© Follow the Money

Betaaldvoetbalclubs lenen geregeld zonder checks and balances

Betaaldvoetbalclubs kunnen geen nieuwe lening afsluiten bij traditionele banken: ze hebben daarvoor een te slechte reputatie. Bijgevolg zijn ze voor onverwachte kosten en het voorfinancieren van transfers aangewezen op andere kredietverstrekkers. Brengen deze partijen nieuwe risico’s met zich mee voor de clubs? En hoe solide zijn die kredietverstrekkers zelf eigenlijk?

Het begon allemaal met de crisis van 2008. De financiële wereld kroop jarenlang door een diep dal, er kwamen strengere regels, meer controles. Geen bank wilde nog een nieuwe lening afsluiten met een profvoetbalclub – het risico op fraude en witwassen zou te groot zijn. Dat bleek ook uit onderzoek van De Nederlandsche Bank uit 2016, waarin wordt gewaarschuwd voor ‘een gesloten cultuur, perverse prikkels, belangenverstrengeling en het gebruik van vennootschapsrechtelijke structuren om geldstromen te versluieren’. Tot op de dag van vandaag hoeven clubs niet bij een bank aan te kloppen voor een lening.

De druk op banken werd na de kredietcrisis opgevoerd, zegt Hans Nelen. Hij is hoogleraar criminologie aan de Universiteit Maastricht en heeft een fascinatie voor sport, met name voor voetbal. ‘Banken hebben de verplichting hun huishoudboekje op orde te hebben,’ zegt hij. ‘Als je sector wordt geassocieerd met fraude en witwassen, en je doet er weinig aan om dat te veranderen, dan zit niemand op je te wachten.’ Het profvoetbal heeft die reputatie, stelt hij.

De voetballerij heeft volgens Nelen alle ingrediënten om crimineel geld wit te wassen. ‘Er is geen zicht op de gunsten die erin worden gepompt, er gaat veel geld uit dat niet ten goede komt aan de clubs maar dat aan de strijkstok van de zaakwaarnemers blijft hangen, en het is een ontoegankelijke wereld waarin het lastig is om aan betrouwbare informatie te komen. Alle partijen die banken niet kunnen vertrouwen, worden buiten de deur gehouden.’

‘Als een club een speler uit Zuid-Amerika haalt, gaat dat geld misschien wel vijf keer de wereld rond’

Dat blijkt ook uit het beleid van banken. Zo besloot de Rabobank in 2019 om geen nieuwe betaaldvoetbalclubs als klant te accepteren – 80 procent van de clubs was er klant. In een verklaring schreef de bank destijds dat ‘onacceptabele integriteitsrisico’s’ kunnen leiden tot ‘een afscheidstraject’ van bestaande klanten. Een woordvoerder van de bank laat weten dat het beleid nog altijd geldt: ‘Gezien de risico’s die spelen binnen de voetbalsport neemt de Rabobank op dit moment geen nieuwe betaaldvoetbalclubs aan als klant.’ De bank doet geen uitspraken over de vraag of er sinds 2019 ook samenwerkingen zijn beëindigd. Andere Nederlandse banken houden er een vergelijkbaar beleid op na.

‘Ik denk dat de afdeling compliance van elke grootbank meteen hoofdpijn krijgt als Ajax of Feyenoord als klant wordt binnengebracht,’ zegt Ruud Koning, hoogleraar sporteconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Volgens hem zijn vooral de ‘geldstromen die worden gefaciliteerd bij transfers’ voor banken problematisch. ‘Als bijvoorbeeld Ajax een speler uit Zuid-Amerika haalt, gaat dat geld misschien wel vijf keer de wereld rond, langs allerlei entiteiten. De vraag is: wil je dat faciliteren als financiële instelling? Het is dan volstrekt onduidelijk waar het geld vandaan komt.’ Het huishoudboekje van voetbalclubs valt voor een bank niet te controleren.

Daar komt bij dat de belangrijkste activa van profclubs op het veld staan: de voetballers. ‘Hoe je die moet waarderen, is altijd een beetje schimmig.’ zegt Koning. Uit een eerdere publicatie van Follow the Money bleek al dat Europese topclubs geregeld gebruik maken van taxaties van datawebsite Transfermarkt, die door vrijwilligers worden opgesteld. De waardebepalingen worden door clubs opgevoerd in jaarverslagen en komen op tafel bij miljoenentransfers, terwijl ze onnauwkeurig zijn.

Dossier

Geldsporen in de sport

Met (top)sport zijn grote financiële belangen gemoeid. Niet zelden leidt dat tot vuil spel.

Volg dit dossier

De strengere controles en het risico op fraude en witwassen heeft ertoe geleid dat Nederlandse banken geen nieuwe leningen meer verstrekken aan profvoetbalclubs. Maar als een club snel geld nodig heeft, voor een toptransfer of om de liquiditeit op peil te houden, moeten ze dat toch ergens vandaan halen. Er ontstond een vacuüm, dat sinds 2014 werd opgevuld door kredietverstrekkers als het Engelse XXIII Capital en het Duitse Score Capital. Bedrijven die – soms tegen woekerrentes – geld lenen aan profclubs. Hoe werken die leningen? En wat zijn de risico’s?

Lening als beleggingsproduct

XXIII Capital werd in 2014 in Londen opgericht door twee bankiers: Engelsman Jason Traub en Australiër Stephen Duval. Het bedrijf kan volgens de Financial Times een investeringsfonds van George Soros plus de Zwitserse bank Credit Suisse tot zijn aandeelhouders rekenen. De kredietverstrekker speelt een belangrijke rol in de financiering van voetbalclubs. Zo werden er miljoenen geleend aan onder andere FC Porto, Watford FC, Fluminense Football Club en FC Twente. Volgens zijn website heeft XXIII Capital sinds de oprichting bijna 3 miljard euro aan clubs geleend.

XXIII Capital verpakt die leningen tot beleggingsproduct. Uit het Engelse handelsregister blijkt dat het geld dat XXIII Capital aan voetbalclubs leent, onder andere afkomstig is van de Candlewood Investment Group – een bedrijf dat in de Verenigde Staten is gevestigd, maar geregistreerd staat op de Kaaimaneilanden, een belastingparadijs. De Candlewood Investment Group zou dat geld aan XXIII Capital lenen tegen 4 procent rente per jaar. XXIII Capital leent dat geld weer uit aan voetbalclubs als FC Twente, voor zo’n 8 procent.

FC Twente stond in 2015 aan de financiële afgrond en leende 8 miljoen euro bij XXIII Capital tegen een rente van 8,15 procent, onthulde NRC Handelsblad in 2016. Uit documenten van XXIII Capital waarover de krant beschikte, zou blijken ‘hoe beleggers geld verdienen aan noodlijdende voetbalclubs’ en op voorhand al zouden weten ‘dat de rekening bij de overheid landt’. De gemeente Enschede moest de club uiteindelijk redden en leende FC Twente in 2017 geld om XXII Capital af te betalen.

FC Twente: lening leidde tot verplichte sanering

In 2010 werd FC Twente voor het eerst in de geschiedenis landskampioen. De club wilde daarna structureel onderdeel uitmaken van de Nederlandse top en nam daarom onverantwoorde financiële risico’s, waardoor de schulden opliepen. Om de gaten te dichten sloot FC Twente eind 2013 een overeenkomst met Doyen Sports Group, een investeringsmaatschappij van de invloedrijke Portugese zaakwaarnemer Jorge Mendes. Doyen Sports Group werd mede-eigenaar van zeven spelers. Als een van hen transfereerde, zou een percentage aan de investeringsmaatschappij worden uitgekeerd.

In 2014 stelde de KNVB een onderzoek in naar de overeenkomst tussen FC Twente en Doyen Sports Group. Daaruit bleek dat Doyen invloed zou hebben op het transferbeleid van de voetbalclub. FC Twente kreeg een behoorlijke tik op de vingers van de KNVB: er werden meerdere punten in mindering gebracht en boetes opgelegd. De club moest saneren.

Sinds 2015 is mede-eigenaarschap verboden door wereldvoetbalbond Fifa.

Lees verder Inklappen

Het kan ook goed gaan, zo laat FC Utrecht zien. Uit het jaarverslag van 2018/19 blijkt dat de club ruim 1,6 miljoen euro leende tegen een rente van 5,5 procent bij Score Capital – een Duitse evenknie van XXIII Capital. In het jaarverslag staat dat de aflossingen aan Score Capital verlopen via de Eredivisie CV: ‘De aflossingen worden in mindering gebracht op de door FC Utrecht te ontvangen televisiegelden.’ De lening zou inmiddels zijn afbetaald.

De leningen die kredietverstrekkers als Score Capital en XXIII Capital aanbieden, zijn gebaseerd op toekomstige inkomsten van de voetbalclubs: mediagelden en transfers. Een gat dat banken lieten vallen. Voor de profvoetballerij is het een probleem dat haast alle betalingen gespreid plaatsvinden, zegt hoogleraar sporteconomie Koning. ‘In mei en juni vullen clubs de kas door de verkoop van seizoenkaarten, daar teren ze de rest van het jaar op in. In het voorjaar is de bodem wel in zicht.’ 

‘Als je echt met de rug tegen de muur staat, zijn zulke kredietverstrekkers de alternatieven waar je naar kijkt’

Dat heeft drie voorname redenen: bijna geen club schrijft zwarte cijfers, het is financieel onzeker hoe een club de twee transferperiodes moet doorkomen, en vrijwel alle voetbalclubs denken slechts op de korte termijn. Gevolg is dat clubs aan het eind van het seizoen hun liquiditeit nauwelijks op peil houden, waardoor het aanlokkelijk wordt om toekomstige media- of transfergelden alvast te innen bij een kredietverstrekker.

Betaaldvoetbalclubs worden geregeld actief benaderd door kredietverstrekkers, blijkt uit gesprekken met bestuurders van Nederlandse profclubs en werknemers van kredietverstrekkers. Zo werd Mattijs Manders als algemeen directeur van ADO Den Haag in 2011 benaderd door een investeringsbank. ‘Als je echt met de rug tegen de muur staat, zijn dat alternatieven waar je naar kijkt,’ zegt hij. ‘Zulke partijen voelen feilloos aan dat je ze nodig hebt. Met gezond verstand zou je zo’n contract nooit tekenen.’ Hij sloot dan ook geen deal.

Third party ownership

Kredietverstrekkers zijn inmiddels gemeengoed. Ook Engelse clubs kunnen geen geld lenen bij de traditionele bank, daarom wenden zij zich eveneens tot de kredietverstrekkers. Ruim 40 procent van de Premier League-clubs had in 2020 een lening uitstaan bij een kredietverstrekker, blijkt uit onderzoek van accountantskantoor BDO. 

Hoe dat in Nederland zit, is onbekend. Betaaldvoetbalclubs geven in hun jaarverslagen vaak niet op bij wie een lening is afgesloten. De KNVB zegt te weten welke clubs geld lenen bij kredietverstrekkers, aldus een woordvoerder. Maar de voetbalbond houdt geen totaalbedrag van die leningen bij: ‘Om hoeveel geld het gaat is niet bekend.’ 

De bond houdt wel rekening met de leningen bij het verstrekken van licenties aan profclubs. ‘De KNVB beoordeelt in hoeverre een lening en daarmee samenhangende voorwaarden en condities juist en volledig zijn verantwoord. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de aard/naam van de kredietverstrekker en de overeenkomst. Dat geeft vaak wel een beeld van de financiële positie van een club.’

Het valt Eredivisie CV op dat mediagelden geregeld moeten worden overgemaakt naar kredietverstrekkers, in plaats van naar de clubs

Eredivisie CV beoordeelt niet de financiële positie van clubs, maar verdeelt wel mediagelden onder Nederlandse betaaldvoetbalclubs. ‘Het gebeurt een paar keer per seizoen dat een club een voorschot vraagt van de mediagelden,’ zegt een woordvoerder van de organisatie. ‘Daarmee nemen we een risico: het kan zo zijn dat je geld uitkeert aan een club die uiteindelijk niet kan voldoen aan de verplichtingen die verbonden zijn aan dat geld.’ Daar zou een interne procedure voor zijn opgesteld. Wel valt het Eredivisie CV op dat mediagelden geregeld moeten worden overgemaakt naar kredietverstrekkers, in plaats van naar de club zelf.

Naast vooruitbetaling van mediagelden lenen de kredietverstrekkers ook geld aan clubs voor transfers, zegt Kieran Maguire. Hij is universitair docent sporteconomie aan de University of Liverpool en schreef een boek over de financiering van voetbalclubs. Bij transfers werkt het volgens hem zo: ‘Als een club een voetballer verkoopt voor 60 miljoen euro, wordt dat bedrag in twee of drie termijnen betaald. Maar bij de eerste betaling moet wel meteen belasting worden afgedragen over het hele bedrag. De club houdt daar dus maar een paar miljoen van over, maar moet wel een nieuwe speler kopen ter vervanging. Dan komen de kredietverstrekkers, die zeggen: geef die contracten maar aan ons, dan keren wij het geld direct uit. De club heeft zo meteen werkkapitaal.’ 

Vooruitbetaling van transfergeld kan voor problemen zorgen. Wereldvoetbalbond Fifa verbood in 2015 third party ownership: financieringsconstructies waarbij een derde partij (direct of indirect) eigenaar wordt van een speler. Een recente publicatie van The Guardian toonde aan dat kredietverstrekkers opereren op de grens van wat wettelijk is toegestaan.

Maguire vindt het niet erg dat kredietverstrekkers zich in de voetbalwereld mengen – ‘zolang er maar controle op is’

Zo werd Score Capital – het bedrijf waarmee FC Utrecht zaken deed – eigenaar van een deel van de rechten van de Braziliaanse speler Éder Militão. Bij een transfer worden twee rechten verhandeld, federatieve en economische. Het is als derde partij niet toegestaan om eigenaar te worden van de economische rechten; Score Capital werd eigenaar van de federatieve rechten van de Braziliaan. Niet verboden, wel uitzonderlijk – de houder van de federatieve rechten kan een speler bij een voetbalbond registreren.

Het is volgens Maguire niet erg dat de kredietverstrekkers zich in de voetbalwereld mengen – ‘zolang er maar controle op is’. En daar gaat het dus soms mis. ‘Ze hoeven niet aan dezelfde checks and balances te voldoen als banken.’ Voordelig, omdat er snel geld uitgekeerd kan worden. Nadelig, omdat minder controle makkelijker tot onrechtmatigheden kan leiden.

‘Ik vraag me vooral af waarom voetbalclubs naar kleine, boutique-achtige bedrijven moeten voor een lening,’ zegt Maguire. ‘Waarom kunnen de overkoepelende voetbalbonden [Uefa en Fifa, red.] niet een alternatief organiseren?’ De kredietverstrekkers brengen volgens hem een risico met zich mee. ‘Als een paar clubs niet aan hun betaalverplichting kunnen voldoen, bijvoorbeeld door een plotselinge pandemie, zou zo’n bedrijf over de kop kunnen slaan. De voetbalbonden zijn veel groter, dan spreid je het risico.’

Stijgende behoefte van de clubs aan krediet

Henk Hoekstra was tot vorig jaar werkzaam bij XXIII Capital. In Zuid-Europa wordt volgens hem meer van kredietverstrekkers gebruik gemaakt dan in Noord-Europa. Het vaakst zouden toekomstige betalingen omtrent transfers worden opgekocht door een kredietverstrekker, om die vervolgens vervroegd uit te keren aan een club. ‘XXIII Capital heeft, nadat corona kwam, een herstructurering doorgevoerd. Financiers hebben een hekel aan onzekerheid en de pandemie creëerde een gigantisch onzekere markt. Er is eigenlijk geen aanbieder die zegt: ik wil zonder verzekering financieren, of tegen meer dan 10 procent rente. Dan is er geen markt meer.’

‘Toen de competities werden stilgelegd, werden de mediagelden niet meer uitbetaald. Er konden per slot van rekening geen wedstrijden worden uitgezonden. De onzekerheid nam daardoor toe. De Engelse en Duitse competitie werd vorig seizoen bijvoorbeeld uitgespeeld in juli, omdat er dan mediagelden werden uitbetaald.’

Lees verder Inklappen

Het overkwam XXIII Capital, dat volgens het Engels handelsregister middenin de pandemie werd opgeheven en een doorstart maakte onder een andere naam. Volgens Jason Traub, een van de oprichters, had dat niets te maken met financiële problemen. Maguire betwijfelt dat. ‘Kredietverstrekkers dachten voor de pandemie dat de voetbalindustrie too big to fail was. Ze leenden enorme bedragen uit. Tot de clubs plots te maken gekregen met enorme verliezen en ook de kredietverstrekkers in de problemen kwamen.’

En dan zijn de grootste zorgen nog niet geweken. Door de pandemie droogden de stadioninkomsten vrijwel geheel op. Daarnaast zullen mediagelden in alle Europese topcompetities dalen, schreef persbureau Reuters. Te weinig partijen zouden geïnteresseerd zijn in de aanschaf van de rechten. Gebrek aan concurrentie is funest voor elke markt, zeker voor de geldverslindende voetbalindustrie. Tel daar het uitblijven van recordtransfers gedurende deze transferperiode bij op, en niet alleen de toekomst van de voetbalclubs is ongewis, maar ook die van hun kredietverstrekkers. De opkomst van kredietverstrekkers begon na de crisis van 2008, het eindigt mogelijk met een crisis onder kredietverstrekkers in 2021. Ironischer wordt het niet.

Reactie Fifa

‘FIFA houdt de trends in de ontwikkeling van betaald voetbal nauwlettend in de gaten, en let daarbij ook op de financiering van transfers en leningen. FIFA herziet de huidige regelgeving voortdurend en past die zonodig aan.

Zoals in de huidige reglementen te lezen valt, heeft FIFA al duidelijke regels ingesteld over het eigendom van spelersrechten. Ook zijn er maatregelen voorgesteld om voetbal financieel duurzamer te krijgen; dat hervormingsproces is in volle gang.

Als onderdeel van dat proces, en de bevindingen van de recente consultaties in acht nemend, zal FIFA samen met belanghebbenden en andere sectoren de regelgeving blijven aanscherpen. Nadere details over die hervorming en nieuwe maatregelen zullen door FIFA de komende maanden worden bekendgemaakt.’

Lees verder Inklappen