Handjevol topbankiers bepaalt negatief imago bankmedewerkers

De afkeer van banken brengt velen ertoe bankmedewerkers collectief als 'boeven' neer te zetten. Michiel Werkman pleit voor nuancering. De grootverdieners aan de top zijn verantwoordelijk voor de klantonvriendelijke cultuur waaraan medewerkers moeten conformeren - bijvoorbeeld bij de afdeling bijzonder beheer.

'Alle bankiers zijn boeven', is de teneur van veel gesprekken over banken en de mensen die er werken. Niet alleen in de kroeg of op verjaardagen, ook in de media en uit bepaalde reacties onder FTM-artikelen blijkt vaak een aperte afkeer van banken. Een enkele keer gaat dat zover dat bijna gesproken kan worden van het uiten van haatgevoelens ten aanzien iedereen die bij een bank werkt. Zijn alle bankmedewerkers dan boeven? Hoogste tijd voor nuancering, lijkt mij.

'Veelverdieners'

Nog niet eens zo heel erg lang geleden werd het werken bij een bank als een eerzame en alom gerespecteerde dienstbetrekking gezien. Het bood 'bankwerkers' van hoog tot laag een over het algemeen goedbetaalde en ook vrij zeker geachte job. Ambitieuze types hadden er ook volop kansen om het hogerop te schoppen. Voor wie er nu voor uitkomt bij een bank te werken, in welke positie dan ook, is respect tegenwoordig vaak ver te zoeken. Gemakshalve worden in de volksmond alle bankmedewerkers over één kam geschoren en stuk voor stuk als veelverdieners weggezet. Als bonusgraaiers die ook nog eens talloze extra voordeeltjes genieten zoals hypotheekrentekorting en dergelijke.  

De cijfers

In het jaar 2000 waren er binnen de Nederlandse bankensector ruim 129.000 mensen werkzaam. Eind 2014 was dat aantal geslonken tot circa 80.000. Alleen al de drie grote banken hebben aangekondigd nog afscheid te zullen nemen van iets minder dan 12.000 medewerkers (ABNAmro -1.000, Rabobank maar liefst -9.200 en ING Bank -1.400) en het einde is nog niet in zicht. Dit zal de werkgelegenheid in de hele sector terugbrengen tot ergens rond 65.000. Een halvering van het aantal banen ten opzichte van het jaar 2000. 
 Circa 65.000 mensen verdienen dagelijks hun brood bij banken. Van postkamer medewerker tot hypotheekadviseur. Van callcenter-agent tot accountmanager en van backoffice-administrateur tot vestigingsmanager.
bonussen of extraatjes zitten er voor de gewone medewerkers niet of nauwelijks meer in
Dát zijn duidelijk niet de 'bankiers' die topsalarissen toucheren. Integendeel. Na de actieve verjonging van het werknemersbestand via opeenvolgende reorganisaties al helemaal niet. Dure krachten zijn of worden weggesaneerd. Het gros van de nieuwe generatie verdient tegenwoordig een hele klap minder. En bonussen of extraatjes zitten er voor de gewone medewerkers niet of nauwelijks meer in. 

Houding topbankiers

Wat veroorzaakt dan de boosheid tegen graaiende bankiers? Die is puur het gevolg van de houding van een slechts handvol topbankiers en -managers bij de grote banken. Hun gedragingen en arrogante miskenning van wat er zich in de maatschappij afspeelt maakt ze volledig verantwoordelijk voor de negatieve beeldvorming die op al hun 65.000 medewerkers en op de hele sector afstraalt. Het is die rijkelijk beloonde top die het klantbelang negeert bij het door hen vormgegeven bijzonder beheer-beleid. Zij zetten die afdeling van de bank ertoe aan die klanten stelselmatig met een kluitje in het riet te sturen, die andere medewerkers eerst in de derivatenval hebben laten lopen. Deze grootverdieners lopen zelf geen enkel aansprakelijkheidsrisco en ze springen er privé financieel altijd verrassend goed uit. Zelfs bij wanprestaties. Zij zijn collectief verantwoordelijk voor het maatschappelijke wantrouwen jegens zowel de banken als hun medewerkers. De 'bankwerkers' waar u en ik als klant meestal mee te maken krijgen, hebben nauwelijks iets in te brengen. Zij moeten gewoon loyaal het door de top uitgestippelde beleid uitvoeren. Wie zich daar niet aan houdt kan goedschiks of kwaadschiks of anders bij de eerstvolgende reorganisatie, zijn of haar biezen pakken.
verschillende lokale Rabobank-directies hebben hun medewerkers 'oei-foei-doei'-brieven gestuurd
Bij verschillende Rabobanken hebben lokale directies aan al hun medewerkers bijvoorbeeld zogenoemde 'oei-foei-doei'-brieven gestuurd. Ik hoef hier vast niet nader te duiden wat die brieven behelzen. Zij brengen onder het personeel een angstcultuur en een totale verkramping in de klantcontacten teweeg. Het leidt tot 'Befehl ist Befehl', uitvoeren van wat er gezegd wordt. Niet omdat de desbetreffende medewerker het daar altijd mee eens is maar omdat hij of zij ook een huis, een gezin en een hypotheek heeft en er nog ruim 9.000 mensen uitmoeten.

Systeembankieren 

Ik heb, vooral de laatste paar jaar, waargenomen hoe veel voortreffelijke relatiebankiers, betrokken en klantgerichte vakmensen, het loodje hebben gelegd. Hoe onafhankelijke geesten het vak, al dan niet gedwongen, hebben verlaten omdat ze zich niet meer herkenden in het uit te dragen beleid. Omdat ze de beslissingen die voorbijgaan aan klantbelangen niet langer konden verdedigen. Onder veel van degenen die zijn overgebleven heerst een in zwijgen gehulde onvrede. En angst.  Het zijn, een enkele uitzondering daargelaten, niet de 65.000 individuele medewerkers waartegen de maatschappelijke boosheid zich behoort te richten. Zij moeten zich neerleggen bij het heersende systeembankieren en kunnen domweg niet anders dan uitvoeren wat ze gezegd wordt. Het zijn de beleidsbepalers die in staat blijken een staaltje leidinggevend onvermogen van het zuiverste water ten toon te blijven spreiden. Ongestraft. Noem hen de boeven van het bankvak.