
De Nederlandse Vereniging van Makelaars en de Vereniging Eigen Huis openen een meldpunt voor marktverstoringen. Columnist Jasper du Pont legt uit waarom dat onterecht is en verklikt - met gevoel voor ironie – onze zuiderburen.
Op 3 maart openen de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) en Vereniging Eigen Huis (VEH) een meldpunt voor ongewenste marktverstoringen op de woningmarkt. Op de website van de NVM valt te lezen dat deze actie is gericht tegen de verkoop van corporatiewoningen. Deze zijn immers gebouwd op kavels met lage (gesubsidieerde) grondprijzen waardoor corporaties korting kunnen bieden onder de reële marktwaarde, aldus NVM.
Wat bepaalt de grondprijs?
Om dit in context te kunnen plaatsen, is het goed om te weten dat grondprijzen doorgaans worden vastgesteld door de geschatte verkoopwaarde van een te bouwen koopwoning te nemen en daar de bouwkosten van een huis vanaf te trekken. Wie de berichtgeving over de woningmarkt volgt, weet dat de waarde van woningen volgens de NVM en VEH wordt bepaald door de ‘betaalbaarheid’, de rentelasten die men kwijt is aan een huis. Dit is direct terug te zien in de woonquotes waar banken en het NIBUD mee rekenen en waarbij de bruto hypotheeklast meestal zo’n 28 procent van het bruto inkomen mag bedragen. Eén marktverstoring, die inmiddels soms al in 1 op de 6 gevallen optreedt, is overigens de grootschalige inzet van startersleningen waarmee deze financieringslast zo’n 20 procent kan worden opgerekt. Je kunt natuurlijk zeggen dat een door de overheid vastgestelde maximale woonquote een prijsdrukkende marktverstoring is, maar deze dient ter compensatie voor staatsgaranties (NHG), waardoor banken roekeloos (uit)leengedrag zouden kunnen gaan vertonen. In landen om ons heen bestaan dergelijke garanties niet, en daar zijn de door de bank bepaalde maximum leningen meestal dan ook lager.Subsidie-carrousel
Bij deze financieringslast is echter uitgegaan van het feit dat mensen hypotheekrenteaftrek kunnen genieten in Nederland. In 2011 bijvoorbeeld, betaalden we met z’n allen 33 miljard euro rente, waarvan we 14 miljard ‘terugkregen’. Je kunt je dus voorstellen dat de leencapaciteit wordt beïnvloed door de hypotheekrenteaftrek. Als we immers zo’n 40 procent terugkrijgen, kun je aannemen dat het evenwicht in de betaalbaarheid ook zomaar 30 procent hoger zou kunnen liggen dan anders het geval was. Precies daar ontstaat een probleem voor grote groepen Nederlanders, die niet kunnen of willen kopen. Huizen zijn veel duurder dan ze zouden zijn zonder renteaftrek, maar de prijs van een koopwoning bepaalt de prijs van de grond. En de prijs van de grond bepaalt de prijs van de huurwoning die er op wordt gebouwd. De prijs van de huurwoning bepaalt vervolgens de hoogte van de maandelijkse huur. Ik kom niet heel vaak cijfers tegen op dit punt, maar de aanname dat een investeerder ongeveer 1/200e van de verkoopwaarde van de woning als maandhuur wil rekenen zit volgens mij niet ver van de werkelijkheid. Omdat die huurder vervolgens geen renteaftrek geniet, is de vrije sector huurmarkt vrijwel nihil in dit land. Marktverstoring nummer twee.
2 Bijdragen
Jasper
jsmid