© ANP/ Inge van Mill

Investeringsplan VNO-NCW is ronduit schaamteloos

Werkgeversvoorzitter Hans de Boer pleit voor grote overheidsinvesteringen in tal van sectoren, want daar zou heel Nederland beter van worden. Zijn oproep komt nogal laat, volgens Ewald Engelen. Want waarom kwam dit pleidooi niet jaren geleden al, toen onze economie kapot werd bezuinigd? De Boer is vooral ongelooflijk hypocriet.

Vorige week donderdag pleitte Hans de Boer, voorzitter van VNO-NCW, in het Algemeen Dagblad voor een investeringsprogramma à la Trump. Verwijzend naar het positieve oordeel van de OESO over de voorgenomen infrastructurele investeringen van de Amerikaanse president-elect, riep De Boer een toekomstig kabinet op om niet meer zo zuinigjes te doen. In plaats daarvan zou zo’n kabinet gewoon eens 7,5 miljard euro in tien tot twintig concrete projecten moeten stoppen. Een dergelijke investering zou ‘groei en werkgelegenheid voor iedereen’ creëren, aldus De Boer.

De Boer suggereerde bij Pauw dat Trump zijn plan van VNO-NCW had afgekeken

Wat die projecten zouden moeten zijn, wordt duidelijk uit het Next Level-project dat VNO-NCW afgelopen zomer lanceerde. Daarin staat de bekende riedel van infrastructuur, innovatie, voedselveiligheid, energietransitie, digitalisering, vitale steden, circulaire economie en ondernemerschap. Diezelfde avond suggereerde De Boer bij Pauw dat Trump zijn plan van VNO-NCW had afgekeken.

Als door een wesp gestoken

Het is verheugend dat VNO-NCW eindelijk het licht heeft gezien en pleit voor budgettaire verruiming, in plaats van de verkrapping die Rutte 1 en 2 met steun van zowat de voltallige oppositie — SP en Partij voor de Dieren uitgezonderd — de afgelopen zes jaar tot grote schade van Nederlandse huishoudens en kleinbedrijven hebben nagejaagd. Maar het is ook ongelooflijk hypocriet om ineens de genereuze, verlichte meneer te gaan uithangen. Waar was VNO-NCW toen Rutte 1 en 2 de ene na de andere operatie aankondigden om de lasten te verzwaren of om te buigen? 

De enige die destijds van werkgeverskant bezwaar aantekende was Hans Biesheuvel van MKB Nederland — en die mocht dan ook snel zijn biezen pakken. Biesheuvel werd opgevolgd door de ‘gelijkgeschakelde’ Michiel van Straalen; die laatste heeft sinds zijn benoeming geen woord uitgebracht dat de belangen van het grootbedrijf eventueel zou kunnen schaden.

Waar was VNO-NCW toen Rutte 1 en 2 de ene na de andere operatie aankondigden om de lasten te verzwaren of om te buigen?

En waarom reageerde VNO-NCW steeds als door een wesp gestoken wanneer de president van De Nederlandsche Bank weer eens opriep tot een loongolfje in de exportsector om de binnenlandse bestedingscrisis waar Nederland mee kampte op private wijze op te lossen? Een beetje minder buitensporige winst voor het exporterende grootbedrijf om de binnenlandse koopkracht op te vijzelen en de overlevingskansen van het midden- en kleinbedrijf te vergroten, was kennelijk teveel gevraagd. Dat zegt veel over de machtsverdeling binnen de werkgeversorganisatie.

Diefstal

Ronduit schaamteloos is het dat De Boer goede sier maakt met een investeringsplan dat zeer precies is over de 7,5 miljard euro die de belastingbetaler mag bijdragen en vaag over de 100 miljard euro die zijn achterban zou moeten doneren. Het lijkt sterk op een sigaar uit onze eigen doos, die De Boer hier lonkend aan zijn natuurlijke achterban — het Nederlandse grootbedrijf — voorhoudt, en heeft dan ook meer weg van diefstal dan van een investeringsplan.

Want laten we wel wezen: als De Boer investeringen zo belangrijk vindt, waarom heeft hij dan zijn eigen achterban nooit aangesproken op haar belastingmoraal? In vijftien jaar tijd is de bijdrage van het grootbedrijf aan de schatkist in de vorm van vennootschapsbelasting pakweg gehalveerd. Bedroeg het aandeel daarvan aan de totale staatsinkomsten in 2000 nog zo’n 12 procent, anno 2016 is dat gedaald tot pakweg 6 procent. Denk niet dat dit ten koste is gegaan van de publieke uitgaven: alles wat het grootbedrijf niet betaalt, heeft Jan Modaal mogen opbrengen. En dus zijn de loonbelasting, de sociale premies en de consumptiebelasting (BTW) navenant gestegen. Datzelfde geldt voor de verduurzaming van onze energie- en voedselproduktie. Het enige waar de polder goed in is, is het sluiten van convenanten — en ondertussen glijdt Nederland steeds verder weg op de duurzaamheidslijstjes.

Alles wat het grootbedrijf niet betaalt, heeft Jan Modaal mogen opbrengen

Nóg meer douceurtjes

En het wordt nog erger. Niet alleen betaalt het grootbedrijf minder en minder belasting, als het aan VNO-NCW ligt wordt dat alleen maar nog minder: omineus kondigt Next Level een nieuw rapport aan over een belastingstelsel dat het concurrentievermogen van Nederland niet schaadt — en dan weet iedere burger dat zij nog meer het haasje zal zijn. Ook ontvangt het grootbedrijf gigantische subsidies in de vorm van belastingaftrekbare rentebetalingen op schulden, vrijstelling van BTW voor zwaar vervuilend energieverbruik, veel lagere gastarieven dan u en ik moeten betalen, vrijstelling van het herstellen van ecologische schade, en publieke investeringen in onderwijs, infrastructuur en rechtszekerheid. Daarnaast heeft het een steeds grotere zeggenschap over de publieke bestedingen aan onderzoek en ontwikkeling (topsectoren) en ontvangt het een eindeloze stroom aan publieke garanties die private risico’s overhevelen naar de staat en daarmee naar de belastingbetaler.

Terwijl het grootbedrijf zwemt in de kasreserves, nog nooit zulke hoge winsten heeft geboekt, nauwelijks hoeft bij te dragen aan het onderhoud van onze materiële en immateriële infrastructuur, maar mondjesmaat investeert en vooral grossiert in verspillende fusies en overnames, winsten liever uitkeert aan aandeelhouders dan er nuttige dingen mee te doen en aan steeds minder Nederlanders een baan biedt —  tussen 1985 en 2012 daalde het aantal werknemers in ons land van de vijf grootste multinationals met 74 (!) procent — bestaat Hans de Boer het om de politiek op te roepen onze kostbare belastingcentjes te gebruiken voor nóg meer douceurtjes aan datzelfde grootbedrijf.

Van de zoveelste grootzakelijke greep uit uw en mijn portemonnee een investeringsplan maken dat ‘een nieuw, wervend en ambitieus perspectief voor alle Nederlanders’ moet bieden – je moet maar durven.