
Goede voorspellers zijn economen nooit geweest, de financiële crisis zagen zij ook al niet aankomen. Je zou verwachten, denkt gastauteur S. de Beter, dat ze daarvan geleerd hebben meer lijntjes uit te gooien naar andere sociale wetenschappen, die daar beter in zijn. Maar nee hoor. Recent verscheen een boek – uitsluitend voor vakbroeders – waarin 250 economie hoogleraren open deuren intrappen of 'resultaten' melden, die andere sociale wetenschappen al eerder vonden.
Op 21 januari vierde het lijfblad van de Nederlandse economen, ESB (Economisch Statistische Berichten), zijn eeuwfeest. Daar werd ook het boek Canon van de economie gepresenteerd, waarin 68 hoogleraren schrijven over 250 inzichten die de economische wetenschap de wereld te bieden heeft. Daarna voelt de lezer zich thuis in het economische denken', aldus ESB-hoofdredacteur Sandra Phlippen.
Vreemd genoeg is het boek niet in de boekhandel of op internet te koop, het is dus alleen voor ESB-abonnees beschikbaar. Zodat de vraag rijst waarom economen een 'preek voor eigen parochie' nodig hebben. Wie had verwacht, of in ieder geval gehoopt, dat zij na de financiële crisis – die door bijna geen enkele econoom was voorzien – wat bescheidener zijn geworden en vaker naar andere sociale wetenschappen verwijzen, komt bedrogen uit.
Neem Canon 16: de economie van personeel en organisatie, dus over een thema dat vroeger uitsluitend door allerlei sociologen en andere -logen is bestudeerd. Sinds enkele decennia vinden economen dat zij ook iets belangwekkends over deze problematiek te zeggen hebben. De hoogleraren Dur en Sloof vatten de belangrijkste bevindingen samen in dit artikel.
Autoruitenzetters
Economen hebben wetenschappelijk vastgesteld, waarschijnlijk met ingewikkelde wiskundige modellen en regressie-analyses, dat prestatiebeloning 'een fors positief effect' heeft op de prestaties van werknemers, bijvoorbeeld bij autoruitenzetters in de VS. Dit resultaat is het resultaat van zowel het incentive- als door het selectie-effect. Het eerste houdt in dat als je 'medewerkers beloont voor goede prestaties, dan zullen ze meer hun best doen om goed te presteren'. Bij het selectie-effect gaat het om de verandering in de samenstelling van het werknemersbestand: werknemers die liever lui dan moe zijn maken na de invoering van de prestatiebeloning plaats voor nieuwe werknemers die graag een prestatiebeloning willen. Denk niet dat autoruitenzetters een uitzonderlijke categorie vormen. Het verbluffende effect van prestatiebeloning is ook geconstateerd bij boomplanters, fruitplukkers en zelfs onderwijzers. Binnenkort, zo vermoed ik, zal wetenschappelijk worden aangetoond dat economen ook beter presteren al naar gelang zij beloond worden – in tijd of in geld – naar hun prestaties, bijvoorbeeld naar het aantal artikelen in wetenschappelijke tijdschriften.
Dat economen hebben bewezen dat dit wondermiddel inderdaad werkt, 'betekent niet automatisch dat prestatiebeloning altijd krachtig ingezet moet worden'; dat hebben de hoogleraren dus ook wel door. Veel werknemers hebben uiteenlopende taken (multitasking) en bij sommige taken is het lastig om prestatie-indicatoren te hanteren. Deze taken zullen worden verwaarloosd, zo verwachten economen, als de prestatiebeloning wordt gekoppeld aan de taken die wèl gemeten kunnen worden. Het is haast niet te geloven maar ook deze ontdekking is empirisch vastgesteld, in de elektronische-componentenindustrie.
'Meeliftersprobleem' en 'toernooitheorie'
Academische economen zijn er verder achter gekomen dat veel werknemers in teams werken. Bij een team is het 'vaak lastig te bepalen wie welke bijdrage aan de teamprestatie heeft geleverd'. Natuurlijk is er een oplossing: de teamprestatiebeloning. Echter, volgens economen ontstaat dan het bekende free-rider probleem: sommige leden van het team gaan meeliften met de rest van het team, door de kantjes er vanaf te lopen en toch gelijkelijk te delen in de beloning. Gelukkig kan 'sociale cohesie binnen het team het meeliftersprobleem verminderen', al vergeten de twee hoogleraren uit te leggen wat ze daaronder verstaan en op welke wijze je die cohesie kunt realiseren.
En wat dacht u van de toernooitheorie die economen hebben ontwikkeld. Deze theorie voorspelt dat werknemers harder gaan werken bij een toename van het bonusbedrag, zijnde het verschil in beloning tussen de beste en de een-na-beste werknemer. Een andere voorspelling is 'dat de beloning hoger moet zijn naarmate geluk belangrijker wordt voor de prestaties'. Omdat deze hypothese volgens Dur en Sloof als 'wat minder voor de hand liggend' beschouwd kan worden, is enige uitleg nodig.
Deze theorie laat zien dat mensen aan de top een hoger verschil in prestatiebeloning nodig hebben om tot het uiterste te gaan, dan werknemers onderaan de salarisladder
In het geval niet alleen inzet maar ook geluk bepalend is voor het behalen van de overwinning – pardon, voor het realiseren van de prestatie – dan moet je de inzet hoger belonen want je 'neutraliseert zo de rol van geluk'. Ook laat deze theorie zien dat mensen aan de top een hoger verschil in prestatiebeloning nodig hebben om tot het uiterste te gaan, dan werknemers onderaan de salarisladder. Aha, nu snap ik waarom vanaf de jaren '80 de verhouding tussen wat de CEO verdient en het loon van de modale werknemer (de 'CEO-to-worker compensation ratio') zo snel is gestegen, van een factor 20 in de jaren '50 tot meer dan 300 in de 21e eeuw (zie grafiek hieronder). Eerder waren we stomweg nog niet op de hoogte van de superioriteit van de toernooi-theorie, want het eerste artikel daarover – van Lazear en Rosen – dateert van 1981.

Alsof het een niets met het andere heeft te maken, worden daarna nog drie verschijnselen behandeld, zonder te vermelden dat andere sociale wetenschappers deze al uitvoerig hebben onderzocht. Het eerste fenomeen is: 'werknemers werken niet alleen omdat het geld oplevert, maar vaak ook omdat het werk an sich persoonlijke voldoening geeft'. Economen hebben ontdekt dat deze intrinsieke motivatie vaak als sneeuw voor de zon verdwijnt zodra prestatiebeloningen worden ingevoerd. Een andere ontdekking is reciprociteit, oftewel 'gift exchange': 'de werkgever geeft een hoog salaris, de werknemer betaalt met een goede inzet terug'. Het empirisch bewijs is overweldigend. Hetzelfde geldt voor de constatering dat mensen behoefte hebben aan erkenning en zich bij voorkeur 'conformeren aan de groepsnorm'.
Het empirisch bewijs is overweldigend
De auteurs laten na om al die uitkomsten van economisch onderzoek met elkaar in verband te brengen. Hun advies aan bedrijven zou dan ongeveer als volgt luiden: prestatiebeloning is heel goed om werknemers beter te laten presteren, maar wees voorzichtig als er sprake is van multitasking of teamwork. Kiest u voor teamprestatiebeloning, zorg dan wel voor voldoende sociale cohesie (vraag uw HRM-manager). En hou ook rekening met intrinsieke motivatie, reciprociteit en groepsnormen.
Boek mist canon valorisatie
Wat in het boek ontbreekt, is een canon over valorisatie: het tot waarde brengen – zowel commercieel als maatschappelijk – van wetenschappelijke kennis. Toegepast op het eigen vakgebied zouden economen dan de volgende bevindingen moeten melden.
De eerste conclusie is dat een wetenschappelijk artikel eerder wordt geaccepteerd door een economisch toptijdschrift (wat economen als een valorisatie optima forma beschouwen) als je iets aantoont dat economen nog niet eerder hebben ontdekt; dat andere sociale wetenschappen daarover allang iets over te melden hebben, moet je natuurlijk achterwege laten.
Een andere constatering zal zijn dat beleidsmakers gretig gebruik maken van de bevindingen van academische economen, doch zich daarbij beperken tot de studies die hun eigen standpunt of gedrag legitimeren, een vorm van cherry picking. Dat economen tot zeer uiteenlopende bevindingen komen, die elkaar grotendeels uitsluiten (zoals hierboven te lezen is), is geen nadeel maar juist een groot voordeel. Want de mogelijkheden voor 'cherry picking' stijgen dan exponentieel, wat o.a. betekent dat economen vaker gevraagd worden voor beleidsadviezen; een econoom kan immers alle mogelijke uitkomsten aanbieden en in het kader van vraaggestuurd onderzoek kiest de opdrachtgever wat hem het beste past.
'Economics is extremely useful', zei John Kenneth Galbraith, 'as a form of employment for economists'.
De auteur publiceert dit artikel onder het pseudoniem S. de Beter. De verantwoording daarvoor leest u hier.
42 Bijdragen
Contramine
klaas
Contraminejsmid
klaashttps://www.youtube.com/watch?v=tYkx4MFFwS4
Youp
jsmidFractioneel reserve bankieren en fiat geld afschaffen, beter nog concurrentie hierin toestaan, lost alles op. Het is helemaal niet zo moeilijk, maar je moet wel even de juiste boekjes gelezen hebben.
RichardBanLvMI
Youpjsmid
Youppeter
jsmidjsmid
peterPeter
jsmidjsmid
PeterPeter
jsmidjsmid
peterYoup
jsmidpeter
YoupHieronder link waarin hij dat uitlegt:
http://socialdemocracy21stcentury.blogspot.nl/2015/01/steve-keen-interview-on-economics.html
Youp
peterpeter
YoupMaar waar is die theorie dan op gebaseerd dat banken beter in de toekomst kunnen kijken dan de CB? Ik denk dat zowel banken als de CB dit niet kunnen, en je zou ook een rol kunnen zien in een CB die het aan de markt overlaat maar een rol speelt die juist het niet uit de hand wil laten lopen, maar waarover ze niet de controle heeft. Haar rol kan hooguit dempend en manipulerend zijn, maar zeker niet sturend. Wordt haar rol niet zwaar overschat?
Laten we nu eens kijken naar een markt waarin de CB geen invloed daarin uitoefent. Dan zouden banken en leningnemers zelf kunnen bepalen hoe de kredietverlening loopt. Zouden de solvabiliteitsratio's dan niet een race to the bottom hebben gemaakt? Ik ben er eigenlijk wel van overtuigd. Ik denk dat het veel eerder uit de hand was gelopen. Ik geloof niet in die Oostenrijkse theorie, en mijn kritiek op de CB is niet dat ze beleid heeft gevoerd die er voor heeft gezorgd dat banken meer zijn gaan uitlenen, maar dat ze veels te mild beleid heeft gevoerd die dit veel harder had moeten aanpakken. Ik geloof niet in die vrije markt, maar in sterke bemoeienis daarvan. Ons probleem is dat ons systeem in geheel is gebaseerd op risico validatie, maar dat we naar een systeem moeten waar risico validatie secundair gaat worden en we discussies moeten gaan voeren wat wenselijk is (de verhoudingen van schuld op detailniveau in relatie tot inkomen)
Youp
peterNeen, de toekomst is onzeker per definitie. Succesvolle ondernemers onderscheiden zich van niet succesvolle ondernemers omdat zij consumenten beter bedienen en dus consumentenwensen beter inschatten. De 'Oostenrijkse School' meent vooral dat het centraal plannen van de rente een vergissing is. Of een succesvolle ondernemer met een indrukwekkend trackrecord komt aankloppen voor een lening of een beginner. Dat maakt nogal verschil en de risicopremie of rente moet daarop aangepast worden.
peter
peterjsmid
peterPeter
jsmidpeter
peterGuido
klaasklaas
Guidojsmid
klaasklaas
jsmidjsmid
klaasklaas
jsmidGerrit Zeilemaker
"In principe kun je je namelijk ook prima een economie voorstellen waarin iedereen zzp’er is en alle transacties via de markt verlopen."
De neoliberale utopie; terug naar het begin van de 19e eeuw.
Dat ondertussen op vrijwel alle markten gigantische bedrijven in oligopolie- of monopolievorm opereren die er alles aan doen om de concurrentie uit te schakelen wordt genegeerd. Dat deze bedrijven via hun invloed (lobbypraktijken) overheden naar hun hand zetten, bedrijfsvriendelijke regulering en langdurige patent-looptijden afdwingen vind je in de neoklassieke economische modellen niet terug. Het aspect macht wordt sowieso genegeerd. En zo is het zzp-model dan ook vooral voor het personeel. Door alleen transactiekosten als oorzaak van het bestaan van bedrijven op te voeren en zelfs de meest simpele bedrijfseconomische aspecten te negeren als vaste en variabele kosten, schaalvoordelen en leereffecten maakt deze 'wetenschap' totaal ongeschikt om de werkelijkheid te verklaren.
Anton
Gerrit Zeilemaker"The completeness of the Ricardian victory is something of a curiosity and a mystery. It must have been due to a complex of suitabilities in the doctrine to the environment into which it was projected. That it reached conclusions quite different from what the ordinary uninstructed person would expect, added, I suppose, to its intellectual prestige. That its teaching, translated into practice, was austere and often unpalatable, lent it virtue. That it was adapted to carry a vast and consistent logical superstructure, gave it beauty. That it could explain much social injustice and apparent cruelty as an inevitable incident in the scheme of progress, and the attempt to change such things as likely on the whole to do more harm than good, commanded it to authority. That it afforded a measure of justification to the free activities of the individual capitalist, attracted to it the support of the dominant social force behind authority."
Pieter Jongejan
Gerrit ZeilemakerDe totale Nederlandse investeringen zijn gedaald van 21,6% in 1995 tot 18,2% in 2014.
De Nederlandse investeringen in intellectual property rights zijn daarentegen gestegen van 3,2% in 1995 tot 4,4% in 2014. Door de kunstmatig lage rente wordt het minder aantrekkelijk om in de reële economie (en werkgelegenheid) te investeren en wordt het aantrekkelijker om intellectual property rights op te kopen en uit te melken. (Bron OECD GDP investeringen naar categorie) Bii zo'n kunstmatig lage rente wordt het ook een stuk aantrekkelijker om mogelijke concurrenten via TTIP of andere wetgeving de nek om te draaien. Zo behoud je je financiële melkkoe ook al gaat dat ten koste van de economische groei en de werkgelegenheidsgroei. Adam Smith heeft hiervoor gewaarschuwd in zijn Wealth of Nations.
MvdB
Vervolgens citeer ik Anton: "That it reached conclusions quite different from what the ordinary uninstructed person would expect, added, I suppose, to its intellectual prestige."
Als "ordinary uninstructed person" ben ik bijna 44 jaar lang van reorganisatie naar reorganisatie gestuiterd en guess what: die hele canon biedt mij geen enkel oud, wil zwijgen van nieuw inzicht.
Mijn absoluut niet wetenschappelijke conclusie is dat de schrijver zelf ook aan de door hem of haar verguisde cherry picking heeft gedaan. Makkelijk gescoord artikel maar ik geef er geen punten voor.
goof
gaat nu wel spannend worden op de beurzen en houd u goud in de gaten ,
1250 was de afspraak voor het sein dat we kunnen gaan aftellen .
Youp
goofBirdy
In het begin van de vorige eeuw namen overheden genoegen met pakweg 25% van het BNP en in de afgelopen decennia heeft de overheid een steeds groter deel opgeëist. De z.g. complexiteit is een gevolg van het overnemen van steeds meer gebieden en het invoeren van een woud aan regelgeving en wetten.
Dit is een methode om burgers buiten spel te zetten precies zoals de eerst IT'ers geheimzinnig deden toen zij achter de eerste computers zaten, snel typen en niemand begreep er een snars van! Een bekende strategie om zaken te mystificeren! Het huidig bestuur is een orgaan om dusdanig te mystificeren zodat de "gewone man" het niet begrijpen kan! Dit is gebeurd onder alle politieke kleuren en het maakt niet uit welke gevestigde partij deelneemt, het verschil is gemier op de millimeter!
Zaken zijn niet complex maar worden complex gemaakt om mee kijkers buitenspel te zetten. Inzichtelijkheid is niet de bedoeling maar een bedreiging omdat daarmee duidelijk wordt wie vooral baat heeft bij de bestuurlijke onderzoeken, machtsverdeling en het uitzetten van regelgeving.
Een overheid mag m.i. nooit groter zijn dan wat de echte economie kan dragen. Schulden maken is een vorm van geweld tegen burgers, ondanks dat die op kort termijn een aantal botten krijgen toegeworpen. Het doel van schulden maken is macht behouden en uitbreiden. We zien overheden zelden tot nooit echt diep in eigen vlees snijden omdat het doel juist is om zichzelf in vorm en omvang in stand te houden. Je zou dan wel gek zijn om zwaar af te slanken, liever kiest men er voor om de burger harder te laten zwoegen.
Een bewijs dat de overheid zichzelf belangrijker vindt dan het welzijn van burgers. Onderzoeken zijn vaak een methode om zaken vooruit te schuiven, kritiek te smoren, cosmetische ingrepen uit te v
bps
BirdyDe democratie kan zichzelf beter opnieuw uitvinden, dan zich 'terug te veroveren'.
Nico Janssen
Joost Vsser
MvdB
Joost VsseriFred
Anton van Haasteren
goof
Olie vanavond brent oil futs al meer als min 7 % in WS , Ben benieuwd of Geert Schaay en Martine Hafkamp lekker slapen vannacht met hun koopadvies op AM en Kon olie en ze het bij een AEX van 420 een mooi instapmoment vonden.
Ik heb jarenlang geroepen dat ING naar de 4 euro gaat en iemand op IEX forum ( orca ) dat kon olie en AM in feite gewoon failliete tenten zijn en daar gaat het wel op lijken.
Even technische correcte van de AEX naar max 405-410 deze week en dan op naar de 350 .
goof