
© Jeroen Jumelet - ANP
De balans tussen afschrikking en probleemoplossing [interview ACM]
Bestuursvoorzitter Chris Fonteijn van de Autoriteit Consument en Markt heeft te maken met een hoge bewijslast en lange procedures bij het opleggen van kartelboetes. ‘De grote kunst is de balans tussen de afschrikwekkende werking van boetes en het oplossen van een probleem.’
‘Kijk, dat is nou grappig,’ zegt ACM-voorzitter Chris Fonteijn (61) halverwege ons gesprek. Hij wijst op het aantekeningenblok van de interviewer met daarop het logo van advocatenkantoor NautaDutilh. ‘Ik kan niet omgekeerd lezen, maar ik herken dat logo direct.’ Zelf werkte Fonteijn na zijn studie rechten aan de Universiteit Leiden 25 jaar als partner/advocaat bij datzelfde NautaDutilh. Zijn specialisaties: ondernemingsrecht en energierecht.
Inmiddels staat Fonteijn alweer een paar jaar aan het hoofd van de ACM, de instantie die is belast met het algemene mededingingstoezicht (meldplicht fusies en overnames en de opsporing en bestrijding van kartels) en de regulering van de energie-, telecommunicatie-, post- en vervoermarkt. Daarnaast komt de ACM op voor consumentenrechten.
Bazooka
De bestuursvoorzitter kon onlangs in het ACM-jaarverslag 2015 klinkende cijfers presenteren: het ACM-toezicht heeft ervoor gezorgd dat Nederlandse consumenten in 2015 in totaal 1,3 miljard euro bespaard is gebleven door onder meer het voorkomen van prijsafspraken. Dat is 170 euro per huishouden. De ACM is echter vrij terughoudend met het uitdelen van boetes. In 2014 werd er voor 7,5 miljoen euro aan boetes uitgedeeld en in 2015 was dat 24,4 miljoen euro. Vanaf deze zomer komt er extra slagkracht in de vorm van een onlangs goedgekeurde wetswijziging waarin de maximale kartelboetes verhoogd worden van 450.000 euro naar 900.000 euro. Multinationals zullen vooral schrikken van de bepaling dat de boete ook 10 procent van de jaarlijkse groepsomzet kan worden, met een multiplier die afhangt van het aantal jaren dat er ernstige kartelovertredingen zijn gepleegd. De maximumboete kan dan maar liefst 40 procent van de omzet bedragen.
De ACM is vrij terughoudend met het uitdelen van boetes
Dutch approach
De ACM krijgt daarmee een machtige bazooka in handen, maar de vraag is in hoeverre deze doeltreffend kan worden ingezet. De boetebesluiten van de ACM worden bijna standaard aangevochten, waarna Nederlandse rechters soms de boete kwijtschelden of matigen. Het grote probleem: de zware en lange procedures bij kartelovertredingen. In het jaarverslag 2015 valt te lezen dat er vorig jaar voor 8,2 miljoen euro moest worden ‘afgeboekt’ op eerder opgelegde boetes.
De ACM heeft ook andere instrumenten om het gedrag van ondernemers bij te sturen. Een relatief nieuw instrument betreft de zogeheten commitment. In dat geval treft een onderneming die onder vuur ligt van de ACM — door middel van een onderzoek naar bijvoorbeeld misbruik van een monopoliepositie — vóór de uitkomst ervan al een soort schikking annex toezegging. Zo geschiedde in 2013 bij auteursrechtenorganisatie Buma/Stemra, die muzikanten volledig in de klauwen had. ACM startte een onderzoek waarna Buma/Stemra een bindende toezegging deed die muzikanten de mogelijkheid gaf om zelf ook een deel van de regie te voeren. Door de toezegging bleef Buma/Stemra een boete bespaard en muzikanten kregen snel meer keuze in de registratie van hun auteursrechten.
De boetebesluiten van de ACM worden bijna standaard aangevochten
Waar zetten jullie meer op in: preventie of sanctionering?
‘We doen aan probleemoplossend toezicht, waarin we kijken waar in een markt echt issues zitten, en proberen dan te zoeken naar de meest adequate afdoening. Het kan goed zijn dat we dan een onderzoek starten en een sanctie opleggen. Dat zijn meestal lange procedures en het gaat om vrij veel geld. De grote kunst voor ons is de balans te vinden tussen de afschrikwekkende werking van boetes en het oplossen van een probleem.’
De regelmatig terugkerende kritiek op de ACM is dat er te weinig boetes worden opgelegd. In 2014 ging het om 7,5 miljoen euro, terwijl in het Regeerakkoord 2013 nog een bedrag van 75 miljoen werd voorzien. Hoe kan dat?
‘Dat kan niet, want wij zijn een onafhankelijke toezichthouder waardoor de overheid ons niet zo’n opdracht kan geven. De vraag is altijd: kun je de kartels opsporen en is er voldoende bewijs? Bij consumentenovertredingen gaat het vaak om kleine boetes. Daarnaast kent een onderzoek vaak een lange looptijd, van soms wel drie jaar.’
‘De vraag is altijd: kun je de kartels opsporen en is er voldoende bewijs?’
Maar heeft het opleggen van boetes wel prioriteit bij de ACM?
‘We hebben in 2015 voor 24 miljoen euro aan boetes uitgedeeld en we blijven erop inzetten, want als je niet afschrikwekkend bent kan je ook niet geloofwaardig andere methodes toepassen. We delen nu ook vaker persoonlijke boetes uit aan bestuurders en dat is misschien wel effectiever dan een bedrijfsboete.’
Tegen veel boetes wordt beroep aangetekend. Hoe ervaren jullie de rechtsgang?
‘De bewijslast is groot en de rechters zijn in Nederland uitermate kritisch. Dat is ook hun werk. Ze gaan heel minutieus na of wij alles onderzocht hebben en overal bewijs voor hebben. Dat is een hele toer, want in de praktijk komt er ook vaak economisch bewijs aan te pas waarvoor wij economische adviezen verzamelen. Maar de verdediging komt dan met tegenovergestelde adviezen. Voor de rechter met een klein apparaat is de afweging dan lastig. Door beroep aan te tekenen kan je er alleen maar beter van af komen, want de rechter kan de boete niet verhogen, alleen matigen.
‘De rechter kan de boete niet verhogen, alleen matigen’
Valt die juridische strijd voor jullie wel te winnen?
‘Ja. Het betekent dat wij af en toe lesjes leren over wat we nog meer aan onderzoek moeten doen voordat we er zijn. Je kunt altijd nog iemand extra verhoren. Wanneer houd je op met zoeken? Dat zijn keuzes. Het probleem is dat kartelafspraken niet op de achterkant van een bierviltje staan. Je moet dus het bewijs uit combinaties van verklaringen en digitale informatie als een soort puzzel bij elkaar zien te sprokkelen. De clementieregeling is daarin heel belangrijk, en die promoten we ook. Als je onderdeel uitmaakt van een conglomeraat van afspraken en je meldt dit bij de ACM met daarbij zinnige informatie, dan kan je een boetekorting krijgen tot wel 100 procent. Dat is een niet zo sympathiek klinkende boeteregeling, maar hij werkt vaak wel.’
In de bankensector zijn nauwelijks nieuwe toetreders. Wat gaat daar volgens de ACM mis?
‘Je ziet geen harde overtredingen. Maar het feit dat je niet direct een keiharde zaak hebt, betekent niet automatisch dat een markt goed functioneert. We houden ons daarom niet alleen bezig met naleving, maar ook met marktstudies. In de bancaire sector is sprake van heel weinig spelers, hoge toetredingsdrempels en weinig overstappers. Dat komt mede doordat het toezicht op de banken sinds de crisis heel erg gericht is op het beperken van de risico’s. DNB is toen in een kwaad daglicht gesteld, met als gevolg dat ze meer nadruk is gaan leggen op soliditeit in plaats van mededinging. Dat verdraagt zich niet goed met concurrentie, want dan wil je juist scherpe kantjes en het nemen van risico’s.’
Wat zou een oplossing zijn?
‘Met tailor-made regelgeving, zoals een lichter vergunningensysteem, maak je het makkelijker voor kleine spelers. De risico’s zijn bij hen tenslotte kleiner als het misgaat. Langzaamaan merk ik in de bancaire sector een omslag waardoor het nut van concurrentie nu weer wordt ingezien. Je ziet nu allerlei fintechbedrijven opkomen, en een betaaldienst als Bunq.’
Toch klagen die nog steeds over de strenge regelgeving.
‘Die klachten herkennen we soms wel. We maken daar een rapportage van en praten erover met het ministerie van Financiën, DNB, banken en de AFM. We proberen daardoor een publiek debat aan te zwengelen. En dat lukt.’
‘Het feit dat je niet direct een keiharde zaak hebt, betekent niet automatisch dat een markt goed functioneert’
Kan de ACM die markt niet opbreken?
‘We kunnen pas ingrijpen als er inbreuk wordt gemaakt op artikel 6 en artikel 24 van de Mededingingswet. Oftewel, als blijkt dat er afspraken zijn gemaakt tussen banken of zorgverzekeraars over bijvoorbeeld prijzen of het verdelen van klanten en gebieden. Pas dan is sprake van kartelvorming en kunnen we ze aanpakken. Als dat niet kan, dan kunnen we nog steeds marktstudies en aanbevelingen doen om het makkelijker te maken om een nieuwe bank of zorgverzekeraar te beginnen. ACM heeft verschillende mogelijkheden om kansen en keuzes voor bedrijven en consumenten te bevorderen. En die gebruiken we ook allemaal. Het gaat om het effect, niet per se om de hoogte van de boete.’
Dit is een ingekorte weergave van een interview dat onlangs verscheen in Tijdschrift voor Compliance. Het volledige interview is enkel tegen betaling verkrijgbaar.
16 Bijdragen
Monsieur le baron de Munchausen 5
Berend Pijlman 13
Monsieur le baron de MunchausenJan-Marten Spit 9
Natuurlijk, grootschaligheid levert soms (niet altijd) efficiëntievoordeel, een duopolie is beter dan een monopolie, en 5 spelers is nog beter dan twee. Economisch gezien is kartelvorming niet perse nadelig (schaalvoordeel bijvoorbeeld)- mits het kartel het niet te bont maakt. In de praktijk zie je dat kartels niet 'onwenselijk' zijn, maar een essentiële bouwsteen in het maatschappelijk model waarin regie mogelijk is. Het is immers simpeler om nationaal of geopolitiek beleid ten gunste van de BV Nederland af te stemmen met een handvol banken dan met 1500 banken die elkaars bloed wel kunnen drinken.
De ACM dient de BV Nederland ook. Daarom zal zij optreden tegen disfunctionele en exorbitante kartelafspraken, of tegen het blokkeren van innoverende nieuwkomers, maar niet tegen fusies en overnames die kartelgedrag faciliteren. Zo zijn we immers aan de banken, benzine, voedsel, pharma en IT kartels gekomen. Het kartel is een maatschappelijke bouwsteen, een werkelijkheid die typisch verstopt is achter een berg ideologisch gezwam voor de wezenloze meute - die je bij betekenisvolle discussies ook kan missen als kiespijn, zoals JC in de eerste reactie hier perfect illustreert.
Berend Pijlman 13
Jan-Marten SpitEnige voordelen die er zijn voor bedrijven in een oligopolie zijn onderhandelingsvoordelen. Richting personeel, afnemers en overheden. Voor de maatschappij betekent dit alleen nadelen.
Jan-Marten Spit 9
Berend Pijlmannee. je kan je martkmacht gebruiken in geopolitiek, maar alleen als je die effectief kan aansturen.
Monsieur le baron de Munchausen 5
Jan-Marten SpitHet feit dat er weinig competiitie is komt juist door een veelheid aan wetten en verplichtingen waar organisaties aan moeten voldoen voordat ze het speelveld mogen betreden. Dat houdt ze wel buiten de deur inderdaad.
Overigens is een monopolie ook een kartel.
Berend Pijlman 13
Monsieur le baron de MunchausenMonsieur le baron de Munchausen 5
Berend PijlmanJan-Marten Spit 9
Monsieur le baron de MunchausenMet kapitaalbuffers die je aanlegt dankzij het kartel kan je een nieuweling of dwarsligger de markt uit jagen, bijvoorbeeld door onder de kostprijs aan te bieden. Investeerders stoppen hun geld liever in kansrijke ondernemingen.
Geef tenminste een historisch voorbeeld van een stabiel functionerende vrije markt - dus zonder overheidsregulering. Inderdaad, die zijn er niet. En dat komt omdat markten met enige vorm van vrijheid een overheid nodig hebben om te bestaan. Het utopisch simplisme van de 'vrije markt' houdt geen rekening met de realiteit van valsspelers en spelbedervers.
Dat de overheid een monopolie heeft is overigens wenselijk. Ik zie niet welk doel concurrerende rechters, politiebureaus of legers zouden dienen. Vrije democratische besluiten resulteren in dwingend beleid - zo'n monopolie is niet hetzelfde als een monopolie in een markt. Je hanteert semantisch simplisme hier.
Ga eens monopoly spelen zonder spelregels. Ben benieuwd of je dat een levensvatbaar model acht voor de samenleving.
Monsieur le baron de Munchausen 5
Jan-Marten SpitDeze laatste variant is een marktverstoring omdat aanbieders en afnemers niet in vrijheid tot overeenstemming kunnen komen. Iedereen is een producent en iedereen is een consument. de gedachte dat consumenten volstrekt kansloos zijn overgeleverd aan gemene producenten is nogal bezijden de waarheid.
Vanzelfsprekend zijn zaken als diefstal, bedrog, afpersing, geweld, dreigen met geweld of andere onverkwikkelijkheden niet toegestaan. Maar dat is nooit toegestaan. Ook niet als je op zondagmiddag een ommetje maakt.
Vroeger, heel vroeger, bv ten tijde van de Hanze steden bemoeiden overheden zich nauwelijks met de handel van ondernemers. Vanzelfsprekend hadden deze behoefte aan afspraken en daarom maakten zij deze zelf. Eveneens vanzelfsprekend zijn er altijd die proberen die regels te slim af te zijn en zij werden vanaf dat moment door hun collega`s gewantrouwd en uitgesloten: "Met jou doe ik geen zaken meer".
Ook mijn argument tegen kartelvorming heb je weer verdraaid. Ik verwijs naar de verleiding voor deelnemers aan het kartel om de kartelprijs te onderbieden en daarmee in een klap een heleboel klanten te winnen. Jij praat over de mogelijkheid van een grote speler (al dan niet in kartelvorm) om een nieuwe, kleine speler prijsmatig uit de markt te duwen.
Jan-Marten Spit 9
Monsieur le baron de Munchauseneigendomsbescherming vergt een macht die dat kan afdwingen. een eerlijk process van vraag en aanbod vergt een macht die die eerlijkheid afdwingt, en dat is wat we verstaan onder regulering.
"de gedachte dat consumenten volstrekt kansloos zijn overgeleverd aan gemene producenten is nogal bezijden de waarheid. "
als de producenten bedrijven zijn met een omvang groter dan menig land, dan is dat niet bezijden de waarheid maar een realiteit die niet zo goed past in je simplistische ideologie.
"Vanzelfsprekend zijn zaken als diefstal, bedrog, afpersing, geweld, dreigen met geweld of andere onverkwikkelijkheden niet toegestaan. "
niet toegestaan door wie?
"Vroeger, heel vroeger, bv ten tijde van de Hanze steden bemoeiden overheden zich nauwelijks met de handel van ondernemers. Vanzelfsprekend hadden deze behoefte aan afspraken en daarom maakten zij deze zelf."
Borrelpraat.
"De Hanze probeerde door uitschakeling van concurrenten en onderdrukking van opkomende handelscentra een monopoliepositie te verwerven in het handelsverkeer: opkopen in productiegebieden, vervoeren, en verkopen in afzetgebieden van met name metalen, granen, hout, huiden, wol, wijn, zout en kruiden. Daarnaast verwierf zij het recht van stapel in de havens waar deze producten voor verscheping en ontscheping werden verzameld en opgeslagen."
"Ook mijn argument tegen kartelvorming heb je weer verdraaid."
Nee, ik heb het weerlegd.
"Ik verwijs naar de verleiding voor deelnemers aan het kartel om de kartelprijs te onderbieden en daarmee in een klap een heleboel klanten te winnen. "
Die verleiding bestaat niet omdat kartels rationeel zijn, en deelnemers elkaar niet naar de bodem jagen. Daarom zie je dit ook niet in het echt, maar alleen in jouw fantasie.
Monsieur le baron de Munchausen 5
Jan-Marten SpitNee, je verzint hier je eigen definities. Regulering is het ingrijpen in marktprocessen, ingrijpen in het proces van vraag en aanbod, vb: de overheid verbiedt goedkope gloeilampen aan te bieden en af te nemen. Er is dan geen vrije keuze meer van afnemers en geen vrije entree van aanbieders. Dat dergelijke wetgeving vervolgens afgedwongen moet worden door het juridische apparaat is een ander proces.
Jan-Marten Spit 9
Monsieur le baron de Munchausenwaarop jij zegt: "Regulering is het ingrijpen in marktprocessen" en dat dus in ontkenning beaamt.
"vb: de overheid verbiedt goedkope gloeilampen aan te bieden en af te nemen"
de overheid verbiedt ook de vrije verkoop van automatische wapens, met gif bespoten appels, de handel in kinderen en woekerrente. jammer dat de overheid niet kon wachten tot de geweldige vrije markt dat allemaal zelf oploste.
Je noemde de Hanzesteden, en weer is het klok en klepel. Het Hanzemonopolie is precies wat er ontstaat als je markten hun vrije gang laat gaan - concurrentie en nieuwkomers worden geweerd en gevestigde belangen verstevigd - het tegenovergestelde van een vrije markt.
Je theorie is volstrekt in tegenspraak met de duizenden jaren empirische data - onrealistisch en ondoordacht.
Monsieur le baron de Munchausen 5
Jan-Marten SpitMeer concurrentie tussen aanbieders leidt tot meer keuze voor afnemers (voor welke wetten wil je eigenlijk betalen en voor welke niet. Wil je betalen voor de war on drugs, de bouw van een nieuwe moskee, oorlogen in verwegistan of niet): hogere kwaliteit van aanbieders (rechters en eigendomsbeschermers worden gekozen, je kiest vanzelfsprekend degene die een behoorlijke service leveren voor een prijs die je bevalt) voor een lagere prijs (nu zullen rechters en anderen met elkaar moeten concurreren om de gunst van de consument op kwaliteit en op prijs). Het is kortom het verschil tussen een Trabant (matige kwaliteit, duur en lange wachttijden) en een veelheid aan automobielen met uiteenlopende prijzen maar allemaal brengen ze je van A naar B. Sommigen wat sneller en/of comfortabeler, dat wel. Als je dat problematisch vind dwing je iedereen maar een Trabant in.
Het heet een private law society
https://mises.org/library/state-or-private-law-society
Jan-Marten Spit 9
Monsieur le baron de MunchausenKijk je wel eens uit het raam?
Ongereguleerde markt => monopolie => jij geen geld meer en dus geen macht in ene systeem waar geld bepaald.
Die naïeve utopie die je is wijsgemaakt wordt vooral voorgestaan door machtsophoping die een broertje dood heeft aan het blokkeren van ongewenste en schadelijke activiteiten door de samenleving.
Jan-Marten Spit 9
Monsieur le baron de Munchausenbedoel je de doelstelling zoals zij gedefinieerd is op papier of de doelstelling die je kan afleiden uit het gedrag?
"Het feit dat er weinig competitie is komt juist door een veelheid aan wetten en verplichtingen waar organisaties aan moeten voldoen voordat ze het speelveld mogen betreden."
De overheid stelt geen wetten op om afgewerkte motorolie in de olijfolie te verbieden voordat een fabrikant dat daadwerkelijk deed. De wetten en verplichtingen zijn vaak een reactie op een 'vrije markt' die niet uit zichzelf wil deugen. Dat de overheid kartels ook faciliteert door wetgeving die in het belang van bestaande kartels wordt opgetuigd, dat ontken ik niet. Kartels kunnen dan ook een stuk effectievere lobbyen voor een gezamenlijk belang dan dat een veelvoud aan vurige concurrenten dat kunnen.
Macht is niet loyaal aan ideologie, maar strikt opportunistisch.