
Het opzetten van collectieve claims is een lucratieve bedrijfstak geworden. Maar wiens zakken willen de claimstichtingen nu echt vullen?
Dinsdag 15 november organiseerde BNR (radio) samen met Van Doorne Advocaten een debat (uit de reeks Debat op scherp) over de vraag of bestuurders voldoende zijn voorbereid op schade claims die vanuit een collectief worden ingediend.
De uitgenodigde sprekers waren van mening dat het bedrijfsleven in haar geheel onvoldoende is voorbereid. Jan Driessen, directeur communicatie van verzekeraar Aegon merkte daarbij op dat Aegon natuurlijk wel goed is voorbereid. Ja, mag het even; Aegon ligt al circa 10 jaar onder vuur voor hun Vliegwielen, Sprintplannen, Koersplannen en aanverwante producten. Oefening baart kunst.
Het accent werd die middag gelegd op de mogelijke regulering of certificering van claimstichtingen.
Kunstje afgekeken
Een trend die overduidelijk waarneembaar is sinds de deconfiture van de DSB is de komst van meer claimstichtingen. Minstens 10 belangenbehartigers verschenen links en rechts in de media als de partijen die zouden opkomen voor de gedupeerden. Welke gedupeerden, maakte veelal niet uit. Een vertegenwoordiger van zo’n stichting (Stichting Meldpunt Collectief Onrecht), zat in de zaal en trok fel van leer tegen de sprekers Jurjen Lemstra (advocaat en initiatiefnemer van de gedragscode) en Ben Knüppe (curator DSB).
Zijn verbale communicatie en argumenten speelden de sprekers in de kaart; zij konden volstaan met een opmerking als “I rest my case”.
Maar waar het debat tot de laatste minuten aan voorbij ging, was de vraag: wat is nu het grootste bezwaar tegen claimstichtingen die niet het beste lijken voor te hebben met hun achterban (aangenomen dat ze die hebben)? Van de obscure stichtingen wordt gezegd dat ze vooral drie kwalijk eigenschappen hebben:
- ze drijven de imagoschade van de partij die ze in het vizier hebben op,
?- er ontbreekt professionaliteit; initiatiefnemers zijn onbekwaam en houden zich niet aan afspraken,
?- ze streven hoofdzakelijk hun eigen belangen na; de kans bestaat de gedupeerden opnieuw worden benadeeld.
Het motief om aandacht te geven aan het gevoerde debat is hoofdzakelijk het feit dat een aantal sprekers, waaronder Jan Driessen van Aegon, vooral dit laatste punt het meest bezwaarlijk vinden. Dus niet de aspecten die partijen als Aegon, Dexia, etcetera, het meeste raakten, maar het feit dat anderen daar meer dan evenredig aan verdienen (mogelijk een bonus) doet het meeste pijn. We kennen de claimstichtingen vooral uit de strijd tegen de financiële instellingen waar bovenmatig wordt verdiend en de bonussen van links naar rechts vlogen. En nu vinden zij het meest bezwaarlijk dat anderen het kunstje hebben afgekeken en zich ook weten te verrijken.
Ik ben voor een gedragscode, zoals ik al eerder op Follow The Money heb betoogd, maar niet om de bonussen van de initiatiefnemers. Het is namelijk heel goed mogelijk om voor de achterban een acceptabel en realistisch resultaat te behalen en daar als belangenbehartiger een bonus aan over te houden.
0 Bijdragen