
Carola Schouten presenteert haar visie © ANP ALEXANDER SCHIPPERS
Ik had het mis: minister Schouten van Landbouw heeft lef én visie
Vorig jaar vreesde politicoloog Herman Lelieveldt nog dat van de nieuwe minister van Landbouw Carola Schouten geen enkele vernieuwing van het voedselbeleid viel te verwachten. Hij heeft zijn beeld moeten bijstellen.
Lyndon Johnson, de 36ste president van de Verenigde Staten. Aan hem moest ik denken toen ik onlangs het nieuws las over de nieuwe visie op landbouw en voedsel van minister Carola Schouten. In Nederland kennen we hem misschien vooral als de man die Amerika hopeloos het moeras van de Vietnam-oorlog in liet lopen, maar Johnson was ook dé grote voorvechter van burgerrechten.
Het is maart 1965. Demonstranten belagen het Witte Huis en eisen dat Johnson tot actie overgaat na het weerzinwekkende neerslaan van de demonstraties in Selma, Alabama. Iedere avond hoort hij in zijn slaapkamer in het Witte Huis het We Shall Overcome, het lijflied van de burgerrechtenbeweging. Op 15 maart stapt hij in zijn limousine op weg naar Capitol Hill om in een speech voor de verzamelde leden van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat aan te kondigen dat hij snel met wetgeving zal komen om het racisme te bestrijden. ‘There is no Negro problem. There is no Southern problem. There is no Northern problem. There is only an American problem.’ En even later: ‘And we shall overcome.’ Bij het horen van die laatste vier woorden breekt dominee Martin Luther King, die de speech op televisie volgt in Selma, in tranen uit. Johnson heeft ten lange leste de woorden van de burgerrechtenbeweging tot zijn eigen woorden gemaakt. Na jaren van strijd maakt de gevestigde orde de woorden van de oppositie tot de hare.
Dat is precies wat we nu zien in de visie van Schouten: kringlooplandbouw is het sleutelwoord in haar nota. Het is een term die al jaren rondzingt in het koor van de criticasters van het landbouwbeleid. En nu is er een minister die de term tot de hare maakt. Die zegt dat het gebruik van kunstmest drastisch omlaag moet. En die ook het woord ‘natuurinclusief’ in de mond durft te nemen. Ik vind het een verademing. Net zoals ik het een verademing vind dat de minister eerst deze visie neerlegt en niet meteen met allerlei maatregelen op de proppen komt. Maar wel een meetlat waarop allerlei criteria staan die voor iedere voorstander van duurzaamheid als muziek in de oren klinken (en in heel kleine lettertjes er nog bijzet dat voedsel ook veilig moet zijn, maar daar verder weinig woorden aan vuil maakt omdat dat inmiddels een vanzelfsprekendheid moet zijn). En ook: ‘Als de omslag stagneert of te traag gaat, zal de overheid vanuit haar publieke verantwoordelijkheid wet- en regelgeving toepassen.’
Doof
Er was een tijd dat ministers van Landbouw zich letterlijk doof hielden voor kritiek. Denk aan Gerda Verburg die de oproep van Roos Vonk om nu eens eindelijk te stoppen met de intensieve veehouderij beantwoordde met een opiniestuk waarin ze verkondigde dat de sector dat allang deed. Dat er uit Den Haag niets te verwachten viel. Dat de markt alle problemen zou oplossen. En de techniek. Verburg leidde de journalisten rond in een Rondeel-stal en koos daarmee voor de technologische fix als uitweg uit de duurzaamheidsproblematiek. Schouten deed dat onlangs anders. Zij lanceerde haar visie op het erf van een biologische boer en zette daarmee een stip aan de horizon: hier moeten we naartoe.
Journalisten in Trouw en het AD confronteerden Schouten vanzelfsprekend met de vraag waarom ze mensen niet opriep om minder vlees te gaan eten. Schouten koos ervoor om de formulering om te draaien en het toe te juichen dat mensen meer plantaardig gaan eten. Maar ze zei er ook bij dat de veehouderij in Nederland uiteindelijk ook langs de maatlat van de kringlooplandbouw gelegd zal worden om te zien of het nog houdbaar is.
Ik moet mijn beeld bijstellen: Schouten ziet wél wat er mis is
De nota van Schouten is echt een goed schot voor de boeg. Immers, het kantelpunt komt er alleen wanneer gezworen tegenstanders de strijdbijlen begraven en naar elkaar willen luisteren. In een uitgebreid essay in de Volkskrant een paar weken geleden deden Joris Lohman en Hidde Boersma de dwingende oproep om te stoppen met het hokjesdenken in het debat over de landbouw. Lohman en Boersma lopen daar keer op keer tegenaan; de duurzaamheidsfreaks moeten niets weten van het techno-optimisme van Boersma terwijl de techneuten moeilijk mee kunnen gaan in het Slow Food verhaal van Lohman. Toeval of niet, maar rond dezelfde tijd maar in het blad Vork – het clubblad van de techno-optimisten – verkondigde de Wageningse agrobioloog Henk Breman dat het tijd wordt dat de biologische en de gangbare landbouw elkaar eindelijk gaan omarmen en het compromis zoeken. In de Volkskrant bekende Roos Vonk dat ze meer empathie heeft gekregen met vleeseters en meer oog heeft gekregen voor het hele spectrum dat zich bevindt tussen de verstokte veganist aan de ene en hardnekkige carnivoren aan de andere kant.
En in de Groene stond laatst een mooi stuk over eigenwijze boeren die er achter kwamen dat ze met veel minder bestrijdingsmiddelen net zo goede resultaten bereikten. Belangrijke succesfactoren: investeren in de kwaliteit van de bodem en niet te veel ploegen, gebruik maken van natuurlijke bestrijders zoals sluipwespen en de spuit-adviezen van de pesticiden leveranciers met een hele grote korrel zout nemen. Wie al deze verhalen naast elkaar legt ziet dat er een momentum ontstaat waarbij iedereen begint in te zien dat het beter is om met elkaar in plaats van tegenover elkaar ons voedselsysteem te verduurzamen.
Minder dan een jaar geleden betitelde ik in mijn FTM-column de plannen van het nieuwe kabinet op het gebied van voedsel als ‘een reuzenstap terug in de tijd’. Ga maar na: het ministerie van Landbouw werd weer heropgericht en als zo vaak kreeg iemand die op een boerderij was opgegroeid de bijbehorende ministerspost. Maar nu na een jaar moet ik toch echt mijn beeld bijstellen. Al eerder – bij de mestfraude – werd duidelijk dat deze minister niet met zich laat sollen en hard durft in te grijpen als dat nodig is. En nu met deze nota zien we dat Schouten niet alleen de tent bewaakt, maar in verbazingwekkend korte tijd goed gezien heeft wat er allemaal mis is en nu een wenkend perspectief heeft geformuleerd voor de toekomst van ons voedselsysteem. Aan het begin van het parlementaire jaar is dat een enorme opsteker voor ieder die de hoop op daadwerkelijke verandering onder dit kabinet al verloren had.
27 Bijdragen
Annemiek van Moorst 11
Willem Verhoeven 5
Gert Pruim
Willem Verhoeven[Verwijderd]
Martien van Dongen 4
Daarin wordt door haar beweert dat inkrimping van de sector leidt tot voedsel tekort voor ons land.
Dus blijven produceren zoals nu.
Alleen in een ander jasje gehuld.
Jan Smid 8
Martien van Dongenhttps://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/03/nederlandse-landbouwexport-op-recordhoogte
Wietze van der Meulen 6
Zo laat mevr. Schouten het o.a. nog nog afweten bij bioboeren die door veranderde mestwetgeving in de problemen zijn gekomen (boeren die niet de bron maar wel het slachtoffer zijn van het mestoverschot).
Verder zal er tot een volumereductie van o.a. de veestapel gekomen moeten worden om tot verdere verduurzaming te komen en moeten we af van het idee dat we de hele wereld moeten voeden (een idee dat overigens meer is gebaseerd op de gedachte dat de overschotten toch ergens naar toe moeten). Op dit gebied blijft het ook nog wat stil.
Ook zal de verduurzaming handen vol geld kosten. Al was het alleen maar omdat allerlei investeringen niet meer rendabel gemaakt kunnen worden. Iemand zal daar de prijs voor moeten betalen. Als dat een collectieve wens is, zal er ook collectief betaald moeten worden. Ook wat dit punt betreft blijft het nog wat stil bij mevr. Schouten.
Maar goed, we kunnen ook zo redeneren, het begin is er.
Jan Ooms 10
Wietze van der MeulenLudovica Van Oirschot 15
Wietze van der MeulenWaarom moeten wij die enkelen schadeloos stellen? Zij leggen de schade al tijden bij ons neer.
Martin van den Heuvel 1 11
Wietze van der MeulenEen investering is niet meer rendabel te krijgen als je alle boeren verplicht 20 % van hun dieren weg te doen. En dat is nergens voor nodig.
Je kunt ook wetgeving maken die er voor zorgt dat als een veehouder er mee stopt, het bedrijf alleen als akkerbouwbedrijf door mag gaan. De resterende veehouderijen blijven even groot en dus is hun investering rendabel.
Je moet gewoon net voldoende mest produceren om alle landbouwgrond in Nederland mee te kunnen bemesten. Dat is dus niet zo moeilijk te realiseren. Alleen gaat het een tijdje duren en die tijd hebben we niet. Want het volgende kabinet draait alle wetgeving van Carola weer terug. De markt moet het regelen, maar de markt maalt niet om mens, dier, milieu of natuur. GELD. Daar draait de markt en de wereld om.
By the way, we zagen bij Pauw hoe Freek de Jonge een forse oorvijg verkocht aan Erika Terpstra. Geweldig.
Wietze van der Meulen 6
Martin van den Heuvel 1Ik las deze week de term van een boer “hoe moet ik groen worden als ik rood sta?”. Ik denk dat dit voor veel boeren geldt als wordt gekeken naar de korte schulden. Vaak zit er overigens nog wel een hoog eigen vermogen in het bedrijf. Maar als de totale waarde van het bedrijf keldert door nieuwe (opgedrongen) wetgeving en de schulden blijven gelijk, keldert ook die solvabiliteit enorm.
Ook is het juridisch niet haalbaar is om aan bedrijven eerst de vergunning te verlenen om x-dieren te houden onder y-omstandigheden en dan op een later tijdstip dat recht weer in te trekken en de persoon in kwestie met verliezen in de orde van tonnen tot miljoenen op te zadelen. Daar kom je als overheid niet mee weg.
Dat de huidige landbouw niet duurzaam is, is een feit. Dat het anders moet is (mij) ook duidelijk. Maar uiteindelijk stond heel Nederland er tientallen jaren bij te kijken hoe de huidige situatie kon ontstaan. Je kunt dit m.i. rustig bestuurlijk falen noemen. Maar dit bestuurlijk falen zullen we nu als collectief moeten
herstellen. En zonder nieuw verdienmodel en de kans om uit de schulden te komen, zullen de meeste boeren niet een andere weg in slaan. En dat was toch net wel de bedoeling dacht ik zo.
Martin van den Heuvel 1 11
Wietze van der MeulenVolgens mij staat een boer altijd rood, omdat hij steeds weer uitbreidt met geld van de bank. Als het eigen vermogen van een bedrijf hoog is, kun je daar de schulden mee afbetalen als grond en gebouwen worden verkocht.
Als het juridisch niet haalbaar is, waarom gebeurt het dan?
De liberale partijen hebben geen geduld, omdat ze niet bezig zijn met het landsbelang, maar met hun eigen belang. Er moet zo snel mogelijk geld worden overgehouden, door de een of andere bevolkingsgroep dat geld af te nemen, waarna vervolgens de belastingtarieven van hoge inkomens (en grote bedrijven) worden verlaagd. En wat voor inkomens hebben kamerleden? 107.000 ex onkostenvergoeding. De overheid komt er dus WEL mee weg. Want de bevolking stemt al 40 jaar op dezelfde afbraakpartijen. En dat komt weer omdat niemand begrijpt wat voor maatschappij VVD en vrinden aan het creëren zijn. https://nl.wikipedia.org/wiki/Nachtwakersstaat
Heel Nederland stond er bij te kijken hoe de overheid ons land uitleverde aan "de markt". En iedereen vond het geweldig, nog steeds trouwens.
Bestuurlijk falen suggereert incompetentie. Het is echter allemaal opzet. Hoe komen jullie daar toch bij, dat die lui niet weten waar ze mee bezig zijn?
Als collectief hebben wij geen fluit te vertellen. Collectief is het tegenovergestelde van liberaal en dus gaat het niet gebeuren.
Het verdienmodel blijft hetzelfde, er moeten alleen minder veehouderijen komen. Degenen die over blijven moeten hun mest aan de landbouw leveren. Dat is de opzet.
Een boer kan uit de schulden komen als hij ze aflost en geen nieuwe schulden aangaat.
[Verwijderd]
Martin van den Heuvel 1[Verwijderd]
Wietze van der MeulenLudovica Van Oirschot 15
https://www.volkskrant.nl/kijkverder/2018/voedselzaak/ideeen/landbouwvisie-kabinet-houdt-de-industrie-opnieuw-de-hand-boven-het-hoofd/
Voor mij is deze kritiek herkenbaar. Hier in Brabant hoor je ook al jaren dit soort kringloopverhalen van het CDA en lokale partijen. Maar ondertussen is er net weer een vergunning voor de zoveelste megastal afgegeven. Echt letterlijk pal tegen een prachtig natuurgebied aan. Het is ongelooflijk.
Praatjes vullen geen gaatjes noemden we dat vroeger.
Erik Zillig 1
Destijds zat ik op de bakkerschool Wageningen, scheikundeles. Wij kregen uitgelegd hoe je meer suiker kon toevoegen dmv voedingszuur en trucs. Ik merkte toen op (1989) "Maar onze klanten in de winkel willen nu juist minder suiker." "Dat kan wel zijn, maar het is een goedkope grondstof". " "Het heeft voor iedereen in de keten zo zijn voordelen"
Om maar een voorbeeld te geven hoe er al heel lang gedacht wordt.
erik de lange 3
Martin van den Heuvel 1 11
erik de langeMarla Singer 7
Wat dat betreft ben ik meer sceptisch vanuit de lobby hoek die vooral in Brussel zwaar ondermijnend beleid kan ritselen wat contraproductief is.
De agrarische industrie zal daar dan ook zoveel mogelijk tegen moeten ageren als zij deze nieuwe koers willen gaan varen.
Wouter de Heij 5
Jacques De la Haye 8
Hans Baaij 4
Wel deze tekst: "Het is zaak de komende jaren het handelen van overheid, ondernemers en maatschappelijke partijen te richten op meetbare doelen en resultaten. Op basis daarvan kunnen ondernemers investeren in houdbare verdienmodellen en kunnen coalities worden gesloten waardoor Nederland in 2030 koploper is in kringlooplandbouw. De eerste stap is dat overheid en maatschappelijke partijen medio 2019 afspraken maken over de resultaten die de komende jaren bereikt moeten worden, hoe deze gemeten gaan worden en welke inzet dat van eenieder vraagt."
Graag welke concrete stappen er zijn; het gebruik van woorden door Schouten als Kringloop, natuurinclusief etc. stellen weinig voor zonder concrete daden; ik ben benieuwd!
Herman Lelieveldt 1
Hans BaaijNatuurlijk moet nu de daad bij het woord gevoegd worden, maar deze uitgangspunten staan het echt niet toe om op de bestaande manier door te gaan.
1. dragen ze bij aan het sluiten van kringlopen, het terugdringen van
emissies en het verminderen van verspilling van biomassa in het
gehele voedselsysteem?
2. dragen ze wat betreft visserij bij aan een duurzaam bestandsbeheer
zonder schade aan de natuurlijke omgeving?
3. versterken ze de sociaaleconomische positie van de agrarisch ondernemer in de keten?
4. leveren ze een bijdrage aan de klimaatopgave voor landbouw en
landgebruik?
5. bevorderen ze de aantrekkelijkheid en vitaliteit van het platteland
en dragen ze bij aan een bloeiende regionale economie?
6. leveren ze winst op voor ecosystemen (water, bodem, lucht),
biodiversiteit en de natuurwaarde van het boerenlandschap?
7. is het dierenwelzijn meegewogen?
8. leveren ze een bijdrage aan de erkenning van waarde van voedsel
en het versterken van de relatie tussen boer en burger?
9. versterken ze de positie van Nederland als ontwikkelaar en exporteur
van integrale oplossingen voor klimaatslimme en ecologisch duurzame
voedselsystemen?
Hans Baaij 4
Herman LelieveldtWoorden als "bijdragen aan", "versterken van", "bevorderen", "meegewogen zijn" en "een bijdrage leveren" geven nauwelijks een indicatie van wat er stata te gebeuren en van de rol van de overheid in deze.
Het combineren van bovenstaande punten 1 t/m 9 is verder een onmogelijke opgaaf.
Het spijt me, jouw optimisme is ongegrond
[Verwijderd]
Hans Baaijsquarejaw 5
philippe 10