
Jan Kuitenbrouwer kapt een pad door de online jungle. Lees meer
2018 was het jaar van de Grote Internet Ontnuchtering. Voor het eerst zagen we de techindustrie met haar datahonger als een Godzilla, die dreunend onze privacy vermorzelt. Jan Kuitenbrouwer signaleert een kentering en kapt tweewekelijks een pad door de online jungle.
Voor wie de klok tikt: Trumps handelsoorlog tegen Chinese tech-bedrijven
De comeback van de corona-app
Zuckerberg moet kiezen uit twee kwaden
Trumps brandweerwagen
In het beloofde land doen we alles op afstand
Hippe Hugo en de appathon
Technoangst is een slechte raadgever
Gezondheid in ruil voor vrijheid
Staatsgreep in cyberspace
De liegrobots komen!
Mohamed Hassan / https://pxhere.com/en/photo/1586373 © PXhere
Geen reclame voor de Correspondent
Jan Kuitenbrouwer interesseert zich al jarenlang voor de wereld van adverteerders en marketeers, en betreurt hoe weinig serieuze belangstelling er in de journalistiek bestaat voor dit fascinerende vakgebied. Hij las met stijgende verbazing hoe twee ‘slow journalists’ online adverteren tot onzin verklaarden. Tijd voor het fileermes.
Onlangs twitterde Rutger Bregman: ‘This is an absolutely fascinating, eye-opening piece by @jessefrederik about the nonsense of “surveillance capitalism”. Research shows: online advertising is ineffective. And no, Cambridge Analytica did not 'hack' our brains,’ met een link naar een stuk op The Correspondent van Jesse Frederik en Maurits Martijn.
De/The Correspondent is een advertentieloos platform dat probeert te ontsnappen aan de fnuikende krachten die de mainstream journalistiek gereduceerd hebben tot nieuwsfabriek, zoals oprichter Rob Wijnberg dat noemt, waar scoringsdrift, effectbejag en sensationalisme de klok slaan. De Correspondent staat voor slow journalism, niet de kortzichtige fixatie op wat vandaag gebeurt, maar aandacht voor voor wat elke dag gebeurt.
De term surveillance capitalism werd begin dit jaar gemunt door Harvard-hoogleraar Shoshana Zuboff, met haar boek The Age of Surveillance Capitalism, een fascinerende, ruim 700 pagina’s tellende studie naar de manier waarop de grote techbedrijven, met name Google, Amazon en Facebook, de afgelopen tien jaar een nieuwe vorm van kapitalisme ontwikkelden, gedreven door data. Die data verwerven zij door surveillance, het volgen en verzamelen van onze digitale sporen. Het boek werd wereldwijd overladen met lof. Hans Schnitzler noemde het op FTM een ‘boek dat je bij tijd en wijle de adem beneemt.’ en een ‘meesterwerk van horror, dat zelfs kenners van de materie tot op het bot doet sidderen.’
Ze begrijpen het reclame-metier gewoon niet zo goed. Daar zijn ze niet uniek in
Dus als De Correspondent, bij monde van sterredacteur Bregman, bekend maakt dat het bewijs geleverd is dat surveillance capitalism ‘nonsens’ is - dat zou de Intellectuele Ontmaskering van het Decennium zijn.
Dat kan alleen maar tegenvallen, en dat doet het dan ook zwaar.
Het blijkt te gaan om een stuk dat in januari van dit jaar al op De Correspondentverscheen, onder de titel ‘Dit is de nieuwe internetbubbel: online advertenties’, en dat geen enkele verband houdt met Zuboffs boek. In de nu door Bregman geplugde vertaling is weliswaar een kleine verwijzing naar Zuboff opgenomen, maar dit artikel gáát helemaal niet over surveillance capitalism, laat staan dat het overtuigend zou aantonen dat het ‘nonsens’ is. Met de Cambridge Analytica-affaire heeft het artikel ook al niets te maken. Het gaat niet over surveillance capitalism, het gaat niet over online reclame, het gaat over een onderdeel van een onderdeel van online reclame. Het stuk is een drietrapsraket van intellectuele grootspraak.
[Het stuk in kwestie is het meest gedeelde artikel op The Correspondent tot nu toe]
In 2018 werd ongeveer 273 miljard dollar uitgegeven aan online reclame, dit jaar zal het naar schatting 330 miljard zijn. En nu hebben twee Nederlandse journalisten ontdekt dat dit weggegooid geld is? Zou het? Als Frederik en Martijn dat overtuigend konden bewijzen, zouden zij op de shortlist voor de Nobelprijs staan en als wetenschappelijke rockstars van tv-studio naar uitverkocht auditorium sjezen. Wij zullen zo direct zien waarom dit niet het geval is. (Spoiler: iets met selectief citeren.)
Frederik en Martijn begrijpen het reclame-metier gewoon niet zo goed. Daar zijn ze niet uniek in, de journalistiek heeft een beetje een blinde vlek voor dit fascinerende vakgebied. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de ‘Chinese muur’ die lang bij nieuwsorganisaties bestond tussen de redactie en de advertentieafdeling. Uit angst voor belangenverstrengeling werden die bloedgroepen zo veel mogelijk bij elkaar vandaan gehouden, en de verstandhouding was koeltjes. Na het werk dronken ze bier in hetzelfde café, maar ieder in een eigen hoek. (Ik heb één journalist gekend die mijn fascinatie voor reclame en marketing deelde: Martin van Amerongen.)
Door te stellen dat ‘online advertenties’ een bubbel zijn, impliceren Frederik en Martijn eigenlijk dat álle reclame geldverspilling is. Zou het?
Zoals gezegd, het stuk bespreekt eigenlijk maar één vorm van online reclame: paid search. Je zoekt naar ‘Bol.com’ (‘branded search’) en het bovenste zoekresultaat is een betaalde advertentie van Bol, herkenbaar aan het kleine vignet ‘Ad’. Paid search vormt nu ongeveer 40 procent van alle online reclame, en dat aandeel is slinkende, onder andere door de opmars van video. Al die andere honderden miljarden worden besteed aan banners op Marktplaats, Catawiki, Autotrader, Amazon, Wehkamp, Albert Heijn, Zalando, de Volkskrant,GeenStijl, en al die andere sites waar we rechtstreeks naartoe gaan. Aan spotjes op YouTube, advertenties en advertorials op Facebook en LinkedIn, gesponsorde tweets, product placement op Instagram, aanbevelingen op Spotify, in-app aankopen in games, pop-ups op pornosites, enzovoorts, enzovoorts, enzovoorts. Allemaal vormen die niet aan de orde komen. Veel online reclame is niet zo heel anders dan traditionele reclame, het speelt zich alleen niet af op een krantenpagina of een televisietoestel, maar op je computerscherm. Door te stellen dat ‘online advertenties’ een bubbel zijn, impliceren Frederik en Martijn eigenlijk dat álle reclame geldverspilling is. Zou het?
Twee keer zo duur als lijkt, maar wel effectief
Maar ook de claim dat paid search niet werkt, wordt op geen enkele manier waargemaakt. Dat het moeilijk is om het effect van reclame te meten, is een open deur die begin vorige eeuw al werd ingetrapt door de grote Amerikaanse retailer John Wanamaker (1838-1922), toen hij zei: ‘De helft van mijn reclamebudget is weggegooid geld, het lastige is dat ik niet weet welke helft.’ In dat geval is reclame dus ongeveer twee keer zo duur als het lijkt, maar dat is iets anders dan dat het niet werkt! Frederik en Martijn stellen de hele reclame- en marketing-industrie voor als een soort voodoo, een idee-fixe zonder enige kosten-batenanalyse. ‘Je stuurde je spotjes de ether in, je plempte je merk in de krant, en begon te bidden,’ schrijven ze. ‘Of je reclame gezien was, of mensen ernaar handelden? Geen idee.’
Totale onzin. Allereerst: of een reclame gezien wordt is zeer eenvoudig te meten, wat dan ook voortdurend gebeurt. Je kunt als adverteerder de volgende ochtend al weten hoeveel mensen gisteravond naar jouw commercial gekeken hebben, op de duizend stuks nauwkeurig, inclusief demografische details. Kranten en tijdschriften: bereik, demografie, appreciatie, allemaal meetbaar. Dan: wat die blootstelling precies doet. Dat is iets ingewikkelder, maar ook daar kun je achter komen. Het wordt ‘marktonderzoek’ genoemd – Frederik en Martijn lijken er volledig onbekend mee.
Het vereist een speciaal soort zelfoverschatting om iets dat in elk handboek voor reclame staat, te presenteren als opzienbarende ontdekking
Of neem zoiets eenvoudigs als naamsbekendheid. Een nieuw merk komt op de markt en gaat adverteren. Na een half jaar wordt gemeten: kent u dit merk? Uit de reclame, of van horen zeggen? Die scores kun je dan weer vergelijken met soortgelijke campagnes uit het verleden, enzovoorts. En dan is er de reclame die niet direct gericht is op verkoop, maar op imago en reputatie, ook meetbaar, of domweg op bekendmaking: hallo online shoppers, Zalando houdt uitverkoop.
Zoals elk sociaal proces kent ook de marketingcommunicatie zijn imponderabilia, natuurlijk, maar dat maakt het nog geen black magic! ‘De hele advertentie-industrie is in de greep van een enorme statistische misvatting,’ schrijven ze. ‘De denkfout waarop de online advertentiemarkt drijft.’ De combinatie van bombast en onbegrip is haast aandoenlijk.
Er wordt langdurig met een goochelstokje op de hoed getikt, maar dan komt het konijn tevoorschijn: die tragische ‘misvatting’ zou het selectie-effect zijn. Tja, het vereist een speciaal soort zelfoverschatting om iets dat in elk handboek voor reclame staat, te presenteren als een opzienbarende ontdekking, maar deze auteurs spelen het klaar.
Korting bij de pizzeria
Het klassieke voorbeeld van het selectie-effect is dat van de pizzeria die flyert met een kortingscoupon. ‘Kom bij ons eten en krijg op vertoon van deze flyer 10% korting.’ Het percentage van de uitgedeelde folders dat met klant en al terugkomt bij de pizzeria is de ‘conversie’. Er werken meerdere flyeraars voor de pizzeria en een van hen heeft een extreem hoge conversie. Hoe kan dat? Simpel: hij deelt ze uit bij de ingang van de pizzeria. Oftewel: hoe weet een adverteerder of zijn klanten door reclame naar zijn winkel gelokt zijn, of dat ze zonder reclame toch wel waren gekomen?
Er is een eenvoudige test: ophouden met adverteren en kijken wat er gebeurt. Dat deed eBay in 2011, zoals Frederik en Martijn beschrijven. eBay besteedde ongeveer 20 miljoen dollar per jaar aan paid search-advertenties. Er rees twijfel hoe effectief dit was en bij wijze van experiment werd alle paid search gestopt. Wat bleek: het verkeer vanuit zoekmachines naar eBay nam nauwelijks af. Paid search bleek in dit ene, specifieke geval weinig op te leveren! Whoa, paid search levert niets op! Whoa, online reclame is weggegooid geld! De hele advertentie-industrie is in de greep van een enorme statistische misvatting! Honderden miljarden dollars, elk jaar weer, in rook op! Wat een scoop! Het bleef nog lang onrustig op de Correspondent-burelen.
eBay is inmiddels overigens weer gewoon begonnen met paid search
Eén experimentje, bij eBay, daar draait dit hele stuk om, één enkel experiment met één specifieke vorm van online reclame, voor één specifieke adverteerder. Waarvan er bovendien maar één van is. eBay is merk- en soortnaam tegelijk, eBay is top of mind, zoals dat in het reclamevak heet: klanten die ‘eBay’ intikken zijn op weg naar eBay en mensen die tweedehands spullen zoeken tikken ‘eBay’ in. Nogal wiedes, daar hoef je geen wetenschappelijk onderzoek voor te doen. Daar volgt uit dat het voor eBay waarschijnlijk niet zo zinvol was om 20 miljoen per jaar aan paid search uit te geven, maar wat er niet uit volgt is dat online adverteren niet werkt. Laat staan, het wordt afgezaagd, Bregmans conclusie dat surveillance capitalism nonsens is. (eBay is inmiddels overigens weer gewoon begonnen met paid search. Na die eerdere kritische analyse is dat vast geen naïef besluit geweest.)
Bieden op zoektermen
Er is al aardig wat onderzoek gedaan naar de effectiviteit van online reclame, en in het algemeen is de conclusie dat het werkt. Dat wil zeggen: meer oplevert dan het kost. Alleen: dat onderzoek noemen Frederik en Martijn niet! Of zij kennen het niet, want me onwaarschijnlijk lijkt, of ze vegen het onder de mat, de mogelijkheid die overblijft.
De eerder genoemde Martin Van Amerongen beweerde altijd dat er op de Telegraaf-redactie een bord aan muur hing met de tekst: ‘Een mooi verhaal nooit kapotchecken.’ Je krijgt de indruk dat Frederik en Martijn dat ook gedacht hebben.
Het eBay-experiment was bijvoorbeeld aanleiding voor een vervolgonderzoek. eBay is uniek, hoe zit het met de overgrote bulk van de online adverteerders, kleine en middelgrote bedrijven met meerdere concurrenten en een minder dominante positie, vroegen Coviello, Gneezy en Goette zich af in 2017. En dus keken zij wat er gebeurde als je de paid search reclame van zo’n modale adverteerder stopzette, in dit geval: het Amerikaanse portal voor informatie over auto’s, Edmunds.com, vergelijkbaar met Autoweek. De resultaten van dit onderzoek ‘staan in scherp contrast tot die van het eBay-experiment,’ stellen zij vast. Afhankelijk van locale omstandigheden viel 50 tot 70 procent van Edmunds’ traffic weg!
Niet adverteren? Kleine spelers lijden daarvan meer dan grote
Hoe kan dat? Waar gingen die zoekers heen? Nou, kijk, er is nóg iets dat Frederik en Martijn niet weten of onder de mat vegen: als internetadverteerder kun je betalen voor welke zoekterm je maar wilt. Zodra die is ingetikt, vindt een razendsnelle elektronische veiling plaats, en de hoogste bieder krijgt de plek. Dat is dat geklapper dat je soms bovenaan een website ziet als je hem opent: er wordt nog geboden op welke banner je te zien krijgt. Al die verdwenen Edmunds-zoekers, schrijven Coviello cs, ‘gingen waarschijnlijk naar concurrenten van Edmunds, die ook betalen voor de zoekterm “Edmunds”’.
Als ik een tweedehandsspullensite begin ga ik overbieden op de namen van de marktleiders, ‘eBay’, ‘Marktplaats’, ‘Speurdersweb’, enzovoorts, en dan komen die zoekers naar Kuitenbrickabrac.nl (want zo heet mijn platform). Het volume van eBay is zo gigantisch, dat lijdt daar nauwelijks onder, maar een kleine speler heeft er last van. ‘Stoppen met paid search terwijl je concurrenten doorgaan kan leiden tot aanzienlijk verlies in webverkeer,’ schrijven Coviello cs. Met de data uit hun onderzoek berekende Edmunds dat ‘de baten van paid search aanzienlijk hoger zijn dan de kosten, en op grond van die resultaten werd besloten ermee door te gaan’. Andere onderzoekers die het selectie-effect van paid search bestudeerden kwamen nog tot veel hogere cijfers.
Het is pseudoslimme demagogie, waarmee Frederik en Martijn de grote platforms alleen maar in de kaart spelen
Of neem de studie van Lewis en Reily uit 2011. Voor Yahoo! onderzochten zij onder een miljoen consumenten het effect van online reclame op de omzet van een grootwinkelbedrijf. Wat blijkt? Het werkt! Hun conclusie: ‘Het effect houdt nog wekenlang aan na de stop van de campagne en de totale opbrengst wordt geschat op meer dan zevenkeer de kosten van de campagne.’ Zeven keer, een mooie return. Nieuw bij dit onderzoek was dat niet alleen de webshop effect registreerde, maar ook de gewone winkels van deze retailer.
De grote tech-platforms, Amazon, Facebook, Google, eBay, zijn monopolisten, soortnamen, die dankzij hun uitzonderlijke positie automatisch een grote hoeveelheid traffic genereren, waardoor paid search voor hen misschien minder zinvol is. Maar om de conclusie van dat ene eBay-onderzoekje te generaliseren voor alle adverteerders én alle vormen van online reclame, terwijl het juist een effectieve manier kan zijn voor ‘gewone’ bedrijven om met Big Tech te concurreren, is pseudoslimme demagogie, waarmee Frederik en Martijn de grote platforms alleen maar in de kaart spelen.
Scepsis is de weg naar de waarheid en overmoed kan productief zijn, maar wat je ook schrijft, of het nu fast of slow journalism is, met of zonder advertenties, het moet eerlijk en evenwichtig zijn. Hoe Frederik en Martijn deze materie benaderen is serieus noch consciëntieus. En wat betreft Bregmans conclusie: enfin, Rutger Bregman denkt dat de zon uit zijn gat schijnt, en het is nog waar ook, maar er komt soms ook wat echte poep mee.
98 Bijdragen
Guido Leenders 6
Jan Kuitenbrouwer 5
Guido LeendersGuido Leenders 6
Jan KuitenbrouwerJesse Frederik 2
Eerst ga je alinea's lang een tweet van Rutger bekritiseren. En dan ga je een punt bekritiseren dat nergens in mijn artikel staat: adverteren werkt niet. Ik zal mezelf even citeren: "Advertising does something, but only a small something – and at any rate it does far less than most advertisers believe." De vraag is niet of het 'iets' doet, de vraag is of het genoeg doet om de investering te rechtvaardigen.
Dus wat is dan wel mijn punt?
1) Marketeers gebruiken methodes waardoor de opbrengsten van advertenties stelselmatig worden overschat. Ze maken geen onderscheid tussen selectie en advertentie-effecten.
2) Als je het goed meet dan is het vaak onmogelijk te zeggen of een campagne verlies- of winstgevend is, omdat het effect zo klein is dat je gigantische sample sizes nodig hebt. Met ander woorden: je moet heel veel geld uitgeven, om te kunnen weten of je geld goed is uitgegeven.
3) De meeste marketeers willen dit niet weten. Ze willen geen experimenten doen, omdat deze vaak aantonen dat florissante resultaten wat minder florissant zijn.
Je zegt dat dit hele stuk draait om een onderzoekje bij eBay, dit is klinkklare nonsens. Ik citeer experimenteel onderzoek bij Facebook, bij Bing, bij Yahoo, bij Google. Dat wil ik hier nog wel een keer voor je doen: https://www.kellogg.northwestern.edu/faculty/gordon_b/files/fb_comparison.pdf https://pdfs.semanticscholar.org/3690/0d5519e0fcb61ba9709b1f3893b781b85e12.pdf https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2367103 https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2701578
Je schrijft dat eBay niet representatief is voor het hele universum van adverteerders. Fijn, want dat staat ook in ons stuk.
Tot slot: misschien moet je Mark Ritson, zo mogelijk de bekendste marketingprofessor ter wereld, even vertellen dat de auteurs niks van marketing hebben begrepen. https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6598561160319074304/
j.a. karman 5
Jesse FrederikNog wat anderen:
- de woekerpolissen. Zonder reclame geen klanten geen hype.
- de hypes zekere met belegeggen (ook blockchain) zijn de voorbeelden waar de reclame het met straatlengtes wint van de onderliggende kwaliteit.
Wat wel een goede conclusie bij de correspondent is, is dat de marketing afdeling veel beter in staat zichzelf in het bedrijf (naar de top) te verkopen dan ander afdelingen. Het lijdt to een bias in investeringen.
Marketing software met campagne management is gewoonlijk ingericht met een terugkoppeling van het effect van de marketing. Juist dat opbrengst gericht werken is een kernpunt van de activiteiten in een campagne.
Jan Kuitenbrouwer 5
j.a. karmanJF verwijt mij luiheid. Ik zal dat verwijt niet terugkaatsen: dat in dit stuk de nodige ijver is geïnvesteerd zal ik niet in twijfel trekken, maar waarom vertoont het dan van die gapende hiaten? Daar kan maar een verklaring voor zijn: ze pasten niet in het betoog. Dan ben je dus niet bereid om een evenwichtig, genuanceerd stuk te schrijven, iets dat je van elke serieuze journalist mag verwachten, en zeker van De Correspondent. Tendentieus getoeter is er al genoeg in de journalistiek, DC pretendeert daar juist niet aan mee te doen, en op die belofte reken ik ze af.
En wat betreft die blurb van Bregman, die is en blijft gewoon goedkope bullshit, en dat weet hij best.
Jan Kuitenbrouwer 5
j.a. karmanEn dat marketeers binnen een bedrijf goed zijn in het verkopen van hun importantie, tja, daar zijn het marketeers voor. Die positie hebben ze ook niet voor niets verworven ;-)
j.a. karman 5
Jan KuitenbrouwerChurn rate analyse en klantwervingscampagnes vanaf eind jaren 80.
Het inkopen van data van andere bronnen en het delen binnen een branche. De successen en helaas ook de fouten die gemaakt worden.
Het lastige met het mooie van de ict gereedschappen van marketeers is dat ze niet aansluiten op de denkbeelden van de standaard ICT. Mooie frontends die de oude ICT niet als backend kan leveren. Je ziet de splitsing van de kampen al in die duiding. Ik ben er niet gelukkig mee gezien bepaalde effecten maar kan het wel begrijpen hoe het loopt.
Vanuit de positie van een manager ook heel logisch om te doen.
Interne promotie de berekeningen van de winsten en hoe je dat kan manipuleren. Je kan veel zien als je ogen niet dicht houd en toch houd ik vast aan een beroepsblindheid. Details van informatie wil ik niet weten/onthouden.
Het stukje uit de correspondent kreeg ik recent langs. Het werd gebruikt met argument dat beïnvloeding van anderen via media geen nut had.
Mensen zouden zich niet door de media laten beïnvloeden. Marketing is heel sterk in beïnvloeding om je dat te laten denken.
Hat "target" verhaal met die dochter vond ik een prachtig iets van verwachtingen en meningen.
Jan Kuitenbrouwer 5
Jesse FrederikAls F&M alle feiten die ik aandraag kennen, waarom werden die dan niet in hun stuk opgenomen? Het onderzoek van Corviello cs was nota bene een rechtstreekse reactie op het eBay-onderzoek. Die resultaten noemen zij ‘rigorous’ en trekken zij op geen enkele manier in twijfel, zij vroegen zich alleen af hoe het bij modale adverteerders zit, de bulk van de markt. En dan werkt het als een tierelier. Interessant. Ja of irritant, als het je hypothese weerspreekt. Dan kun je twee dingen doen: je hypothese nuanceren of die feiten terzijde schuiven. F&M kozen voor dat laatste.
Neem dat glasheldere en overtuigende onderzoek van Randall Lewis, een wetenschapper die zij zelf nota gesproken hebben! Maar die zij alleen maar laten oreren over het belang van zijn werk, zonder dat aan de orde komt dat hij al diverse onderzoeken naar online reclame deed met een positieve uitkomst! F&M betogen dat marketeers er belang bij hebben hun activiteiten als uiterst effectief voor te stellen, maar datzelfde belang hebben onderzoekers als Lewis. Zij zijn de advocaten van de duivel, die nóg betere returns beloven. Adverteerders nemen dat ook heel serieus, getuige bijv. het feit dat Lewis inmiddels director of economics van Netflix is. Waarom zou dat zijn? Dat Netflix iemand als Lewis zo’n positie geeft is een bewijs dat de marketingindustrie verdomd goed weet wat ze doet. Lewis werkt daar op basis van zijn track record dat hij als geen ander online reclame kan testen en optimaliseren. Good for him, good for advertising.
Internetreclame is geen ‘bubble’, een zeepbel bevat uitsluitend lucht, en er zijn meer dan genoeg voorbeelden van reclame, on- en offline, die werkt, dus over lucht hebben wij het niet, maar áls het een bubble het was, wordt die op dit moment door mensen als Lewis in rap tempo gepantserd, op basis van onderzoek en experiment. Is dat een bedrijfstak in de greep van misverstanden, irrationaliteit en denkfouten? Nee.
Jan Kuitenbrouwer 5
Jesse Frederik- 'Marketeers maken geen onderscheid tussen tussen selectie- en advertentie-effecten'. Hyperbool. Beter: zeer slechte marketeers zijn zich niet bewust van het selectie-effect, maar de meeste adverteerders zijn dat wel en maken zich geen illusies.
- 'Het is vaak onmogelijk om te zeggen of een campagne winstgevend is'. Hyperbool. Beter: van sómmige typen reclamecampagnes is het moeilijk vast te stellen wat ze precies hebben opgeleverd, van de meeste is dat met vrij eenvoudig onderzoek vast te stellen. Niet voor niets hebben we in Nederland bijvoorbeeld de 'Effie' een prijs voor effectieve reclame.
- 'De meeste marketeers willen dit niet weten.' Hyperbool. Beter: 'Marketeers zullen zelf niet gauw uit eigen beweging een kritisch onderzoek naar hun werk instellen, maar hun baas, die het moet betalen, doet het toch, en als de resultaten tegenvallen, is de markteer weg.'
- 'Mark Ritson, mogelijk de bekendste marketingprofessor ter wereld.' Kom op zeg, dat is standwerkerspraat. Ritson is een van de vele, vele marketingdeskundigen die op de wereld rondlopen. Een deskundige, verstandige man, maar als hij 'de bekendste' was, of zelfs 'mogelijk de bekendste', had hij wel een Wikipedia-lemma. Het is precies dat wat me ook in jullie stuk stoort: die doorzichtige, ronkende, commerciële toon. Het lijkt verdorie wel reclame!
Arjan 7
Jesse FrederikMaar waarom is dat de vraag voor Jesse en Rutger?
Dat lijkt mij een vraag voor bedrijven zelf, en niet voor journalisten.
Jullie gaan toch ook niet voor Philips bepalen waar zij het beste alle producten kunnen inkopen omdat de Correspondent onderzoek heeft gedaan wat de beste producten zijn?
Volgens mij is het heel simpel: Als advertising niet effectief is, dan is het gevolg dat bedrijven minder winst hebben, en ze mogelijk minder concurrerend zijn. Het is aan bedrijven om te toetsen of verkooppraatjes kloppen. Is het zelfde als bedrijf op allerlei andere gebieden verkeerde keuzes maakt. Elk bedrijf pretendeert de beste te zijn, terwijl de realiteit is dat er maar 1 kan zijn. Aan bedrijven om dat te beoordelen, en niet aan journalisten.
Jesse Frederik 2
ArjanArjan 7
Jesse FrederikHier gaat het om een vraagstuk of een investering rendabel is, wat mij niet een taak lijkt voor journalisten, maar voor bedrijven zelf. Als advertisements onrendabel zijn, so be it. Wat moet ik met die info? Ik kan het toch niet veranderen, omdat ik er niet over beslis.
Wat bv wel een taak voor een journalist kan zijn, hoe de totstandkoming is van advertisements die je bereiken. Bijvoorbeeld of je telefoon gesprekken afluistert en daar advertenties op afstemt. Dat gaat mij als burger wel aan.
Jan Kuitenbrouwer 5
ArjanArjan 7
Jan KuitenbrouwerIk ga de stelling aan dat succesvolle advertisements niet zozeer zichtbaar worden via meer verkoop via directe klik op die advertisements, maar via meer verkoop via selectie search.
Dat komt omdat advertisements niet als primaire doel hebben je op die link te laten klikken en het product te kopen, maar om je het te laten onthouden zodat je het toepast in de selectie search. Het is niet de fase van het aanschaffen van het product, maar het manipuleren van je brein om dat in een later stadium te doen.
Bedrijven weten heel goed dat als jij Facebook raadpleegt dit niet doet om producten te kopen, maar om de meldingen van je sociale contacten te bekijken. Kopen doe je op een later moment. Dus is hun doelstelling dat je onthoudt wat ze je tonen, en tijdens de selectie search (het moment dat jij de tijd neemt om te kopen) hun merknaam gebruikt in de selectie search. En besluit je toch te kopen via de advertisements dan is dat mooi meegenomen (verkleint risico dat je later van gedachte verandert)
En als dat effect positief zichtbaar wordt dan zeg ik dat advertisements juist goed werken en zich vertaald in meer winst via selectie search, terwijl Jesse zegt dat als er meer winst is via selectie search wordt aangetoond dat advertisements niet effectief zijn. Dan begrijpt Jesse denk ik niet helemaal hoe je selectie search toepast. Die zit vol met manipulatie van advertisements die worden aangeboden waardoor je brein voorselecties maakt en voorkeuren heeft zonder dat je dat werkelijk beseft. Jesse veronderstelt dat advertisements kennelijk geen impact hebben en dat je zonder die advertisements dezelfde keuze zult maken.
Tv programma Mindfuck laat wekelijks zien hoe mensen denken zelfstandige keuzes te maken, terwijl ze worden gemaakt vanuit een gemanipuleerde brein.
Jesse Frederik 2
"I'm honored and delighted that you did such an amazing job synthesizing this collection of research and stories.
Perhaps we'll eventually succeed at helping advertisers have the tools necessary to succeed. It's still a huge challenge---I wish it were easier. But technology is making progress on several fronts.
So far, there aren't any major changes in the industry---but there is progress on developing experimentation technology. There's actually a market for more reliable measurement. However, I'm not confident that there are viable businesses yet---some of it due to the technology but a lot of it due to the incentives. We'll see how it goes! :)"
Natuurlijk bestaan er succesvolle advertentie-campagnes, dat ontkent ook niemand. Er bestaan ook heel veel onsuccesvolle campagnes, en vraag je even af of die altijd gepubliceerd worden. Selectiebias weetjewel.
Overigens, niet zo gek dat er wat cognitieve dissonantie optreed bij iemand die een boek over de 'datadictatuur' schrijft, vol met apocalyptische boodschappen over onze tech overlords, maar die blijkbaar nooit serieus heeft gekeken naar wat de wetenschap dan zegt over hoe goed er te manipuleren valt. Best geruststellend, niet?, Dat dat maar 1 op de 14.300 mensen blootgesteld aan een Facebook-advertentie iets gaat kopen in een kledingwebshop dankzij die advertentie. Ik denk dan niet van: allejezus, ze hebben mijn brein gehackt.
Dieuwertje Kuijpers 2
Jesse FrederikMaarjah dat heb je vaak met die stomme wetenschap: als je bevindingen eerlijk benadert met open vizier, kom je er al snel achter dat ze niet zo snel je apocalyptische boodschap onderschrijven maar juist allemaal nuanceringen aanbrengen waardoor prachtig bedachte, ronkende claims ('gehackt brein') in duigen vallen.
Jan Kuitenbrouwer 5
Dieuwertje KuijpersEn cherrypicking is helemáál een vreemd verwijt: Frederik en Martijn maken zich juist schuldig aan cherrypicking, dat is het hele probleem, en ik wijs op de diverse, goed zichtbare kersen die zij om welke reden dan ook lieten hangen.
Zij benaderen het onderwerp juist niet eerlijk en met open vizier, dat is mijn hele punt. Als je in een dergelijk stuk geen enkel onderzoek noemt dat de effectiviteit van (online) reclame zonneklaar aantoont, ben je dan 'eerlijk en met open vizier' bezig? Dat is een wetenschappelijke en journalistieke doodzonde.
O ja, en die' apocalyptische boodschap', van wie komt die eigenlijk? Niet van mij en ook niet van Zuboff. Over 'stromannen' gesproken.
Jan Kuitenbrouwer 5
Dieuwertje KuijpersJan Kuitenbrouwer 5
Jesse FrederikEn: die scepsis ten aanzien van de invloed van internet is wel stoer natuurlijk - Shoshana Zuboff heeft er na 20 jaar studie helemaal níets van begrepen - maar ook naïef en lichtzinnig. Als in het verleden politici erin geslaagd zijn om met primitieve massacommunicatiemedia als pamfletten, radio en bioscoopnieuws bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten en genocides te organiseren, lijkt me me nogal naïef om te veronderstellen dat uitgerekend een zoveel indringender medium als internet zich daar níet toe zou lenen. Wie niet in brainhacking gelooft, gelooft kennelijk ook niet in brainswashing, terwijl de geschiedenis daar toch genoeg voorbeelden van geeft. Of geloven jullie ook niet in de holocaust?
Menno Jonkers
Jan KuitenbrouwerBlij dat we alle ingrediënten hebben voor een goed gesprek op internet.
Jan Kuitenbrouwer 5
Menno JonkersJan Kuitenbrouwer 5
Jesse FrederikIk weet dat je Lewis gesproken hebt, maar dan heb je toch ook zijn onderzoeken gezien?
Deze vaststelling:
Our primary result is that in this case study, retail advertising works! We find positive, sizeable, and persistent effects of online retail advertising on retail sales. The ad effects appear to persist for several weeks after the last ad has been shown. In total, we estimate that the retailer gained incremental revenues more than seven times as large as the amount it spent on the online ads in this experiment.
Die kun je toch niet wegmoffelen? Of ken je het onderzoek niet?
Jesse Frederik 2
Jan KuitenbrouwerEn over search advertising citeer ik eBay, omdat het een eenvoudig voorbeeld is waar veel geld op het spel staat en ik een mooi verhaal te vertellen heb. Dat is ook journalistiek denk ik. Maar ik citeer ook onderzoek bij zoekmachine Bing, waarbij ze 2500 (!) merken bekijken, waarin duidelijk staat dat eBay niet uniek is. Dit is veel beter onderzoek dan wat jij aanhaalt, waar het slechts één bedrijf betreft.
Bovendien schrijf ik in mijn stuk nergens dat het eBay voorbeeld voor iedereen op gaat. Sterker nog, ik schrijf: "There was one group of advertisers with a valid reason to purchase own brand name ads. Not that they were any more effective for this group, but because their competitors were "crowding them out" by buying ads that targeted the brand owner's name (so you search for "Bestbuy" but a sponsored ad for "Walmart" tops the list). This can enable Walmart to steal 20% of Bestbuy's organic search traffic."
Tot slot, je kunt blijven beweren dat mijn artikel het beschikbare onderzoek verkeerd afspiegelt. Maar je citeert dus onderzoekers, waarvan ik kan aantonen dat zij absoluut niet vinden dat mijn artikel de beschikbare wetenschappelijke literatuur verkeerd afspiegelt. Vreemd niet?
Jan Kuitenbrouwer 5
Jesse FrederikJan-Hein Strop 5
Jan KuitenbrouwerJesse Frederik 2
Jan-Hein StropTen eerste, dit onderzoek gaat niet over paid search, maar over display ads. Daarvoor hoef je het maar tot pagina één te hebben geschopt, dus dat bevreemd me. Maar dat maakt verder ook eigenlijk geen bal uit. Het punt van dit onderzoek is namelijk: het effect van een reclame op de winst is zo minimaal dat je een gigantisch sample size nodig hebt om het te meten. Dat gaat ook op voor sponsored search en facebook advertenties, en ze geven daar argumenten voor in het paper – dat je dus niet hebt gelezen.
Ten tweede, dat je weinig kunt zeggen over winstgevendheid betekent inderdaad niet per se dat het geldverspilling is. Maar het feit dat vrijwel niemand in de praktijk onderscheid maakt tussen selectie- en advertentie-effecten zorgt er wel voor dat het aannemelijk is dat ze de effecten van advertenties overschatten. Dat bedoel ik dus als ik zeg: 'de hele advertentieindustrie valt ten prooi aan een misvatting.' Daarmee doel ik op iedereen die standaardtools van Google gebruiken, market mix models, attribution modelling – allemaal megapopulair in deze industrie.
Arjan 7
Jesse FrederikOf jij onderschat dat effect Jesse. Ik denk zelfs dat succesvolle advertisements juist leiden tot meer verkoop via selectie search en niet via directe aankopen via advertisements.
Advertisements hebben niet als doel om je meer te laten verkopen via kliks op advertisements, ze hebben vooral als doel om je brein het goed te laten opslaan, zodat je de positieve effecten van advertisements gebruikt in de selectie search.
Neem bv Facebook. Dat benader je om te kijken wat je sociale contacten je willen vertellen, je benadert het niet om producten te kopen. Advertisements weten dat dit je gedrag is, en ze gaan er ook niet vanuit dat jij de producten gaat kopen terwijl je Facebook raadpleegt.
Ze willen dat jij de advertisements onthoudt, en merknamen gebruikt op het moment dat je een product wilt kopen en dat gaat gebruiken in de selectie search.
Een voorbeeld:
Je ziet op Facebook de hele advertisements voorbij komen van LG OLED televisies.
Denk je dat LG denkt dat het pas effectief is als je producten koopt door op die advertisements te klikken?
Nee, want LG weet dat de kans groot is dat jij dat niet op dat moment gaat kopen als je Facebook raadpleegt. LG weet dat jij op een later moment doet, het moment dat je bewust bezig bent met de aanschaf van de TV. En dan willen ze dat jij in de selectie search zoekt op "LG OLED" en niet op "OLED". Het voordeel van advertisements zie je dus niet zozeer terug in de kliks op advertisements, maar in de selectie search.
Advertisements op Facebook hebben dus niet zozeer als doel om je het product via de klik op de advertentie te laten kopen, maar om je te manipuleren de merknaam toe te passen in de selectie search. De selectie search is namelijk het moment dat je gaat kopen, en niet wanneer je Facebook raadpleegt.
Jan Kuitenbrouwer 5
Jesse Frederikallard de Jaager 6
ik snap het hoge afzeik gehalte van dit stukje ook niet zo, met als klap op de vuurpijl nog even n rechtse hoek naar Rutger Bregman.
Is dit ook FTM?, nee toch?
wim harwig
allard de JaagerJesse Frederik 2
wim harwigBerend Pijlman 13
Jesse Frederikwim harwig
Jesse FrederikMaar de schrijfstijl in deze bijdrage doet me denken aan "De Dagelijkse Standaard" en ik ga er van uit dat het snel gecorrigeerd wordt.
Ik wil geen "hoog afzeik gehalte" in m'n dagelijkse informatie ...
Jesse Frederik 2
wim harwigThomas Bollen 7
wim harwigJan Kuitenbrouwer 5
Thomas BollenWietze van der Meulen 6
Thomas BollenNiek Jansen 9
allard de JaagerIk deed indertijd actief met de discussie daarover mee op dC voordat het boek gepubliceerd was en heb mij toen al verwonderd over het kritiekloze ‘cherry-picking’ waarmee hij zijn obsessief vooroordeel trachtte te onderbouwen.
Maar gezien de populariteit van het boek willen meer mensen tegen beter weten in beweren, dat de mensen, dus zij, in wezen alleen maar het goede willen in de wereld. Ha,ha, ik denk dat Rutger als jonge intellectueel in zijn beschermde omgeving opgegroeid nog weinig slechterikken is tegen gekomen en daar duidelijk zijn literatuur op heeft geselecteerd.
[Verwijderd]
Niek JansenNiek Jansen 9
[Verwijderd]Matthijs2 5
Niek JansenIk vind dat RB ook wel eens wat makkelijk conclusies trekt, maar hij beweert dit helemaal nergens.
Niek Jansen 9
Matthijs2RB heeft natuurlijk veel krediet opgebouwd vanwege zijn moedige optreden in Davos en op Fox news waar hij eerst de multimiljardairs onderuit haalt door hen te vertellen ipv ‘filantropische’’ projecten hun verschuldigde belasting te betalen en vervolgens sterreporter Tucker van Fox news daarover briesend kwaad maakt en hij Rutger als ‘moron’ uitschold. Schitterend en gedurfd van RB maar dat laat onverlet de gebreken van zijn boek, nl. te vooringenomen, selectief en naïef maar wel goed geschreven.
Matthijs2 5
Niek JansenHij zegt dat het eerder andersom is: er is veel voor nodig om mensen slecht te maken.
Hij zegt dus niet dat slechte mensen niet bestaan.
Hij onderbouwd dit o.a. met voorbeelden over mediageniek onderzoek dat de slechtheid moest aantonen (zoals Stanford prison experiment), die achteraf keihard debunked zijn.
In wezen hebben we dus (aldus RB) een negatieve selectie bias en naïviteit. Voorbeelden van slechtheid blijven goed hangen, zelfs als ze niet kloppen. Goedheid is zelden nieuws.
Niek Jansen 9
Matthijs2Deze recensie trof ik aan op joop.nl, waar ik het volledig mee eens ben.
In feite is RB een reactionaire intellectueel, een aanwinst voor de gevestigde orde, zoals de Correspondent dat ook is. en dus ook zeer welkom in praatshows als DWDD en Pauw.
Maar misschien draait hij wat bij, zoals hij dat ook deed met zijn pro Zwarte Piet standpunt.
Reactionaire intellectuelen treden steeds meer op de voorgrond in de politieke discussie zoals ook in Vlaanderen waarbij ik denk aan types als de filosoof Maarten Boudry en politicoloog Jonathan Holslag.
Jonah 1
Niek JansenNiek Jansen 9
Jonah[Verwijderd]
't Haasje 5
Koen van Seijen 2
wilag kater 5
Koen van Seijen1) Ik ga er vanuit dat de wereld in toenemende mate zo complex is dat ik haar nooit kan begrijpen of overzien;
2) Dat er daarom betaalde specialismen zijn ontstaan waar ik mij graag (in verdichte vorm) in verdiep; dit omdat ik nieuwsgierig ben en om te voorkomen dat ik in de tricks & trucks van de eerste de beste colporteur, politieke spindokter of journalist trap;
3) Mijn afwegingen en keuzes liever maak obv 'educated guess' dan 'in den blinde'; met dien verstande dat ik weet dat de waarheid niet bestaat of dat ik nooit 100% op de hoogte kan zijn van onze wereld.
Dit overziende ben ik daarom, met Van Amerongen, als betrokken burger van deze samenleving liever op de hoogte van een ieder die mij een goed of een gedachte wil verkopen, van de kwaliteit van het te verkopen waar en van de effecten die die waar op mij en de wereld heeft. (Zal nooit volledig zijn!)
En of ze nu FTM of DGA of dC heten, uiteindelijk ben ik degene die zo goed mogelijk onderbouwde keuzes maakt voor een, uiteindelijk wat genuanceerder, beeld van die complexe wereld. (Zal nooit volledig zijn!)
Die keuzes baseer ik op breed geïnformeerd zijn en prima discussies zoals bijvoorbeld hier nu worden gevoerd maar bijv ook door mij direct aan te melden bij het nieuwe platform van Evgeny Morozov, 'The Syllabus'. (Zal nooit alles kunnen lezen, kijken of weten!)
Kortom, zo goed mogelijk geïnformeerd zijn als burger? Bevalt me al een leven lang uitstekend en zou het in een nieuw leven precies weer zo willen: zo goed mogelijk geïnformeerd willen zijn is en blijft mijn eigen keuze! :)
Wellicht nog een nieuwe oplossing in de maak? https://www.vpro.nl/programmas/tegenlicht/lees/artikelen/het-wikipedia-model--een-oplossing-voor-de-dataroof.html?utm_source=Newsletter-Tegenlicht&utm_medium=email&utm_campaign=Wordt%20ecocide%20de%20nieuwe%20katholieke%20zonde%3F-2019112
Jan Kuitenbrouwer 5
wilag katerElmar Otter 6
wilag katerJeroen Koch
Elmar OtterElmar Otter 6
Jeroen KochOtto B. Wiersma 2
Jesse Frederik 2
Otto B. WiersmaJan Kuitenbrouwer 5
Otto B. WiersmaOtto B. Wiersma 2
Jan KuitenbrouwerNet als columns, analyses of duidingen (waarin FTM ook ruimhartig voorziet) de vrolijke rafelrandjes van de onderzoeksjournalistiek.
Zit er ergens op de FTM site een knop waarmee je die aan of uit kunt zetten zodat je desgewenst alleen de onderzoeksjournalistieke stukken in beeld krijgt?
Matthijs2 5
korte samenvatting:
- Jan Kuitenbrouwer leest een ungenuanceerde tweet van Rutger Bregman over een artikel van Jesse Frederik.
- Hij verdraaid de orginele boodschap van het betreffende artikel en richt zijn woede hierop (klassieke stroman)
- Jan feliciteert zichzelf met zijn grondige kennis en ongeëvenaarde fascinatie van het online reclamewezen (narcisme anyone?)
- doet een wilde, onkritische aanname ("ebay doet het, dus het zal wel kloppen")
- ad hominem
En dat alles met een onvolgbare schrijfstijl.
Ik ben groot van FTM en haar goede werk, maar hier is echt niemand bij geholpen.
Kuitenbrouwer had beter kunnen reageren op de tweet van Rutger Bregman in plaats van de lezers van FTM lastig te vallen.
Jan Kuitenbrouwer 5
Matthijs2Matthijs2 5
Jan Kuitenbrouwer"Een stropopredenering (stroman/vogelverschrikker) is een type drogreden waarbij men niet het werkelijke standpunt van de tegenstander weerlegt maar een (karikaturale) variant daarvan."
Zorgwekkend dat een ftm auteur niet op de hoogte is van basale drogredenen.
Jan Ooms 10
Matthijs2Jan Kuitenbrouwer 5
Matthijs2Gerrit Zeilemaker 6
Laten we het daar dan maar mee doen.
Het boek zelf heb ik vandaag als pocketuitgave voor €15 in de winkel gezien. Je kunt met dit soort bestsellers ook beter even wachten en je niet door de reclame van de wijs laten brengen.
Menno Jonkers
Marla Singer 7
Jan Kuitenbrouwer 5
Marla SingerArno Walter
Pieter de jager 4
Ik snap niet dat bedrijven zo onzeker zijn over hun merk en consumenten gaan smeken om hun product te kopen.
Als het goed is, kopen we het heus wel!
K. Frnkn 8
Pieter de jagerMarketing is immers een onderdeel van ....
Arjan 7
Als het wel uit kan hebben ze meer winst, en zo niet hebben ze minder winst.
Matthijs2 5
ArjanDie macht van adverteerders staat dus anno 2019 op gespannen voet met de democratie.
Arjan 7
Matthijs2wilag kater 5
Matthijs2Paul Huygen 2
ArjanArjan 7
Paul HuygenDan maak ik me dus wel zorgen en vraag ik me af of mijn telefoon gesprekken meeluistert zonder dat ik het weet. En ik denk dat het wel effect heeft, manipulatie werkt misschien niet bij iedereen, maar we zijn daar allemaal gevoelig voor. Zowel bij aanschaf producten als bij confirm bias.
Waar het mij vooral omgaat is welke spelregels acceptabel zijn. Een reclamefolder ontvangen is wel even iets anders dan mijn gesprekken meeluisteren. Het interesseert mij niet of het rendabel is of niet. Er is altijd een effect.
Jan Kuitenbrouwer 5
Paul HuygenNB: dit is een reactie op Paul214, maar ik krijg hem er niet direct onder.
Jan Kuitenbrouwer 5
Paul HuygenJan Kuitenbrouwer 5
Paul Huygenhein vrolijk 6
Zoals een CvB-voorzitter ooit zei: wij moeten academische ranking belangrijk vinden omdat 'de anderen' het belangrijk vinden.
Bekvechten over de effectiviteit van reclame is zinloos als je het prisoner's dillemma buiten beschouwing laat. En de rest van de discussie lijkt mij al helemaal weinig vruchtbaar, om het mild uit te drukken.
Jan Kuitenbrouwer 5
hein vrolijkOok De Correspondent ontsnapt er niet aan. Zij kunnen reclame als inkomstenbron wel afzweren, en vervangen door massieve subsidies, bijvoorbeeld, een verdienmodel waar je ook je vraagtekens bij kunt zetten, maar ook, zélfs, subsidiegevers verlangen bereik, oplage. En dus genereren zij die met hype en opgeblazen claims. ‘Reclame werkt niet.’ Hetgeen onzin is. Als inkomsten door advertenties bij een redactie die hypedruk beteugelen, zijn ze dus juist bevorderlijk voor goede journalistiek, in plaats van schadelijk.
Als wat de auteurs in dit stuk beweren juist zou zijn, dat het onmogelijk is om mensen via het intrenet te beinvloeden, waarom bestaat De Correspondent dan Überhaupt?
Jesse Frederik heeft veel geschreven over hoe mensen met schulden in Nederland worden behandeld. Die stukken hadden veel impact, die zich uiteindelijk heeft of kan gaan vertalen in beter beleid. Frederik laat zich de credit daarvoor graag aanleunen, en die is hem gegund, maar dat spoort niet erg met wat hij hier beweert, lijkt me. Hoe kan journalistiek wel mensen beinvloeden maar reclame niet? Makes no sense.
hein vrolijk 6
Jan KuitenbrouwerOverigens is het meten van effectiviteit (en efficiëntie) nogal lastig als je niet weet welke doelstellingen mensen of organisaties nastreven (al of niet bewust), en of ze überhaupt meer beogen dan louter overleven.
K. Frnkn 8
hein vrolijkEn algoritme is een verzamelbak van waar informatie van burger in wordt verzamelt en vandaar uit komen actie/handelingen waaronder reclame. Hieruit komen weer beslismomenten /keuzemomenten waarnaar vervolgens weer wordt gehandeld.
roland duong
En deze belangrijke researcher is maar het topje vd ijsberg.
Jan Kuitenbrouwer 5
roland duongDe enige verklaring die ik voor deze feitenvrije overtuiging kan bedenken is dat zij op deze manier de kritiek van hun grote idool Evgeny Morozov op Zuboff denken te moeten ondersteunen. Terwijl die het helemaal niet heeft over de effectiviteit van reclame of propaganda, Morozov's bezwaren tegen Zuboff's analyse zijn ideologisch. Zij gaat hem niet ver genoeg in haar kritiek van het kapitalisme, een legitiem neomarxistisch standpunt, maar met de vraag of mensen via internet te manipuleren zijn heeft dat niets te maken.
En juist doordat Frederik en Martijn de bevindingen van 1 specifiek reclamegenre van toepassing verklaren op een volledige industrie, online én offline, maken zij hun claim potsierlijk. Zoals ik eerder zei: als je met één radiostation een genocide in de hand kunt werken, zou je met het internet geen frisdrank aan de man kunnen brengen of verkiezingen kunnen beïnvloeden?
En: als online reclame/beïnvloeding niet werkt, hoe komt De Correspondent dan eigenlijk aan zijn leden? DC bewijst zelf hoe goed marketing en reclame werken.
Jesse Frederik 2
roland duongJan Kuitenbrouwer 5
Jesse FrederikWat betreft politieke reclame: dit onderzoek
https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3042867
wijst bijvoorbeeld uit dat politieke issue-advertenties en oproepen tot stemmen wel degelijk effect hebben, in tegenstelling tot strikt partijpolitieke uitingen. En die dark posts van CA in 2016 waren gericht op precies dat: specifieke issues en het stimuleren/ontmoedigen van de stembusgang (voter suppression).
Zoals de onderzoekers zeggen:
'The takeaway from this paper should not be that campaigns should stop [advertising]. Campaigns do a lot of work that is measurable in return on getting voters to vote, and persuading voters. It’s just a question of how the money is spent.'
Ik zeg het nog maar eens: het selectie-effect speelt bij *bepaalde vormen* van reclame, maar bij veel andere vormen niet! Daarnet nog tikte ik in bij Google: 'iPhone refurbished'. Bovenste resultaat is een gekocht zoekresultaat van een zaak die in refurbished iPhones doet. Ik klik erop en ben in hun winkel. Ik was helemaal niet van plan om naar die winkel te gaan, en ineens ben ik er! Dat is geen 'selectie-effect', dat is RECLAME-effect. Misschien koop ik iets, misschien niet, misschien ga ik weer weg en herinner ik me later die naam. En als ik over een jaar weer 'iPhone refurbished' intik bij Google, verschijnt de link naar die winkel in een contrastkleur bij de zoekresultaten, ten teken dat ik hem bezocht heb. Goede kans dat ik er opnieuw op klink, en dan ben ik weer in die winkel. Misschien -> terug naar het begin etc.
Dat is RECLAME, ik weet niet hoe ik het nog simpeler kan uitleggen.
Jesse Frederik 2
Jan KuitenbrouwerOja en misschien ook leuk voor je om te weten. David Broockman, de auteur van dit onderzoek, reageert onder mijn artikel. Ik zal het even citeren.
"Thank you, Jesse, for writing this great article. I'm going to assign it to all my classes -- it does such a great job communicating the key ideas.
All of these dynamics appear in the world of political campaigning as well. There are many people with an incentive to argue advertising works, and not many with an incentive to argue that it doesn't. I wouldn't say I believe that all political persuasion never works -- there are some experiments with counterexamples. However, the meta-analysis we did suggests that the effects are typically really small in the elections that matter most.
One bright spot is that, at least in the field of politics, we've seen experiments not just tell people what doesn't work but shine a light on new tactics that work much better than conventional practices. A great example is the work by my mentors Alan Gerber and Don Green on "social pressure": isps.yale.edu/sites/default/files/publ…. But for every idea that works there are many more that don't. Similarly, for persuasion, I interpret our paper not as saying that persuasion is impossible but as saying that we need to do more work to figure it out."
Arjan 7
Jesse Frederik"Gelukkig is er een manier om het onvervalste effect van advertenties te meten: doe een experiment. Verdeel de doelgroep van tevoren in twee willekeurige cohorten: de ene groep ziet de advertentie, de andere niet. Het ontwerp van het experiment sluit dus de effecten van selectie uit. Economen op Facebook voerden 15 experimenten uit die de enorme impact van selectie-effecten lieten zien. Een grote retailer lanceerde een Facebook-campagne. Aanvankelijk werd aangenomen dat de advertentie van de retailer slechts 1.490 keer moest worden getoond voordat iemand daadwerkelijk iets kocht. Maar uit het experiment bleek dat veel van die mensen daar toch zouden hebben gewinkeld; slechts één op 14.300 vond de webshop vanwege de advertentie. Met andere woorden, de selectie-effecten waren bijna 10 keer sterker dan het advertentie-effect alleen!"
Dit is wel degelijk een vervalste meting.
De groep die geen Facebook advertenties krijgt te zien tijdens de testperiode van die grote retailer kent die grote retailer allang voordat je deze test uitvoert. En daar hebben onder andere advertenties op Facebook aan bijgedragen voordat deze test begint.
Als je mensen 20 jaar lang bestookt met reclame over producten van Apple op o.a. Facebook, dan kan je niet veronderstellen dat als je dan even voor korte periode geen Apple advertisements plaatst op Facebook het niet effectief is, omdat men Apple altijd wel weet te vinden. Dat men Apple wel weet te vinden is dankzij de geschiedenis waar Apple altijd heeft geadverteerd, en de groep die geen advertenties ziet dus wel degelijk gevoelig was en is voor advertisements. Effect vindt al plaats voor testperiode. Een vervalste meting dus. Het laat vooral zien dat grote retailers minder gevoelig zijn om voor korte periode niet te adverteren via Facebook, omdat hun naam ijzersterk is. Maar dat komt niet uit de lucht vallen, lange traditie van goed adverteren draagt daar aan bij.
Jan Kuitenbrouwer 5
ArjanEnfin, JF gaan wij er niet mee overtuigen, vrees ik. Die vertoont een opmerkelijke resistentie voor onwelkome informatie.
Arjan 7
Jan KuitenbrouwerJesse trekt de conclusie dat onderzoek aantoont dat adverteren niet effectief is. Mijn stelling is dat hoe beter je adverteert, hoe meer het onderzoek waar Jesse naar verwijst zal aantonen dat adverteren niet effectief is. Juist omdat de brand zo diep genesteld zit in de brein van de participanten dat die gedurende de onderzoeksperiode amper verdwijnt. Het effect van advertisements en de sterke brand uit zich niet tijdens de onderzoeksperiode, die is al opgebouwd bij aanvang van het onderzoek. Effect is juist tijdens korte onderzoeksperiode minimaal bij sterke merknamen, wat aantoont dat adverteren wel effectief is, ipv dat dit het niet is.
Maar als Jesse denkt dat het volstaat om te blijven verwijzen naar onderzoeken die korte tijdsperiode beslaan met foutieve uitgangspunten is dat ook prima, mij overtuigt hij niet.
wilag kater 5
Jan KuitenbrouwerDat is een vanzelfsprekendheid en een pré voor de mens én de professional die zichzelf mentaal en intellectueel steeds opnieuw willen vernieuwen en blijven openstellen voor onze, zich snel ontwikkelende wereld.
Duong, Bregman en Frederiks schaar ik daarom (altijd voorlopig!), ook in deze, in de positieve categorie 'lastig te overtuigen maar wel open'. Dat is mooi.
Zo nemen professionele onderzoekers ons als betalende lezers mee in hun eigen ontwikkeling en houden op de hoogte van hun nieuwe inzichten in zeer complexe zaken. Daarmee kunnen we als lezende burger blijvend ook onze eigen opinies bijstellen en hierin meedenken. M.a.w. Duong, Bregman, Frederiks en Kuitenbrouwer doen hun werk gewoon goed, werk waarvoor wij hen als lezers al jaren betalen. Ook dat is mooi.
Arjan 7
wilag katerwilag kater 5
roland duongErgo, ik ben als burger daarom dus juist ook áltijd geïnteresseerd in sterke, goed functionerende en zelfevaluerende toetsende instanties (rechters, journalistiek, wetenschap) om die macht even automatisch te toetsen, te beteugelen en in te perken.
Dit basisgegeven lijkt me voldoende reden om het bestaan van beide kanten, macht en toetsers, te rechtvaardigen in de verwachting dat er zo een, altijd dynamisch, evenwicht ontstaat tussen macht en burgerschap. De wet is er dan om beide partijen in vastgelegde afspraken zich qua gedrag te laten binden tot een samenleving.
Een samenleving is, vanuit voorgaande, zodoende de belichaming van de wil om je als onderdeel daarvan altijd toetsbaar te willen zijn om het onderling vertrouwen in stand te houden.
Ik ga er zelf vanuit dat niet elke betrokkene binnen de samenleving in dezelfde mate getoetst wil worden of sterker nog zich liever helemaal aan toetsing zou willen onttrekken. Daarom blijft toetsing en onderzoek van de macht, als onderdeel van de samenleving, een noodzakelijke vanzelfsprekendheid en blijft daarbij privacy ook een betwistbaar goed dat bescherming vraagt.
Tegen deze achtergrond lijkt een doorgeslagen surveillance kapitalisme qua machtsevenwicht niet goed voor mij als burger en voor de samenleving als geheel. Een dergelijke (mogelijk) totalitaire vorm van kapitalisme moét dus altijd opnieuw getoetst, beteugeld en met wetten binnen de samenleving als geheel worden gebracht en vastgelegd. Dat gebeurde tot nu toe, als nieuw technologisch fenomeen, blijkbaar onvoldoende zoals blijkt uit meerdere bronnen.
C.J. Glasbergen
Maarten 't Hoen 1
douwe van der baan
En wat was Yahoo voor bedrijf? Oh ja, ook een advertentiebedrijf vermomd als zoekmachine :-)