
Gaat het echt beter met ons wanneer de economie groeit? Lees meer
'De economie groeit, dus het gaat goed met Nederland.' Dit soort uitspraken hoor je vast wel eens voorbij komen. Maar klopt dat wel? Waar praten we nu eigenlijk over als we het over de economie hebben?
Economie is een sociale wetenschap – het gaat over mensen en hun interactie. In veel economische discussies is deze menselijke factor alleen ver te zoeken en wordt er vooral gegoocheld met cijfertjes. Economie wordt zo een onnavolgbaar onderwerp voor iedereen die niet van wiskunde houdt; en daar lijdt het maatschappelijk debat onder. Economische argumenten worden regelmatig op dogmatische wijze ingezet om politieke besluiten te legitimeren – zonder aandacht te schenken aan de sociale implicaties. De economische leer vormt zo de perfecte sluier voor machtsmisbruik.
Het geloof in 'economische groei' heeft daarmee veel weg van een religie: in de veronderstelling dat het goed voor ons is – maar zonder echt te begrijpen waarom – lopen we als makke lammetjes achter de predikers van de economische waarheid aan. In het dossier 'De economische religie' ontkrachten we economische mythes en belichten we het maatschappelijke aspect achter de cijfertjes.
Polmans onvermogen om Unilever te verduurzamen is een maatschappelijk probleem
Podcast | Geen subsidies voor bedrijven, maar een betaalde baan voor iedereen
Geen subsidies voor bedrijven, maar een betaalde baan voor iedereen
Wat er écht gebeurt als een wereldwijde crisis ons raakt
Joseph Stiglitz: ‘We hebben luid protest nodig tegen de stille invloed van het grote geld’
OESO zet revolutionaire stap en wil geen pleisters meer plakken
Blind afbouwen van de staatsschuld? Investeer liever in de samenleving
De economische statistiek wordt van binnenuit aangevreten
We zijn verslaafd aan goedkoop geld, maar doen er te weinig mee
Een decennium crisis: we hebben niets geleerd
Beeld door Lena Bell (via Unsplash) © CC0 (Publiek domein)
Hoe econoom Dani Rodrik globalisering wil redden van haar cheerleaders
Lange tijd gold econoom Dani Rodrik vanwege zijn scherpe kritiek op de globalisering als een vreemde eend in de bijt. Met de ontwikkelingen van de afgelopen jaren kunnen zijn ideeën echter op een stuk meer sympathie rekenen; wat gastauteur Robert Went betreft is Rodrik's nieuwe boek dan ook een absolute aanrader.
Begin deze maand, 3 november om precies te zijn, was het Nederlandse Economendag. Net als ieder jaar werd de dag afgesloten met de zogenaamde Tinbergenlezing; ditmaal was de eer aan de Turkse Harvard-econoom Dani Rodrik. Op diezelfde dag publiceerde Het Financieele Dagblad een portret van de econoom, waarin ik zei dat Rodrik wat mij betreft een Nobelprijs verdient.
Op Twitter reageerde iemand op mijn uitspraak met de stelling dat Rodrik die prijs nooit zal krijgen: hij houdt zich immers te veel met de echte wereld bezig. Toen Bas Jacobs, de voorzitter van de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde — de organisatoren van de bewuste dag en de club waar alle economen in ons land lid van zijn (of zouden moeten zijn) — dat aanhaalde in zijn slotwoord, grapte Rodrik: ‘Dan heb ik dus een excuus.’
Rodrik staat al geruime tijd bekend als een wat vreemde eend in de bijt. In 1997 ging hij al tegen de heersende economische stroom in met zijn boek ‘Has globalization gone too far?’. Dit kritische werk over de (vermeende) zegeningen van steeds verdergaande globalisering werd hem door vakgenoten niet in dank afgenomen. In het voorwoord van zijn nieuwe boek over de wereldhandel komt hij hier op terug:
‘Nearly two decades ago, as my book Has Globalization Gone Too Far? went to press, I approached a well-known economist to ask him if he would provide an endorsement for the back cover. I claimed in the book that, in the absence of a more concerted government response, too much globalization would deepen societal divisions, exacerbate distributional problems, and undermine domestic social bargains — arguments that have become conventional wisdom since. The economist demurred. He didn’t really disagree with any of the analysis but worried that my book would provide “ammunition for the barbarians.” Protectionists would latch on to the book’s arguments about the downsides of globalization to provide cover for their narrow, selfish agenda. It’s a reaction I still get from my fellow economists.’
Je kunt niet tegelijk nationale staten, democratie en verregaande globalisering hebben: je moet er twee kiezen
Globaliseringstrilemma
Het thema van Rodrik’s lezing was ‘Economics, Globalization, and the Populist Backlash’. Daar schrijft hij ook veel over in zijn onlangs verschenen boek Straight talk on trade: Ideas for a sane world economy, wat mij betreft een absolute aanrader. Dit nieuwe werk bouwt voort op zijn boek De globaliseringsparadox, waarin hij op toegankelijke wijze voor een breed publiek schrijft over het ‘globaliseringstrilemma’. Eerder vroeg hij hier in blogs en academische papers ook al aandacht voor.
Volgens dit trilemma kun je niet tegelijk nationale staten, democratie en verregaande globalisering hebben: je moet er twee kiezen. In 2011 presenteerde Rodrik deze globaliseringsparadox tijdens de jaarlijkse lecture die we als WRR organiseren. In onze meest gelezen longread (tot dusver), getiteld ‘Hoeveel globalisering verdraagt de mens’, vatten Hella Hueck en ik de opties die we hebben kort samen: Willen we een sterke, democratische natiestaat, dan is er geen globalisering mogelijk; gaan we voor een sterke natiestaat en globalisering, dan is er geen democratie; kiezen we tot slot voor globalisering én democratie, dan komt de natiestaat in het geding.
Volgens sommigen is dit een tautologie, en ik heb ook wel eens een econoom horen zeggen dat het trilemma geen mening is, maar een feitelijke vaststelling. Dat laatste lijkt me juist. Je kunt voor een uiterste van het trilemma kiezen: veel beleidsmakers en internationale instituties hebben lange tijd sterk de neiging gehad om steeds verder in de richting van hyperglobalisering te willen gaan. Dat gaat ten koste van nationale democratie, voorkeuren en institutionele verschillen. In de praktijk zal het echter vaak om gradaties gaan, of om een richting die je wilt bevorderen.
Deze zomer schreef de Financial Times in een boekbespreking het volgende over dit idee: ‘Rodrik’s thesis has aged rather well. Indeed, if anything, the political and economic turmoil that has shaken the world’s major democracies in the 10 years since the global financial crisis shows that the trilemma is sharper and more painful than ever. It also shows that governments are no nearer coming to terms with it than they were when he first formulated it.’ Politieke elites hebben ‘either tried to wish away the trilemma altogether or else sought to “make possible the impossible” by torturing terms like democracy and sovereignty into near-meaninglessness. The consequences have been predictably severe, with populists of various stripes gaining ground across the EU’ (zie ook het trilemma voor de eurozone).
Modellen en groeidiagnostiek
Wie de vele columns, interviews en papers van Rodrik volgt, komt in zijn nieuwe boek Straight talk on trade: Ideas for a sane world economy een aantal bekende zaken tegen. Maar er zit ook veel nieuws in: zo heb ik veel opgestoken van een hoofdstuk over economie, politiek en ideeën, waarin hij zich keert tegen te simpele ‘rational-choice political economy’. Zo schrijft Rodrik: ‘Interests are not fixed or predetermined. They are themselves shaped by ideas – beliefs about who we are, what we are trying to achieve, and how the world works. Our perceptions of self-interest are always filtered through the lens of ideas. In truth, we don’t have “interests.” We have ideas about what our interests are.’
‘It’s OK to say “I don’t know” when asked about the economy’
Voor wie Rodrik nog niet zo goed kent, is zijn nieuwe boek ook een mooie introductie in veel van zijn andere werk: daarvan is veel verwerkt. Zo publiceerde hij in 2015 Economics Rules, een veelgeprezen boek over economen en hun modellen, waar deze tien regels voor economen in staan:
Ten Commandments for Economists
- “Economics is a collection of models; cherish their diversity.
- It is a model, not the model.
- Make your model simple enough to isolate specific causes and how they work, but not so simple that it leaves out key interactions among causes.
- Unrealistic assumptions are OK; unrealistic critical assumptions are not OK.
- The world is (almost) always second best.
- To map a model to the real world you need explicit empirical diagnostics, which is more craft than science.
- Do not confuse agreement among economists for certainty about how the world works.
- It’s OK to say “I don’t know” when asked about the economy or policy.
- Efficiency is not everything.
- Substituting your values for the public’s is an abuse of your expertise.”
(Bron: Rodrik 2015: 213-4)
Een gezonde wereldeconomie
Een van mijn andere favorieten van Rodrik, die ook terugkomt in zijn nieuwe boek, is One Economics, Many Recipes: Globalization, Institutions, and Economic Growth, dat in 2009 verscheen. Samen met zijn collega Ricardo Hausman ontwikkelde Rodrik de groeidiagnostiek die in dit boek beschreven wordt. In ons WRR-rapport ‘Minder pretentie, meer ambitie’, dat gaat over de toekomst van ontwikkelingshulp, breken we daar ook een lans voor. Tijdens de hoogtijdagen van de Washington Consensus, en later de Washington Consensus plus, werd eigenlijk gezegd tegen ontwikkelingslanden die meer groei en ontwikkeling willen: ‘Wordt maar net als Denemarken of Nederland, dan komt alles goed.’ Maar daar koop je als overheid van een arm land met beperkte middelen niets voor: wat moet je dan als eerste doen?
Het antwoord op die vraag verschilt per land, en je zou dan moeten zoeken naar het belangrijkste obstakel – de binding constraint – voor meer groei, en die proberen op te ruimen. Daarna kun je een tweede obstakel aanpakken, enzovoorts enzoverder. Dat is allemaal niet simpel, maar Rodrik c.s. ontwikkelden een manier om de meest knellende obstakels voor groei te identificeren, en er ook een ‘mindbook’ gemaakt om daarmee aan te slag te kunnen gaan. Dat kan leiden tot een concretere manier om economische groei te bevorderen dan met een schot hagel van aan ‘best practices’ ontleende maatregelen en ingrepen.
Rodrik is inmiddels een invloedrijke denker over economische globalisering, die over de hele wereld lectures geeft, beleidsmakers spreekt, en wordt geïnterviewd. Hij stelt zich tot doel globalisering te redden van haar cheerleaders, die de afgelopen tijd zijn gaan waarschuwen voor een ‘backlash’ tegen globalisering. Zijn nieuwe boek is rijk aan ideeën en voorstellen, die deels voortbouwen op De Globaliseringsparadox of daar verdere uitwerkingen van zijn.
Wat mij zelf onder meer aanspreekt (zie ook twee artikelen en een presentatie bij BuZa van mijn hand op mijn website), is zijn pleidooi vóór meer ruimte voor nationale keuzes en voorkeuren en tégen grote verwachtingen over wat met meer global governance te bereiken is: terug naar de ‘subsidiariteit’.
We leven niet in een ‘first best world’
Nationale staten zijn, anders dan door sommigen is voorspeld, niet verdwenen of minder belangrijk geworden in de geglobaliseerde wereld van nu: ze zijn juist belangrijker geworden. En ze zijn — en blijven — de basiseenheid waarin beleid en keuzes worden gemaakt en legitimiteit kunnen krijgen. Rodrik pleit daarom voor ‘global governance light’: ‘A thinner set of rules that recognizes the diversity of national circumstances and the demands for policy space. Yet discussions in the G20, World Trade Organization, and other multilateral fora proceed as if the right remedy is more of the same — more rules, more harmonization, and more discipline on national policies.’
Om dat wat concreter te maken: met nieuwe handelsverdragen is niet veel meer te bereiken, schrijft Rodrik: je haalt er veel mee overhoop voor weinig extra welvaart. Tijdens een bijeenkomst op het ministerie van Buitenlandse Zaken gedurende zijn bezoek aan ons land, zei Rodrik dat hij de WTO-agenda voor verdere liberalisering van handel direct in zou willen leveren voor een effectieve internationale aanpak van belastingontduiking en -concurrentie. Hij pleit ook voor het centraler stellen van de belangen van de factor arbeid in internationale verdragen, want die zijn tot nog toe gedomineerd door de factor kapitaal. Waarom mogen, om een voorbeeld te geven, van de WTO wél beschermende maatregelen genomen worden als bedrijven zich benadeeld voelen door dumping van bijvoorbeeld zonnepanelen uit China, maar níét als vakbonden klagen over ‘sociale dumping’ — dat wil zeggen: als er goederen worden geïmporteerd die onder slechte sociale arbeidsomstandigheden zijn geproduceerd en dit ons sociaal model dreigt te ondermijnen?
Het is even wennen voor de cheerleaders van globalisering, maar we leven niet in een ‘first best world’. In de echte wereld — diezelfde wereld die Rodrik wellicht van een toekomstige Nobelprijs af gaat houden — is sprake van wrijvingen, belangentegenstellingen en uiteenlopende voorkeuren. Dan kun je voor de legitimiteit van je beleid en van globalisering beter gaan voor theoretisch minder perfecte oplossingen. Doe daarom jezelf en de wereld een plezier, en lees het nieuwe boek van Dani Rodrik.
15 Bijdragen
Jean Wanningen 6
Matthijs 11
Annemiek van Moorst 11
Jean Wanningen 6
Annemiek van Moorst"He makes a case for a pluralist world economy where nation-states retain sufficient autonomy to fashion their own social contracts and develop economic strategies tailored to their needs. Rather than calling for closed borders or defending protectionists, Rodrik shows how we can restore a sensible balance between national and global governance. Ranging over the recent experiences of advanced countries, the eurozone, and developing nations, Rodrik charts a way forward with new ideas about how to reconcile today’s inequitable economic and technological trends with liberal democracy and social inclusion."
Annemiek van Moorst 11
Jean WanningenMatthijs 11
Annemiek van MoorstDe les van Rodrik is dus vooral dat dat trilemma bestaat en dat mensen zich daar bewust van moeten zijn. Waar je jezelf dan vervolgens wilt plaatsen (Eurofiel vs "we bepalen alles zelf wel/grenzen dicht") is een individueel/politiek vraagstuk.
Diny Pubben 9
Annemiek van MoorstIk ga een stap verder, noem mezelf een data en systeem nationalist, vind dat sommige (roof)data in eigen land horen te beginnen met Hippocrates en niet op servers in de VS. Nog beter, in eigen beheer. Criticaster uit eigen land, ook gehoord bij ICT hoorzittingen, kent de gevaren van het BSN nummer heeft nu gitzwart beeld is voor privacy en tegen de sleepwet. Gaten in de privacy van belastingen / financiën tot medische gegevens. https://www.computable.nl/artikel/opinie/magazine/6248140/5215853/dataveiligheid-een-verloren-zaak.html?utm_source=dlvr.it&utm_medium=twitter
Het is Omtzigt die spreekt met Snowden en zich vastbijt in die datawereld. Misstanden bij de belastingdienst.
j.a. karman 5
Annemiek van Moorst[Verwijderd]
Marla Singer 7
[Verwijderd]De bewegingen om de EU tot een staat te brengen is ook niet uniek want er zijn ook soortgelijke bewegingen bij de andere continenten. Zuid-Amerika, Noord-Amerika, Afrika, Oceanië hebben allemaal organisaties die de landen willen samenvoegen tot een superstaat. Als die superstaat er is moet er vervolgens dan een wereldstaat komen.
squarejaw 5
De EU heeft de globalisering geheel en zonder enig voorbehoud omarmd als de enige weg voorwaarts. En inderdaad voert de EU oorlog tegen de natiestaten binnen de EU en is zij bezig de bevoegdheden van die natiestaten zoveel mogelijk in te perken, zo niet af te schaffen. Precies hetzelfde gebeurt met de democratieën binnen Europa: die worden steeds verder uitgehold, ingeperkt en ontmanteld. In Nederland zien we dit momenteel onder onze ogen gebeuren: de afschaffing van zowel het raadgevend referendum als de dividendbelasting, evenals de wijze waarop dit gebeurt zijn bij uitstek voorbeelden van deze trend. Bovendien heeft democratie alleen betekenis als zij geldt voor een groep mensen die een bepaalde lotsverbondenheid met elkaar delen. Dit kan binnen de grenzen van een gemeente, een provincie of een natiestaat, maar is zonder die grenzen betekenisloos. Globalisering is de praktijk van het neoliberalisme. Globalisering moet per definitie zowel de democratie als de natiestaten ontkennen en bestrijden omdat globalisering geen grenzen accepteert. Globalisering is het onverbiddelijke primaat van het kapitaal, en daarmee de ontkenning van alle menselijke waarden. Globalisering light bestaat niet. Solidariteit en zelfs het idee van een samenleving gaan niet samen met globalisering. Thatcher's "there is no such thing as society" kwam niet uit de lucht vallen. De neiging van democratieën om te vervallen tot oligarchieën (zie de USA!) wordt door globalisering versterkt en versneld.
Ik denk derhalve dat de uiteindelijke keus zal gaan tussen globalisering (en de huidige EU) aan de ene kant en democratie en het behoud van de natiestaat aan de andere kant. De Britten hebben die keus inmiddels gemaakt.
Annemiek van Moorst 11
squarejawIk denk dat globalisering zonder neoliberalisme mogelijk is. Ik denk dan aan globale maatregelen en samenwerking op het gebied van klimaatverandering, energietransitie, bescherming van inheemse volkeren en bossen, educatie en wetenschap en veel minder aan (neoliberale) markt en opdringen van de westerse levenswijze en dito troep aan anderen. Lokale productie, lokale beslissingen en globale samenwerking.
Dat heb ik liever dan de natiestaat die geneigd is tot 'nazistaat' te vervallen.
De regelgeving van de EU is op veel vlakken soms beter voor de bevolking dan die in Nederland. Nederland kiest relatief vaker voor neoliberale, Engelse of Amerikaanse slappere normen die ten koste gaan van bescherming van de burgers en natuur (Round Up e.d; maken van locopreparaten door apothekers voor alle patiënten.). Ik heb meer vertrouwen in de EU dan jij squarejaw ofschoon ik wel vind dat er meer democratie moet komen.
Ik ben optimistisch dat de afwijzing van het neoliberale gedachtengoed na de val van Trump en de GOP in een versnelling komt. Buiten dat is de USA inmiddels vervallen tot een derdewereld land met een te grote bek. Richt de blik op het oosten. De UK zal een enorme duikvlucht nemen wat tot nieuwe inzichten zal leiden.
Overigens ben ik van mening dat Hongarije uit de EU moet worden gezet.
Anton Van de Haar 8
Natiestaat: een groep individuen (staatsburgers) die beschikt over een grondgebied en over een rechtsstelsel dat een bepaalde wijze van politieke machtsuitoefening legitimeert, waarbij sprake is van politieke en maatschappelijke eenheid; de inwoners hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen door een gemeenschappelijke taal en cultuur.
Democratie: een staatsvorm waarin de staatsburgers, al dan niet via vertegenwoordiging, de hoogste macht hebben en een grote sturende invloed hebben op het regeringsbeleid.
Globalisering: een ontwikkeling waarbij investeerders en bedrijven op het gebied van investeringen, productie en afzet steeds meer op internationaal niveau opereren, wat vereist dat nationale barrières voor geld- en handelsstromen steeds meer worden weggenomen.
Als ik van deze definities uitga, dan liggen althans voor mij twee conclusies voor de hand, waaruit overigens eerder een dilemma dan een trilemma naar voren lijkt te komen:
Ten eerste. Een democratie en een natiestaat kunnen niet zonder elkaar bestaan. Of beter gezegd, het ene kan op termijn niet zonder het andere overleven. Want alleen als in een land “de neuzen in voldoende mate dezelfde kant op staat” is een regeringsbeleid mogelijk waar het gros van de bewoners van dat land zich in voldoende mate in kan vinden. Je zou wat dat betreft kunnen spreken van natiestaatdemocratie. Neem bijvoorbeeld de VS. De neuzen staan daar steeds minder dezelfde kant op, en dat komt het democratische gehalte van dat land niet bepaald ten goede.
... vervolg hierna
Anton Van de Haar 8
Ten tweede. Globalisering en natiestaatdemocratie zitten elkaar bijna per definitie in de weg, omdat globalisering vereist dat dat nationale barrières voor geld- en handelsstromen worden weggenomen. Want dat betekent automatisch dat de manoeuvreerruimte voor individuele regeringen wordt verminderd. En des te minder beleidsruimte een regering heeft, des te minder valt er voor de burgers te sturen.
Deze laatste conclusie sluit naar mijn idee overigens goed aan bij de wens van Rodrik om de WTO-agenda voor verdere liberalisering van handel in te leveren voor een effectieve internationale aanpak van belastingontduiking en –concurrentie en voor het centraler stellen van de belangen van de factor arbeid in internationale verdragen, ten koste van de belangen van de factor kapitaal. Want dat zijn ingrepen waarmee de manoeuvreerruimte van de individuele regeringen weer wordt verhoogd, en daarmee de democratische stuurruimte voor hun kiezers.
jan oosterbaan