De Eurocommissaris spreekt op een verkiezingsbijeenkomst van de Duitse sociaaldemocratische partij (SPD), 10 mei 2019.

De Eurocommissaris spreekt op een verkiezingsbijeenkomst van de Duitse sociaaldemocratische partij (SPD), 10 mei 2019. © EPA

Hulde aan de SP

Het campagnefilmpje waarin ene ‘Hans Brusselmans’ referenda in het haardvuur flikkert en met tanks speelt, bracht Ewald Engelen de nodige blijdschap. Door onderkoning Timmermans te persifleren, kiest de SP weer onomwonden voor haar rol als nee-zegger.

Er is de nodige commotie ontstaan in het kippenhok der vaderlandse media over het filmpje van de SP voor de aanstaande Europese parlementsverkiezingen, waarin Eurocommissaris Timmermans wordt gepersifleerd. Het AD noemde het spotje misselijkmakend en populistisch. Het Parool vond het op de man spelen. Mark Rutte betitelde het als bagger en vond het vreselijk. Voor de columnisten was het gefundenes Fressen. Men buitelde over elkaar heen om van zijn afschuw te getuigen. De ene na de andere SP’er mocht zich bij de talkshows komen verantwoorden. Want, laten we wel zijn, met zo’n persoonlijke aanval was de SP nu toch echt de grens der betamelijkheid gepasseerd.

Het is in zijn soort een tamelijk onschuldig filmpje. We zien een sterk op Timmermans lijkende heer met tanks spelen, zijn broek laten zakken, referendumuitslagen in de haard gooien en taart in zijn mond proppen. De voice-over heeft het ondertussen over zijn exorbitante salaris, zijn minachting voor de kiezer en zijn plannen voor een groter Europa en een Europees leger. Om af te sluiten met de oproep om SP te stemmen als je dat allemaal niet wil. Wat mij betreft past het in de wat boertige traditie van sociale en politieke satire die je ook bij onze oosterburen aantreft, hier op tv groot gemaakt door Jiskefet met zijn lullo’s en Koot en Bie met hun persiflage op Brinkman. Satire in Nederland: poep, pies en vreten zijn nooit ver weg.

Ja, het is op de man. Maar mijn hemel, wat heeft Frans Timmermans daar om gevraagd

En ja, het is op de man spelen. Maar mijn hemel, wat heeft deze man, Frans Timmermans, daar om gevraagd. Ik was erbij, op 24 januari 2014, toen Thierry Baudet en ik onze bedenkingen bij de voortschrijdende soevereiniteitsoverdracht naar de Europese Commissie in de Kamer mochten toelichten. Alle aanwezige Kamerleden, ook onze politieke tegenstanders, toonden respect en waardering: het was de eerste keer dat een burgerinitiatief de vereiste drempel had gehaald.

Zo niet Frans Timmermans. Als een heuse onderkoning verwaardigde hij zich niet ook maar één keer een blik in onze richting te werpen. Zijn antwoord droop van de minachting: meneer kon zijn tijd wel beter besteden dan aan de bekrompen bedenkingen van twee snotapen. Als je soevereiniteit wilde, moest je maar in de woestijn gaan wonen. Daar kwam het zo’n beetje op neer. Er was democratisch niets mis mee. De Kamer was er immers zelf bij. Een jaar eerder had de Raad van State onder toenmalige vicevoorzitter Tjeenk Willink een zogenaamde Voorlichting het licht doen zien, die ons in grote lijnen gelijk gaf: de aanscherping van het Europese semester in de context van de eurocrisis holde de zeggenschap van de Kamer over de Rijksbegroting gevaarlijk uit. Overigens nam diezelfde Raad van State dat een paar jaar later weer grotendeels terug. Maar ja, daar had toen ook de brave CDA’er Piet Hein Donner de leiding.  

Het ging Timmermans om de banen, zei hij, of die nu via bloementeelt of belastingontduiking komen

Over Timmermans heb ik mij vaak verbaasd. Van een prominent lid van een sociaaldemocratische partij mag je wat meer solidariteit en empathie met de kwetsbaren verwachten, en wat minder zelfingenomenheid. In plaats daarvan steekt hij ijskoud anoniem een dodelijke dolk in de rug van zijn toenmalige partijleider, Job Cohen. Koketteert hij waar hij maar kan met zijn belezenheid, zijn kosmopolitisme en zijn talenkennis. En is hij ideologisch net zo wendbaar als die partij van hem.

Als minister van Buitenlandse Zaken verdedigde hij ooit in de Kamer de deelname van Amsterdamse belastingadviseurs aan een avondje, dat was belegd door de Nederlandse ambassade in Kiev om Oekraïense kleptocraten over te halen hun poen in Amsterdamse brievenbusmaatschappijen te stallen met de onvergetelijke woorden: het gaat mij om de banen, of die nu komen via de bloementeelt of belastingontwijking.

Datzelfde geldt voor zijn rol in de Europese Commissie. De man die de tomeloze integratie-ambitie van de Commissie wel even aan banden zou leggen, is vijf jaar later exact het tegenovergestelde gaan doen: meer, groter, dieper. Het is Timmermans ten voeten uit. En, moet ik zeggen, zijn partij: zodra sociaaldemocraten het pluche bezetten, nemen zij namelijk onherroepelijk de kleur van hun stoel aan. Zie Asscher en Dijsselbloem tijdens Rutte 2. Zie de carrière van Timmermans.

Hulde dus aan de SP! Eindelijk breekt de partij met de wens om serieus te worden genomen, om een bestuurderspartij te worden, om door het partijkartel voor vol te worden aangezien. Een wens die de partij de afgelopen jaren een soort braafzuchtige kramp bezorgde. Eindelijk kiest de SP weer onomwonden voor de rol van nee-zegger, die zich in vorm en inhoud niets gelegen laat liggen aan wat de polder door de beugel vindt kunnen. Die polder vindt namelijk alles goed, zolang er maar een paraafje van Hans de Boer van VNO-NCW onder staat.