Rotterdam, 29 november 2020

De coronapandemie zet de wereld op zijn kop. Wie betaalt de rekening? En wie profiteert? Lees meer

Het virus SARS-CoV-2, beter bekend als het coronavirus, dook eind 2019 op in de Chinese provincie Hubei. In een paar weken tijd veroorzaakte het een epidemie, waarna het zich over de rest van de wereld verspreidde. Begin maart 2020 verklaarde de World Health Organisation de ziekte tot een pandemie en gingen landen wereldwijd 'op slot'.

Met het coronavirus is een crisis van historische proporties ontstaan, niet alleen medisch, maar ook economisch. In de vorm van steunfondsen en noodmaatregelpakketen werden bedrijven wereldwijd met vele miljarden op de been gehouden.

Waar met geld gesmeten wordt, liggen misbruik en fraude op de loer. Daarom volgt FTM de ontwikkelingen op de voet. Wie profiteert van de crisis? En welke oplossingen dienen welke belangen? 

212 artikelen

Rotterdam, 29 november 2020 © ANP / Marco de Swart

Geef gedragswetenschap een sterkere rol in het pandemiebeleid

‘Vermijd drukte’, houdt de overheid ons voor, in de strijd tegen verdere verspreiding van het coronavirus. Maar dat onduidelijk is wat we precies onder ‘drukte’ moeten verstaan of wanneer winkelstraten ‘te vol’ zijn, blijkt wel uit de mensenmassa’s die met Black Friday in enkele grote steden op de been kwamen. Terwijl het toch niet moeilijk te voorspellen was dat mensen zich in grote getalen zouden laten verleiden door aantrekkelijke koopjes, met de feestdagen in aantocht.

‘Gedrag is onze eerste verdedigingslinie,’ zei OMT- en RIVM-voorzitter Jaap van Dissel onlangs in Trouw. En dat is helemaal waar: zolang de vaccinaties nog op zich laten wachten, zijn we afhankelijk van ons gedrag om verdere verspreiding van covid-19 in te dammen. Na de zomer bleek dat we ons gedrag nog onvoldoende onder controle hebben, en als gevolg daarvan zit de samenleving weer op slot; onze gedragsmatige verdedigingslinie kan dus wel een opknapbeurt gebruiken. 

Dat er nu vaccins zijn ontwikkeld, maakt de zaak niet minder urgent. De samenleving zal in het nieuwe jaar weer langzaamaan van het slot gaan. Tegelijkertijd moet het vaccinatieprogramma van de overheid nog zijn beslag krijgen. Volgens het RIVM kan het nog wel een jaar duren voordat iedereen is ingeënt. We moeten koste wat kost voorkomen dat we, voor die vaccinatie goed op streek is, in een derde lockdown terechtkomen. Dat is een zeer reëel risico, met de feestdagen op komst. Nu al is zichtbaar dat mensen de teugels laten vieren; de succesvolle ontwikkeling van vaccins is met een opluchting begroet die sterk doet denken aan wat velen in de zomer voelden, toen het erop leek dat we het virus in bedwang hadden. We weten inmiddels hoe dat afliep.

We vallen steeds terug op achterhaalde methoden om gedrag te sturen: verbieden, met de vinger wijzen, dreigen

We moeten het deze keer dus beter doen. Inzichten en onderzoeksmethoden uit de gedragswetenschap kunnen onze verdedigingslinie verstevigen. Het besef hiervan groeit in de samenleving, zoals blijkt uit de oprichting eerder dit jaar van een Corona Gedragsunit bij het RIVM en uit het feit dat het Red Team, dat voor de troepen uit loopt en tegenspraak biedt, van meet af aan een gedragswetenschapper in de gelederen heeft opgenomen.

Een voorzichtig begin, want de gedragswetenschappen worden nog te weinig ingezet. In feite valt de samenleving steeds terug op achterhaalde methoden om gedrag te sturen: verbieden, met de vinger wijzen, dreigen. Dat kan veel beter. Vijf tips die onmiddellijk bruikbaar zijn in de aanpak van het Nederlandse pandemiebeleid.

1. Benoem goed gedrag en maak dat mogelijk

Als mensen niet weten wat ze moeten doen, dan kunnen ze het ook niet doen. Communiceer daarom niet alleen wat verboden is, en benadruk vooral wat wél de bedoeling is. Liever gewenst gedrag op een blauw verkeersbord tonen dan ongewenst gedrag op een rood. Bewegwijzeringen in openbare ruimtes zijn een voorbeeld waarbij het gewenste gedrag wordt benadrukt, in plaats van het ongewenste gedrag te verbieden. Dat is effectief en kan vaak de eerste insteek zijn.

Dit principe is bijna overal in te zetten. Als de GGD mensen meldt dat zij besmet zijn, volgt een lijst van verboden: niet meer naar buiten, etc. Maar hoe het dan moet met de boodschappen, met die grote familie in dat te kleine huis, of met de kinderen die van school moeten worden opgehaald, is een probleem. De overheid is zich hiervan bewust en inventariseert opties om de helpende hand te bieden. Feit blijft echter dat de burger om een overigens goede folder met concrete tips te krijgen, zelf op het idee moet komen een paar keer door te klikken vanaf de RIVM website.

Zulke informatie kan beter en eerder worden gecommuniceerd. Als mensen niet weten hoe ze de regels kunnen opvolgen, heeft dat funeste consequenties. Onderzoek wijst uit dat te veel positief geteste mensen niet thuisblijven, omdat ze boodschappen moeten doen en geen andere oplossing zien dan zelf naar de supermarkt te gaan.

Mensen kiezen de kortste weg, en daarom moeten we thuisblijven makkelijker maken dan boodschappen halen

Mensen kiezen de kortste weg, en daarom moeten we thuisblijven makkelijker maken dan boodschappen halen: geef wie positief test op Corona dus een (geanonimiseerd) skip-the-line ticket, waarmee hij of zij voorrang krijgt bij online boodschappen doen. Versterk bestaande initiatieven om mensen met weinig middelen te helpen bij de bezorging. Zorg dat het voor bedrijven kosteloos is om werknemers in quarantaine thuis te laten blijven, in plaats van te eisen dat zij salaris doorbetalen. Creëer voor mensen die met velen in een klein huis wonen vrijwillige quarantainecentra; hotels genoeg die kamers over hebben. Doe er met andere woorden alles aan om het gewenste gedrag mogelijk te maken en te ondersteunen.

Tenslotte: wees reëel bij het eisen van verlangd gedrag. Als in de supermarkt schendingen van de 1,5 meter aan de orde van de dag zijn, is die afstand daar niet geloofwaardig op te leggen. Onderzoekers van de TU Delft kleurden straten in Amsterdam rood waar het moeilijk is om elkaar op 1,5 meter afstand te passeren, en het resultaat is ontluisterend. Hardnekkig vasthouden aan een gedragsregel die niet op te volgen is, is ontmoedigend en holt het gezag van de overheid uit.

2. Maak goed gedrag zichtbaarder

Mensen zijn sociale dieren, die  op elkaar letten. Uit onderzoek blijkt dat mensen zich beter aan de regels houden wanneer ze denken dat anderen dat ook doen – de sociale norm. Mensen wassen hun handen bijvoorbeeld vaker als ze weten dat hun gedrag zichtbaar is voor een ander; er zijn zelfs aanwijzingen dat het ophangen van een afbeelding van twee ogen ogen op een sticker al effect heeft. Omgekeerd zakt de motivatie als anderen de regels aan hun laars lijken te lappen.

De sociale norm is een machtig middel, maar de overheid maakt er weinig gebruik van. Sterker: zowel in het voorjaar als in de zomer werd op persconferenties soms de nadruk gelegd op incidentele overtredingen en werd de aandacht nadrukkelijk gevestigd op gevallen waarbij te veel mensen samenkwamen (het strand van Scheveningen op Hemelvaartsdag, bijvoorbeeld). Daarmee wordt de aandacht gericht op een kleine groep die de regels schendt, in plaats van op de overgrote meerderheid die zich er netjes aan houdt. Dit veroorzaakte ten onrechte het beeld dat iedereen er een potje van maakte. En juist dat kan schadelijk zijn: onderzoek naar de invloed van de sociale norm suggereert namelijk dat zo’n negatief beeld vaker tot zwakkere naleving zal leiden.

In plaats van gedrag te veroordelen, kunnen we ons beter afvragen of we zulk gedrag hadden kunnen voorspellen

Als er straks meer open kan en het gaat hier en daar mis, blijf dan vooral benadrukken hoeveel mensen zich wel aan de regels houden, dat de meeste jongeren niet naar feestjes gaan, dat veel ouderen zichzelf nog altijd vrijwel permanent afzonderen. Maak dit zoveel mogelijk zichtbaar via interviews, reclamespots en rapportages als die van de Gedragsunit van het RIVM. En als het echt nodig is om het gedrag van overtreders aan de kaak te stellen, benoem dan tevens dat de meerderheid zich aan de regels houdt – zoals premier Rutte ook vaak onderstreepte.

En probeer bij overtredingen te begrijpen waarom mensen ze begaan. De dansende jongeren op het Plein in Den Haag, de avond waarop de gedeeltelijke lockdown van kracht werd, wekten wereldwijd verontwaardiging. Maar zullen niet meer mensen dat fatalistische gevoel  van ‘dansen tot het einde van de wereld’ hebben gehad? Is het realistisch te verwachten dat jongvolwassenen een jaar op hun studentenkamer naar het behang zitten te staren? In plaats van gedrag te veroordelen, kunnen we ons beter afvragen of we zulk gedrag hadden kunnen voorspellen en voorkomen. Realistische gedragsanalyses in plaats van vingerwijzen dus.

3. Wees slim met handhaving

De overheid heeft vrij sterk ingezet op de strafrechtelijke benadering van gedragsverandering: er werden hoge straffen voor overtreders ingesteld – tot verbazing van onder andere de Nederlandse Orde van Advocaten. Maar criminologisch onderzoek laat zien dat straffen vooral zin heeft als de pakkans hoog genoeg is. De hoogte van de boete doet er minder toe. Pas bij een grote kans op straffen, ook al is de straf laag, wordt een steviger norm gesteld.

Dossier

Dossier: Coronacrisis

De maatregelen om de verspreiding van het coronavirus in te dammen zijn ongekend; de uitwerking ervan nog grotendeels onbekend. Welke oplossingen dienen welke belangen?

Volg dit dossier

Om de strafkans hoog te houden is een goede strategie nodig. Zet schaarse handhavingscapaciteit in waar de meeste risico’s zijn voor besmetting. Die risico’s zijn veel meer binnen dan buiten. Handhaving tegen groepjes op straat heeft dan ook veel minder zin dan het erop toezien dat werkgevers en bestuurders van organisaties  er echt voor zorgen dat het binnen niet te druk wordt en mensen ook echt afstand kunnen en gaan houden. Zorg er ook voor dat de handhaving eerlijk verloopt, want onderzoek laat zien dat als agenten onredelijk of ambivalent optreden dit juist tot meer overtredingen leidt

Tenslotte: zorg na boetes voor goede communicatie, omdat mensen, zo blijkt ook uit onderzoek,voordat ze zelf een boete krijgen vaak geen goed besef hebben van de kans dat ze gepakt worden als ze de regels overtreden, en juist de perceptie van die pakkans is cruciaal. Bij handhaving gaat het om het hefboomeffect, waar je met zo weinig mogelijk straffen zoveel mogelijk mensen hoopt af te schrikken.

4. Leer goed gedrag aan en beloon dat

Gedragspatronen moeten worden aangeleerd en ingesleten raken; positieve prikkels ondersteunen dat. Nieuwe technologie kan daarbij helpen. In de praktijk blijkt dat veel mensen niet goed kunnen inschatten hoe ver 1,5 meter is, en dat moeten we dus leren. Hang daartoe bijvoorbeeld in een concertzaal een sensor op, laat mensen proberen precies op 1,5 meter van die sensor te gaan staan, en geef wie het dichtst bij zit zijn entreegeld terug. Of leer ze de 'Leonardo' (da Vinci): een volwassene die met zijwaarts gestrekte armen staat, meet iets meer dan 1,5 meter van vingertop tot vingertop.

Breid de Coronamelder-app uit met een functie die aangeeft hoeveel contacten men deze week heeft gehad, zodat mensen feedback op hun gedrag krijgen en met goed gedrag een beloning kunnen verdienen (als bijvangst zal dit zal waarschijnlijk ook het gebruik van deze app bevorderen). Bied mensen in de supermarkt de gelegenheid een social distancing sensor te dragen en geef wie nul keer te dichtbij kwam, een korting. Met zulke gamification van gedrag kunnen mensen hun vrijheid zelf terugwinnen, en het grote voordeel van die benadering is dat mensen het leuk vinden om te doen.

Ervaar hoe het is om als gevolg van je gedrag in de game anderen (niet) te besmetten, of een derde lockdown te voorkomen

Ook het spelen van serious games kan helpen gedrag in specifieke situaties te bepalen. De immersie (onderdompeling) die games bieden, bevordert dat mensen kunnen inschatten wat hun gedrag zal gaan zijn en misschien te zorgen voor een andere kijk.

Gaming maakt het mogelijk om nieuwe situaties te ervaren of om in de huid te stappen van iemand die je niet bent. Neem het perspectief in van een chronisch zieke die afstand wil houden in de supermarkt. Ervaar hoe het is om als gevolg van je gedrag in de game anderen (niet) te besmetten, of een derde lockdown te voorkomen. Nederland heeft veel expertise op het gebied van serious gaming en ook een bloeiende game-industrie, die vol zit met creatievelingen die gewend zijn zulke spellen te bedenken, maar tot nog toe is van deze positieve gedragsbenadering geen gebruik gemaakt. Hier is dus een wereld te winnen.

5. Doe echt gedragsonderzoek

Om te achterhalen hoe we mensen het beste kunnen ondersteunen bij het naleven van de maatregelen, is gedragsonderzoek essentieel. Zelfrapportages via vragenlijsten, zoals de Gedragsunit van het RIVM die dit jaar heeft ontwikkeld, zijn daarbij een belangrijk begin. De technische briefing van het RIVM vorige week aan de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer maakt bijvoorbeeld duidelijk dat de Gedragsunit veel en belangrijke overtuigingen meet, en de resulterende inzichten zijn direct van nut voor politici. Zo laat de Gedragsmonitor zien welke gedragsregels de meeste problemen geven.

Zo kun je snel te weten komen wat de beste manier is om een ruimte in te richten en welke aansturing van menselijk gedrag effectief is

Gedragsonderzoek kan echter meer. Onderzoek dat gedrag direct meet, kan bijvoorbeeld onmiddellijk ingezet worden om de omgeving effectief in te richten. Recent onderzoek in het Smart Distance Lab is een veelbelovend voorbeeld, waarbij met sensoren en camera’s tijdens een expositie werd gemeten onder welke omstandigheden mensen het beste afstand kunnen houden. In dat onderzoek werden verschillende looprichtingen tegen elkaar afgezet en er werd onderzocht of het helpt om mensen een signaal te geven als ze elkaar te dicht naderen. Uit het onderzoek bleek dat éénrichtingsverkeer, in combinatie met een social distancing sensor die een signaal geeft als je iemand dichter dan 1,5 meter nadert, het aantal contacten kan beperken.

Het belangrijkste punt hiervan is niet dat we heel Nederland vol moeten gaan hangen met sensoren; het punt is dat gedragsonderzoek ingezet kan worden om interventies te bedenken en om te meten wat er werkt. Als we daar eenmaal zicht op hebben, kunnen we openbare ruimtes beter inrichten. 

Op deze manier kun je snel te weten komen wat de beste manier is om een ruimte in te richten en welke aansturing van menselijk gedrag effectief is. Dit soort onderzoek zou standaard moeten worden als de samenleving weer evenementen gaat organiseren en de publieke ruimte weer moet gaan inrichten.

Bijwerkingen van beleid

Het inzetten van gedragswetenschap is essentieel bij het versterken van onze verdediging tegen het virus. Hoewel meer politici dat langzaamaan ook inzien, zijn gedragswetenschappers in de directe beleidsvorming nog altijd ver te zoeken. Ondanks het evidente belang van menselijk gedrag in het terugdringen en binnen de perken houden van het virus, kende het OMT nooit een gedragswetenschapper als vast lid.

Dit is ironisch omdat de politiek worstelt met de psychologische en gedragsmatige dimensies van covid-19. Het virus is een onzichtbare vijand, die angst en een behoefte aan controle oproept, en in de zoektocht naar zekerheden hebben velen zich in complottheorieën verloren, tot zorg van de overheid. Toch lijkt met dit voorspelbare proces in de beleidsvorming weinig rekening te zijn gehouden; de beperkte openheid van de regering en het OMT is wat dat betreft bijvoorbeeld tekenend. Ook de vaak ambivalente of multi-interpretabele gedragsregels gaven weinig blijk van vooruitzien.

Gedrag is nu nog ons enige medicijn. Dat medicijn was dit jaar niet afdoende om de verspreiding van het virus tegen te gaan

Er is wel gezegd dat covid-19 een waarschuwingsschot is. Hoewel de ziekte vreselijk huishoudt in de samenleving, had het vele malen erger gekund; covid-19 kent doorgaans een mild verloop, en raakt kinderen nauwelijks. Er dient zich ongetwijfeld nog eens een pandemie aan. Wie denkt dat onze samenleving nu ontwricht is, moet zich eens voorstellen hoe de zaak ervoor had gestaan als het sterftecijfer drie keer zo hoog zou zijn, of de epidemie vooral dodelijk was voor kinderen.

We zijn ons dit jaar pijnlijk bewust geraakt van het feit dat de ontwikkeling van vaccins lang duurt, en dat in de tussentijd gedrag ons enige medicijn is. Dat medicijn was dit jaar niet afdoende om de verspreiding van het virus tegen te gaan. De overheid hamert op onze eigen verantwoordelijkheid om door ons gedrag de verspreiding van het virus tegen te gaan. Dan moet de overheid ook haar verantwoordelijkheid nemen hoe dat gedrag het beste kan worden gestimuleerd en voorspelbare bijwerkingen als polarisatie, burgerlijke ongehoorzaamheid en te vroeg juichen dat we er al zijn kunnen worden voorkomen. Het is daarom in ieders belang om gedragswetenschap niet alleen een centraal punt van het huidige beleid te maken, maar ook een belangrijke rol te geven in de voorbereiding op de pandemieën van de toekomst.