© Alliance magazine

'Impact-investeren is als onkruid: het blijft groeien'

Rendement behalen terwijl je waarde toevoegt aan mens en planeet: dat is waar impact-investeren volgens Robert Rubinstein om draait. Ondanks het gebrek aan wetgeving, politieke wil of aandacht zag hij de sector de afgelopen twintig jaar groeien. Waar staan we nu? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat impact-investeren de norm wordt?

‘Vervuiling, sociaal misbruik, klimaatproblemen: het komt allemaal voort uit ons economische systeem dat zich puur en alleen op financieel rendement richt.’ Deze woorden komen uit de mond van Robert Rubinstein, die in zijn jonge jaren werkzaam was in de olie-industrie. Eind jaren ‘90 besefte hij zich dat het creëren van een duurzame en solidaire economie begint bij het transformeren van de financiële sector. 

Om de financiële sector te heropvoeden richtte de Amerikaanse Rubinstein in 1998 in Nederland de Triple Bottom Line Investment-Group op. Het doel: vermogensbeheerders, CEO’s, investeerders, pensioenfondsen en banken laten zien dat duurzaam investeren vooral in hun eigenbelang is. ‘Wanneer je duurzaamheid niet meeneemt in je investeringsbeslissingen stel je jezelf — vanwege klimaatverandering, stijgende prijzen van grondstoffen en een gebrek aan maatschappelijk draagvlak — bloot aan grote risico’s,’ aldus Rubinstein.

Peer pressure

Tijdens congressen, diners en in-house trainingen mobiliseren Rubinstein en zijn collega’s kapitaal voor impact. ‘We beheren geen kapitaal, maar duwen het in een bepaalde richting door vermogensbeheerders te laten zien wat hun concurrenten doen.’ Volgens Rubinstein is dit ontzettend effectief: ‘Het enige wat mensen in de financiële wereld willen weten is: “wat doet mijn concurrent?” Ze zijn niet geïnteresseerd in complexe algoritmes of onderzoeken die aantonen dat impact investeren rendement oplevert. Zodra ze van een peer horen dat het werkt, zijn ze om.’ Tevens zorgt het feit dat de TBLI-Group zelf geen geld beheert voor vertrouwen: 'Stel je voor dat je tegen een vermogensbeheerder zegt: je moet al je geld in impact investeren. En oh ja, steek het vooral ook allemaal in ons fonds. Doordat we zelf geen geld beheren worden we gezien als een onafhankelijke en betrouwbare adviseur.'

Robert Rubinstein

Ik wil dat mensen al hun vermogen in impact investeren.
Dat het mainstream wordt

Dat deze strategie zijn vruchten afwerpt, blijkt ook uit de cijfers. De TBLI Group heeft naar eigen zeggen door de jaren heen honderden miljarden dollars gemobiliseerd voor impact. Daarnaast hebben ze onder andere samengewerkt met SWIFT, de Europese Unie en institutionele investeerders zoals het ABP Pensioenfonds — alles om het bewustzijn omtrent impact-investeren en het zogenaamde ‘Environmental Social and Governance’(ESG) te vergroten.

Het doel van impact-investeren is voor Rubinstein glashelder: marktrendement behalen terwijl je maatschappelijke en ecologische waarde toevoegt. Dit model waarin mens, planeet en winst samenkomen noemt hij de Triple Bottom Line (TBL). Impact-investeren en geld verdienen horen volgens Robert dus bij elkaar: ‘Men denkt vaak dat impact-investeren gaat over het slaan van een waterput in Tanzania. Dat het een verlengstuk is van filantropie. Van dat beeld moeten we af.’

Risicomanagement

Investeren zonder rekening te houden met mens en planeet wordt steeds risicovoller. ‘Als we kijken naar het laatste rapport van het Carbon Tracker Initiative, zien we dat we ongeveer de helft van de fossiele energiebronnen die nog in de aarde zitten niet kunnen gebruiken. Aandelen van bijvoorbeeld oliemaatschappijen zijn hierdoor hartstikke gestrand.’

‘Zodra vermogensbeheerders en investeerders zien dat het in hun belang is, zullen ze kiezen voor impact.’

Tevens kleven er volgens Rubinstein allerlei voordelen aan een TBL-investering. ‘Als je evenveel omzet draait met minder energieverbruik, minder verspilling van grondstoffen en minder CO2-uitstoot, dan verdien je meer geld. Het is niet zo ingewikkeld.’ Daarnaast trekt een verantwoorde bedrijfsvoering talent aan en zorgt het voor minder klachten en boetes.

Van acceptatie naar mainstream

Toen Rubinstein met de TBLI-Group begon zagen maar weinig mensen brood in impact. De afgelopen twintig jaar is er veel veranderd. ‘Steeds meer vermogensbeheerders hanteren ESG criteria en nemen duurzaamheid mee in hun investeringsbeslissingen’, aldus Rubinstein.

Toch is impact-investeren nog niet de norm. Volgens Rubinstein kletsen veel beleggers en investeerders over impact, maar ontbreekt bij velen de verantwoorde portfolio. ‘Impact-investeren is als een sportschool waarvan iedereen lid wil worden, maar vrijwel niemand stapt daadwerkelijk op de apparaten om af te vallen.’

True cost pricing

De meeste vermogensbeheerders en investeerders zijn jagers; ze willen met meer onder de streep eindigen dan waarmee ze zijn begonnen. Hierdoor kiezen ze over het algemeen voor niet-duurzaam en onrechtvaardig: dat levert op de korte termijn immers de hoogste financiële marges op. Tenminste, wanneer het bedrijf ervoor kiest de externaliteiten — oftewel de kosten voor mens en milieu die op een later moment door de maatschappij betaald moeten worden — te negeren.

‘Als we onder de twee graden willen blijven, zullen we actie moeten ondernemen’

True cost pricing rekent deze externaliteiten wel mee en biedt volgens Rubinstein daarom een oplossing. ‘Wanneer de werkelijke kosten en baten voor mens en planeet van een product of dienst in de prijs verdisconteerd zouden zijn, zou iedereen impact-investeren omarmen.’

Dat dit zo werkt, wijst de praktijk volgens Robert op dit moment uit. ‘Doordat er een prijs aan CO2 is gehangen is dat een kostenpost geworden. En wat gebeurt er? Institutionele beleggers zijn massaal bezig om hun portfolio zoveel mogelijk CO2-vrij te maken.’

Urgentie

Ondanks het ontbreken van true cost pricing is het volgens Robert tijd dat we wakker worden en massaal inzetten op impact. Het moet én het kan. ‘Als we onder de twee graden [opwarming van het klimaat, red.] willen blijven, zullen we actie moeten ondernemen.’ Maar het gevoel van urgentie ontbreekt. De gemiddelde persoon in Europa merkt van de effecten van klimaatverandering immers vrij weinig. De politiek zou volgens Rubinstein meer draagvlak voor verandering moeten creëren.

Daarnaast is correcte en betere informatievoorziening volgens Rubinstein cruciaal. ‘We moeten het goede nieuws — dat je door te investeren in impact geld kunt verdienen — verspreiden. Het wordt tijd dat de traditionele media hierover gaan rapporteren, in plaats van zich alleen te focussen op wat de AEX heeft gedaan.’

De meeste business schools zijn nog steeds ouderwetse fraude-fabrieken

Het gebrek aan informatie begint volgens Rubinstein al op de business schools. ‘Sociaal ondernemen en impact worden steeds populairder, maar zijn nog geen onderdeel van de traditionele MBA. De meeste business schools zijn hierdoor nog steeds ouderwetse fraude-fabrieken.’

Onverwoestbaar onkruid

Ondanks dit alles groeit impact-investeren gestaag. Volgens Rubinstein is er daarom maar één conclusie mogelijk: ‘Duurzaam beleggen is net onkruid. Je kunt doen wat je wilt, het blijft groeien. Dus stel je eens voor wat er zou gebeuren als we het een beetje de ruimte zouden geven!’

Rubinstein voorspelt dat het niet lang meer zal duren voordat alle zakelijke beleggingen vervangen zullen worden door impact investeringen. ‘De schade die voortkomt uit ons huidige economische systeem zullen we uiteindelijk terug moeten betalen. Kijk maar naar China. Daar geven ze nu miljarden uit aan de gezondheidszorg vanwege de slechte luchtkwaliteit. Wat heb je aan rijkdom op een onleefbare aarde? Het is alsof je een hand wint op de Titanic. Een inclusieve waarde-gedreven economie is uiteindelijk in het belang van iedereen.’