In The American Dream 2.0 geven de rijken grote delen van hun vermogen aan goede doelen

Je hoeft maar te kijken naar de deelnemers aan allerlei loterijen, om te weten: een bestaan als miljonair is de droom van velen. Een gevulde bankrekening is immers, zo denken we, het paspoort voor een gedroomd luxeleven. Een bestaan zoals je dat vroeger in de bioscoop zag, in de Peter Stuyvesant commercials: Zorgeloos, zonovergoten, en rijkelijk besprenkeld met drank en mooie mensen.
Als je doorvraagt waarom mensen graag rijk willen worden, noemen mensen vaak ‘vrijheid’ als belangrijkste drijfveer.
Maar als je mensen spreekt die hun eerste miljoenen al veilig op de bank hebben staan, blijkt dat rijkdom vooral andere emoties oproept.
Ik noem u:

ANGST! Hoe groter het bezit, hoe reëler de angst om daarvan iets te verliezen. Een fraaie indicator voor die angst is de groei van de particuliere beveiligingsindustrie.
 
ARROGANTIE. Denk maar eens aan de vanzelfsprekendheid waarmee veel grootverdieners het beste tafeltje in het beste restaurant ‘opeisen’. Of aan al die succesvolle zelfdoeners die het lezingencircuit bevolken met hun eigen succesformule. Tegen vorstelijke betaling komen ze even uitleggen hoe hun gehoor net zo geslaagd zou kunnen worden. Alsof er een geheim recept is voor rijkdom, waarvan alleen zij de ingrediënten kennen. Zelfs Dirk Scheringa is in dat lezingencircuit actief – het is te hopen dat hij in de zaal niet te veel voormalige klanten tegelijk tegen komt.
 
AFSTOMPING. Na hoeveel sportauto’s is het nieuwste model nog een aankoop waard? Zelfs de grootste garage staat een keertje vol. In Amerika bestaat een term voordat gevoel (of beter, die gevoelsarmoede): Wealth Fatigue Syndrome: geestelijke vermoeidheid door financiële welstand. Daardoor nemen rijkaards vaker dan gemiddeld overdreven risico’s. Treden gok- en andere verslavingen op. Is sprake van desinteresse in de noden van behoeftigen. Zonderen rijkaards zich veilig af achter slagboom en hoge muur.

ZELFOVERSCHATTING. Vraag dat maar aan grote  graaiers in het bedrijfsleven. De mannen die ons woekerpolissen in onze maag hebben gesplitst en nu met miljoenenbonussen uit dienst zijn getreden – of gepromoveerd. (In mijn tijdschrift Miljonair noemen we op 10 juni man en paard, overigens.) Bonussen als beloning voor – ja voor wat eigenlijk. ‘Ik heb het verdiend, dus ik ben goed’. Geld wordt de rechtvaardiging van het eigen handelen. De financiële, maar ook de morele controle vindt plaats door soortgenoten. Het probleem van Cees van der Hoeven – de gevallen Ahold-topman die zich nu weer in allerlei besturen manifesteert – was niet zo zeer de ontdekking van side letters, het was het waanidee dat met geld alles te koop is, inclusief tevreden klanten.


Dergelijke ‘vrijheid’ wordt ineens een stuk minder aantrekkelijk. Natuurlijk bestaat er een alternatief. Goed doen met uw geld.

Goed doen in het geniep
Een eeuwenoude hobby van veel vermogende wereldgenoten. Die zich wonderlijk genoeg in ons land nog altijd min of meer in het geniep afspeelt. Al is het goede voorbeeld zeer zichtbaar gegeven, ooit, door miljardair Paul Fentener van Vlissingen. De miljardair (ondermeer FHV, Makro) stelde een norm: elke weldenkende miljonair zou 10 procent van zijn of haar vermogen moeten afstaan aan goede doelen.
Deze ‘Fentener van Vlissingen norm’ toetsen wij met Miljonair elk jaar aan de realiteit in de polder. We publiceren ook eind dit jaar weer een top 30 van vermogende Nederlanders, die – noem ik het maar even – hun financiële onafhankelijkheid ‘zin hebben gegeven’.

Voordat u, nog maar nauwelijks aspirant-miljonair, te zenuwachtig op uw stoel gaat bewegen: zo iets gaat uitstekend samen met vertier en eigen genot.
Neem Bart Becht, Miljonairs gulste gever van 2010. Topman van Reckit Benckiser (Durex, Cillit Bang). Becht werd door zijn imposante salarispakket min of meer gedwongen om een eigen fonds te starten; hij verdiende over 2009 het naar alle maatstaven royale bedrag van meer dan 100 miljoen euro in cash en aandelen. Maar hij doneerde in een klap het stoere bedrag van 130 miljoen. Lijdt zijn levensstijl er onder? Niet noemenswaardig. Hij woont met zijn gezin pal aan de golfbaan in het uber-chique Windsor en eet nog steeds wel eens buiten de deur. Becht voegt intussen wel wat meer toe aan de wereld dan blinkende gootstenen. Vraag dat maar aan Artsen Zonder Grenzen en de kinderopvang organisaties die rechtstreeks profiteren van zijn giften.

 

Paul Fentener van Vlissingen


Op de lijst (vanaf deze week na te lopen op www.miljonair.nl) staan ook andere gulle gevers als TomTom oprichter Pieter Geelen (die miljoenen stort om lepra de wereld uit te helpen); investeerdersfamilie Van Vliet – die Afrikaanse wildernis steunt door het werk voort te zetten van de overleden Paul Fentener van Vlissingen, ook via diens African Wildlife Foundation; Joop van den Ende, zonder wie het Hollandse cultuurmecenaat er nu heel anders had uitgezien. Van den Ende laat zien dat het zelfs in Nederland mogelijk is om met privaat geld je door de ambtelijke molens te vechten en een schitterend en druk bezocht theater midden in onze hoofdstad te plaatsen. Een voorbeeld voor tientallen andere vermogende ondernemers die in zijn schaduw ontzaglijk goed werk doen.

Gulle gevers
Vraag het de mensen van Miljonairs Gulle Gevers lijst, ze zullen u melden dat ze nu pas echt rustig slapen, al dan niet in een kingsize Zweeds paardenharen bed, in de wetenschap dat ’s lands cultuur geborgd is en/of hongerende mensen en/of zieken geholpen worden door hun gulle giften.
Scoren we hoog? Ach, we ploeteren wat. Onze rapporteurs en ik moeten vooral de media te woord staan na elke editie van Miljonairs gulle gevers lijst – nog veel te weinig bellen vermogende particulieren op die zich graag via ons wensen te profileren. De voorbeeldfunctie verliest het vooralsnog flink van het calvinisme dat helaas nog nauwelijks is uitgeroeid in deze polder.
Het voorbeeld voor jonge poldermiljonairs zou Amerika moeten heten. Waar niet alleen daad bij het goede woord wordt gevoegd, maar rijkaards onbekend zijn met ons dat oeroude idee dat je niet spreekt over goede daden. Alsof dat beter zou zijn voor de mensen die het geld nodig hebben.

 

Warren Buffett met Melinda en Bill Gates


Ik zeg: Spreek vrijuit! De media zullen u portretteren en overladen met lof. Ik geloof heilig in goede voorbeelden die goed doen volgen. Ik ben van het koperen naamplaatje naast de deur: Gedoneerd door. Gesticht door. Dankzij. Ik denk aan Bill en Melinda Gates en aan George Soros. Stervensrijke mensen die hebben lak hebben aan Fentener van Vlissingens bescheiden tien procentjes. De helft willen ze, van iedere miljardair! Veertig Amerikaanse miljardairs reageerden meteen en openlijk, toen ze vorig jaar die oproep hoorden. Zelf pakten de heren vorig jaar hun privéjet  om in China de nieuwbakken miljardairs het zelfde te vragen. Ze troffen er zure gezichten ("Ben ik net miljardair, krijg je dit") maar ook lof en bereidwilligheid.
De overheid trekt zich terug uit ontwikkelingssamenwerking en cultuur. Een goede zaak – daar werd te veel potverteerd en te weinig gecontroleerd of het geld wel goed besteed werd. Ondernemers kijken wel uit om geld weg te smijten. Nederland is toe aan nieuwe regelgeving die het rijke landgenoten heel makkelijk maakt om goed te doen.
En u, aspirant miljonairs: Bedenk, dat the Amerikan Dream niet stopt bij het eerste miljoen. The American Dream heeft een versie 2.0: dat je terug geeft.
En bedenk dus samen met je plan voor het vergaren van je eerste miljoen, meteen ook een plan om het goed te besteden. En vergeet daarbij de rest van de wereld niet.

 

Onno Aerden, hoofdredacteur van Miljonair, HET tijdschrift over (overbodige) luxe dat jaarlijks de Gulle Gevers Lijst publiceert. De tekst is een bewerkte transcriptie van de op 10 mei uitgesproken voordracht tijdens het "Groot gelijk debat" in studentensociëteit L.A.N.X.

 

Onno Aerden tijdens zijn preek over gulle rijkaards