
Geen goed doel, maar een bedrijf
In een serie van artikelen vertelt Eric Smit - mede-oprichter van Follow the Money - over de koers van FTM. Vandaag het eerste deel.
Het heeft iets verslavends; de ontwikkeling zien van je eigen prestaties, uitgedrukt in getallen. Sinds de zomer van 2012 ben ik aan het fietsen en een aantal maanden gebruik ik de app Strava. Je kunt precies zien welke route je hebt gereden en hoe snel je dat hebt gedaan. Ook ten opzichte van andere fietsers die dezelfde route hebben afgelegd, of delen daarvan. Bij elke rit word je geconfronteerd met je eerdere prestaties (en die van anderen) en bij elk persoonlijk record neem je een kleine psychologische beloning in ontvangst. Heerlijk.
Minder geslaagde rondjes irriteren. Logisch, je wilt vooruitgang zien.
Zaken meetbaar maken is essentieel als je iets wilt presteren. De getallen kunnen je natuurlijk verblinden of obsessief maken, zoals dat bij topmannen van beursgenoteerde ondernemingen regelmatig gebeurt, maar uiteindelijk ontkom je er niet aan. Of het nou op school is, op de fiets of als ondernemer, uiteindelijk vertellen de cijfers hoe je ervoor staat. En dat geldt dus ook voor een journalistiek bedrijf(je) als Follow the Money.
Gekken
Vorige week publiceerde het Stimuleringsfonds voor de Pers evaluatierapport over de zogenoemde Persinnovatieregeling. Een subsidieregeling voor innovatieve journalistieke projecten die in 2010 van start ging en waar Follow the Money ook een aanvraag op deed. Ik zal hier niet het onderzoek bespreken, ik beperk me tot de veelzeggende kop die boven het artikel op de website Persinnovatie van het Stimuleringsfonds staat: ‘Op de goede weg, maar ruimte voor verbetering’. Wij mochten bij de start van FTM in 2010 180 duizend euro van het Stimuleringsfonds tegemoet zien om ons bedrijfsplan uit te voeren; het opzetten van een multimediaal platform voor onderzoeksjournalistiek. Dat was innovatief, want het bestond nog niet in Nederland. Het was ook wel gedurfd, want wat voor gekken gaan tijdens ergste financiële crisis in tachtig jaar een onderneming beginnen in een bedrijfstak waar de misère structurele vormen heeft aangenomen?We moesten versnellen en aanhaken of de bezemwagen inDe steun van het fonds was alleen daarom al meer dan welkom. De helft van het bedrag was een echte subsidie, de andere helft een lening. Het geld zou in een periode van twee jaar in 5 tranches van 36 duizend euro worden uitbetaald. Daarvoor moesten we tussentijds wel aan de criteria voldoen die we onszelf in het bedrijfsplan hadden opgelegd. De belangrijkste: omzet en bezoekersaantallen. Beide zeer meetbaar. En confronterend, zo bleek al spoedig. We hadden onderschat hoeveel inspanning het kost om met een dagelijkse stroom artikelen een publiek te vinden en tussentijds ook nog geld te verdienen. De doelstelling voor de te halen bezoekcijfers bleef het eerste jaar achter waardoor we de tweede tranch niet uitbetaald kregen. Met minder geld dan begroot – we kregen het 2e deel van de subsidie immers niet - moesten we vervolgens een inhaalslag zien te maken. Het is alsof je vlak voor een zware beklimming uit het peloton wordt gelost en er achter komt dat je bidon leeg is. We moesten versnellen en aanhaken of de bezemwagen in. Het werd aanhaken. Met bloed, zweet en tranen.
Uitbreidingsplannen
In het rapport van het Stimuleringsfonds worden drie criteria voor succes genoemd. Één daarvan behelst de continuering van het project. Uit het feit dat u deze woorden op FTM leest, kunt u opmaken dat dit bedrijf aan dat criterium voldaan heeft. Sterker, er vindt uitbreiding plaats van de activiteiten. Dat maakt dat Follow the Money ook nog eens op dat criterium het maximaal haalbare aantal punten scoort en zich in een kleine groep bevindt. Van alle projecten die het Stimuleringsfonds de afgelopen jaren steunde, gaat 7 procent in uitgebreidere vorm verder. Over de uitbreidingsplannen van Follow the Money ga ik u de komende weken het een en ander vertellen. FTM zoals u het nu kent, is pas een begin. Onze ambities strekken veel verder en de voorbereidingen om die te verwezenlijken zijn in volle gang. Maar eerst even een pas op de plaats; we hebben wel eens eerder geroepen dat er een grote stap voorwaarts zouden maken. Ik neem u even twee jaar terug, naar de zomer van 2012. We waren na meer dan twee jaar zwoegen meer dan bekend met het gegeven dat met journalistiek werk moeilijk geld valt te verdienen. Laat staan met onderzoeksjournalistiek, de meest arbeidsintensieve vorm. We hadden in die maand net de factuur betaald gekregen voor onze werkzaamheden voor het verhaal over derivatenkwestie bij Slibverwerking Noord-Brabant (SNB). Jesse Frederik (in zijn eerste jaar als journalist!) en ik hadden maanden werk gestoken in het onderzoek voor het artikel dat de voorpagina haalde van een nieuwe afnemer; de Volkskrant (we zouden er later de journalistieke prijs De Tegel mee winnen). Uiteindelijke opbrengst: tweeduizend euro. Inclusief de onderzoekbonus die we van de vriendelijke hoofdredactie van Volkskrant kregen. Reële maakkosten: ruimschoots het viervoudige. Vanuit bedrijfseconomisch perspectief bezien is dat gekkenwerk. We waren feitelijk bezig om een groot mediaconcern als de Persgroep te subsidiëren en we vroegen onszelf af of er überhaupt een werkend commercieel verdienmodel voor onderzoeksjournalistiek bestond. We kwamen toen tot de conclusie dat dit niet het geval was. Hoe nu verder?Non profit?
We waren toen al lang bekend met het feit dat er aan de overkant van de Atlantische Oceaan talrijke voorbeelden waren van non profit initiatieven in de onderzoeksjournalistiek. Sinds 2007 waren er tientallen nieuwe non profits bij gekomen en het in New York gevestigde ProPublica was (en is) daar volgens ons het meest aansprekende voorbeeld van. Met zeer substantiële steun van de Sandler Foundation had de voormalige managing editor Paul E. Steiger van de The Wall Street Journal het platform voor onderzoeksjournalistiek opgericht. Het had (en heeft) een adembenemend jaarlijks budget van rond de 10 miljoen dollar. Volledig bijeen gebracht door (zeer) vermogende representanten van de New Yorkse elite met een hart voor de onderzoeksjournalistiek. Only in America? Nee, Arne van der Wal en ik – oprichters van dit platform – hadden ook in Europa de eerste voorbeelden van non profit-onderzoeksjournalistiek zien opkomen en meenden dat het tijd werd dat Nederland ook kennis ging maken met het charitasmodel.We meenden dat het tijd werd dat Nederland ook kennis ging maken met het charitasmodelNog geen half jaar later waren we alweer op andere gedachten gekomen. We hadden Follow the Money opgericht als een bedrijf en we voelden ons ook ondernemer. Ondernemers die zich inzetten voor de publieke zaak, maar nog steeds ondernemers. Dat het spannende tijden waren wisten we ook al toen we er aan begonnen. Gingen we dan nu onze hand ophouden en dat tot de kern van onze inkomstenmodel promoveren? Dat was geen verdienmodel maar een krijgmodel. En als je je hele journalistieke leven over het zakenleven hebt geschreven, gaat dat wringen. In ons aankondigingsbericht over onze omarming van het non profit-model had Arne de achterdeur al op een kier gezet: ‘Tegelijk blijven we zoeken naar nieuwe zakelijke modellen voor de journalistiek en journalisten. Financiële kracht is volgens mij de beste garantie voor journalistieke onafhankelijkheid en kwaliteit. Voor goede journalistiek moet uiteindelijk op een of andere manier worden betaald.’ Het drong tot ons door dat het Franse Mediapart er wel in was geslaagd om een verdienmodel neer te zetten. En ze publiceerde ook nog eens veel diepgravende journalistiek! Inmiddels hebben ze rond de 90 duizend betalende abonnees. Veel dichter bij huis landde er ook een grote inspiratiebron: de Correspondent. Oprichter Rob Wijnberg wist op een briljante en spectaculaire wijze een betalend publiek te vinden. Toen wisten we het weer zeker: Follow the Money is geen goed doel maar een bedrijf. En dat blijven we.
Maatschappelijke impact
Door zaken van het donker naar het licht te halen, kun je enorme maatschappelijke impact creëren. Daar ligt de kracht van ons vak en dat is het uitgangspunt van dit bedrijf. Als we dat niet op een of andere wijze in een bestendige kasstroom weten om te zetten, dan zijn we geen goede ondernemers.Leunen op de goedertierenheid van een selecte groep van gulle gevers biedt op lange termijn geen duurzame basisWe denken ook dat het leunen op de goedertierenheid van een selecte groep van gulle gevers op lange termijn geen duurzame basis is en vroeger of later een te grote mate van afhankelijkheid laat ontstaan. Dat blijkt ook al in de praktijk. Vorig jaar publiceerde het Pew Research Center in de Verenigde Staten een rapport dat uitwees dat er zorgen zijn over financiële draagkracht op lange termijn van de non profits. Er speelt nog iets anders en dat is de constante drang die iedere ondernemer voelt om de prestaties, uitgedrukt in getallen te laten kloppen, steeds iets te verbeteren en daar helder verslag van te doen. Niet alleen omdat dit jezelf scherp houdt, maar voor alle betrokkenen bij het bedrijf.
22 Bijdragen
PeterO
Mijn enige kritiekpunt is de eindredactie. Die laat wel eens steekjes vallen.
EricSmit
PeterODank voor je compliment. Je hebt helemaal gelijk, die professionele eindredactie staat dan ook heeeeel hoog op ons to do lijstje!
porca
Wil je ondernemer worden dan zal je zelf je broek moeten ophouden, zonder inkapselende subsidiepotjes.
Zoals ik ook heb aangegeven in de enquete van 1-2 maanden terug, er is geen markt voor een betaalde econ-fin nieuwssite in de Nederlandse taal. Te specialistisch onderwerp, te klein taalgebied. Zelfs voetbal als pay-tv mislukt keer op keer, en die markt is een keertje of tig groter.
Nogmaals, jullie maken een mooi produkt maar ik ga daar niet voor betalen, omdat jullie info weliswaar goed is maar ik 't niet zal missen als 't niet meer beschikbaar is, en omdat er genoeg andere gratis bronnen zijn. En kom niet aan met dat dat niet eerlijk is, want dan schiet je in de ambtenarenreflex. En als je iets moet vermijden is 't die reflex, want jullie willen nou juist ondernemer worden.
EricSmit
porcaDank voor je complimenten en ook voor het invullen van de enquete.
We verschillen hier en daar van inzicht. Om te beginnen hangen wij niet aan een 'subsidietiet'. Ja, we hebben vanaf 2010 subsidie ontvangen, maar alles wat daarvan resteert is een schuld van bijna een ton. We houden al jaren onze eigen broek omhoog. En dat in een sector waar bijna geen enkele Nederlandse ondernemer meer in actief durft te worden. Bangerikken zijn het.
Daarnaast ben je wat somber over de mogelijkheden. Wij ondernemers zijn dat natuurlijk niet en zien de toekomst met vertrouwen tegemoet. Zelfs zo zeer dat ik denk dat jij uiteindelijk betalend lid zult worden;-)
Groet!
Eric
PeterO
EricSmitRobvanderHilst
distributiemodel ('maar' 23 miljoen Nederlandssprekenden [= 8ste op rij
in de taalgroepen van Europa]) echt c.q. wel echt goed ingecalculeerd?
Het is niet voor niets dat overheidssteun om verschillende terreinen aan
de orde is, al is het maar om te voorkomen dat wij in dominantie
afzetgebied van cultuur-gerelateerde producten en diensten van de
Engelsen en de Duitsers worden.
EricSmit
RobvanderHilstDe handicap van een klein taalgebied is er. Maar waarom zouden we ons daardoor laten dwarszitten? We hebben natuurlijk de nodige rekensommen gemaakt en we zijn ervan overtuigd dat we een publiek kunnen vinden en aan ons verbinden dat groot genoeg is om hier prachtige en belangrijke journalistiek mogelijk te maken.
Groet!
Eric
Paul
Ik ben doorgaans een dagdeel bezig per stuk en doe het graag, maar het is ook een vorm van subsidie.
Ik ben erg benieuwd naar de reactiesvan de enquete. Ik hoop dat FTM overleeft. Ik ben het overigens volstrekt niet eens met Porca dat je wel ergens anders en gratis de info vandaan haalt. Dat is wat de stukken van FTM betreft vrijwel nooi het geval.
Ik zou betalen, maar niet voor alle stukken overigens....
Jan
gedeeltelijk eens mij sommige van de bovenstaande reacties. Het nadeel is
inderdaad dat de groep die dit onderwerp intressant vind relatief klein is in
Nederland. Helemaal zodra het “bankers bashing”, waar via dit medium ook
regelmatig over word bericht, over is. Internationaal zijn er genoeg websites
zoals zerohedge etc.. die in deze behoefte ruimsschoots voorzien. . Naar mijn mening zijn er weinig nederlandse
websites zoals deze, er zijn genoeg websites als daskapital, 925.nl etc.. maar
geen website met de vergelijkbare kwaliteit als FTM.
Echter ik snap
dat voor niks de zon opgaat en vind het geen probleem om voor kwailiteits
onderzoek een redelijk bedrag te betalen, ik heb dit ook in de enquete
aangegeven. Aangezien ik in het buitenland woon en toch op de hoogte wil
blijven van nederlandse kwaliteits nieuws, gebruik ik veel blendle, en ik
verwacht dat dit de toekomst word voor de nederlandse krant en ook websites als
FTM. Op deze manier is het mogelijk om toegang te krijgen tot een zeer groot
publiek op termijn, aangezien bezoekers mensen op zo’n portal toegange hebben
tot verschillende nieuwsbronnen en op deze manier kan FTM een verdien model op
te bouwen door per artikel inkomsten te genereren. Overigens ik heb geen idee
hoelang het gaat duren voordat bedrijven als Blendle winst gaan maken en hoe lucratief
een samenwerking van een medium met blendle is.
EricSmit
JanLeuk dat je ons vanuit het buitenland volgt!
Ons bestaansrecht valt of staat bij het aanleveren van unieke verhalen die je nergens anders kunt lezen. En het klopt, er zijn weinig ander websites als FTM. Ik durf de stelling aan dat geen enkel andere Nederlandse website is die met ons is te vergelijken. Of dat duidelijk genoeg is, is een tweede. We weten ook dat we nog heel veel beter kunnen worden en daar wordt ook hard aan gewerkt. Die bankiers zullen we voorlopig nog wel even in de gaten houden en af en toe een flinke dreun uitdelen hoort erbij. Er zit hier nog wat in de pijpleiding en daar hoor je binnenkort meer over. Tegelijkertijd zijn we alweer een tijdje bezig om de gebieden waarin we onderzoek verrichten uit te breiden. Zorg, voedsel en ook defensie zijn daar voorbeelden van. Besef tegelijkertijd dat we dit met een klein team doen dat (nog) niet voltijds inzetbaar is.
Afijn, blijf ons volgen, je gaat het vanzelf zien.
Groet,
Eric
jopie1978
Fox Mulder
jopie1978Jaap
Molenaer
Ik hoop dat jullie verstandige keuzes maken.
EricSmit
MolenaerTerecht dat je dit eruit pikt. Zeer essentieel. Dat goede doel zit er bij ons ingebakken. Ik schreef hierboven dat we ondernemen met de publieke zaak in ons achterhoofd. Twee weken eerder verwoordde ik het iets uitgebreider toen ik het 'licht' had gezien na het lezen van een handzaam boekje:
http://www.ftm.nl/exclusive/krijg-nou-wat-ik-ben-een-sociaal-ondernemer/
Maar hierover later meer.
Groet,
Eric
Nelis Lau
EricSmit
Nelis LauWe zijn geen non profit-instelling hoor! Dat is nu juist het punt. We twijfelden even, maar we zijn dus een bedrijf. En bedrijven maken rendement. In ons geval dus vooral maatschappelijk rendement, maar zonder financieel rendement gaat het bootje niet varen.
Die verbreding gaat komen en daar zijn we ook al een tijdje (stilletjes) mee bezig. Nou ja, stilletjes: onze Eelke van Ark won recentelijk een journalistieke prijs voor een verhaal in de zorg.
http://www.ftm.nl/exclusive/follow-money-wint-prijs-beste-onderzoeksjournalistiek/
En over dat sympathieke van FTM; daar denken de nodige lieden op de Zuidas en omgeving toch iets anders over;-)
Ciao,
Eric
Bob Lagaaij
uitbreidingsplannen af. Complimenten voor de site. Ik sla hem nooit over en tref zeer regelmatig voorbeelden van gedegen onderzoeksjournalistiek aan, aangevuld met onverschrokken opinies en - helaas helaas - Nederlands met rafelrandjes. Maar dat laatste komt goed, begrijp ik. Mannen, ondernemers-met-een-drive of hoe 't ook omschrijft, als 't nodig is trekt deze lezer voor FtM de portemonnee, zoals ik dat ook heb gedaan (en blijf doen) om De Correspondent mede mogelijk te maken en initiatieven op het gebied van kunst en cultuur te steunen. Daar zullen we 't in de toekomst steeds vaker van moeten hebben, vrees ik. Wij de cent, jullie de content!
Bob Lagaaij
visible hand
Fox Mulder
AH