Het geval Victor Halberstadt

Victor Halberstadt is een eloquente ritselaar van de internationale superelite waarvan de groeiende macht een bedreiging vormt voor de democratie.

Tijdens de herdenkingsdienst ter ere van prins Johan Friso in de Oude Kerk in Delft, twee weken geleden, gebeurde er iets bijzonders. De Leidse hoogleraar Victor Halberstadt nam tijdens één van de toespraken het woord 'meritocratie' om de mond. Friso was iemand die volgens Halberstadt sterk geloofde in een samenleving waarin de posities van mensen zijn gebaseerd op de prestaties die ze leveren. Mooi om te weten; dat een man, die zich dankzij een gelukkige geboorte 'prins' mocht noemen, een voorstander was van dit principe.

Welke prestaties?

Wat ook opviel was dat deze observatie werd uitgesproken door iemand waarvan zeker is dat hij als vertrouweling van de koninklijke familie een zeer vooraanstaande positie in de samenleving bekleedt, maar waarvan volstrekt onduidelijk is op grond van welke prestaties hij die plaats mag innemen. Hoewel het curriculum vitae van Victor Halberstadt (1939) een lange lijst met commissariaten, adviesfuncties en lidmaatschappen van zeer voorname gremia bevat is het lastig om zijn loopbaan aan bepaalde successen op te hangen. De inaugurele rede 'Naar een economische theorie van de publieke sector' vormde in 1974 het begin van zijn hoogleraarschap in Leiden, maar het proefschrift zou er nooit komen. Op basis van welke academische prestaties Halberstadt zijn positie aan de Leidse Universiteit tot op de dag van vandaag weet te handhaven, is een groot mysterie. Zijn laatste publicatie stamt uit november 1998 - een lezing over economische trends - en had wetenschappelijk weinig tot niets om het lijf. Dat zijn specialiteit overheidsfinanciën al jaren het onderwerp is van intens economisch, maatschappelijk en politiek debat, is aan Halberstadt niet te merken. Hij mengt zich nimmer in het publieke discours. Hij is ook geen persoon die zich op zijn gemak voelt wanneer de aandacht op hem wordt gevestigd, integendeel. Halberstadt is iemand die het liefst discreet achter de schermen opereert. Het feit dat zijn toespraak in de Oude Kerk gedeeltelijk door de NOS werd uitgezonden, mag als unicum worden omschreven.

De 200 van Mertens

De successen van Halberstadt - indien ze bestaan - zijn voor het grootste deel onzichtbaar. Één zichtbare, ooit door hem geleverde prestatie mag echter niet onbenoemd blijven. Halberstadt werkte ooit mee aan economische programma's voor Vara's Achter het Nieuws. Voor één van die uitzendingen - eind 1968 - deed hij onderzoek naar de vorming van economische macht. De opzet van die uitzending zou de stof leveren voor een toespraak van de voormalige vakbondsvoorzitter Jan Mertens in het Friese Sneek. Mertens waarschuwde in zijn speech voor een kleine elite die de economische macht in handen had. 'Tweehonderd mensen die elkaar goed kennen en elkaar frequent ontmoeten in allerlei colleges' die voor een groot deel bestonden uit vertegenwoordigers van de financiële sector. Ze vormden een 'griezelige bundeling economische macht'. Hoewel die machtsconcentratie later bekend zou worden onder de noemer 'de 200 van Mertens', onthulde Halberstadt in 1999 dat hij daarvan de geestelijke vader was. Op het moment van zijn ontboezeming bevond hij zich al jaren in het middelpunt van diezelfde macht.
'Halberstadt is een eloquente regelaar en ritselaar en nauw verweven met de elites van Wassenaar tot Wall Street'
Hoewel hij zich sinds de jaren zestig met de PvdA affilieert, is Halberstadt in werkelijkheid vooral prominent lid van een onzichtbare, zeer vermogende elite. Hij was kroonlid van de SER, bekleedde voorname commissariaten en is sinds 1991 internationaal adviseur van de machtigste bank op Wall Street: Goldman Sachs. Hij geldt als hoogst bekwaam netwerker en een uiterst discreet handelaar in vertrouwelijke informatie. Voormalig journalist en voormalig lid van de regering Clinton - David Rothkopf - kenschetste Halberstadt in zijn boek De Superklasse als volgt: ‘Het gaat niet alleen om wie naar dat etentje gaat, maar ook om de uitzonderlijke manier waarop hij erin slaagt iedereen interessante informatie te laten uitwisselen, die je nooit zou krijgen als je alleen maar kranten leest of naar de formele sessies gaat.’

Geweld

Halberstadt is een eloquente regelaar en ritselaar en nauw verweven met de elites van Wassenaar tot Wall Street. Hij is boven alles iemand die zijn talenten inzet om de belangen van een extreem vermogende superelite te behartigen. FTM-columnisten Maarten van der Kloot Meijburg en Rochus van der Weg maken zich zorgen om de groeiende macht van die elite. Ze wezen in hun lijvige artikel over de ernstige consequenties van toenemende inkomensongelijkheid op een essay van de Amerikaanse filosoof Francis Fukuyama, met de titel The Future of History. Volgens Fukuyama ontstaat er een steeds groter wordende groep van mensen die rond of onder de armoedegrens leeft en een kleine elite die een steeds groter deel van het nationaal inkomen verdient. Elites die door hun geld en macht makkelijk toegang hebben tot de politieke elite en de politieke besluitvorming ten eigen voordeel kunnen beïnvloeden en daarmee de democratische besluitvorming geweld aan doen. Dat heeft niets met de door Halberstadt gehuldigde meritocratie te maken, maar met de afbraak van democratie. De vraag is alleen of de zelfbenoemde sociaal-democraat/meritocraat Halberstadt zich daar ook maar iets van aantrekt.