Follow the Money staat er beter voor dan ooit (maar we zijn er nog lang niet)

3 Connecties

Relaties

Ondernemen

Organisaties

Follow the Money

Werkvelden

Journalistiek
35 Bijdragen

Eric Smit blikt terug op de lancering van de nieuwe website en op de afgelopen periode, die voor Follow the Money een grote stap voorwaarts betekende.

Beste lezer van Follow the Money, het is tijd dat ik u even bijpraat over hoe het met ons gaat. Sinds begin februari hebben we een nieuwe website die een fundamentele stap in ons bestaan markeert. We zijn definitief overgeschakeld op een zogenoemd ‘betaalmodel’. Mijn excuses voor dit lelijke woord, maar het maakt precies duidelijk waar het om gaat. Zes jaar lang hebben we onze journalistiek gratis aan onze lezers aangeboden en verdienden we ons geld met het verkopen van artikelen aan andere journalistieke media, met advertenties op onze website en vooral met het maken van de redactionele pagina’s van (commerciële) bijlagen voor andere uitgevers. Met laatstgenoemde activiteit zijn we eind 2014 gestopt. Toen kwamen Arne van der Wal en ikzelf tot de conclusie dat de enige manier om échte journalistieke onafhankelijkheid te waarborgen, een betalend publiek vereist. We zijn enorm gelukkig dat we die stap hebben genomen, en dat is niet alleen vanwege het feit dat we er op dit moment beter voor staan dan ooit tevoren.

Het liefst maak je artikelen waarmee je de machthebbers controleert

Het is namelijk geen pretje om aan de ene kant de ambitie te hebben om diepgravende journalistiek te produceren en aan de andere kant zalvende praatjes te moeten tikken en verkopen om de schoorsteen te laten roken. Op een enkele uitzondering na zijn die artikelen nooit op FTM verschenen, maar het heeft toch een aanzienlijk deel van onze tijd in beslag genomen. We moesten wel, want we wilden hoe dan ook blijven werken aan de uitbouw van FTM en dat moest worden gefinancierd. Van de verkoop van journalistieke producties aan andere media en advertentie-inkomsten alleen konden we niet leven. Dat betekent in de praktijk dat je soms aardig moet doen tegen lui die je veel liever kritisch wilt aanpakken. Dat is een dilemma waar vrijwel iedere freelance journalist mee te kampen heeft. Het schuurt, vooral in moreel en mentaal opzicht. Het liefst maak je artikelen waarmee je de machthebbers controleert en praat je ze niet in opdracht van een of andere betalende opdrachtgever naar de mond.

We waren zeer ingenomen met de beslissing om onze hoernalistieke activiteiten dood te laten bloeden

Bijna-doodervaring

We waren zeer ingenomen met de beslissing om onze hoernalistieke activiteiten dood te laten bloeden, maar daarmee hadden we nog geen nieuwe bron van inkomsten. Integendeel, we zagen juist een belangrijke bron opdrogen. Dat hadden we natuurlijk voorzien. Wat we echter niet zagen aankomen was dat een mogelijke investeerder waar we al lange tijd mee in gesprek waren, het begin 2015 liet afweten. Plotseling verkeerden we in een existentiële crisis. We hadden het weloverwogen besluit genomen om naar een betaald-ledenmodel over te schakelen, we wilden onze lezers niet langer met advertenties confronteren (waar we ook steeds minder aan verdienden), maar de middelen waarmee we die overgang meenden te kunnen financieren, waren opeens niet voorhanden. We hadden teveel gerekend op een partij waarvan ik hier de naam niet ga noemen. Dat was stom. Heel stom. De bodem van onze kas kwam in zicht en we hadden juist geld nodig om te investeren. Dat leverde een hachelijke bijna-doodervaring op. Vrijwel iedere ondernemer — zo werd ons later duidelijk — heeft er wel eens mee te maken gehad. Gelukkig konden we terugvallen op een team van adviseurs met ruime ervaring in het bedrijfsleven. Wamper van der Drift, Roxane van Iperen (ze schrijft af en toe ook voor Follow the Money) en Safira de Witte stonden ons met raad en daad terzijde om ons door deze moeilijke periode heen te loodsen.

De middelen waarmee we de overgang meenden te kunnen financieren, waren opeens niet voorhanden

We hadden geld nodig om een nieuwe website te laten bouwen. Een advertentieloze website met een opgefriste vormgeving, nieuwe mogelijkheden voor interactie met lezers en vooral met de technische basis om op een goede manier betalende leden te kunnen verwerken. De eerste blije ervaringen met onze founding members, die voor 70 euro lid werden, en onze founding friends, die voor minimaal 1.500 euro een levenslang lidmaatschap verwierven, lieten zien dat dit broodnodig was. Het was prachtig om te zien dat mensen bereid bleken voor onze journalistiek te betalen/onze missie te steunen, maar we zagen ook dat een goede ervaring bij het online lid worden een vereiste is.

Investeerder gewenst

De eerste inkomsten uit lidmaatschappen stroomden begin 2015 binnen, maar die waren bij lange na niet voldoende om de grote stap voorwaarts te maken. We moesten een investeerder bereid vinden om bij Follow the Money in te stappen. En snel. Het moest ook iemand zijn die zich met onze journalistieke missie kon vereenzelvigen en genoegen wilde nemen met een zeer hoog risico en een begrensd maximaal rendement van 5 procent. O ja, en hij of zij zou ook geen formele invloed uit kunnen oefenen op onze bedrijfsvoering. Inmenging in redactionele aangelegenheden was en is volstrekt onbespreekbaar.

De man die in de zomer van 2015 met deze, naar klassieke investeerdersmaatstaven gemeten, volstrekt onredelijke voorwaarden akkoord ging, luistert naar de naam Erik Hallers. Hallers is een van de oprichters van de zakelijke dienstverlener Conclusion. Ik leerde hem eind 2014 kennen als de man achter de radiozender Sublime FM waar ik sinds begin 2015 een column voor verzorg. Hallers heeft een groot hart voor de journalistiek en was bereid om ons de benodigde middelen te verschaffen voor een belang van 10 procent in FTM Media B.V., de eigenaar van Follow the Money B.V. De aandelen van FTM Media B.V. worden gecertificeerd door de stichting administratiekantoor FTM Media waarvan Arne van der Wal en ondergetekende de bestuurders zijn. Deze beschermingsconstructie maakt dat Hallers feitelijk geen klap heeft te zeggen. Dat wil overigens niet zeggen dat we niet naar hem luisteren, want in zakelijk opzicht valt er het nodige van hem te leren.

Naast Hallers wisten we nog een - kleinere - investeerder binnen te halen: serie-ondernemer Jan Bart Fanoy die net als Hallers een groot hart heeft voor de journalistiek. Naast het risicokapitaal van Hallers en Fanoy, worden ons ook andere middelen ter beschikking gesteld. Die komen van stichting Muckraker. Deze stichting werd in 2008 opgericht ten behoeve van mijn rugdekking. Ik werkte toen aan de ongeautoriseerde biografie van zakenvrouw Nina Brink (Storms) die mij de nodige juridische kopzorgen bezorgde. Dankzij het geld van enkele grotere en ook tal van kleine sympathisanten kon ik destijds mijn advocaat bekostigen.

De belangrijkste geldschieter van stichting Muckraker is de Adessium Foundation. Deze uiterst professionele Nederlandse stichting financiert al jaren tal van nationale en internationale journalistieke initiatieven waaronder het The International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) dat recentelijk weer vol in de aandacht stond vanwege de Panama Papers. Gelden die wij van Muckraker krijgen, moeten we tot op de cent nauwkeurig verantwoorden. Ook hier geldt dat er geen enkele invloed op het beleid van de redactie van Follow the Money kan worden uitgeoefend. De verantwoording betreft uitsluitend de besteding van de middelen.

Tussenstand

Met dank aan onze founding members- en friends, Hallers, Fanoy, de gelden van Muckraker, de begeleiding van ons team van adviseurs en onze tot op het bot gemotiveerde redactie konden we in februari de ommezwaai maken naar het nieuwe model. De mannen van Frontwise bouwden het digitale fundament waarmee we nog jaren vooruit kunnen. Ze zijn belangrijk om te noemen omdat ze een zeer grote bijdrage hebben geleverd aan dat wat er nu staat.

De beste reclame voor journalistiek is natuurlijk nog altijd...goede journalistiek

We staan er dus beter voor dan ooit. We trekken steeds meer publiek en we hebben ook weer nieuw journalistiek talent binnen weten te halen. Maar dan nu de tussenstand. Want hoe gaat het met de ledenwerving? Nou, best aardig. We hebben nu zo’n 1.700 betalende leden. Daarnaast hebben we 33 founding friends waarvan Joris Luyendijk, dankzij zijn donatie van de NS Publieksprijs, de bekendste is. Maar hoe bemoedigend deze cijfers ook zijn, het is lang niet genoeg om de zelfstandigheid van Follow the Money op langere termijn te garanderen. We moeten aan het einde van dit jaar op 5.000 leden zitten om onze doelstellingen te halen. Een jaar later moeten dat er 10.000 zijn. Kortom, we zullen nog heel hard ons best moeten doen om al die nieuwe leden binnen te halen. Wij geloven heilig dat we daarin zullen slagen. Vooral door onze lezers meer bij ons werk te betrekken en goede artikelen te maken die de wereld in beweging zetten. Want de beste reclame voor journalistiek is natuurlijk nog altijd... goede journalistiek.