© Solidarity Center 2014

Hoe vereiste hervormingen de Oekraïense mijnsteden tot wanhoop drijven

Hervormen is hét buzzword in de Oekraïense politiek. Onder supervisie van de EU en het IMF moet de regering van president Poroshenko een ongekend grote hoeveelheid hervormingen doorvoeren. De grootste kritiek op de Oekraïense regering is dat dit veel te langzaam gaat. Maar is dat wel zo? Wij zochten het uit aan de hand van de hervormingen in de kolenindustrie van Oekraïne.

Wanneer je in Oekraïne aan willekeurige voorbijgangers op straat vraagt wat ze vinden van de hervormingen, krijg je als eerste reactie vaak een ongelovige blik toegeworpen die zoveel zegt als: ‘welke hervormingen?’. Of mensen nu voor of tegen het associatie-akkoord zijn, vrijwel iedereen geeft aan last te hebben van de stijgende levenskosten en stagnerende of zelfs verdwenen inkomsten door het verlies van werk, gekoppeld aan de enorme inflatie (45 procent in 2015). Ook de Nederlandse regering is zich bewust van deze ‘ontevredenheid’, zo blijkt uit de door ons opgevraagde Wob-documenten.  

In feite komen de werkloosheid, inflatie en stijgende levenskosten deels voort uit hervormingen, sinds 2014 doorgevoerd door de Oekraïense regering en op last van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). In totaal zal het IMF Oekraïne gedurende vier jaar 17,5 miljard dollar lenen. Dit geld komt in delen. Wanneer het IMF vindt dat Oekraïne zich niet aan de voorwaarden houdt, kan het Fonds deze financiële levenslijn doorsnijden en gaat Oekraïne failliet (meer over het IMF en de Oekraïense schuldenlast in het volgende artikel in deze serie).

In ruil voor één van de tranches  van de IMF-lening moet Oekraïne een einde maken aan de subsidies in de energiesector. Een belangrijk onderdeel van deze sector is de kolenindustrie in Oekraïne. Deze is al jarenlang niet winstgevend, kent grote veiligheidsproblemen en is zeer vervuilend. De meeste kolenmijnen konden alleen voortbestaan dankzij de steun van de Oekraïense staat.

De meeste kolenmijnen konden alleen voortbestaan dankzij de steun van de Oekraïense staat

Het resultaat van de bezuinigingen is dat veel van de kolenmijnen nu gedwongen worden te sluiten. De mensen die hier werken worden aan hun lot overgelaten. Geld om de nieuwe werklozen op te vangen heeft de regering niet. De mijnwerkers die in protest komen tegen de sluiting worden geïntimideerd. Tijdens ons bezoek aan het westelijk gelegen mijnbolwerk Novovolynsk werd duidelijk dat de manier waarop de Oekraïense kolenindustrie wordt ‘hervormd’ veel weg heeft van shocktherapie. Met nadruk op de shock van de bezuinigingen en zonder de therapie die de gevolgen kan opvangen.

‘Een sociale explosie’

Novovolynsk is een kleine stad van ongeveer 50.000 inwoners op nog geen 20 kilometer van de grens met Polen. Op de gebouwen in dit rustige, bijna uitgestorven provinciestadje staan nog altijd leuzen tegen de in 2014 afgezette president Janoekovitsj. De rekken van de speeltuinen zijn net als op veel plekken in Oekraïne, na de Maidan revolutie overgeschilderd in het geel en blauw van de nationale vlag. Aan de zijkant van het plein waar het gemeentehuis staat is een kantoor van de Rechtse Sector-partij. Hier wordt gerekruteerd voor het omstreden Azov vrijwilligersbataljon en kan geld gedoneerd worden om kleding en eten voor de soldaten te kopen. Bij de kruidenier op de hoek krijgen familieleden van de mannen die zijn opgeroepen naar het front twintig procent korting op hun aankopen. ‘In Novovolynsk’, zo vertelt de burgemeester ons later, ‘is 99 procent van de bevolking voor Europa.’

Naast pro-Maidan, pro-Europa en anti-Russisch is Novovolynsk boven alles een mijnstad. Ze is in de jaren vijftig van de vorige eeuw gebouwd om de in de omgeving rijkelijk aanwezige kolen te ontginnen. De belangrijkste straat heet de 'kolenstraat' en twee metershoge goudkleurige standbeelden van een mannelijke en een vrouwelijke mijnwerker sieren het centrale plein. De mijnbouw is symbolisch en economisch van groot belang voor de stad. Maar gezien de snelheid waarmee de kolenmijnen in dit gebied verdwijnen, zal het vooral deze symboliek zijn waar de inwoners van Novovolynsk in de toekomst op terug moeten vallen.   

In de omgeving van Novovolynsk zijn tien kolenmijnen. Zes daarvan zijn in de afgelopen jaren gesloten. Hetzelfde lot wacht de drie mijnen die nog wel operationeel zijn. Nummer tien is wegens een chronisch gebrek aan investeringen al sinds 1989 in aanbouw. Volgens de burgemeester Viktor Zaphozhnikov, die al zestien jaar aan de macht is, zal de sluiting van de mijnen een 'sociale explosie' veroorzaken: ‘Nog altijd zijn er 3.000 mensen aan het werk in deze industrie. Als de mijnen worden gesloten zijn de gevolgen niet alleen dat er 3.000 werklozen bijkomen, je moet ook rekening houden met hun families. Twintig procent van de stad is afhankelijk van de mijnindustrie.’

Eind vorig jaar was er al wat van deze ‘explosie’ te merken. Meer dan 1.000 mijnwerkers protesteerden tegen de sluiting van de mijnen en het feit dat hun lonen al drie maanden niet waren uitbetaald. Ze organiseerden demonstraties door de stad, blokkeerden de wegen en trokken uiteindelijk zelfs meerdere keren naar Kiev om daar verhaal te halen. Voor een deel was deze beweging, onder leiding van de onafhankelijke vakbond voor mijnwerkers, de NPGU, succesvol. De lonen werden door het ministerie van Energie en Kolenindustrie uitbetaald. Het plan om de mijnen te sluiten bleef echter op tafel liggen.

Het is opvallend dat Oekraïne op dit moment juist een groot tekort kent aan kolen. Veel van de kolenmijnen liggen in gebieden waar gevochten wordt, of die zich onafhankelijk hebben verklaard van Kiev. De productie is hier deels stil komen te liggen. Hoewel er wel degelijk handel in steenkool plaatsvindt tussen deze gebieden en de rest van Oekraïne, is dit niet genoeg gebleken om te voldoen aan de vraag. Met als gevolg dat grote ladingen relatief dure kolen uit Zuid-Afrika en Australië wordt geïmporteerd. Tot woede van de bevolking en de mijnwerkers in Novovolynsk.

Mijn 1

In de wachtkamer van het hoofdgebouw van mijn 1 zit een vrouw in tranen op de bank bij het raam. Ze is weduwe van één van de twee mijnwerkers die een maand geleden zijn omgekomen toen op 400 meter diepte een gang instortte. De mijn ligt sindsdien stil. Op het monument bij de ingang van de mijn zijn de namen gegraveerd van de 22 doden die hen voorgingen in de afgelopen 60 jaar. Andrej, de hoofdingenieur van mijn 1, wijst naar de bovenste naam. 'Dat is de grootvader van iemand die hier nu werkt.'

'Mijn 1 is de grootste uit de regio', vertelt Andrej, die na zeven jaar werken onder de grond is opgeklommen tot hoofdingenieur. ‘We hebben een productiecapaciteit van 100.000 ton kolen per jaar, maar op het moment ligt het werk stil.’ Het gros van de productie van de mijn gaat naar één van de elektriciteitscentrales van DTEK, dat in handen is van de oligarch Rinat Akhmetov. Net als zijn collega's en de vakbond heeft Andrej zich nog niet neergelegd bij de aanstaande sluiting van mijn 1. ‘Op dit moment is de mijn niet winstgevend, maar als we investeren wel. We hebben een plan opgezet waarin we binnen drie jaar winstgevend kunnen zijn. Er is tien miljoen euro nodig voor modernisering, nieuwe apparatuur en verbeterde veiligheid.’

'Ze kunnen geen geld verdienen met corruptie, dus doen ze niks'

Voor dit plan zijn zelfs al investeerders gevonden volgens de ingenieur. Voor de eerste twee jaar is er een investeerder uit Kiev, waarvan Andrej overigens weigert de naam te noemen. Daarna wordt er gerekend op steun van de Chinese ontwikkelingsbank. Deze bank wil echter alleen investeren in de mijnen als de overheid garant staat en daar lijkt de Oekraïense overheid niet toe bereid.

Het grootste probleem is volgens Andrej dat zowel de lokale als de nationale overheid niet meewerkt. Andrej: ‘De lokale administratie wil de mijnen gewoon sluiten. Het kost de stad geld en er ligt 26 hectare land met vele gebouwen erop die ze voor andere doeleinden willen gebruiken.’ Op nationaal niveau zijn het de adviseurs van de minister van Energie en Kolenindustrie Voldymyr Demchyshyn die volgens hem dit plan tegenwerken. ‘Het kan zelfs zo zijn dat de minister niet eens weet van dit investeringsplan. Zijn adviseurs houden het tegen omdat er voor hen niks te halen valt. Ze kunnen geen geld verdienen met corruptie, dus doen ze niks.’

De Smotryaschyi

Eén van deze adviseurs in het ministerie van Energie en Kolenindustrie is Andre Vengrin. Een 'smotryaschyi', volgens ingenieur Andrej, wat zich nog het best laat vertalen als een waarnemer, maar dan van de criminele soort. Hij speelt een belangrijke rol in het tegenwerken van het plan om mijn 1 open te houden.

‘Al sinds mijn zeventiende werk ik in de mijnen,’ aldus Anatoli Mukhamedzhanov, die sinds enkele jaren leider is van de onafhankelijke vakbond voor mijnwerkers NPGU. ‘Ik ben nu 55 jaar oud en eigenlijk zou ik tijd met mijn vrouw moeten doorbrengen, of aan het vissen zijn. In plaats daarvan ben ik volledig gericht op de vakbond.’ Mukhamedzhanov geeft aan dat het werk voor de NPGU de afgelopen jaren veel van hem heeft geëist. Maar ondanks een gebrek aan geld of basale hulpmiddelen als een pc om op te werken, heeft hij het grootste deel van de mijnwerkers uit mijn 1 achter zich gekregen. Nadat het de NPGU lukte om eind 2015 de achterstallige lonen uitbetaald te krijgen, is de bond zich gaan richten op het openhouden van deze en andere mijnen in Volyn.

Een maand geleden betaalde Mukhamedzhanov de hoogste prijs voor zijn werk tot nu toe. Een groep van acht mannen zocht hem op in zijn kantoor en sloeg hem in elkaar. Als we Mukhamedzhanov ontmoeten in een cafe in het centrum van de stad is nog duidelijk te zien dat hij met zijn rechterbeen sleept. De kneuzingen op zijn gezicht zijn inmiddels hersteld. De aanval vond plaats op het kantoor van mijn 1. Mukhamedzhanov: ‘Een van de mannen begon te schreeuwen dat hij me zou vermoorden en naar het bos zou brengen. Op dat moment viel hij me aan.’ Na de aanval werden ook de vrouw en kinderen van Mukhamedzhanov bedreigd. ‘Voor ze weg gingen vroegen ze of ik aangifte zou doen. Ik heb nee gezegd, uit angst.’

Na het incident moet Mukhamedzhanov onder behandeling in het ziekenhuis van Lutsk, een kleine honderd kilometer naar het oosten. In reactie op het geweld protesteren ‘zijn’ mijnwerkers drie dagen lang bij het hoofdkantoor van Volynkool, het staatsbedrijf dat de mijnen in handen heeft. ‘Er is een directe link tussen mijn aanvallers en de directie van Volynkool, aldus Mukhamedzhanov. Er zou een bijeenkomst zijn geweest tussen leden van de directie en één van de aanvallers. Dit vermoeden wordt vervolgens bevestigd wanneer tijdens de protesten drie vice-directeuren naar Kiev vluchten, waarvandaan ze per mail hun ontslag aanbieden.

Burgemeester Zaphozhnikov van Novovolynsk

Het sluiten van de mijnen zal een sociale explosie veroorzaken

Een dag voordat wij Mukhamedzhanov spreken werd de vakbondsman gebeld door zijn aanvaller met de vraag of ze elkaar dezelfde middag nog konden ontmoeten. Mukhamedzhanov stemt toe en hoewel hij vreest voor zijn veiligheid verloopt de bijeenkomst deze keer zonder geweld. ‘Hij (de aanvaller) begon te schreeuwen dat hij een Oekraïense patriot was en lid van de Rechtse Sector-partij. Ik vroeg aan hem wie de opdracht had gegeven tot de aanval en toen zei hij dat dat Andrej Vengrin was, een adviseur van minister van Energie en Kolenindustrie Demchyshyn’.

Het motief van Vengrin om de opdracht te geven is volgens Mukhamedzhanov duidelijk: ‘Het ministerie wil de mijn sluiten en wij willen hem openhouden. Het punt is om de invloed van de vakbond te breken.’ Ook voor de aanval saboteerde Vengrin al het werk van de mijn. Mukhamedzhanov: ‘Probeer je voor te stellen hoe onze mijn werkt. De kolen die wij produceren zijn niet direct geschikt voor gebruik in de energiecentrales van DTEK. Die moeten eerst verwerkt worden om de kwaliteit te verhogen. Pas als dit is gebeurd krijgen wij ons geld. Vengrin heeft dit proces geblokkeerd en op dit moment ligt er 34.000 ton kolen opgeslagen. Toen de burgemeester (van Novovolynsk) hem hier over belde zei Vengrin simpelweg dat hij het had verboden.’

Hier komt volgens Mukhamedzhanov bij dat met het sluiten van de mijnen gemakkelijk veel geld kan worden verdiend. ‘Het kost ongeveer 30 miljoen hryvna (ongeveer 1 miljoen euro) om mijn 1 een jaar te laten draaien. Het sluiten van de mijn zal 100 miljoen hryvna kosten.’ Een kolenmijn afsluiten is niet een kwestie van het licht uitdoen. ‘Je hebt vervolgens een paar firma’s met de juiste connecties die op papier laten zetten dat ze alles netjes hebben afgesloten, maar niemand zal checken of ze dat ook werkelijk hebben gedaan.’ Als deze firma’s de pompen uitzetten en de kilometers lange gangen onder water laten lopen, wordt een controle vrijwel onmogelijk.

Shock zonder therapie

‘Het is een wanhopige situatie’ vertelt Volodymyr Rozheluk, de viceburgemeester van Novovlynsk, als hij ons door de hallen van het stadhuis naar zijn kantoor leidt. In de wachtkamer gunt hij de drie mensen die zich hier hebben verzameld geen blik waardig. Hij loopt resoluut door naar zijn bureau en gaat direct zitten.

De vice-burgemeester geeft aan overvallen te zijn door de snelheid waarmee de hervormingen zijn doorgevoerd. ‘In het coalitieakkoord stond duidelijk aangegeven dat de subsidie voor de kolenmijnen jaarlijks met twintig procent zou afnemen, maar Jatsenjoek eiste een onmiddellijke beëindiging, verkondigt hij op luide toon. ‘Als bureaucraat snap ik dat de staat geen geld heeft, maar als burger vind ik dat we een oplossing moeten vinden’ verzucht Rozheluk. ‘Eerst werd ons nog beloofd dat Novovolynsk een prioriteit zou worden voor economische ontwikkeling en geld zou krijgen om nieuwe arbeidsplekken te creëren. Maar ook dit ontwikkelingsplan is stopgezet vanwege een gebrek aan geld. Ze komen met geen enkele oplossing.’ Rozheluk geeft toe dat ze de mijnen willen sluiten, maar zegt wel in grote lijnen achter actievoerders te staan. ‘We willen dat er eerst een alternatief komt voordat we overgaan tot het sluiten van de mijnen. En niet andersom’.

Strenge bezuinigingseisen

Komt dit alternatief er niet, dan zullen er voor de inwoners van Novovolynsk na sluiting van de mijnen weinig andere opties overblijven dan te vertrekken of in de ‘handel’ met Polen gaan. De smokkel van met name wodka en sigaretten over de grens met de EU is aantrekkelijk geworden door de extreme devaluatie van de Oekraïense Hryvna. Met als gevolg een almaar uitdijende schaduweconomie die het stadje draaiende houdt, terwijl reguliere banen in rap tempo verdwijnen.

Het geldtekort bij de lokale en nationale overheid is ook terug te voeren op het associatie-akkoord. De totale kosten voor de hervormingen die hieraan verbonden zijn worden geschat op 170 tot 180 miljard euro voor de komende tien jaar. Ter vergelijking, het totale Oekraïense BNP bedroeg in 2014 119 miljard euro. Het waren onder andere deze hoge hervormingskosten die voormalig president Janoekovitsj er in 2013 toe dwongen om een lening bij het IMF aan te vragen — die aan strenge bezuinigingseisen was gekoppeld. Na ‘Maidan’ en het daarop volgende uitbreken van de oorlog werd deze geldnood nog dringender.

Opvallend in deze context is dat Janoekovitsj bekend maakte dat hij de ondertekening van het associatie-akkoord in 2013 slechts zou opschorten; hij vroeg de EU te helpen betere voorwaarden te bedingen bij het IMF. In plaats daarvan verschenen Europese officials tussen de demonstranten op het Maidan-plein in Kiev. De rest is geschiedenis.

Over de auteurs

Gedurende de komende weken publiceren de journalisten Bas van Beek, Sophia Beunder, Jilles Mast en Chris de Ploeg  op Follow the Money de achtergronden van het Associatieverdrag met Oekraïne, wat het precies inhoudt en wat de mogelijke gevolgen zijn voor zowel de EU, Nederland en met name Oekraïne zelf. Een deel van de kosten van dit onderzoek wordt gefinancierd door onze lezers die de crowdfunding-actie van Yournalism voor dit journalistieke project financieel hebben gesteund. Heel veel dank daarvoor! 

Meer informatie over hun project en de journalisten vind je hier.

Lees verder Inklappen