
Gebroederlijk gaan vanaf 24 november studenten, docenten en bestuurders het Malieveld op om te protesteren tegen regeringsbeleid voor hoger onderwijs. De maat is vol, want de werkdruk neemt alleen maar toe. Meer geld is niet de oplossing, betoogt Hein Vrolijk. Ander universitair onderwijs wel.
Terug van lang weggeweest: demonstraties in Den Haag tegen het regeringsbeleid voor het hoger onderwijs. Op 24 november tegen het schuldenstelsel, georganiseerd door de studentenvakbond LSBv, terwijl op 14 december geprotesteerd kan worden tegen de zoveelste bezuinigingsronde. Studenten, docenten en bestuurders lijken een hechte coalitie te vormen. Hun maat is vol, want zowel docenten als studenten zouden onder toenemende werkdruk lijden.
In september waren er al wat ludieke acties om het academische protest in de media te krijgen. De eensgezindheid werd toen verstoord door Willem Schinkel, hoogleraar sociologische theorie in Rotterdam. ‘Waarom ik niet actievoer voor de universiteit’, schreef hij. Immers: meer geld vragen aan Den Haag betekent meer van hetzelfde onderwijs, terwijl we juist een andere universiteit moeten nastreven.
Publiek, publiek, wat is publiek?
Prompt kreeg hij uiterst kritische reacties. Hoogleraren Ido de Haan en Ingrid Robeyns vonden dat Schinkel de actievoerders ‘een dolk in de rug steekt door ze als een onfris en reactionair gezelschap weg te zetten’. Hun standpunt: voordat we praten over hoe het beter kan, moet er eerst geld bij. De universiteit is immers ‘een publieke instelling, waar taken worden verricht die op grond van democratische besluitvorming van essentieel belang worden geacht. Als goede wetenschap een publiek belang is, moet daar ook toereikende publieke financiering voor zijn.’ Drie keer hameren op het adjectief ‘publiek’ maakt echter niet duidelijker wat zij daaronder verstaan. Wat wij doen is belangrijk en daarom moet Den Haag meer geld voor ons vrijmaken, daar komt het eigenlijk op neer.
Ook Schinkel excelleert niet in duidelijkheid, behalve dan in zijn schets van de sfeer op de huidige universiteit: ‘Een institutie waar haat en nijd onderdeel zijn van de dagelijkse organisatie van het werk, waarbij feedback en peer review zo vaak met een overschot aan venijn geserveerd wordt.’ Misschien moet hij proberen W.F. Hermans te evenaren met een Onder professoren in de 21e eeuw.
Het kan — moet — radicaal anders
Zodra het gaat om een betere universiteit, komt hij helaas niet veel verder dan ‘vormgeven van publieke relaties, opgaan in publieken, gezamenlijk componeren van werelden, in plaats van uitleggen hoe de wereld eruitziet aan het publiek.’ Ook hij is dol op het woord ‘publiek(en)’ en laat een nadere uitleg achterwege. Wat jammer is, want zijn actie heeft mijn sympathie.
Het kan — moet — anders. Om van de universiteit weer een creatieve, intellectuele werkplaats te maken en uiteindelijk zo de werkdruk bij docenten en studenten te verminderen, moet het zelfs radicaal anders.
Probleem 1: Outputfinanciering in het kwadraat
Eerst moet ik het hebben over wat er mis is en waarom. Zoals vaker kom je dan eerst bij het geld terecht. Om precies te zijn: bij de financiële prikkels die universiteiten en hogescholen in een bepaalde richting drukken. Onderwijsinstellingen worden middels een rijksbijdrage afgerekend op het aantal studenten dat is ingeschreven voor de officiële studieduur: meestal drie jaar voor de bachelors en één jaar voor de masters. Bovendien worden ze beloond naar ‘het aantal voltooide bachelors en masters, waarvoor een diploma is verleend’, om te vermijden dat luie of domme studenten zonder diploma de universiteit verlaten. Er is dus een dubbele prikkel om zoveel mogelijk studenten aan te trekken en vervolgens zo snel mogelijk naar de eindstreep te brengen, eventueel met een ‘genadezesje’.
Bovendien gaat het hier om een verdelingsmodel, dat van onderwijsinstellingen concurrenten maakt. Als de ene universiteit meer studenten aantrekt (en snel aflevert) gaat er minder geld naar de collega-instellingen; het totale budget voor het hoger onderwijs gaat namelijk met een veel kleiner percentage omhoog, en dat gebeurt bovendien met enkele jaren vertraging. Iedere individuele universiteit heeft dus baat bij een groter reclamebudget als dat zou leiden tot extra studenten, maar op macroniveau is het verspilling van gemeenschapsgeld.
Met dit bekostigingssysteem is het niet verwonderlijk dat universiteiten de aandacht verleggen naar buitenlandse studenten, zeker als ongeveer tien jaar geleden de instroom van eigen bodem begint te stagneren. Krimp staat immers gelijk aan financiële zelfmoord, want de vaste voet in de rijksbijdrage is bij lange na niet voldoende om de vaste kosten te dekken. En het variabele deel is dermate hoog dat iedere extra student veel meer oplevert dan hij kost: het is immers voornamelijk een kwestie van aanschuiven bij de overige studenten.
Bij economie en bedrijfskunde gaat slechts 3 procent van de afgestudeerden verder in het wetenschappelijk onderzoek
In economentaal: de marginale opbrengst is aanzienlijk hoger dan de marginale kosten, wat een prikkel geeft om de ‘productie’ uit te breiden. Wat vervolgens leidt tot extra werkdruk bij de docenten die al die extra studenten van onderwijs moeten voorzien.
Probleem 2: Universiteiten zijn klonenfabrieken
Dat er meer aan de hand is, zie je het duidelijkst aan de afstudeerscriptie. Met het huidige bekostigingssysteem is het financieel aantrekkelijker om de student zo snel mogelijk te laten afstuderen. Daarom is er een uitgebreid voorbereidingstraject opgetuigd, dat zelfs langer duurt dan het eigenlijke afstudeeronderzoek. Studenten moeten hun onderwerp vaak kiezen uit een lijst die veel overeenkomsten vertoont met de onderzoeksthema’s van de wetenschappelijke staf. Bovendien kent de scriptie een standaardindeling, namelijk het format dat je tot vervelens toe in wetenschappelijke tijdschriften aantreft. Studenten krijgen zo de receptuur opgelegd die de universitaire medewerkers moeten hanteren om hun onderzoek gepubliceerd te krijgen.
Probleem 3: Wetenschappelijk onderzoek is een heilig huisje
Bij economie en bedrijfskunde gaat slechts 3 procent van de afgestudeerden verder in het wetenschappelijk onderzoek, zo is vastgesteld door Rethinking Economics, een groep van kritische economen (in opleiding). De rest wordt dus afgerekend op capaciteiten die ze later helemaal niet nodig hebben. Wat een verspilling van menselijk kapitaal! Ik vermoed dat het bij andere opleidingen niet veel anders gaat, zeker in het gammadomein.
De overgrote meerderheid van de studenten krijgt meestal in hun beroepspraktijk wél veel te maken met onderzoeksrapporten van anderen. Training in het beoordelen van andermans onderzoeksresultaten is echter helemaal niet nodig, luidt de dominante reactie vanuit de universiteit. Alleen door zelf onderzoek te doen, leer je andermans onderzoek beoordelen.
Dit lijkt mij grote onzin. Om te beginnen vertonen de meeste opleidingen een monocultuur. Zo wordt 86 procent van het universitaire economiecurriculum besteed aan neoklassieke theorieën en concepten, onderzocht Rethinking Economics. Dat is niet bevorderlijk voor de intellectuele diversiteit die je als beleidsmaker of consultant hard nodig hebt om een kwestie uit uiteenlopende hoeken te bekijken.
Van kruisbestuiving tussen onderzoek en onderwijs heb ik nooit zoveel gemerkt
Bovendien is het wetenschappelijke gehalte slechts één van de criteria die afgestudeerden in hun latere beroepspraktijk moeten hanteren om onderzoeksresultaten (van anderen) te beoordelen. Veel belangrijker zijn vragen als: zijn deze resultaten wel relevant voor deze problematiek; als we nieuw onderzoek willen uitzetten om meer toegespitste kennis te verwerven, welke opdrachten moeten we onderzoekers dan verstrekken; en hoe selecteren we de meest capabele onderzoekers? Aan al deze vragen wordt op de universiteit nauwelijks aandacht besteed. De belangrijkste reden: de stafleden hoeven zich bij hun eigen onderzoek niet om deze vragen te bekommeren en dus hebben ze er helemaal geen verstand van, een enkeling daargelaten.
Probleem 4: Onderzoekers beslissen over onderwijs
De eenheid van onderzoek en onderwijs wordt vaak als de hoeksteen van het academische bedrijf beschouwd, vanwege de vruchtbare kruisbestuiving die zou optreden. Daar heb ik nooit zoveel van gemerkt, ik zag vooral veel ongerijmdheden.
Zo heeft de toegenomen werkdruk eerder betrekking op het onderzoek dan op het onderwijs. Bij een universitaire onderwijsaanstelling telt elk contactuur meestal voor vier tot vijf klokuren, te besteden aan voorbereiding van het onderwijs en aan tentamens maken en nakijken. In het hbo is deze verhouding eerder 1:2. Terwijl je in het voortgezet en basisonderwijs 25 contacturen moet draaien voor een fulltime baan.
Waarom universitaire docenten toch zoveel werkdruk en vooral frustratie ervaren, heeft eerder met andere zaken te maken. Afgezien van de selectie in het eerste jaar, moet je als docent ook domme en luie studenten zoveel mogelijk laten slagen, vanwege het bekostigingssysteem. Frustrerend is ook dat je op de universiteit als een loser wordt beschouwd wanneer je weinig – of nog erger: géén – onderzoeksuren hebt. Niet dat het academische onderzoek tegenwoordig zo leuk of uitdagend is (tenzij je lekker wilt freaken met wiskundige modellen en statistische hoogstandjes) maar het is de enige manier om hoger op de universitaire apenrots te komen. Als je tenminste je onderzoek gepubliceerd weet te krijgen in toptijdschriften, want alleen dan kun je scoren.
En zo worden de beslissingen over het universitaire onderwijs voornamelijk genomen door hoogleraren die zo min mogelijk onderwijs (willen) geven. De vele overuren die universitaire docenten inderdaad maken, besteden zij vooral aan het meedogenloze spelletje Publish or Perish.
Radicaal anders 1: Geef docenten het heft in handen
Wil je een grondige verbetering van het universitaire onderwijs, dan is de enige oplossing om niet de (publicerende) onderzoekers maar de docenten het heft in handen te geven. Dus dat de hoogleraar inderdaad weer leraar is, en wil zijn. Moet er dan helemaal geen onderzoek plaatsvinden op de universiteit? Natuurlijk wel, maar dan ondergebracht in para-universitaire instituten die zich uitsluitend met onderzoek bezighouden. Ongetwijfeld zullen er dan voldoende wetenschappers zijn met een aanstelling bij de universiteit, die op gezette tijden worden gedetacheerd bij een para-universitair instituut. Of de broodnodige kruisbestuiving verloopt andersom: medewerkers van een para-universitair instituut worden uitgeleend om een onderwijsprogramma te helpen uitvoeren.
Dat het University College alleen voor rijkeluiskinderen is weggelegd, is nogal overtrokken
De besluitvormingsmechanismen zullen echter hemelsbreed verschillen van de huidige situatie, omdat dan uitsluitend onderwijscriteria bepalen of iemand op de universiteit kan werken en daar hogerop kan komen. Zoals bij de para-universitaire instellingen uitsluitend onderzoeksindicatoren de doorslag geven. Ook de financiering wordt niet langer op één hoop gegooid. De rijksbijdrage, gekoppeld aan het aantal studenten (liefst met een degressief tarief), mag uitsluitend aan onderwijs worden besteed, zoals de para-universitaire instituten hun broek moeten ophouden met louter onderzoeksfinanciering, bijvoorbeeld van NWO. Het staat iedere universiteit vrij om (zwaar) te investeren in het onderzoek van een of ander para-universitair instituut, bijvoorbeeld omdat ze daarna een interessante opleiding kunnen aanbieden. De besluitvorming wordt dan een stuk transparanter dan de onderonsjes die momenteel de overhand hebben.
Radicaal anders 2: Voer op grote schaal University Colleges in
Mijn voorstel om onderzoek en onderwijs te scheiden is al gerealiseerd: bij de University Colleges, waar de staf zich vrijwel uitsluitend met onderwijs bezighoudt. Het onderwijs is Engelstalig, kleinschalig, intensief en interdisciplinair. Inmiddels zijn er negen University Colleges in Nederland (met 1500 studenten), die allemaal hoog scoren in de Keuzegids Universiteiten. De aanmeldingen (uit binnen- en buitenland) overtreffen ruimschoots het aantal vrije plekken, zodat een strenge selectie noodzakelijk is. Het collegegeld is met ruim vierduizend euro twee keer zo hoog als wat de overige 99 procent universitaire bachelorstudenten betalen. Voor kost en inwoning op de campus moeten ze ongeveer achtduizend euro betalen. Uitgaande van het normbedrag van zestienduizend euro die het Nibud voor de gemiddelde student heeft berekend, houden ze dus per jaar nog vierduizend euro over voor andere uitgaven. Dat het University College alleen voor rijkeluiskinderen is weggelegd, is dus nogal overtrokken.
Laat honderd University Colleges bloeien, stel ik voor. Deze hoeven heus niet allemaal bij gevestigde universiteiten en hogescholen worden ondergebracht. Steeds meer organisaties laten zien, in navolging van thuiszorgorganisatie Buurtzorg NL, dat zelfsturende teams heel weinig overhead nodig hebben. Niet iedere College hoeft Engelstalig te zijn, of zich te beperken tot de liberal arts and sciences; bij economie, bedrijfskunde, psychologie en andere massastudies kunnen kleinschalige Colleges eveneens voor een vruchtbare omslag zorgen. Stimuleer dat iedere universiteitsstad minimaal twee Colleges krijgt. Meer wedijver maakt innovatief, zolang er niet wordt geconcurreerd op kwantiteit, zoals nu, maar op (onderwijs)kwaliteit.
Het collegegeld van Harvard bedraagt komend cursusjaar 46,340 dollar. Inderdaad, torenhoog, maar er zijn allerlei beurzen voor studenten met arme ouders of afkomstig uit minderheidsgroeperingen. Van de huidige Harvard-studenten heeft maar liefst 55 procent een beurs ontvangen en het gemiddelde beursbedrag is meer dan 53.000 dollar. Ik durf te wedden dat het Harvard-systeem meer diversiteit en gelijkheid bewerkstelligt dan ons sociaal leenstelsel, maar ook dan bij de basisbeurs het geval was! Want ‘positieve discriminatie’ is de enige manier om de maatschappelijke ongelijkheid in het onderwijs aan te pakken.
In Nederland daarentegen willen we graag blijven geloven in het sprookje van ‘onze egalitaire samenleving’, ondanks het feit dat ons land na de VS de hoogste vermogensongelijkheid kent. Beurzen voor minderheidsgroepen, bijvoorbeeld Turkse en Marokkaanse Nederlanders, kennen we hier niet. Ook bij de buitenlandse studenten geldt dat Nederlandse universiteiten zich in de praktijk eerder richten op rijkeluiskinderen dan op armlastige studenten uit ontwikkelingslanden. Met cijfers van het Nuffic heb ik berekend dat het aandeel van studenten uit sub-Sahara Afrika in de periode 2006-2017 is gedaald van 7 naar 3 procent, uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal niet-Europese studenten. Met het Harvard-systeem zou dit aandeel eerder zijn gestegen.
In dit licht gezien lijken de University Colleges het helemaal nog niet zo slecht te doen. Zo ontvangt ongeveer 7 procent van de studenten aan het Utrechtse University College een beurs. Niet veel in vergelijking met Harvard, maar het is ongetwijfeld hoger dan het Nederlandse gemiddelde, waarover maar weinig informatie beschikbaar is.
Radicaal anders 3: Stel een beurzenfonds in
Creëer naar het voorbeeld van Harvard een beurzenfonds voor minderheden en voor studenten met armlastige ouders. Zodat iedereen die daarvoor de capaciteiten heeft, kan studeren; niet alleen in theorie maar ook in de praktijk. Cofinanciering kan goed werken: iedere beurs van het eigen College wordt voor de helft gefinancierd uit een landelijk fonds. En laat de onderwijsinstellingen reclame maken voor de zaken die er echt toe doen: een hoog aandeel van docenten die zich primair op het onderwijs richten (en niet op toppublicaties), betaalbare huisvesting op de campus of elders in de stad en een hoge score op maatschappelijke diversiteit en emancipatie. Wie weet krijgen we dan ook nog een revival van de studentenbeweging.
Een alternatief is hard nodig, want het huidige systeem draagt bij tot de groeiende tweedeling in de Nederlandse maatschappij. Aan de ene kant heb je de rijkeluiskinderen die helemaal geen studielening nodig hebben – als hun ouders hen financieel ondersteunen. Waarom lenen ze dan toch, en vaak het maximale bedrag? Om maximaal te kunnen leven! Dankzij het ‘sociaal leenstelsel’ kunnen zij het feest- of vakantiebeest uithangen zonder bij hun ouders de hand op te houden. Of ze gaan alvast sparen voor een eigen huis; er bestaat immers geen goedkopere bank dan de DUO. Zodra ze moeten terugbetalen, hebben ze meestal een goedbetaalde baan (vaak via het netwerk van hun ouders). Of kunnen ze zonder grote problemen aankloppen bij hun vermogende ouders, die om fiscale redenen maar al te graag hun kroost (en vooral hun kleinkinderen) wat geld toeschuiven.
Aan de andere kant heb je ‘jongeren met laagopgeleide ouders en eerstegeneratiestudenten, jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond en jongeren met ouders met minder dan een modaal inkomen’. Die maken volgens een onderzoek van Researchnet de afgelopen jaren minder vaak de stap om te gaan studeren of door te stromen. Studenten uit deze milieus weten maar al te goed dat je zonder rijke ouders je hele leven last kunt hebben van torenhoge schulden.
Radicaal anders 4: Gij zult juist wél selecteren
Blijft over de vraag hoe mijn voorstel zich verhoudt tot het Elfde Gebod dat in Nederland officieel nog steeds wordt beleden: gij zult niet selecteren aan de poort van de Academische Hemel. Mijn oplossing: geef iedereen met een havo- of vwo-diploma, die niet meteen wordt geselecteerd door een van de vele Colleges, recht op een oriëntatiejaar. Om zich desgewenst voor te bereiden op de volgende selectieronde maar vooral om erachter te komen welke richting ze willen inslaan, of dat nou studie of werk is. Maatschappelijke dienstplicht, stages bij bedrijven of zelfs een wereldreis: alles om te voorkomen dat jonge mensen overhaast de verkeerde studie kiezen. Dat veroorzaakt immers veel emotionele ellende bij de betrokken studenten en maakt het hoger onderwijs nodeloos duur.
‘Eerst een paar jaar werken’ moet ook een reële optie zijn, wat vereist dat iedere Nederlander – laaggeschoolden niet uitgesloten – een voucher krijgt met recht op X aantal jaren onderwijs, die gedurende de gehele levensloop kan worden benut. Dan wordt het eindelijk serieus, het pleidooi voor een leven lang leren.
85 Bijdragen
Wouter de Heij 5
Het schuurt aan drie kanten dus op de universiteiten. i) Slechtere opleidingen, ii) minder diepgravend onderzoek, en iii) valse concurrentie met privaat bedrijfsleven rondom innovatie en ontwikkeling.
Goede OPLEIDING is DE doelstelling van hoge scholen en universiteiten (en de mogelijke onderzoeksvaardigheden van docenten heeft daar dus niks mee te maken dus), maar ook ONTWIKKELING en INNOVATIE hoort dus ook niet thuis bij een goede universiteit!
Laat ik het anders zeggen, dat onderzoek en onderzoek is een afgeleide doelstelling: “door jong talent goed op te leiden, zal dit talent NA zijn universitaire opleiding bij het bedrijfsleven producten en diensten KUNNEN gaan ONTWIKKELEN”.
Vandaar dat ik nog veel stellige ben dan FTM. Onderzoek is ALLEEN een MIDDEL om NA een MSc traject, jonge talent dat een ONDERZOEKS-CARRIERE ambieert te leren (via een praktijk traject rondom het fundamentele onderzoeksproject dus) een extra opleiding mee te geven. We noemen in het Nederlands een phd-student niet voor niks een (ONDERZOEKS)ASSISTENT IN OPLEIDING (AIO).
Dus:
Het GOED opleiden van jong talent tot een ZELFSTANDIGE DENKENDE BSc of MSc met KENNIS zou voorop moeten staan als doelstelling van elke Universiteit.
BSc en MSc moeten in de praktijk (bij het bedrijfsleven dus) gaan leren hoe ontwikkeling en innovatie moet worden uitgevoerd. ONTWIKKEL en ONTWERPEN leer je in de praktijk bij een (privaat) bedrijf dus.
ONTWIKKELING van diensten en producten is dus derhalve GEEN universitaire taak. En daarvoor dient dus ook geen budget beschikbaar voor te zijn bij universiteiten. En misschien moet er gewoon een verbod komen op deze ontwikkel-activiteiten.
Het opleiden van potentiële (fundamentele) onderzoekers KAN via een AIO traject. Het DOEL van een AIO traject is dus het OPLEIDEN van MSc tot goede ONDERZOEKERS. Het opleiden van goede onderzoekers KAN ook bij het bedrijfsleven worden gedaan natuurlijk.
Het doen van ONDERZOEK
Matthijs2 5
Wouter de HeijJe kunt kennis en vaardigheden trouwens ook niet los van elkaar zien. Voor veel vaardigheden heb je kennis nodig, en vaardigheden leunen vaak op kennis. Er is ook geen 'beste' volgorde (zoals eerst kennis en dan vaardigheden), maar kennis beklijft door deze toe te passen (bijvoorbeeld door discussieren, onderzoek en projecten). Zo bereikt een student een steeds hoger niveau van kennis en vaardigheden. Vandaar dat activerend onderwijs zo belangrijk is.
Wouter de Heij 5
Matthijs2Je tweede alinea klopt wel. Lees komt overeen met mijn ervaring. Maar is tevens zeer algemeen (geldt ook voor autorijden bijvoorbeeld), en heeft dus weinig specifiek met studenten aan universiteiten te maken. Elk leerproces volgt immers onbewust-onbekwaam, bewust-onbekwaam, bewust-bekwaam, onbewust-bekwaam.
Matthijs2 5
Wouter de HeijHetzelfde geldt ook voor iphones, electrische auto's en medicatie. Bedrijven gaan pas aan de slag nadat de innovatie heeft plaatsgevonden en de belangrijkste risico's genomen zijn.
Noem maar eens een grote doorbraak die niet haar oorsprong kent in de universiteit. Bedrijven investeren ondertussen steeds minder in r&d.
En dan hebben we het nu alleen nog maar over technologische innovatie. Dankzij social sciences en humanities kunnen we überhaupt zoiets als technologische ontwikkelingen, economie en bedrijvigheid begrijpen.
Wouter de Heij 5
Matthijs2De ontdekking van DNA is bijvoorbeeld wel resultaat van fundamenteel onderzoek (maar dat is dan ook geen innovatie). Innovatie is pas innovatie als er sprake is van impact. Voor die tijd kan er spraken zijn van onderzoeken (ontdekkingen) of ideeen (creativiteit), een idee doorzetten naar een dienst of product heet ontwikkeling, en als er impact is (of je stuurt op impact) dan kan je pas over innovatie spreken.
Het is overigens wel zo dat bedrijven minder in R&D investeren, en dat baart mij ook zorgen. De verschuiving van bedrijfs D(evelopment) op kosten van de maatschappij naar kennisinstelling en universiteiten is zeer zorgelijk. Juist daarom zie je dat kennisinstellingen en universiteiten nu vlees-nog-vis worden. Onderwijs gaat achteruit, en onder het mom van onderzoek wordt er eigenlijk product-ontwikkeling gedaan. Heel fout.
Vrijwel alle grote innovaties zijn juist BUITEN universiteiten bedacht. De auto, de stoommachine, elektrische lampen, aardolie raffinage, facebook, iphones, het wiel, vleesvervangers, etc etc. En dat er nu slimme mensen (die soms een universitaire opleiding hebben gedaan) creatief zijn, en gaan ondernemen, tja dat klopt. Maar dat heet dan goede opleiding + juiste spirit + juiste omgeving + beetje geluk.
Matthijs2 5
Wouter de HeijVeel innovaties die jij noemt lijken misschien bedacht in een garage, maar waren ondenkbaar zonder het fundamenteel en toegepaste onderzoek dat eraan ten grondslag ligt. Ze zijn het resultaat van een eindeloze kruisbestuiving van ideëen. Wat is een betere plek voor onderwijs dan in de meest innovatieve omgeving die er momenteel is: de universiteit? En dan heb ik het niet alleen over technologische of productinnovatie, maar ook sociale en maatschappelijke innovatie.
Dit is een amusant TED-praatje over innovatie: https://www.youtube.com/watch?v=0af00UcTO-c
P.S. de geschiedenis van het internet gelijk stellen aan html is een soortgelijke blikvernauwing. HTML is volgens mij van 1989 terwijl twintig (!) jaar eerder de eerste email werd verstuurd tussen UCLA en Stanford.
Wouter de Heij 5
Matthijs2zoals ik al eerder schreef U.S. Army en CERN stonden aan de basis.
Wel hoorde enkele universiteiten bij de eerste groep gebruikers.
Over het woord innovatie dan nog maar even, veel woorden - en dus ook dit woord = zijn aan definitie inflatie onderhevig. In de nederlandse taal hebben we gelukkig ook woorden zoals onderzoek (analyse, vaak een proces waarbij je divergeert) of ontwikkeling (convergeren naar “iets tastbaars”; wat ook weer een digitaal of sociaal iets kan zijn). Het werkwoord “innoveren” wordt idd gebruikt voor het proces van idee naar ontwikkeling naar gebruik/markt of dus impact in de breedst definitie van het woord.
Ik ben van de ‘school’ die zegt dat je pas achteraf kunt zeggen of een innovatie een innovatie is dat klopt. Meestal strand een goed bedoel eerder... waarom? Omdat het idee gewoon slecht is, of men niet doorgaat met een ontwikkeling, of met in de valley of death blijft hangen, of klanten of gebruikers er niet op zitten te wachten, etc.
En onderzoek aan een universiteit? Is goede analyse als het goed is, en heeft vooral als doel de collectieve kennisbasis mondiaal te vergroten en vast te leggen. Maar nogmaals - en noem me 5 voorbeelden waar dat niet zo was - universiteiten staan zelden aan de basis van innovatie. Ook niet zo gek, het gros van de creatieve en hoog opgeleide werknemers en volwassenen werkt in de maatschappij.
Wouter de Heij 5
Matthijs2Hij analyseerde als een van de eerste ondernemerschap en veranderingen door innovatie. Al honderd jaar geleden.
Bijna alle innovatie die we nu achteraf innovatie noemen valt te herleiden tot de term “neu combinatione”. Het maken van nieuwe combinaties. Toevallige ontmoetingen, elkaar beïnvloeden en inspireren, synergie creeeren, cross-domein combinaties etc spelen een grote rol daarbij. Het leuke is dat het internet de idee fase (waarbij de nieuwe combinaties gelegd worden) vergroot.
Wouter de Heij 5
Matthijs2En wat PR voor mezelf:
Zie overige filmpjes op vimeo en YouTube
https://vimeo.com/wouterdeheij
En https://food4innovations.blog
Wouter de Heij 5
Matthijs2Wouter de Heij 5
Matthijs2Wouter de Heij 5
Matthijs2Kennis hierover komt meestal uit santa fee Institute en vakgebied complexiteitekunde ...
Wouter de Heij 5
Maar een beperkt aantal goed opgeleide ONDERZOEKERS kan een carrière opbouwen aan een Universiteit.
Elke Universiteit heeft daarom gewoon twee primaire taken: het opleiden van BSc’s en MSc’ en het opleiden van MSc tot goede onderzoekers via AIO trajecten.
Simpel toch? Waarom vragen we daarom meer als maatschappij aan universiteiten?
Matthijs2 5
Wouter de HeijJe hebt op veel functies iemand met een academisch denkniveau nodig. Daarvoor is een driejarige bacheloropleiding te kort. De 1-jarige master brengt studenten naar een hoger niveau.
Potentiële onderzoekers daarentegen doen een tweejarige onderzoeksmaster. De reguliere master is dus gericht op niet-universitaire werkgevers.
De vraag echter is hoeveel van dit soort werknemers nodig zijn op de arbeidsmarkt. In NL nu nog relatief veel, maar bijv. de OESO maakt zich ernstige zorgen over landen als Portugal waar overkwalificatie nu al een groot probleem is.
Wouter de Heij 5
Matthijs2Matthijs2 5
Auteur en redactie moeten scherpere keuzes maken om de focus te behouden: "Kill your darlings" is zowel voor journalistieke als academische publicaties een goede richtlijn.
hein vrolijk 6
Matthijs2Matthijs2 5
hein vrolijk* de algemene boodschap:
"Het kan — moet — anders. Om van de universiteit weer een creatieve, intellectuele werkplaats te maken en uiteindelijk zo de werkdruk bij docenten en studenten te verminderen, moet het zelfs radicaal anders."
*Probleem 1: outputfinanciering. waardoor universiteiten gedwongen worden om zich kapot te groeien, ten koste van kwaliteit. Erger nog, veel geld gaat naar marketing/recruitment afdelingen (misschien interessant om eens naar de universitaire begrotingen te kijken of dit echt zo is). Wat zou er gebeuren als er een meer stabiele geldstroom is?
*Probleem 3 en 4: de publish-or-perish cultuur, waardoor onderwijs weggedrukt wordt door onderzoek.
*oplossing 4: er is een complex spanningsveld tussen de gedwongen groei van universiteiten en het principe van toegankelijkheid. MAAR er is een ander groot probleem: we kunnen helemaal niet op een eerlijke manier selecteren! Nog steeds zie je dat we niet slimmere kinderen selecteren, maar kinderen uit een relatief welgesteld milieu. De echte oplossing is dan ook niet alleen selecte
Deze punten verdienen veel meer aandacht en ruimte in een dergelijke column. Het zijn echt grote problemen, waarbij probleem 1 nog de makkelijkste is. Probleem 3 hangt ook samen met globalisering van de wetenschap, waardoor we de concurrentie niet zomaar kunnen afschaffen. Oplossingen liggen in werkzekerheid en betere kwaliteitsmaatstaven dan impact factors en beurzen. Op FTM zou je verwachten dat hier diepgravend onderzoek naar wordt gedaan.
Matthijs2 5
hein vrolijk* de oplossingsrichtingen zijn grappige gedachtenexperimenten, maar nergens wordt genoemd dat het Nederlandse hoger onderwijs tot de beste ter wereld behoort. Radicale beleidswijzigingen kunnen ook veel kapot maken. Mijn conclusie bij bovenstaande is dat we juist stabiliteit en kwaliteit als uitgangspunten moeten nemen. Semi-onderwijskundige veranderdrang is een plaag die gestopt moet worden.
*probleem 4: dit is echt een karikatuur. Er is veel autonomie voor docenten op het niveau van module en opleiding. Dat is een groot goed. Dankzij professionalisering van het HO worden de onderzoeks-docenten hier ook steeds beter in ondersteund. Wellicht dat sommige universiteiten hier nog in achter lopen.
Wat mij echt zorgen baart is de tendens om opleidingsaccreditatie te vervangen door instellingsaccreditatie (ITK). Hoe moeilijk het principe van verantwoording afleggen ook is voor veel wetenschappers, we hebben veel te danken aan de NVAO op dit vlak.
*Rethinking economics is een fantastisch initiatief, en ik hoop dat ze hun werk voortzetten. MAAR het rapport wat er nu ligt heeft beperkingen op methodologisch vlak en de scope van het onderzoek, en dus op generaliseerbaarheid van de resultaten. Het onderzoek keek alleen naar het Bachelor niveau (waarbij de meest interessante ontwikkelingen op master-niveau plaatsvinden). Bovendien hebben de onderzoekers niet gekeken naar welke stof aan bod komt in de opleidingen, maar vrijwel alleen naar titels. Hierdoor krijg je een sterk vertekend beeld van "het economie onderwijs".
In dit artikel worden deze conclusies echter doorgetrokken naar het hele universitaire onderwijs.
Joris Tieleman
Matthijs2Matthijs2 5
Joris TielemanMatthijs2 5
hein vrolijk*de nadruk op rankings/surveys zoals Keuzegids mag met een grote disclaimer dat deze geen kwaliteit weerspiegelen, maar enkel studenttevredenheid. Dat is ook een belangrijk signaal, maar zeker niet het hele verhaal.
*university colleges huren veelal hun docenten in bij de'normale faculteiten. Hierdoor staan goede onderwijzers met een sterke onderzoeksachtergrond ook daar voor de klas.
*Daarbij zijn deze university colleges "hoogbekostigd" (ze krijgen meer geld van de overheid dan normale opleidingen in social sciences en humanities) en dus krijgen studenten hier betere faciliteiten en ondersteuning. Geen wonder dat ze het goed doen in de rankings (en op de rankings is genoeg aan te merken!).
Het zij ze gegund, maar in dit artikel worden de hoge scores gebruikt als proxy voor kwaliteit. We weten in ieder geval zeker dat je dat dus niet kunt zeggen.
Mijn advies:
* kill your darlings: gooi de zwakke aspecten van het artikel weg.
* bouw voort op de sterke aspecten: doe diepgravend onderzoek naar de perverse werking van het bekostigingsmodel en de onderzoekscultuur. oftewel: Follow The Money!!!!
hein vrolijk 6
Matthijs2Behoort het Nederlandse hoger onderwijs tot het beste ter wereld? Ik krijg medelijden met de rest van de wereld – als het waar zou zijn. Welke indicatoren zijn gebruikt om deze toppositie te kunnen claimen? Dat er veel buitenlandse studenten in Nederland studeren? Nogal logisch met ons bekostigingsstelsel, zie http://eco-simpel.nl/2018/06/04/were-only-in-it-for-the-money/ . Dat het onderwijs erg internationaal is georiënteerd, bijv. veel Engelstalig onderwijs? Idem
Overigens wil ik geen radicale beleidswijzigingen, alleen meer beleidsruimte om het anders te doen dan een parlementaire meerderheid ooit heeft besloten. Ik pleit dus voor meer mogelijkheden om nieuwe onderwijsinstellingen à la University College op te richten, zodat er meer diversiteit komt in de wijze waarop het universitaire onderwijs wordt georganiseerd en aangeboden.
Matthijs2 5
hein vrolijkOnderwijskwaliteit is een lastig onderwerp, vergelijkbaar met 'waarheid' in de wetenschap. Het is een doel, maar we weten nooit of we er zijn. Daarbij veranderd het idee van wat kwaliteit is met de samenleving. Een objectieve uitspraak is dus niet mogelijk. Je begrip van kwaliteit hangt af van wat je het doel vindt van het onderwijs, of wat het 'product' is dat er geleverd wordt. Welke universiteit is beter: de instelling die door strenge selectie de 'topstudenten' selecteert en die een beetje wijzer maakt of de universiteit die de mindere goden toelaat, maar ze wel naar een veel hoger niveau brengt? Antwoord: beide hebben zo hun voors- en tegens.
Studenttevredenheid, aansluiting bij de arbeidsmarkt (zie bijvoorbeeld ROA-AIS) en studiesucces zijn kwantitatieve indicatoren die wel eens gebruikt worden. Maar meetbaar zegt ook niet alles.
De belangrijkste openbare kwalitatieve indicator is de opleidingsaccreditatie, maar dan wel pass/fail. Vroeger gaven ook de NVAO-accreditatiepanels (peers) een oordeel over de mate van kwaliteit, maar dat was zo problematisch dat ze dat weer los hebben gelaten. Punt blijft: het is gewoon lastig om opleidingen te vergelijken.
Overigens denk ik dat het University College model stiekem door de trend van kleinschaliger en activerender onderwijs al steeds meer navolging krijgt. Ze noemen het alleen anders. Kijk naar het probleemgestuurd onderwijs in Maastricht of het Twents onderwijsmodel. Of de data science opleidingen die nu als paddestoelen uit de grond schieten, waar het verschil tussen alpha/gamma en beta steeds meer wegvalt omdat problemen meestal alleen door een combinatie begrepen kunnen worden.
Matthijs2 5
hein vrolijkMz59 7
Matthijs2 5
Mz59Mz59 7
Matthijs2Jan-Marten Spit 9
Mz59Matthijs2 5
Mz59"Racisme is het exceptionalistische idee dat rassen gerangschikt kunnen worden als superieur en inferieur ten opzichte van elkaar. "
https://nl.wikipedia.org/wiki/Racisme
meritocratie is ook problematisch, maar dat staat hier even los van.
Berend Pijlman 13
Matthijs2Waarom Joden succesvoller? Een verklaring is dat Joden honderden jaren lang onderdrukt zijn. Alleen de meest succesvolle Joden konden het zich permitteren om Joods te blijven. Minder welvarende Joden hebben zich moeten bekeren tot Christendom of Islam of hebben hun geloof met de dood moeten bekopen (wat slecht is voor reproductie). Daardoor alleen de succesvolle genen doorgegeven en als succes (deels) genetisch is bepaald is dat een verklaring waarom (de overgebleven) Joden socio-economisch succesvoller zijn. Je kunt deze Joden als een a-selectieve representatie zien van de gehele Joodse bevolking die er zou zijn zonder onderdrukking/vervolging.
Voor Aziaten geldt dat in de comment van Mz59 migranten worden bedoeld (neem ik aan). Het zijn gemiddeld genomen meer welvarende Aziaten die het zich kunnen bekostigen om te emigreren naar Amerika of Europa. Dus ook de opvolgende generaties zijn succesvoller dan gemiddeld. Dit effect zie je nu ook in Amerika bij Nigerianen die volgens recent onderzoek het best presteren in VS.
Dus hoewel er initieel geen verschil is tussen bevolkingen kunnen door willekeurige landsgrenzen en racistische onderdrukking toch verschillen ontstaan tussen bevolkingsgroepen.
Jan-Marten Spit 9
Mz59Verschillen in omvang van de hersenen naar geografische oorsprong weerspreken je daardoor onjuiste bewering.
Wat wel is vastgesteld, is dat conservatisme, vooroordelen en racisme gecorreleerd zijn aan een laag IQ. Dat is wellicht geen fijne boodschap voor je, dus daarom zeg ik het toch maar even.
Mz59 7
Jan-Marten SpitJan-Marten Spit 9
Mz59Mz59 7
Jan-Marten SpitRoland Horvath 7
Mz59Het is nochtans een feit dat groepen zich in de loop van de tijd bekwaamd hebben in bepaalde activiteiten. Men krijgt veel van huis uit mee, niet alleen door de genen maar ook door de opvoeding.
Een beetje in dezelfde gedachten gang. De familie Rothschild, die sedert ongeveer 200 jaar aan het bankieren is, is daar nu goed in. Dat mag gezegd tot nu toe. Misschien niet meer in de nabije toekomst omdat bankieren steeds meer een negatieve klank krijgt.
Jan-Marten Spit 9
Mz59"Ik stop er maar weer mee"
Goed idee. Ga ergens anders lopen trollen.
Berend Pijlman 13
Jan-Marten SpitJan-Marten Spit 9
Berend PijlmanIs er meetdata die deze bewering ondersteund?
"Om een standpunt in te kunnen nemen die niet overeenkomt met de werkelijkheid heb je simpelweg veel rationele capaciteiten nodig."
Dat lijkt me onjuist. Je bedoelt misschien dat het best knap is om iemand te overtuigen van iets dat niet klopt, maar volgens mij lukt dat alleen bij mensen die of evenveel voordeel zien in een onjuiste redenering, of mensen die niet al te snugger zijn. Beiden zijn geen kwaliteiten van de overtuiger zelf.
"Het is niet zo dat vooroordelen alleen voorkomen bij mensen met weinig kennis. "
Het onderzoek betreft niet de relatie met kennis, maar intelligentie. Bovendien is het een correlatie, dus geen wet van meden en perzen.
"Daarom ook dat vooroordelen zo hardnekkig zijn en niet verdwijnen als er maar meer feiten of kennis beschikbaar zijn."
Dit is waar ik eigenlijk op reageer omdat dit, met alle respect, een wijdverbreid misverstand is.
Onder dit misverstand ligt de aanname dat iedereen die onzin beaamt, het 'dus' zelf ook gelooft. Maar er kunnen heel andere redenen zijn waarom onzin wordt beaamt. Zo weet een flink deel van de 'mens beïnvloed klimaat' ontkenners donders goed dat ze ongelijk hebben, het gaat er slechts om geen ongelijk te -krijgen-.
Co Pater 7
Jan-Marten SpitEchter zowel tautologie als tegenstelling hebben geen realiteit in het leven.
Dus concluderend : een foute waarheidsclaim is zelf de oorzaak van het ontstaan van reacties die die fout trachten te corrigeren en meestal loopt dit uit in een tegengesteld bewijs. bv : de mens is slecht. bewijs van deze onwaarheid wordt dan dat de mens: goed is. beide uitspraken zijn onjuist, omdat de mens niet op die wijze zich laat vangen.
Berend Pijlman 13
Jan-Marten SpitIk denk dat juist iemand overtuigen dat hij voordeel heeft bij de onjuiste redenering een truc kan zijn om iemand te overtuigen van een onjuiste visie die onjuist is en tevens niet in zijn voordeel zal uitpakken (een scam).
Maar to the point heb je wel gelijk. Het onderzoek ging over de mate waarop feiten invloed hebben op de mening van personen. Daarin bleek dat er een correlatie zat tussen intelligentie en vasthouden aan de eigen mening/persoonlijke overtuiging. Onderzoek kan ik helaas zo snel niet vinden.
Daarnaast zal iedereen vooroordelen hebben en vind ik het verstandig als je je daarvan bewust bent. En je er dus ook van bewust bent dat je soms niet in de gaten hebt bevooroordeeld te zijn.
Jan-Marten Spit 9
Berend PijlmanEens en eens.
Co Pater 7
Berend PijlmanConclusie: juist rationele mensen vallen in hun eigen valkuil van het : ik weet het syndroom. Terwijl de lager geschoolde mensen vaak niet ideologisch zijn in rationele zin ( waarheidsclaim ).
Iedereen kan dus vooroordelen hebben, maar dat hoeft nog geen waarheidsclaim te zijn. Boek : ruimte voor vooroordelen: Adam Sandel.
Mz59 7
Co PaterMz59 7
Jan-Marten SpitJan-Marten Spit 9
Mz59Roland Horvath 7
Door de studenten te betalen creëert men een heel andere opvatting over wat studeren is en waarom het gebeurt.
- Geen studie lening en ook geen beurzen stelsel.
De studie lening is dom, onverantwoord en reactionair. Ze gaat uit van de veronderstelling dat men meer zal verdienen als men eerst gaat studeren. Dat was vroeger zo maar nu niet meer, in het algemeen. Velen kunnen dan ook hun studieschuld -bijna- niet afbetalen. Het is de bedoeling dat alleen van huis uit begoeden gaan studeren. Het hele huidige conservatieve beleid is daar op gericht.
Een beurzenstelsel is ook fout. Een beurs is veelal maar een deel van de kosten.
- Een samenleving, die niet de hersenen en de energie van iedereen benut, loopt de kans ten onder te gaan.
2. Om als docent =onderwijzende aangeworven te worden met men publiceren. Wat heeft publiceren te maken met onderwijs.
Matthijs2 5
Roland Horvathkleine kanttekening: er zijn nu ook al uitstekende docenten bij de universiteiten werkzaam die geen onderzoeksaanstelling hebben.
Justin ter Bogt 2
Roland HorvathGezien het niet benutten van de menselijke capaciteit naar mijn weten al meer dan 20 jaar gebeurt, heb ik geen leuk beeld van de toekomst.
Mz59 7
Roland HorvathEr zijn natuurlijk ook studies die niet rechtstreeks voor het functioneren van de maatschappij van belang zijn.
hein vrolijk 6
Roland HorvathWat ik bepleit is dat de beurzen uitsluitend zijn bedoeld voor bepaalde groepen, waarvoor geldt: wel het vermogen en de motivatie om te studeren maar onvoldoende financiele middelen en zekerheden. Positieve discriminatie dus.
Roland Horvath 7
hein vrolijkMijn bezwaar is dat het verder moet gaan, een andere houding tegenover studeren. Studeren doet men vandaag de dag niet om later een groter inkomen te hebben.
Dat was vroeger zo maar nu in het algemeen niet meer.
-Alle- Studenten moeten een salaris krijgen. Allen hetzelfde salaris.
En allen bijvoorbeeld gedurende een bepaald maximaal aantal jaren.
En in de dezelfde gedachten gang: Om dezelfde reden namelijk later een groter salaris worden teveel leerlingen naar universitaire studies geleid.
Er zijn nochtans alle soorten studies nodig meer theoretische en meer praktische, alfa, of beta of gamma. Allerlei studies zijn nodig.
Volgens sommigen zijn studies als psychologie of cultuur geschiedenis of geschiedenis tout court overbodig. Maar wat als de maatschappij in hoofdzaak bestaat uit neuroten. En wat als het leven niet veel zeggend is door een totaal gebrek aan cultuur. En hoe moet het als we niet weten hoe het er vroeger aan toe ging toen er nog geen elektriciteit was.
Justin ter Bogt 2
Berend Pijlman 13
En dan daadwerkelijk wetenschappelijk onderwijs bij de bestaande universiteiten. Budget voor leerlingen, zoals in artikel voorgesteld, is prima. Maar ook vast budget per universiteit voor onderzoek. En dan geen controle op output van hoeveelheid publicaties maar gewoon weer wat back to basics controle op basis van vertrouwen en bij vermoeden tot misstanden controle.
Aan de adressering van de problemen is overigens niets mis.
marcel 7
Ik wil alleen reageren op jouw laatste punt inzake het leven lang leren kan mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt helpen. Ik vind het vreemd dat je momenteel alleen studiefinanciering tussen je 18e en 30e levensjaar kunt krijgen.
Met name voor werknemers in zware beroepen zou het een uitkomst zijn als ze op latere leeftijd een opleiding zouden kunnen doen waarmee ze de druk op hun lichaam kunnen verminderen waarbij tegelijk hun inzetbaarheid behouden blijft. Denk aan de meewerkend voorman in de asfaltploeg die een opleiding voor uitvoerder of werkvoorbereider wil volgen.
hein vrolijk 6
marcelR. Eman 8
hein vrolijkhein vrolijk 6
R. EmanR. Eman 8
hein vrolijkCo Pater 7
R. EmanNico Janssen 7
[Verwijderd]
Gerrit Zeilemaker 6
Dat het onderwijs in Nederland nog een redelijke kwaliteit heeft, komt door de inzet van duizenden onderwijsmensen, lastig gevallen door eindeloze administratie en controle, functionerings- en beoordelingsgesprekken en ettelijke zinloze vergaderingen.
Feitelijk zijn scholen dictaturen geworden met een verlicht despoot aan het hoofd.
Ieder protest daartegen kan daarom op mijn sympathie rekenen.
Berend Pijlman 13
Gerrit Zeilemaker"Zoals bij de para-universitaire instellingen uitsluitend onderzoeksindicatoren de doorslag geven."
Die onderzoeksindicatoren zijn natuurlijk weer van die meten-is-weten-dingetjes zoals SMART en andere output gerichte zaken. Nog meer publish-to-perish. Alleen nog onderzoek naar zaken met een relatief zekere uitkomst.
hein vrolijk 6
Berend Pijlmanhein vrolijk 6
Gerrit Zeilemakerf. van Dam 6
Een beter plan zou zijn, minder studenten opleiden. Alleen studeren voor een Dr. titel, net als in Duitsland. Geen half bakken studenten meer.
De bsc en msc kunnen dus verdwijnen. Wat een geld blijft er dan over voor beter en goed onderwijs op een universiteit.
Andrel Linnenbank 7
Grootste steen des aanstoots is dat de schrijver denkt dat de bedoeling van een universiteit is om studenten op te leiden. Dat is waar de interactie van universiteit met de samenleving is, maar niet waar de universiteit om gaat. Die opvatting is kennelijk wijdverbreid en de basis voor de neoliberale politiek, die zijn best doet om de universiteit als bron van objectieve kennis te slopen. Want dat is wat universiteiten in de kern zijn. Een internationale gemeenschap van mensen die zo goed als mogelijk op zoek zijn naar objectief begrip van de wereld en de samenleving. Die kennis geven we graag door en daarom geven we onderwijs. Daarom kan je onderwijs en onderzoek ook niet scheiden, zonder de kern van de universiteit aan te tasten.
Wat de schrijver ook ontgaan is, is dat externe financiering de kwaliteit van het onderzoek de afgelopen decennia langzaam steeds verder heeft aangetast. Met name omdat onderzoek verschoven is van staf naar net beginnende promovendi en de sturing door overheid en bedrijfsleven. Kernprobleem zijn de tijdelijke aanstellingen. En dat geldt ook voor het onderwijs. Elke twee-drie jaar van docent wisselen omdat HR verbiedt om vaste contracten te geven, is een volkomen onnodige aantasting van kwaliteit van onderwijs.
Ik ben het ermee eens dat we een debat voeren over hoe we de oneigenlijke taak om zoveel mogelijk studenten klaar te stomen integreren in de universitaire structuur, meer wel graag vanuit een beter begrip van de rol van de universiteit als instituut.
hein vrolijk 6
Andrel LinnenbankAndrel Linnenbank 7
hein vrolijkMaar ik begrijp uw verhaal wel een beetje, want voor de buitenwereld lijkt het of er in alpha en gamma pure onderwijsboeren bestaan. Doen ze formeel ook, maar dat is wel in tegenspraak met alles waar de universiteit voor staat. De oplossing is niet om die anomalie tot norm te verheffen.
Wat mij betreft kan je niet spreken over hervomingen van onderzoek en onderwijs als je in je analyse niet ook de werkdruk en de tijdelijke contracten meeneemt. Die zijn namelijk fundamenteel voor de problemen in het WO.
hein vrolijk 6
Andrel LinnenbankMatthijs2 5
hein vrolijkhein vrolijk 6
Matthijs2Matthijs2 5
hein vrolijkWouter de Heij 5
Andrel LinnenbankAndrel Linnenbank 7
Wouter de HeijBinnen het neoliberalisme is het de gewoonte om de output als maat der dingen te nemen en in die zin is dit frame van universiteit als opleidingsinstituut een typisch geval van een verwrongen blik door een neoliberale bril.
Dat neemt niet weg dat de universiteit bij uitstek de plek is om een nieuwe generatie intelligente nederlanders op te voeden tot betrokken, want kritische, burgers. Opleidingen loskoppelen van de universiteit als academisch instituut is op termijn schadelijk voor zowel de academie als voor de studenten. In een spreadsheet ziet het er misschien uit als efficient, maar dat lijkt dan zo omdat daarin de werkelijkheid weggeabstraheerd is.
Overigens ben ik altijd een enthousiast onderzoeker geweest, heb met veel plezier de promovendi liefde voor mijn vak proberen bij te brengen, al of niet in de vorm van (prive)colleges, en ook lesgeven aan studenten heb ik altijd leuk gevonden. Dat onderscheid in verschillende rollen ken ik niet, ook niet van collega's. Gelukkig niet.
[Verwijderd]
Andrel LinnenbankMatthijs2 5
[Verwijderd]Andrel Linnenbank 7
[Verwijderd]Dus eens, onderzoek moet, en gebeurt, maar publiceren alleen als het echt wat toevoegd aan de literatuur. Volkomen idioot om te eisen dat onderzoek in een peer-reviewed tijdschrift moet komen, omdat het anders niets zou hebben opgeleverd.
Wouter de Heij 5
Andrel LinnenbankAndrel Linnenbank 7
Wouter de HeijIn de korte periode dat ik werkloos was ben ik allerlei symposia (ECP, STT, KNAW, etc.) op en rond mijn vakgebied gaan bijwonen in nederland, waar ik normaal geen tijd voor had. Dat was wel een eyeopener. idioot veel mensen die over de wetenschap praten zonder dat ze zelf ooit onderzoek hebben gedaan. Als je de kwaliteit van de adviezen aan de overheid wil verbeteren, moet je zorgen dat wetenschappers de tijd hebben om deel te nemen. Rapporten worden nu te vaak geschreven door experts. Dwz generieke experts die geen fluit van het specifieke onderwerp weten.
Overigens is de grap van de universiteit natuurlijk dat er in principe geen financiele belangen zijn die richting en uitkomsten van onderzoek sturen. Herstel, die zouden er niet moeten zijn. Wederom een pleidooi dus voor een eind aan dat tijdelijjk werk circus.
Naast werken aan innovaties is de museale taak van de universiteit net zo belangrijk. Daar schaar ik ook behoud van kennis en ervaring onder. Typisch klein onderzoek dat niet leidt tot publicaties. Laat iemand maar weer eens de grote axon van een inktvis prepareren a la hodgkin en huxley. Leert ie veel van dat ie vast later kan gebruiken en in ieder geval door kan geven aan de studenten.
Wat ik vooral wil zeggen is dat innovatie mooi is, maar ook niet het primaire doel van de universiteit. En dat durf ik te zeggen, want het was wel mijn taak en dat van mijn vakgenoten in de biomedische technologie.
Wouter de Heij 5
Andrel LinnenbankDaarnaast zie ook Santa Fe Instituut en vooral alle literatuur over innovatie en veranderbeleid.
Andrel Linnenbank 7
Wouter de HeijDwz kan je een groep vertrouwen dat ze hun vrijheid nuttig zullen gebruiken of ben je bang dat ze dan niets zullen doen. Grote delen van de politiek lijken het laatste te denken, maar ik weet dat als je academici de ruimte geeft dat ze vanzelf onderzoek gaan doen en met collega's uit andere disciplines gaan praten, enzovoort. In mijn ervaring is er bijna niets leuker dan met een arts nadenken over zijn klinische problemen en nadenken of je daar samen een oplossing voor kan verzinnen.
Dus wat mij betreft moet je zo snel mogelijk een intellectuele vrijplaats oprichten zodra die er niet meer is.
Maar dat is wel een andere insteek dan het stuk waar je aan refereert. Het zal je vast niet verbazen dat ik dat stuk te zeer geschreven vindt vanuit een verwrongen beeld van wat een universiteit is of zou moeten zijn. Te zeer gericht op output bv.
Mz59 7
Andrel LinnenbankWouter de Heij 5
Mz59