gingen richten op klimaatverandering en zij op dat moment ruim 70 daaraan gerelateerde verzoeken met een kleine organisatie moesten behandelen. De banken konden op geen enkele wijze deze transactie financieren omdat de aanloopjaren in het business plan verlieslatend zijn. De grote bekende investeerders in de farma/bioscience-industrie gaven aan dit voor Nederland een hele belangrijke fabriek te vinden, maar wilden deze transactie niet financieren omdat zij zich richten op investeringen met een beter rendement en wezen naar de overheid.’

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

VWS ontkent dat Sijbesma de oprichters van InnoGenerics naar voren heeft geschoven. ‘De heer Sijbesma is wel gevraagd naar zijn visie op de ontwikkelingen in de farmaceutische markt (zowel die van generieke productie wereldwijd als die van innovatieve (dure) geneesmiddelen). Dit contact vond plaats nadat de initiatiefnemers zich hadden gemeld bij VWS.’ 

Op de vraag waarom de Kamer niet geïnformeerd is over het feit dat de stichting een essentiële rol speelt bij de redding van de fabriek, reageert een woordvoerder als volgt. ‘Het is bij VWS bekend dat de stichting graag wilde gaan samenwerken met Innogenerics in een publiek-privaat consortium. VWS heeft ervoor gekozen om de subsidie niet zo in te richten dat Innogenerics onderdeel van de subsidie werd. Het is aan de stichting om hun partners te kiezen om aan de voorwaarden in de subsidiebeschikking te voldoen.’ 

VWS wil net als het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) niet ingaan op de vraag hoe de precieze financiering van de fabriek in elkaar steekt. 

‘We kunnen geen details geven over een individuele businesscase omdat het bedrijfsgevoelige informatie betreft’, stelt een woordvoerder van EZK. Hij verklaart daarnaast het verschil tussen de belangen van de Rijksoverheid en die van Invest-NL. ‘De overheid kijkt primair naar het maatschappelijk belang, en vanuit die overweging beoordeelt de overheid de businesscase. Het ging de overheid niet om zeggenschap in de onderneming maar om het maatschappelijk belang van het openhouden van de fabriek.’ 

Invest-NL

Invest-NL gaf de volgende verklaring: ‘Wij kunnen geen informatie geven over specifieke bedrijven, personen of onderwerpen die in vertrouwelijke gesprekken met bedrijven de revue zijn gepasseerd.’

Lees verder Inklappen