Wat betekent de opmars van China voor Nederland en Europa? Lees meer

China neemt nadrukkelijk zijn plaats op het wereldtoneel in. Naar verwachting streeft het de Verenigde Staten binnenkort voorbij als de grootste economie. Op allerlei manieren is China bezig kennis en hoogwaardige technologie in handen te krijgen; het wil in 2025 een onafhankelijke technologische grootmacht zijn. Wat betekent dit voor Nederland, dat al innig met China is verbonden?

67 artikelen

© Ming Ong

Hop uit China is doordrenkt van dwangarbeid, ook bij Heinekens partner

Follow the Money beschreef dit weekend dat Heineken innig samenwerkt met het Chinese CR Beer en flink van die deal profiteert. CR Beer haalt zijn hop – een van de belangrijkste grondstoffen van bier – onder andere uit de regio Xinjiang. De boerderijen daar maken echter gebruik van dwangarbeid en zijn (mede)verantwoordelijk voor de culturele onderdrukking van minderheden in de regio. Wat is daar aan de hand, en hoe ziet die repressie eruit?

0:00
Dit stuk in 1 minuut

Wat is het nieuws?

  • In de regio Xinjiang wonen veel etnische minderheden. China heeft er een uitgekiend systeem van heropvoeding, dwangarbeid en onderdrukking opgezet, dat op deze etnische minderheden is gericht. Volgens de overheid is deze aanpak bedoeld om ‘sociale stabiliteit te waarborgen’, en ‘radicalisering uit te roeien’.
  • Xinjiang is tevens een van de twee provincies waar China de meeste hop produceert. Follow the Money ontdekte dat ook in de hopindustrie van Xinjiang sprake is van dwangarbeid en repressie. Leden van etnische minderheden zijn van huis en haard weggehaald en via arbeidstransporten aan het werk gezet op boerderijen die hop verbouwen.
  • Follow the Money vond zeven gebieden die hop leveren aan CR Beer – waarmee Heineken samenwerkt en aandeelhouder van is – en waar sterke signalen zijn van onderdrukking of dwangarbeid.

Waarom is dit relevant?

  • Toen Heineken een partnerschap met CR Beer aanging, waren de mensenrechtenschendingen al geruime tijd bekend. Follow the Money beschreef die deel in dit artikel.
  • Na vragen van Follow the Money stelt Heineken dat bij de Heinekenpilsjes die CR Beer brouwt ‘geen van de ruwe hop en gerst afkomstig is uit China; deze ingrediënten zijn 100% geïmporteerd’. Maar partner CR Beer haalt volgens Chinese media wel degelijk hop uit Xinjiang.
  • Heineken vindt dat het als minderheidsaandeelhouder niet verantwoordelijk is voor wat CR Beer doet, maar deskundigen stellen dat de activiteiten van beide bedrijven zo verweven zijn dat Heineken wel degelijk verantwoordelijkheid draagt. Bovendien staat de werkwijze van CR Beer haaks op hun eigen mensenrechtenbeleid.

Hoe hebben we dit onderzocht? 

  • Follow the Money onderzocht openbare Chinese berichten en legde die voor aan Xinjiang-experts. Zij bevestigden dat die berichten sterke aanwijzingen bevatten dat er sprake is van dwangarbeid.
  • Ook legden we het partnerschap van Heineken en CR Beer voor aan deskundigen op het gebied van verantwoord ondernemen.
Lees verder

Grote blauw met roze gestreepte doeken liggen op de grond om de hopbloemen op te vangen. Vrouwen met zonnehoeden en beschermende kleding snijden ze met hakmessen van de rank af. Een kalende man bukt om een arm vol hop op de hoop te gooien, klaar voor de verwerkingsfabriek. 

De foto’s zijn van najaar 2022. Het dorpsbestuur van Yuanhu, in de noordwestelijke regio Xinjiang, had de lokale bevolking opgeroepen om in de ‘vreugde van de oogst’ te delen, zoals een officieel WeChat-account jubelde. Minder officieel geformuleerd: ze moesten op de akker komen werken. Ook mbo-scholieren stonden volgens het bericht tussen de ranken te werken. 

Dankzij al die ‘hulp’ konden de hoptelers van Yuanhu aan alle grote Chinese brouwerijen leveren. Bijvoorbeeld aan China Resources Beer, het bedrijf waarmee Heineken in april 2019 een miljardendeal sloot en waarvan het sindsdien een belangrijke aandeelhouder is, zoals Follow the Money vorig weekend onthulde. Heineken helpt CR Beer met hun marketing, productie en productontwikkeling.

Heineken is zodoende aandeelhouder in een concern dat hop haalt uit Xinjiang, waar volgens tal van deskundigen, journalisten, ngo’s en zelfs de Mensenrechtenraad van de VN sprake is van ernstige mensenrechtenschendingen.

Follow the Money vond zeven gebieden in Xinjiang die direct of indirect hop aan de Chinese brouwer leveren. Zo zegt een bestuurder van een hopbedrijf in het landbouwgebied Yanqi Reclamation Area op een lokale overheidssite dat zijn firma een langetermijncontract met CR Beer heeft. In datzelfde nieuwsbericht vertelt een manager van de inkoopafdeling van CR Beer dat de ingekochte hop naar hun 96 brouwerijen gaat, verspreid over het hele land. Ook de hoptelers in Yuanhu hebben volgens een lokale krant hun afzet verzekerd door leveringscontracten met onder andere CR Beer. 

Op Junhu, een andere boerderij, lopen de leveringen via de Chinees-Japanse joint venture Sanbaole, zo blijkt uit lokale krantenberichten. Sanbaole kondigde in 2021 aan circa 70 miljoen yuan – ongeveer 9 miljoen euro – in Junhu te zullen investeren. Ook een boerderij zo’n honderd kilometer verderop heeft langlopende contracten met Sanbaole, vertelt een manager van het bedrijf. Via zulke lokale berichten vond FTM de bewuste zeven gebieden in Xinjiang. Die berichten bevatten bovendien sterke signalen dat etnische minderheden in deze gebieden gedwongen werken en worden onderdrukt. 

CR Beer in Xinjiang

 

 

 

Rijstdumplings tijdens de ramadan 

In 2017 bezochten lokale partijfunctionarissen een groep Kazachse herders die op het grondgebied van de Hongqi farm wonen. Hongqi levert via een tussenpartij hop aan CR Beer. De groep vierde die dag het Drakenbootfestival, een Chinese feestdag, al is een groot deel van de Kazachen zelf moslim.

Dat jaar viel het Drakenbootfestival op de eerste dag van de ramadan. Op foto’s is te zien hoe de Kazachse vrouwen op klaarlichte dag rijstdumplings vouwen. Een vrouw in een paarse jurk en hoofddoek eet zo’n dumpling, terwijl ze haar duim naar de camera opsteekt.

Volgens een verslag zou een deel van deze Kazachen getrouwd zijn met lokale partijleden, en hadden zij hun Han-Chinese familie voor het feest uitgenodigd. De bezoekende ‘familieleden’ mochten beoordelen wie de beste dumplings maakte. Ondertussen entertainden de Kazachen de bezoekers met traditionele muziek en dans.

Het evenement zou zich hebben gekenmerkt door ‘wederzijds respect voor gebruiken, culturele integratie en solidariteit’. Wel moesten de aanwezigen in groepsgesprekken ‘gewelddadige terroristische acties’ verwerpen en kregen ze folders over ‘de-extremisme’. 

Het bezoek was onderdeel van fanghuiju, een grootschalige campagne waaraan vrijwel alle etnische minderheden in Xinjiang worden onderworpen. Fanghuiju is een acroniem van de leus ‘Het volk bezoeken, het volk goed doen en de harten van het volk bijeenbrengen’. Boerderijen houden met deze aanpak etnische minderheden onder controle via culturele propaganda-activiteiten, huisbezoeken en heropvoedingssessies, zo blijkt uit lokale nieuwsartikelen en overheidswebsites. Tijdens fanghuiju-bezoeken komen leden van de Communistische Partij bij etnische minderheden thuis en maken ze gedetailleerde aantekeningen over de bewoners.

Volgens de Chinese overheid is fanghuiju bedoeld om ‘sociale stabiliteit te waarborgen’, en ‘radicalisering uit te roeien’. Deskundigen stellen dat de campagne vooral bedoeld is om etnische minderheden in de gaten te houden en hen te assimileren.

‘Een doelstelling van fanghuiju is de islamitische gewoonten en gebruiken te vervangen door die van de Han-Chinese cultuur,’ zegt antropoloog Darren Byler. Hij geeft les aan de Simon Fraser University in het Canadese Vancouver en onderzoekt de onderdrukking in Xinjiang al jaren. ‘In plaats van te bidden en te vasten moeten Moslims bijvoorbeeld patriottistische liedjes zingen. Verplicht Han-Chinese feestdagen vieren, zoals het Drakenbootfestival, hoort er ook bij, inclusief traditionele lekkernijen moeten eten.’ Hij noemt dat een ‘vorm van cultureel geweld’.

Leden van etnische minderheden worden gekoppeld aan lokale functionarissen, die soms meer dan tien dagen per maand bij hen komen logeren

Alle boerderijen die Follow the Money heeft onderzocht, zijn bij deze campagne betrokken. De Junhu Farm past daarnaast een ander onderdeel van het programma toe: Becoming Family. Leden van etnische minderheden worden daarbij gekoppeld aan lokale functionarissen, die soms meer dan tien dagen per maand bij hen in huis komen logeren.

‘Dit is waarschijnlijk de meest intieme en persoonlijke vorm van fanghuiju. Het is enorm ingrijpend,’ zegt Byler over Becoming Family. Kaderleden eten bijvoorbeeld mee, luisteren naar telefoongesprekken en slapen soms zelfs bij gezinnen in bed. In mei 2021 vertelde een vrouw aan CNN dat ze doodsbang was dat haar kinderen iets verkeerds tegen het kaderlid zouden zeggen. ‘Wat als ze vragen of hun moeder bidt?’ piekerde ze. ‘Of als ze vragen of we een Koran hebben?’ 

Dat zo’n kaderlid bij iemand thuis komt logeren, maakt vrouwen en kinderen bovendien kwetsbaar voor seksueel misbruik, stelt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch.

Alles is verbonden met het XPCC 

In de media zijn de afgelopen jaren regelmatig berichten verschenen over de onderdrukking van etnische minderheden in Xinjiang. Minder bekend is de rol die het Xinjiang Production and Construction Corps (XPCC) daarin volgens deskundigen speelt.

Het XPCC is een paramilitaire organisatie, bedrijfsconglomeraat en lokale overheid ineen en is nauw verweven met elk facet van de samenleving. Het XPCC heeft duizenden bedrijven en een eigen media-imperium; het bestuurt scholen, gevangenissen en rechtbanken. 

Het XPCC beheert een zesde van de grond in Xinjiang, bij elkaar ruim een kwart van het totale landbouwareaal van de regio, met 143 boerderijen. Die produceren vooral katoen, maar ook hop. De paramilitaire organisatie stelt meerjarige productiedoelen voor gewassen vast. Elke laag, lokaal dorpsbestuur of bedrijf, moet bijdragen om die doelen te behalen.

Het XPCC is door talloze maatregelen zoals de fanghuiju, Becoming Family, massasurveillance en grootschalige detentie al tientallen decennia betrokken bij de onderdrukking van Oeigoeren, Kazachen en andere etnische minderheden. In het rapport Until Nothing is Left (2022) van de Sheffield Hallam University staat tot in detail beschreven hoe de paramilitaire organisatie te werk gaat, en met welk motief. ‘De regio, haar bevolking en haar identiteit worden gezien als een bedreiging voor de culturele integriteit van China, de stabiliteit van de staatsgrenzen en het absolute gezag van de CCP,’ schrijven de auteurs.

Arme locals en zuidelijke werkteams

Het XPCC en lokale overheden houden zich volgens deskundigen en mensenrechtenorganisaties in Xinjiang ook bezig met dwangarbeid. De paramilitaire organisatie gebruikt daarvoor een uitgekiend systeem van landonteigening, arbeidstransporten, pressie en heropvoedingskampen.

FTM legde artikelen uit lokale media over de onderzochte hopgebieden aan meerdere Xinjiang-deskundigen voor. Volgens hen suggereren die dat er op de boerderijen en in die gebieden gedwongen arbeid voorkomt. De artikelen gebruiken steevast begrippen als ‘armoedebestrijding’, ‘arbeidstransporten’ en ‘overtollige arbeidskrachten absorberen’ [zie kader]. Die termen worden in Chinese media uitgelegd als manieren om etnische minderheden te helpen, maar volgens deskundigen zijn het eufemismen voor (vormen van) dwangarbeid.

Onvrijwillige of gedwongen arbeid?

Deskundigen verschillen van mening  of de term ‘gedwongen arbeid’ (forced labour) van toepassing is op de arbeidstransporten. De International Labor Organization (ILO) hanteert een brede definitie van gedwongen arbeid: ‘werk of een dienst die onder dreiging van straf of boete van iemand wordt geëist en waarvoor hij of zij zich niet vrijwillig heeft aangeboden.’ 

In het rapport Until Nothing is Left onderbouwen de auteurs dat de arbeidstransporten in Xinjiang binnen deze definitie vallen. Ze lopen alle elementen van de definitie van de ILO af. Misbruik van kwetsbaarheid, misleiding, beperking van bewegingsvrijheid, isolatie, intimidatie en bedreigingen, inhouding van loon, en mogelijk schuldslavernij zijn volgens hen allemaal aan de orde in Xinjiang. 

De Deense antropoloog en Xinjiang-kenner Rune Steenberg spreekt liever van ‘onvrijwillige arbeid’ (coerced labour) of ‘gedwongen keuze’ (forced choice) voor het transportsysteem, en reserveert de term ‘forced labour’ voor gevangeniswerk en mensenhandel. Mensen kunnen dit werk namelijk weigeren. Ook de Duitse onderzoeker Adrian Zenz, die naam heeft gemaakt met meerdere onderzoeken over Xinjiang, gebruikt de term ‘coerced labour’.

Darren Byler vindt ‘onvrije arbeid’ (unfree labor) het meest passende begrip, maar vindt de term ’forced labour’ ook te verdedigen. ‘Het betreft geen mensenhandel, en onder de Chinese wet is deze praktijk legaal. Maar het is wel degelijk een vorm van gedwongen arbeid. Gijzeling wordt als dreiging gebruikt, bijvoorbeeld door te zeggen dat als je niet meewerkt, het nog erger wordt voor familie die al in het kamp zit.’

FTM gebruikt de term ‘dwangarbeid’, mede omdat die in Nederland het meest gangbaar is.

Lees verder Inklappen

In de hopteelt is voorts sprake van ‘armoedebestrijding’, blijkens een lokaal krantenbericht. Byler: ‘Als het om Oeigoeren en Kazachen gaat, betekent dat gedwongen arbeid.’ Er werkten 1300 ‘arme locals’ op een boerderij die via een tussenbedrijf aan CR Beer levert, schreef de Chinese staatskrant People’s Daily in 2020. Qitai, een immense boerderij waar onder meer hop wordt verbouwd, ‘bestreed’ volgens staatspersbureau Xinhua al in 2016 lokale armoede door arme huishoudens te ‘mobiliseren’.

Ook ‘koppelhulp’, een onderdeel van het fanghuiju-programma dat uitgevoerd wordt op elke boerderij die Follow the Money onderzocht, is onlosmakelijk verbonden met dwangarbeid, zeggen deskundigen. Byler: ‘Chinese ambtenaren worden gekoppeld aan minderheden, met name in dorpen waar veel mensen zijn opgepakt. Eerst gaan ze bij mensen thuis langs om te kijken of ze de detentie van hun familieleden hebben geaccepteerd, of ze wellicht wroeging hebben en of ze bereid zijn zich als betrouwbare minderheden te gedragen. Vervolgens wijzen de ambtenaren banen toe aan degenen die ze als “overtollig” bestempelen.’

Landonteigening, ‘overtollige arbeiders’ en ‘armoedebestrijding’

Landonteigening, ‘overtollige arbeiders’ aan het werk zetten en arbeidstransporten zijn doorgaans onderdeel van de zogeheten ‘armoedebestrijding’. Een veelomvattend armoedebestrijdingsplan van Xinjiang uit 2017 stelt volgens Zenz dat dit inhoudt dat ‘eerst onwetendheid en onderontwikkeling [van de lokale bevolking, red.] moeten worden genezen’.

Het XPCC heeft de afgelopen tientallen jaren land van etnische minderheden onteigend, zoals Oeigoeren en Kazachen. Dat gebeurde vaak onder druk. Functionarissen die in het kader van het Becoming Family-programma dorpen bezochten, spoorden bewoners aan hun land af te staan. Eenmaal landloos zijn etnische minderheden extra kwetsbaar voor dwangarbeid omdat landloze boeren als ‘overtollige arbeiders’ worden aangemerkt. Ook seizoensarbeiders, werklozen, huisvrouwen en vroeg-gepensioneerden krijgen dit label opgeplakt. 

Zonder vaste baan zijn etnische minderheden volgens de overheid vatbaar voor ‘religieus extremisme’. Om die reden vindt China het belangrijk hen in loondienst te krijgen bij Chinese bedrijven.

Byler: ‘Blijkens een overheidsdocument worden “overtollige” arbeiders in drie categorieën ingedeeld: veilig, algemeen en onder toezicht. De “veilige” categorie kan naar andere delen van China worden gestuurd om daar bijvoorbeeld in fabrieken aan de slag te gaan. De categorie “algemeen” wordt werk binnen Xinjiang toegewezen. Mensen “onder toezicht” moeten naar hereducatie- en mogelijk detentiecentra, waar ook zij aan het werk worden gezet.’ Zenz vond vergelijkbaar bewijs voor deze drie ‘trajecten’ van dwangarbeid. De Chinese overheid beschrijft die als vrijwillige arbeid, hoewel op weigering fikse straffen staan. 

‘De training verloopt in drie fasen. Militaire drills, gedachtenonderwijs en vaardigheidstraining’

‘Als er Oeigoeren of Kazachen op deze hopboerderijen werken, zijn het hoogstwaarschijnlijk mensen uit de “algemene” categorie,’ zegt Byler. Een artikel op een landbouwwebsite doet vermoeden dat zij onder constante controle staan. De arbeiders krijgen voor hun transport een ‘pre-job training’ en krijgen een ‘strikte screening’.

Ook tijdens het werk worden ze ‘dagelijks gemanaged en opgeleid’. Volgens een rapport van Zenz is dat routine. ‘De training verloopt in drie fasen. Militaire drills, gedachtenonderwijs (thought education) en vaardigheidstraining, waarbij in al deze fasen Chinees wordt onderwezen.’

Bedrijven krijgen subsidie wanneer ze in hun fabrieken ‘overtollige arbeiders absorberen’. Hoewel overtollige arbeiders steeds vaker naar fabrieken worden gestuurd, laten onderzoeksrapporten en deskundigen als Zenz zien dat ze ook in de landbouw aan het werk worden gezet, bijvoorbeeld bij de katoen- of tomatenpluk. 

Ook de landbouwgebieden die Follow the Money onder de loep nam stellen via arbeidstransporten overtollige arbeiders te werk. Zo stelde een burgemeester van een regio met een boerderij die aan CR Beer levert, dat ‘gemeenten, bedrijven, industrieparken en de top van de regio’ allemaal moeten samenwerken voor deze ‘georganiseerde overplaatsing’.

Lees verder Inklappen

Wanneer minderheden in het kader van armoedebestrijding of andere XPCC-initiatieven een baan krijgen toegewezen, is weigeren geen optie, zeggen experts. Byler: ‘Partijdocumenten benadrukken dat wie zich tegen toegewezen banen verzet mogelijk separatist, extremist of onbetrouwbaar is.’ Met zo’n stempel riskeer je in Xinjiang jarenlange opsluiting in een gevangenis of een heropvoedingscentrum. 

Omdat etnische minderheden arbeidstransporten en armoedebestrijdingsprogramma’s niet kunnen weigeren, noemen de auteurs van Until Nothing is Left het ‘volwaardig staatsgesteunde dwangarbeid’. Byler benadrukt een andere functie ervan: ‘Het doel van dit systeem is Oeigoeren en Kazachen te integreren in de Chinese samenleving en hen afhankelijk te maken van China. Werk wordt ingezet voor gedwongen assimilatie.’ 

In Yanqi reppen lokale media tijdens het piekseizoen in september van werkteams die via arbeidstransporten uit het zuiden van Xinjiang komen helpen. Tijdens de oogst zijn er veel extra handen nodig om alles op tijd van het land te halen. Volgens een lokale overheid in Yanqi betreft het meer dan tienduizenden mensen, waarvan een deel in de hopoogst werkt.

Ook de regionale overheid van Qitai spreekt in haar vijfjarenplan van zulke arbeidstransporten. In de regio Hutubi worden lokale ondernemingen opgeroepen de ‘overtollige arbeidskrachten’ op te nemen. Rune Steenberg, Xinjiang-onderzoeker aan de Tsjechische Palacky University, stelt dat het hierbij voornamelijk Oeigoeren betreft.

Hoe het werkteams na zo’n transport kan vergaan, blijkt uit een verslag van het openbare veiligheidsbureau van de regio Yanqi. Werkteams die daar in de lente van 2020 aankwamen, vielen onder het beheer van het militaire 25e regiment van het XPCC en moesten in de akkerbouw werken. Ze hadden weinig meer dan handbagage bij zich en slapen in grote bunkers van golfplaten op stapelbedden, blijkens een foto. Een andere foto laat zien dat de politie ze voor ‘bunkerveiligheidscontroles’ van hun bed licht. Overdag en ’s nachts moeten ze aantreden om te luisteren naar instructies van politiemannen met megafoons, onder het wakend oog van militairen in camouflagekleding. ‘Zo ziet dwangarbeid er voor deze arbeiders uit,’ zegt Byler.

Na het werk moeten de arbeiders deelnemen aan avondlessen en ‘etnische eenheids-activiteiten’, volgens het verslag om de ‘vermoeidheid vanwege het eentonige boerenwerk te verlichten’ en de ‘complexe emoties te reguleren’ die gepaard gaan met ver van huis zijn – met heimwee dus. Zo zitten de werkteams ’s avonds op de grond aan de rand van een overdekt industrieterrein om een muzikant op een klapstoeltje te horen spelen, geflankeerd door politiemannen. 

Bedrijven krijgen subsidies om deze ‘overtollige arbeiders’ aan het werk te zetten.

Intussen stijgt het productievolume CR Beer elk jaar. En de derde, laatste stap van de deal met Heineken komt nog: CR Beer wil, met Heinekens hulp, zijn Chinese merken in het buitenland gaan verkopen. Hun brouwerij in de provincie Sichuan exporteert sinds 2022 naar landen in Zuidoost-Azië.

Medeplichtig

Is Heineken, gezien de samenwerking, ook verantwoordelijk voor wat er in de toeleveringsketen van CR Beer gebeurt? Rune Steenberg: ‘De leveranciers van CR Beer opereren in een gebied dat bekend staat om dwangarbeid, daar is geen twijfel over. Zij werken met overheidsprogramma’s met duidelijke elementen van dwangarbeid en onderdrukking. Elk bedrijf dat hier connecties heeft, zou daar transparant over moeten zijn, een duidelijke verklaring moeten afleggen en een standpunt innemen over de misdaden die in de regio worden gepleegd.’ 

Heineken heeft een belang van ruim 20 procent in CR Beer. Byler is zodoende streng: ‘Heineken is echt medeplichtig, al distantieert het zich door bepaalde activiteiten te verkopen. Maar het probleem zit in de toeleveringsketen. Zo te zien maakt de deal met CR Beer een groot deel van hun marketingstrategie uit. Zeker wat betreft de leveranciers van hun strategische partners komt Heineken zijn mensenrechtenbeloftes niet na.’

Reactie Heineken en CR Beer

CR Beer en China Resources hebben niet gereageerd op specifieke vragen van Follow the Money. In diverse mails stelt Heineken dat het slechts minderheidsaandeelhouder van CR Beer is. Verder verwijst Heineken naar de zogeheten ESG-rapporten van zijn Chinese partner. Op een uitgebreide lijst vragen over de band van CR Beer met de CCP en de XPCC en de bronnen die wijzen op dwangarbeid, reageerde Heineken niet. CR Beer reageerde in het geheel niet.

Lees verder Inklappen
Hoe hebben we dit onderzocht?

 FTM heeft voor dit artikel onderzoek gedaan naar openbare, Chinese artikelen over de hopteelt. We gebruikten overheidsdocumenten, websites van lokale overheden, officiële WeChat-accounts en lokale Chinese media. Naar aanleiding van rapporten zoals Until Nothing is Left heeft FTM artikelen gevonden met termen die op dwangarbeid kunnen wijzen. 

Met experts heeft FTM een selectie gemaakt van een aantal sleuteltermen die wijzen op gedwongen arbeid. De artikelen die we daarmee vonden, hebben we eveneens voorgelegd aan deze experts.

Zijn deze Chinese mediaberichten wel betrouwbaar?

Het Deense onderzoeksjournalistieke platform Danwatch publiceerde in maart van dit jaar artikelen over biergigant Carlsberg, dat een belang heeft in fabrieken in Xinjiang. Zij deden op dezelfde manier onderzoek als FTM en vroegen Jørgen Delman, emeritus hoogleraar Chinastudies, naar de betrouwbaarheid van de bronnen.

Delman stelt dat Chinese artikelen – hoewel die altijd een bepaalde interpretatie van een verhaal bieden – wel betrouwbaar zijn. Tot op zekere hoogte maken auteurs gebruik van propaganda en opsmuk, maar over bedrijven zullen ze niet zomaar onwaarheden debiteren. 

Neem de inkoopmanager uit het vorrige artikel van dit tweeluik: als zijn uitspraak verzonnen zou zijn, levert dat onnodige verwarring op bij de boerderij en CR Beer. Vooraleer we iets voor waar hielden, verzamelden we altijd meerdere bronnen. In dit geval was dat een ander medium, dat in een ander jaar opnieuw naar CR Beer verwees als langetermijn-afnemer.

Ook Xinjiang-onderzoekers doen op deze manier onderzoek met openbare bronnen omdat ze China niet in mogen. 

(Lokale) overheden in China stellen data vaak wel rooskleuriger voor dan die in werkelijkheid zijn, zeker wanneer het productievolumes betreft. Toch geven data uit Chinese bronnen een idee wat het beoogde doel is van de betrokken partijen. Daarom heeft FTM die data – wel met kanttekening – op diverse plekken gebruikt.

Lees verder Inklappen