
Steeds meer mensen keren zich ontevreden af van de politiek. De triomf van Donald Trump laat zien hoe gemakkelijk hun boosheid misbruikt kan worden door allerlei volksmenners. Het wordt hoog tijd om de politieke discussie nieuw leven in te blazen. Gastauteur S. de Beter doet enkele suggesties.
Wat voor samenleving willen we eigenlijk, in moreel, sociaal en economisch opzicht? Daarover zou de politieke menings- en besluitvorming moeten gaan. Maar helaas gaat de politieke discussie de laatste jaren in Nederland steeds meer over de hoogte van de bezuinigingen, het toelaten of juist tegenhouden van vluchtelingen of over de kosten van de gezondheidszorg.
Niet alleen de thema’s zijn weinig inspirerend, ook de manier waarop de politieke discussie wordt gevoerd is voor een toenemend aantal mensen niet meer erg boeiend. Politieke partijen presenteren hun verkiezingsprogramma en kandidatenlijst, lijsttrekkers proberen zo vaak mogelijk in de media te komen, en we worden gebombardeerd met peilingen en andere speculaties over wie de winnaars en wie de verliezers zijn. Na de verkiezingen volgt er een ondoorzichtig schimmenspel van (in)formateurs, coalitievorming en regeringsakkoord. Als er uiteindelijk daadwerkelijk een regeringsploeg aan de slag kan, ligt de politieke discussie al enkele jaren vrijwel stil. Zij flakkert alleen even op bij onverwachtse gebeurtenissen en tegenvallende resultaten, maar beperkt zich meestal tot ad hoc schermutselingen in het parlement. Het is dan ook niet vreemd dat vele burgers zich aangetrokken voelen tot populistische partijen, en met name warm lopen voor referenda of de politiek helemaal ‘rechts laten liggen’.
Als er eindelijk een regeringsploeg aan de slag kan, ligt de politieke discussie al enkele jaren vrijwel stil
In deze tijd van massamedia en sociale media wordt er meer gepraat over politici en politieke partijen dan over politieke principes. En deze politici beperken zich meestal tot beleidsvoorstellen, die dan moeten worden doorgerekend, het liefst door het CPB. Maar het CPB-keurmerk is intussen een lachertje geworden: een soort religieus ritueel waar niemand meer in gelooft maar dat toch wordt gebruikt, louter en alleen om je politieke tegenstanders geen ‘scoringskansen’ te geven. Het laat vooral zien dat ‘de economische groei’ in onze seculiere samenleving de positie heeft van een nieuwe God — die ons in de steek dreigt te laten en daarom des te harder wordt aanbeden.
Concreet en beknopt
Ik geef hier enkele suggesties om het politieke debat weer interessant te maken. Om te beginnen moeten we het vooral gaan hebben over wat voor samenleving wij eigenlijk willen in de nabije toekomst. Denk aan ‘I have a dream’ van Martin Luther King. Het gaat dus om een toekomstvisie, en niet zozeer een verkiezingsprogramma dat vooral wordt gebruikt om kiezers te trekken om direct na de verkiezingen te worden vergeten. Die toekomst moeten we echter niet in de oneindigheid situeren, maar aan een concreet jaartal koppelen: wat willen wij bijvoorbeeld eind 2020 gerealiseerd zien?
Concreet zijn is ook van groot belang. Woorden als ‘duurzaam,’ ‘welzijn,’ ‘democratie,’ (minder) ‘marktwerking,’ ‘innovatie’ en ‘transparantie’ moeten we vermijden, omdat iedereen die begrippen anders invult. Het is veel uitdagender om concrete doelen en maatregelen te formuleren die naar jouw mening het beste bijdragen aan de realisatie van die abstracte idealen.
Beknoptheid is een vergelijkbare beperking die de politieke meningsvorming interessanter maakt. Naar analogie van het persoonlijke Sinterklaas-wenslijstje van Wilders — ook wel bekend als het PVV-verkiezingsprogramma — stel ik voor om het toekomstprogramma te beperken tot één A4’tje; daar kom ik nog op terug.
Het is veel uitdagender om concrete doelen en maatregelen te formuleren die kunnen bijdragen aan de realisatie van die abstracte idealen
Wat het peil van de politieke discussie ook omhoog brengt, is de combinatie van voor en tegen. Waarmee ik bedoel dat niet alleen wordt uitgesproken wat we in 2020 gerealiseerd willen zien, maar ook wat we niet meer willen. Een voorbeeld is de volgende formulering: ‘Het eigen risico in de zorg wordt vervangen door een geringe eigen bijdrage per medisch consult, tot een bepaald maximum per jaar.’
Om te zien waarom deze beperkende factoren zo belangrijk zijn, raad ik u aan een kijkje te nemen op de website van Positief Links. De onderwerpen waarover gestemd kan worden lopen uiteen van ‘schaf alle roltrappen af’ en ‘leer kinderen op de basisschool coderen’ tot ‘invoering sociale dienstplicht’ en ‘belast de dikke-ik, beloon positief gedrag met sociaal krediet’. Waar Wilders zich beperkt tot één A4’tje, hanteert Positief Links maar liefst drie internetpagina’s met thema’s die elkaar grotendeels overlappen en deels tegenstrijdig zijn. Bovendien is het volstrekt onduidelijk welke spelregels er worden gehanteerd en hoe de gepresenteerde uitslagen tot stand zijn gekomen. Kortom, een sympathiek initiatief, maar het lijkt op de bekende nachtkaars die vroegtijdig uitgaat.
Consensus in drie ronden
Geïnspireerd door de Delphi-methode, kom ik met de volgende procedure om stap voor stap een breed draagvlak te krijgen voor een gezamenlijk progressief toekomstprogramma. In de eerste ronde ligt het accent op de grove contouren van zo’n programma. Het beginpunt is een soort startlijstje met toekomstwensen, gerangschikt op volgorde van importantie waarbij de belangrijkste wens bovenaan staat en de meeste punten krijgt. Deze lijst kan als voorlopig referentiekader dienen. Iedere deelnemer kan in deze ronde één of meer nieuwe toekomstwensen van een eigen lijstje toevoegen, maar moet dan eerst een gelijk aantal programmapunten uit het startlijstje verwijderen, zodat ook het nieuwe lijstje op één A4 past. Ook is het toegestaan om alleen de volgorde te wijzigen van de bestaande punten op de lijst — en daarmee de prioritering aan te passen — zonder eigen punten toe te voegen. Tevens mag een deelnemer een punt inbrengen dat ook al door anderen is ingebracht; dit punt komt dan meerdere keren op de lijst voor. Het programmapunt dat collectief het hoogste aantal punten scoort, komt aan het einde van de eerste ronde helemaal bovenaan op de gezamenlijke lijst.
Het beginpunt is een soort startlijstje met toekomstwensen
Er zijn echter twee problemen. Ten eerste weten de deelnemers niet van elkaar welke nieuwe toekomstwensen worden toegevoegd. Dit leidt er onvermijdelijk toe dat de wensen van het startlijstje vaker op hogere plaatsen terechtkomen dan de ‘nieuwe’ politieke wensen die pas in de eerste ronde worden ingebracht. Deze vorm van voorselectie kan worden geminimaliseerd door deze nieuwe wensen te publiceren op een aparte lijst en deze online ter beschikking te stellen, voorzien van een korte argumentatie.
Het tweede probleem is dat sommige deelnemers in grote lijnen wel eensgezind zijn over een bepaald politiek principe, maar twisten over de beste formulering of toespitsing. Wordt bijvoorbeeld in het startlijstje een basisinkomen van 800 euro per maand voorgesteld, dan zijn er ongetwijfeld mensen die de invoering van het basisinkomen alleen willen steunen als dit hoger is dan het bijstandsniveau (zeg 1000 euro), of voorlopig beperkt blijft tot mensen die langer dan een jaar in de bijstand zitten.
Om die reden ligt in de tweede ronde het accent op fine-tuning. Voor elk van de belangrijkste items op de gezamenlijke lijst van de eerste ronde, worden diverse varianten en formuleringen geïnventariseerd en bediscussieerd. Vervolgens kan worden gestemd over welke formulering wordt gebruikt in de derde en laatste ronde.
Na deze twee rondes heeft iedere deelnemer een behoorlijk goed beeld van de diverse toekomstwensen en hun varianten, alsmede van de bijbehorende argumenten, om een definitief toekomstprogramma te maken. Evenals in de eerste ronde bepaalt het totaal aantal punten welke daarvan op het gezamenlijke toekomstprogramma terecht komen.
Vele toepassingen
Met het oog op de naderende verkiezingen is het verleidelijk deze exercitie vooral te gebruiken voor consensusvorming over een progressief toekomstprogramma, als inspirerende tegenhanger van het populistische alternatief. Ook ligt het voor de hand de mogelijkheden van internet hierbij te gebruiken, zoals Positief Links heeft gedaan. Maar waarschijnlijk is het vruchtbaarder om te beginnen met offline en lokale toepassingen, dus met groepssessies om de tafel. De voorgestelde methode kan immers ook in de klas (bij Maatschappijleer), op netwerkbijeenkomsten en zelfs op familiebijeenkomsten en bij vriendenclubs worden toegepast, en op land-, stads- wijk- of dorpsniveau. Een andere variant is om de discussie te beperken tot bepaalde maatschappelijke terreinen, zoals de gezondheidszorg of het onderwijs, al dan niet gerelateerd aan de betrokken ministeries. Denk aan een vraag als ‘Wat moet het ministerie van VWS of OCW in 2020 hebben gerealiseerd,’ en ‘Welke begrotingsposten moeten dan omhoog of omlaag?’
Waarschijnlijk is het vruchtbaarder om te beginnen met groepssessies om de tafel
Een andere variant is om het toekomstprogramma alleen op morele en sociale vraagstukken te richten, en economische kwesties buiten beschouwing te laten. Dan gaat het bijvoorbeeld om de vraag welke maatschappelijke spelregels wij in 2020 gerealiseerd willen zien. Zoals: ‘de helft van de leden van raden van toezicht — of andere controlerende commissies — moet via loting zijn ingevuld’. Of: ‘asielzoekers en andere buitenlanders die hier willen wonen, moeten vanaf een maand na aankomst worden ingeschakeld bij maatschappelijke taken (zolang ze geen baan hebben)’. Ik verwacht meer eensgezindheid als de meningsvorming niet vertroebeld wordt door allerlei irrelevante economistische argumenten. De pretentie van veel economen dat zij voor vrijwel ieder beleidsvoorstel de gevolgen voor het begrotingstekort of de werkgelegenheid kunnen voorspellen, doet mij vooral denken aan het sprookje over de keizer zonder kleren.
Leve de diversiteit
De voorgestelde exercitie kan erop gericht zijn zo veel mogelijk draagvlak te creëren voor een gezamenlijk progressief toekomstprogramma, maar vaak is het zinvoller om juist te kijken naar de diversiteit in opvattingen en wensbeelden. Zelfs wanneer een stevige consensus wenselijk lijkt, is het vaak beter om eerst een duidelijk onderscheid te maken tussen convergerende en divergerende toekomstwensen. De laatste categorie — de toekomstwensen waarover de meningen sterk uiteen lopen — kan eventueel in een nieuwe discussieronde worden ingebracht, nogmaals voor zover consensus wenselijk of noodzakelijk is.
Dat laatste is zeker niet altijd het geval. Denk aan een exercitie op wijkniveau met als basisvraag ‘hoe moet onze wijk er in 2020 uitzien qua groenvoorziening?’ Er is niets op tegen dat het groen in de ene helft van de wijk sterk verschilt van de groenvoorzieningen in de andere. Integendeel, op heel veel beleidsterreinen is diversiteit juist beter, zodat de betrokkenen zo veel mogelijk hun eigen voorkeuren kunnen volgen zonder anderen in de weg te zitten.
Hoe nu verder?
Het mooiste zou zijn om de voorgestelde politieke meningsvorming in diverse varianten en op uiteenlopende plekken en politieke niveaus uit te proberen. Ook hier is trial and errror de beste weg om bruikbare spelregels te selecteren. Zo ben ik nieuwsgierig naar de verschillen die het gebruikte medium teweegbrengt. Levert deze exercitie via internet een ander resultaat op dan als een vergelijkbare groep mensen dit ‘toekomstspel’ op een fysieke plek gaat spelen? Leidt het gebruik van digitale media inderdaad tot meer polarisatie, zoals je vaak hoort en leest?
Een andere interessante kwestie is het gebruik van prognoses. Deelnemers krijgen dan de mogelijkheid voorspellingen te doen over de ‘uitslag’ van de desbetreffende ronde. Zo kunnen deelnemers proberen in te schatten of een bepaald programmapunt bij vrouwen hoger scoort dan bij mannen, of dat een punt door sommige inkomensgroepen relatief vaak wordt genoemd.
Wat mij persoonlijk intrigeert: gaan deelnemers hun mening bijstellen als ze verwachten dat hun oorspronkelijke mening niet zo hoog zal scoren? Oftewel: hoe groot en doorslaggevend is het verlangen om deel uit te maken van ‘het winnende team’? Maar ook het omgekeerde kan het geval zijn: veel mensen zijn geneigd te denken dat hun mening wordt gedeeld door de overgrote meerderheid van de bevolking of van hun peer group, het ‘valse consensus effect’. Kortom, voer voor politicologen en andere sociale wetenschappers.
Leidt het gebruik van digitale media inderdaad tot meer polarisatie?
Als wetenschapper ben ik gefascineerd door dit soort vragen, maar als burger heb ik vooral belangstelling voor de ‘verbindende kracht’ van mijn voorstel. Is mijn hoop gerechtvaardigd dat deze exercitie leidt tot meer onderlinge verbondenheid en ook tot meer aandacht voor diversiteit en gezonde wedijver? Welke groepen of organisaties willen deze aanpak eens uitproberen? Gezien de populistische opmars is het de hoogste tijd dat we van onderop met creatieve en concrete oplossingen komen om onze gemeenschapszin te activeren voor een betere samenleving en de daarvoor benodigde economie — in die volgorde.
Via het e-mailadres dat op mijn website staat vermeld, kunt u een aanvraag indienen voor mijn lijst van toekomstwensen voor een beter en beschaafd Nederland.
16 Bijdragen
Frans 5
"De triomf van Donald Trump laat zien hoe gemakkelijk hun boosheid misbruikt kan worden door allerlei volksmenners"
Trump een volksmenner noemen en dan uw lijst "beter en beschaafd" noemen. Welk deel van de discussie over wegzetten van de keuze v/d kiezer had u niet begrepen?
hein vrolijk 6
FransFrans 5
hein vrolijkhein vrolijk 6
FransRoland Horvath 7
Een absoluut noodzakelijk middel om bij te dragen aan inhoudelijke en waarheidsgetrouwe politiek is het volk meer zeggenschap te geven -waar het artikel over gaat- ook onder de vorm van bindende referenda.
Ieder jaar bindende referenda, die indien geaccepteerd, door regering en staten generaal moeten uitgevoerd worden in de mate van het mogelijke en het redelijke zoals in Zwitserland. Eén van de referenda: Een vertrouwensstemming over het beleid. Als er geen meerderheid voor is, dan volgen verkiezingen voor de 1e en de 2e Kamer.
NB: Zulk een vertrouwensstemming ook in de EU. Geen meerderheid voor, dan verkiezingen voor Parlement en Raad. De Raad, 4 rechtstreeks verkozen permanente leden per staat. De EU Commissie komt dan voort uit een ideologische meerderheid in Parlement en Raad.
Lydia Lembeck 12
Roland HorvathJan Willem de Hoop 12
Het zou ons een beter inzicht kunnen geven waar we ons voordeel mee zouden kunnen doen. Alleen moet je bij een dergelijk eperiment niet vooraf vooruit lopen op eigen (politieke) voorkeuren.
Jammer alleen dat in de inleiding Trump. Je moet de keuze die in een democratisch land wordt gemaakt gewoon respecteren. Tevens is de kans niet zo groot dat wat wij hier weten voldoende is om te weten wat inwoners VS ervaren en wat hun motivatie is. Ook jammer dat toenemend populisme wordt gezien als noodzaak van het best wel interessante idee.
De belangrijkste motiviatie van dit eperiment ligt volgens mij in het onbehagen in onze democratie dat al meerdere verkiezingen speelt, en waar wisselende uitslagen, wisselend coalities, blijkbaar tot onvoldoende tevredenheid bij de mensen heeft geleid.
Lydia Lembeck 12
Jan Willem de HoopJan Willem de Hoop 12
Lydia LembeckZouden wij het prettig vinden als inwoners VS of Turkije de hele dag bezig zijn met alles en nog wat van ons te vinden? De aard van veel maatschpelijke problemen zijn best wel ingewikkeld, dus laten we het niet nog eens etra ingewikkeld gaan maken. Al dat Trump en Erdogan kan zomaar ook eens een heldere blik op problemen in eigen land in de weg zitten. (Maar mogelijk dat het natuurlijk zo ook is bedoeld.)
Lydia Lembeck 12
Jan Willem de Hoop'Al dat Trump en Erdogan kan zomaar ook eens een heldere blik op problemen in eigen land in de weg zitten. (Maar mogelijk dat het natuurlijk zo ook is bedoeld.'
Zou zomaar kunnen. ;)
MaartenH 10
Berend Pijlman 13
En de economie laten we aan economen want dat gaat nu heel goed, not.
Zie toch liever loting zodat een steekproef van de bevolking zich in behapbare taken kan vastbijten.
jp rebel 2
Buiten liepen de provinciale rent-a-crowds rokend te vendelzwaaien en te folderen, een mooie traditie in deze regio.
Aan tafel richtte de discussie zich toen op wie zeker niet terug zou mogen in de Rada. Enige misdadig incompetenten kwamen ter sprake, wat machtswellustelingen, aantal zoontjes & vrouwtjes van-, dieven en corrupte honden. De sfeer was bedrukt.
Maar twee biertjes later waren we eruit, de oplossing is even geniaal als briljant, even democratisch als uitvoerbaar namelijk: de kieswet zodanig amenderen dat de burger de mogelijkheid wordt gegeven niet alleen een stem vóór, maar ook een stem tegen te geven.
Om de doorbraak te vieren namen we 50 gram vodka de man en iemand zocht z’n Ipad en schreef de regels op:
1 Een stem vóór is altijd geldig
2 Een tegenstem is alleen geldig in combinatie met een stem vóór.
3 Een tegenstem heeft de waarde van een halve stem voor.
De gevolgen hiervan zijn natuurlijk niet te overzien dus de devushka werd op de heupen geslagen en toen de fles Ruskiy Standart eenmaal op tafel stond kwamen we een heel eind:
De kiezer kan op de keerzijde van ’t stembiljet met 1 extra kruisje een meer dan symbolische bijdrage leveren aan het wegdrukken van de politicus/partij waar ze het meest over gezeurd hebben, de afgelopen tijd. Een bevredigend gevoel. Wij gokten 20% hogere opkomst en dat is veel waard in deze tijden.
Foutmarges in de peilingen nemen toe waardoor de uitslag meer dan voorheen een verrassing is. Coalitie onderhandelingen op voorhands zijn zinlozer dan ooit.
De conversatie ten tijde van de verkiezingen gaat er ook op vooruit want het is minstens zo amusant om in debat te gaan over de lachwekkende imcompetentie en het vilein karakter van politici als over hun soliede dossierkenni
Tineke 2
Maak beloftes persoonlijk. Geen termen zoals De banken sector , de ECB enz maar met naam van degene die verantwoordelijk is voor keuzes en beslissingen. Beleidsmakers schuilen zich maar al te vaak achter dergelijke instanties/bedrijven en willen niet de gevolgen dragen van grote consequenties in de maatschappij. Maar als de bom barst in Europa dan staan ze met zijn allen op Schiphol om te vluchten naar bijv Australie Nw Zeeland waar ze hun bedje al hebben gespreid.
Lydia Lembeck 12
TinekeZouden we dat al niet jaren geleden zijn gaan doen? Staat me wel iets van bij, nog. Nooit gebeurd. M.a.w. hoogste tijd dat we dat gaan doen. Heeft te maken met de MSM die het niet durven denk ik. Sowieso de publieke omroep zal het niet doen ivm subsidies die ze van de Overheid krijgen. De financiële sector zit diep in de politiek volgens mij. Wat mij betreft mag het nu echt van start gaan. Niet alleen de corrupte politici in Vrij Nederland aan de schandpaal nagelen, maar mediabreed. VN is een blad dat lang niet iedereen leest. Het lijkt mij hard nodig dat iedereen leert wie er wel en vooral wie je niet kunt vertrouwen.
Een hartgrondig JA dus, Tineke.
Marla Singer 7
Individualisatie, globalisatie, consumptie maatschappij en neo-liberaal/pseudo kapitalistisch elite.
De politiek luistert niet meer naar het volk maar laat zich grotendeels leiden door gesponsorde instituten en denktanks. De averij die ze oploopt wordt dan weer gladgestreken door dezelfde PR machine die teert op de onzekerheid van jonge meisjes en geldingsdrang van mannen van middelbare leeftijd.
Als je het volk meer inspraak wilt geven kan je gebruik maken van een 'digitale democratie' en daarmee het monopolie van politieke besluitvorming uit de handen van de elite wrikken. De gemeentes willen nu al zoveel mogelijk contact met burgers digitaliseren. Met die kennis kunnen ze ook meer in gaan zetten om hun beleid af te stemmen op aangeven van niet alleen kiesgerechtigden maar iedere burger. Dat kan dan doorgezet worden naar een landelijk niveau.