De Europese Centrale Bank geeft miljarden uit om de rente laag te houden. Waar komt dat geld terecht? Lees meer

Het monetair beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) lijkt een ver-van-mijn-bed-show doorspekt met moeilijk jargon en financiële termen. In dit dossier onderzoekt FTM de implicaties het ECB beleid voor de burger. Wat houdt het lage-rentebeleid in en wat zijn de gevolgen van 'quantitative easing' (QE) voor Nederland? Bij wie komen de miljarden aan publiek geld terecht?

51 artikelen

Over verband inflatie, koopkracht en het beleid van de ECB

Volgens de ECB stevent de eurozone af op deflatie. Daarom wil de ECB een onbeperkt opkoopprogramma lanceren om de inflatie aan te wakkeren. Goed plan?

De officiële inflatie in de eurozone blijft ruim onder de inflatiedoelstelling van twee procent per jaar van de Europese Centrale Bank (ECB). Daarom heeft de ECB enkele initiatieven genomen om de inflatie aan te wakkeren, met als afgeleide wens economische groei te realiseren. In het laatste kwartaal is de ECB begonnen met een opkoopprogramma van Asset Backed Securities (ABS) en 'covered bonds' en al eerder sprak de centrale bank het voornemen uit om tot een onbeperkt opkoopprogramma van obligaties over te gaan: OMT (Outright Monetary Transactions). Dat laatste plan stuitte echter op hevig verzet van een groep Duitse professoren, die de zaak voorlegden aan het Duitse Constitutionele Gerechtshof. Dat oordeelde voorlopig dat het OMT inderdaad in strijd is met de Duitse grondwet, maar ze vroeg daarbij tevens advies aan het Europese Hof van Jusitie (EHvJ) in Luxemburg, een EU-instelling. Afgelopen woensdag werd bekend, dat de advocaat-generaal van dat hof, Pedro Cruz Villalón, 'in principe' geen bezwaren zag tegen dat opkoopprogramma.
kloppen die officiële inflatiecijfers wel?
Daarover zo dadelijk meer. De vragen die we ons eerst moeten stellen zijn: kloppen die officiële inflatiecijfers wel? En: is deflatie (het omgekeerde van geldontwaarding) wel zo slecht? En ook: is de voornaamste taak van de ECB niet veel meer het handhaven van prijsstabiliteit? En, last but not least, hoe staat het eigenlijk met onze koopkracht van de afgelopen jaren? Misschien is het goed om met die laatste vraag te beginnen. Daarvoor neem ik u een tijdje mee terug in de tijd. Meer precies: naar het jaar 1998, het jaar vlak voor de invoering van de (girale) euro. Ik heb voor u de prijzen van enkele huis-tuin-en-keukenproducten op een rijtje gezet en de prijzen toen en vijf jaar later met elkaar vergeleken (scroll langs rechterbalk naar beneden om meer te zien).

Inflatie flink gestegen

Dit zijn wel wat andere getallen dan de officiële inflatiecijfers van het CBS over deze periode. De officiële cijfers over deze periode geven een totaal ander beeld te zien, te weten, respectievelijk: 2% (1998) - 2,2% (1999) - 2,6% (2000) - 4,5% (2001) - 3,4% (2002) en 2,1% (2003). Nu hanteert het CBS natuurlijk een veel breder 'boodschappenlijstje', dan ik hierboven heb gedaan. Het CBS baseert zijn gegevens op een maandelijkse steekproef onder 3300 winkels, 1200 artikelen en 39.000 prijzen. Niettemin, het gaat om het algemene beeld en dat beeld toont een veel hogere inflatie dan het CBS heeft gemeten, zoals destijds ook bleek uit een onderzoek dat HP/De Tijd verrichtte naar de inflatiecijfers. Nog los van de veel te lage conversiekoers van de gulden naar de euro (meer dan tien procent te laag, zie voor onderbouwing hier) is het zonneklaar dat onze koopkracht sinds de introductie van de euro al vijtien jaar zwaar onder druk staat.
het gaat om 'gevoelsinflatie', zoals de ECB ons wilde doen geloven
Dat geeft ook DNB toe in één van haar bulletins van juli 2013. Dan kun je wel zeggen, dat het de schuld van de burger is die nog niet goed overweg kon met de nieuwe munt (I kid you not, dat was de uitkomst van een DNB enquête) of dat het gaat om 'gevoelsinflatie', zoals de ECB ons wilde doen geloven, maar feiten zijn feiten. Sinds 2003 is het iets beter gegaan. Als we de prijzen nemen van dat boodschappenlijstje hierboven, dan is de uitkomst tien jaar later als volgt: Hieruit blijkt, dat de geldontwaarding vooral de eerste jaren direct na de invoering van de euro heeft plaatsgevonden en daarna is afgezwakt. Dat is ook logisch, gelet op de enorme waardevermindering van onze koopkracht in de eerste jaren na invoering van de euro. Niettemin, in 1998 betaalde u iets meer dan drie gulden voor een pakje sigaretten, nu het vijfvoudige. Een simpel biertje is bijna verdubbeld in prijs. De vraag is gewettigd: zijn ook de lonen met deze inflatie mee gestegen?

Loonstijging

Het blijkt, dat de lonen gemiddeld met dertig procent gestegen zijn tussen 2000 en heden. Deze loonstijging compenseert ten dele de enorme geldontwaarding, zoals bleek uit het eerder genoemde DNB bulletin. Dat brengt ons bij Draghi. Die wil dat de geldontwaarding in de eurozone toeneemt. Hij wil een inflatie van circa twee procent op jaarbasis. Om dat te bereiken wil hij dat er -tijdelijk- meer geld in de reële economie wordt gepompt. Over een periode van vier jaar ongeveer duizend miljard euro, via het opkopen van ABS en soortgelijk papier, maar daar bovenop wil hij een onbeperkt opkoopprogramma van staatsobligaties. En, zoals gememoreerd, lijkt het er op dat het EHvJ hem daarin gaat volgen, gelet op het advies dat de advocaat-generaal woensdag heeft uitgebracht. Maar zover is het nog niet. Want de advocaat-generaal maakte wel enkele kanttekeningen. Er mag geen sprake zijn van monetaire financiering van individuele lidstaten, dat valt duidelijk buiten het mandaat van de ECB. Zo zouden alleen obligaties op de secundaire markt (dat zijn reeds uitgegeven obligaties, red.) gekocht mogen worden. Obligaties die nog uitgegeven moeten worden (de primaire markt, red.) zouden van het OMT uitgesloten moeten zijn. Maar dat is nog niet alles. Om bevoordeling van bepaalde landen - denk aan Italië, Frankrijk of Spanje - te vermijden zullen de aankopen op een evenredige wijze verdeeld moeten worden over alle eurozone landen. Met 'evenredig' wordt bedoeld, evenredig naar rato van de financiële bijdrage die de landen leveren.

OMT laat basisprobleem ongemoeid

  Bovendien moet de prijsvorming van de opkopen op transparante wijze tot stand komen. Met andere woorden: het mag niet zo zijn dat er teveel betaald wordt voor rommelobligaties, een belangrijke voorwaarde. Maar misschien wel het allerbelangrijkste is, dat er nog geen formeel-juridisch contract ligt over dat OMT, om van enige jurisprudentie maar te zwijgen. Er zijn dus veel onzekerheden rondom de daadwerkelijke implementatie van het OMT. Je vraagt je ook af waarom Draghi een plan doorzet, waarvan de meeste economen hebben gezegd dat het niet helpt of het op zijn best 'baat het niet, dan schaadt het niet' hebben genoemd. De meeste handelaren hebben de plannen toch al in de obligatiekoersen ingeprijsd, misschien is dat de reden dat Draghi doorzet. Maar het échte probleem - de structuur van de eurozone - wordt er niet mee getackeld. Dat probleem blijft bestaan. En zolang problemen niet bij de wortel worden aangepakt blijven de maatregelen van senhor Draghi en companen lapmiddelen, slechts bedoeld om tijd te winnen en het onvermijdelijke uit te stellen.