Kinderen krijgen warme lunch op school. Taos County, New Mexico, december 1941. Beeld: NARA

Kinderen krijgen warme lunch op school. Taos County, New Mexico, december 1941. Beeld: NARA © CC0 (Publiek domein)

Hoe Nederland wordt klaargestoomd voor schoollunches

De wetenschap en het bedrijfsleven zijn naarstig op zoek naar bewijzen die vóór invoering van schoollunches in het basisonderwijs pleiten. Deze vorm van lunchen op school zou obesitas bestrijden en leerachterstanden verminderen. Het resultaat: gezonde, vitale kinderen en daling van zorgkosten. Maar dat de zoektocht veel weg heeft van een lobby die vooral de belangen van wetenschappers en ondernemers zelf dient, daar hoor je niemand over.

Ouders die waarde hechten aan het smeren van de boterhammetjes van hun schoolgaande kroost kunnen de komende jaren nog wel eens bedrogen uitkomen: de ‘verzorgde’ schoollunch komt eraan. Als je een aantal wetenschappers in de preventieve geneeskunde en volksgezondheid mag geloven, zijn schoollunches in het basisonderwijs hét middel in de strijd tegen overgewicht, obesitas en gezondheidsachterstanden.

Maar of de schoollunch werkelijk zoveel gezonder is dan de meegebrachte bammetjes van thuis, dat valt nog te bezien. En omdat wetenschappers en ondernemers het Nederlandse basisonderwijs als nieuwe afzetmarkt van hun onderzoeken en producten zien, dreigen de lunches een speelbal van commerciële en wetenschappelijke belangen te worden.

Over deze reeks

Overgewicht onder kinderen in Nederland is een groeiend probleem. Een hecht en mediageniek groepje hoogleraren is ervan overtuigd dat gezonde lunches op basisscholen een effectief preventiemiddel zijn. De wetenschap werkt hierin samen met het bedrijfsleven. Hoe zuiver is dat?

Ruim tien procent van de kinderen in de basisschoolleeftijd heeft last van overgewicht. Nog eens 3,5 procent heeft ernstig overgewicht. Een ongezonde leefstijl, zoals weinig bewegen en ongezond eten, zijn de belangrijkste oorzaken. De rijksoverheid wil dit terugdringen, maar wil daarbij niet ingrijpen in het ouderlijk gezag.

Scholen willen ook best wat doen aan de obesitasepidemie, maar zij hebben onvoldoende middelen en mankracht om het ongezonde gedrag dat thuis wordt aangeleerd bij te sturen. Daarnaast zijn er genoeg scholen die dat vooral de verantwoordelijkheid van ouders vinden. Scholen kampen sowieso al met vele andere problemen: een tekort aan leerkrachten, hoge werkdruk, relatief veel uitval door ziekte. Om nog maar te zwijgen van de ontevredenheid van docenten over hun salarissen.

Maar als onderwijzend personeel het er niet bij kan hebben, en het scholen structureel aan budget ontbreekt, wie gaat het lunchen op school dan betalen? Kun je ouders dwingen tot een ‘vrijwillige’, al dan niet inkomensafhankelijke bijdrage? En wie durft er aan de keuzevrijheid van ouders te komen?

Misschien hebben de voorstanders van de schoollunch de beste bedoelingen, maar er zijn veel verschillende belangen. Wetenschap, bedrijfsleven, scholen, onderwijzers, ouders; ze hebben allemaal hun eigen visie. En omdat het basisonderwijs een nieuwe markt belooft te worden, staan private partijen zoals cateraars en supermarkten ondertussen vooraan om het plan door te drukken. Wat is er van die goede bedoelingen nog over? In een reeks artikelen legt FTM de achterliggende belangen bloot.

 

Lees verder Inklappen

Het achterliggende idee van verzorgde lunches op school is dat door kinderen minimaal één gezonde maaltijd per dag te geven, er wordt gewerkt aan een gezondere leefstijl. Dat lijkt logisch: volgens onderzoek uit 2011 is het voedingspatroon van kinderen en volwassenen in Nederland rijp voor verbetering. En een gezondere leefstijl nu, betekent over het algemeen een betere gezondheid op latere leeftijd, wat weer leidt tot lagere zorgkosten.

Het vrijgekomen geld kan vervolgens weer aan de “voorkant” geïnvesteerd worden, zo luidt de hypothese. In nieuw wetenschappelijk onderzoek naar preventief ingrijpen in de strijd tegen overgewicht bijvoorbeeld, of in publiek-private samenwerkingen tussen wetenschappers en het bedrijfsleven om de obesitasepidemie een halt toe te roepen.

Ook zien wetenschappers grote verschillen in voedingsgedrag tussen sociaal economische groepen; een gezonde schoollunch kan hier volgens nog lopende wetenschappelijke experimenten mogelijk verandering in brengen. Een tovermiddel dus, maar wel één waar vooralsnog stevig wetenschappelijk bewijs voor ontbreekt. De effectiviteit van schoollunches is in Nederland nog niet wetenschappelijk aangetoond, maar daar wordt momenteel hard aan gewerkt.

Het broodtrommeltje is passé

Zo experimenteert de Franse multinational Sodexo in samenwerking met wetenschappers van Universiteit Maastricht met schoollunches in Zuid-Limburg; ondertussen onderzoeken Wageningen University Research (WUR) en de Vrije Universiteit (VU) tezamen met Albert Heijn de effecten van schoollunches op basisscholen in Ede en Amsterdam. Het resultaat: een rapport, mét bijbehorend implementatieplan, dat voor invoering van de schoollunches in het basisonderwijs pleit.

En onlangs verscheen volksgezondheidwetenschapper Jaap Seidell in Het Parool met een serie over ‘gezond’ eten; het laatste deel ging over eten op school. De kop van dat stuk — ‘Opvoeden via de schoollunch: leuk, lekker en leerzaam’ — is veelzeggend. Afgelopen jaar pleitten Seidell en enkele wetenschappers van de Universiteit Maastricht daarnaast in NRC voor ‘gezonde schoollunches’ in het basisonderwijs.

Ook Alexander Rinnooy Kan vindt wat van schoollunches

De boodschap moge duidelijk zijn: het broodtrommeltje is passé. Dit kwam ook weer terug in het artikel over schoollunches dat Seidell in 2016 samen met collega-wetenschapper en D66-senator Alexander Rinnooy Kan voor NRC schreef. Want ook Rinnooy Kan, een man met tientallen nevenfuncties, vindt wat van schoollunches.

‘Kinderen eten te weinig groenten, want maar één procent van de Nederlandse kinderen haalt de groentenorm. Daar schrik ik van,’ zo meldt hij aan FTM. En als Rinnooy Kan ergens van schrikt, dan heeft dat effect: volgens de Volkskrant is hij één van de twintig meest invloedrijke mensen van Nederland. 

Een gezonde schoollunch kan volgens Rinnooy Kan verandering in de zaak brengen: ‘In mijn ideale wereld zijn dat warme lunches, met veel groenten, soep met salade of een bescheidenere variant met boterhammen, maar dan wel met gezond brood en beleg,’ zegt Rinnooy Kan desgevraagd. 

Dat roept de vraag op uit hoofde waarvan Rinnooy Kan zich opwerpt als propagandist van de schoollunch. Is het als maatschappelijk gedreven, uit naam van collega-politici, simpelweg als opa die het ‘gerommel met broodtrommeltjes van zijn kleinkinderen’ maar niets vindt, wellicht als lobbyist van wetenschappers en cateraars of is zijn ideale wereld op meerdere van deze redenen gegrondvest? 

Alexander Rinnooy Kan

Ik kom aan deze overtuiging vanuit het idee dat ‘we’ hier iets te pakken hebben

Rinnooy Kan: ‘Ik kom aan deze overtuiging vanuit het idee dat ‘we’ hier iets te pakken hebben dat en dat we dit in Nederland moeten gaan regelen, want kinderen krijgen structureel te weinig groente en vezels binnen.’ Rinnooy Kan is er als voorstander van de (warme) schoollunch van overtuigd dat het broodtrommeltje zijn langste tijd heeft gehad. Volgens een ingewijde ‘is het slechts nog een kwestie van tijd, voordat wetenschappelijk onderzoek ‘nut en noodzaak’ van lunchen op school gaat aantonen.’

Experimenteren met kinderen

Wetenschappelijke experimenten rondom het lunchen op school zijn in Nederland op één hand te tellen. Één hiervan is ‘de Gezonde Basisschool van de Toekomst’ (GBT); hierover schreef Follow the Money al eerder. Dit wetenschappelijke experiment op basisscholen richt zich ‘op het bevorderen van gezondheidswinst bij kinderen en beoogt een verbetering van schoolresultaten en welbevinden’.

De GBT is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en de invloed van het experiment op de kinderen wordt dan ook netjes gemeten. Dit in tegenstelling tot een project zoals De Gezonde Schoolkantine, dat vooral leunt op integrale samenwerking met het bedrijfsleven en amper de effecten bijhoudt.

Begin dit jaar leek het erop dat de GBT er met het onderzoek naar gezonde schoollunches van de WUR en VU een concurrent bij kreeg. Volgens projectleider Monique Vingerhoeds (WUR) is het echter ‘eerder een samenwerking’. Zo zit in de klankbordgroep van het VU/WUR-onderzoek een oude bekende van de GBT: Onno van Schayck, hoogleraar preventieve geneeskunde van Universiteit Maastricht en tevens initiator van de GBT. Jaap Seidell van de VU zit dan weer in de adviesraad van de GBT. 

‘We willen allemaal hetzelfde, namelijk dat kinderen gezonder gaan eten’

Van Schayck ziet de beide studies in elkaars verlengde: ‘Het onderzoek van Wageningen en Amsterdam is eigenlijk onze opvolger, maar dat zien zij zelf mogelijk anders.’ Ook projectleider Vingerhoeds is vooral van mening dat de onderzoeken elkaar aanvullen: ‘Bij ons ligt de focus op lunch en verschillende lunchconcepten, waarbij de GBT zich richt op de gehele leefstijl van kinderen.’ 

Wel zijn er flinke verschillen in de onderzoeksbudgetten. Daar waar de GBT voor de gehele onderzoeksperiode 15 miljoen euro heeft staan, moet het samenwerkingsverband VU/WUR, waaraan ook Sarphati Amsterdam en Albert Heijn meedoen, het stellen met een totaal projectbudget van ‘slechts’ 1,3 miljoen euro voor een periode van drie jaar.

Volgens Vingerhoeds kunnen de projecten elkaar versterken. Daarom is er regelmatig contact tussen de onderzoekers van VU/WUR en de GBT. ‘We willen allemaal hetzelfde, namelijk dat kinderen gezonder gaan eten,’ meldt Vingerhoeds.

Dan is het enige dat in dit plaatje nog ontbreekt een stimuleringsmaatregel vanuit de overheid. Hierover zei de projectleider eerder: ‘Een verplichtstelling van lunches zou bij kunnen dragen aan de discussie met ouders. De weerstand bij ouders rondom schoollunches lijkt namelijk vooralsnog vrij groot.’

Maar wat als ouders inderdaad tegen invoering zijn? Kunnen zij het tij dan nog keren, of gaat de zoektocht naar wetenschappelijke bewijs door en staat niets een invoering van schoollunches nog in de weg? Hierover meer in het volgende deel.