
Over het inkomen van de Nederlandse boer bestaat veel onduidelijkheid. Dat weerhoudt politici en activisten niet van het gebruik van grote woorden: ruim de helft van de boeren zou leven onder de armoedegrens. Maar klopt dat wel?
- Met de stikstofcrisis en de grote verkiezingswinst van de BBB staat het lot van de Nederlandse boer volop in de belangstelling.
- Veel aandacht gaat daarbij uit naar de veronderstelde financiële malaise op het platteland. Het Nederlandse boerenbedrijf zou consequent verlieslatend zijn. De boer werkt meer dan fulltime, maar moet vervolgens rondkomen van een inkomen onder de armoedegrens.
- Dat beeld klopt niet. Boerenbedrijven zijn niet consequent verlieslatend, tenminste: niet op de manier waarop de achteloze lezer winst en verlies begrijpt.
- En zelfs als het bedrag dat de boer maandelijks te besteden heeft laag is, dan ligt een belangrijke oorzaak daarvan in het feit dat de gemiddelde boer in rap tempo vermogender wordt. Vaak is de Nederlandse boer op papier zelfs miljonair.
- Dat wil niet zeggen dat de boer niets te klagen heeft. Maar zijn positie is niettemin fundamenteel anders dan die van andere Nederlanders op of onder de armoedegrens.
Op de glooiende weides achter Nijmegen is het rustig. De grond is nog te nat, de koeien staan nog op stal. Toch is boerin Elsa druk. Dit weekend gaat haar ijscafé weer open en de diepvries ligt vol met zelfgemaakt boerenschepijs in een klein dozijn smaken. De komende maanden zal het druk zijn: de ijsboerderij ligt vlak bij het Pieterpad, toeristen lopen ervoor om en ouders uit de omliggende dorpen nemen hun kinderen mee voor een ijsje, waarna die hun sugar rush op de trampoline van het boerenerf weer van zich af kunnen springen.
Ondanks de populariteit van het ijscafé is het voor Elsa en haar man slechts bijzaak. Achter het barretje waar de ijsjes verkocht worden, bevinden zich de stallen, waar meer dan honderd koeien staan. Er zijn drie tractoren, en de stal is uitgerust met een robot die de koeien volledig automatisch melkt. ‘Mijn man is het hele jaar bezig met de koeien. Ik ben in de zomer vooral druk met het ijscafé, maar in de vakanties hebben we een paar meisjes uit de buurt in dienst. Ik werk zelf ondertussen namelijk ook door op de boerderij.’ Hoe haar tijd precies verdeeld is tussen boerderij en ijscafé kan ze niet zeggen: ‘Het loopt nogal in elkaar over.’
‘Het houden van varkens hielden wij financieel niet meer vol’
In de aanpalende polder, precies op de grens tussen Nederland en Duitsland, staat een boerderij die minder uitnodigend oogt. Op de veranda voor het woonhuis staat een roestige barbecue tussen oude gescheurde banken, lege halveliterblikken slingeren in het rond. Er staan drie auto's zonder- en eentje met een Pools kenteken op het erf. In het verlengde van het woonhuis staat het geraamte van een stal van ongeveer tachtig bij veertig meter, in een olievat brandt een vuurtje. Een van de bouwvakkers vertelt vanaf een tractor dat hier ooit een varkensstal stond, en dat deze wordt omgebouwd tot een stal voor kalkoenen. Hoeveel vogels er komen zegt hij niet te weten. Dan geeft hij gas en rijdt weg, achter hem valt het hek dicht met daarop een groot blauw bord: ‘Verboden voor onbevoegden.’
Weer iets verder bevindt zich de markante, op een terp gelegen boerderij van Jozef en Maria. Het boeren is hier tot een minimum teruggedrongen. Ooit hadden zij een gemengd bedrijf, met een grote varkensstal en veel akkerland eromheen. Maar varkens zijn er al jaren niet meer. In plaats daarvan heeft het echtpaar een tiental trekkershutten geplaatst, waar regelmatig Pieterpad-wandelaars overnachten. ‘Het houden van varkens hielden wij financieel niet meer vol’, zegt Maria. ‘We zijn nu in gesprek met de gemeente over het inleveren van de laatste varkensrechten. In ruil daarvoor zouden we in de oude stal graag woningen realiseren.’
Of Jozef en Maria op de boerderij blijven wonen, weten ze nog niet. ‘Wij zijn nu bijna 70. Misschien gaan we wel wat dichter bij onze kinderen wonen. Jozef wil nog een paar akkers om wat groente en aardappelen te kunnen verbouwen, maar dat kan ook op afstand. De rest van ons land zullen we verkopen of verpachten. Dat is ons pensioen hè. Verder houdt het boeren voor ons op.’
Hoe de boer boert, weten we niet
Hoe het met een boerenbedrijf gaat, zie je niet aan de buitenkant. Of een boer aan het begin of het einde van zijn carrière staat, of er recent is geïnvesteerd, hoe die investeringen zijn gefinancierd, of er grote aflossingsverplichtingen zijn, of de boer nevenactiviteiten heeft, of die succesvol zijn, of het boerengezin het extra werk aankan of dat er extra arbeidskrachten worden ingehuurd: het is allemaal van belang.
Van een zoektocht in de registers van de Kamer van Koophandel word je niet veel wijzer. Boerenbedrijven zijn relatief kleine ondernemingen, vaak met een vof of maatschap als rechtsvorm, en publiceren daarom slechts zeer beperkt over hun financiële voortgang. Een jaarverslag met een winst- en verliesrekening, of een balans met een actueel overzicht van bezittingen en schulden zijn er doorgaans niet.
Hoewel de boerenfinanciën dus contextgevoelig en intransparant zijn, schrikken politici niet terug voor het gebruik van grote woorden. Volgens Caroline van der Plas van de BBB zit ‘een derde van de boereninkomens onder het minimumloon’. Het CDA en de SP weten zeker dat ‘de inkomsten van boeren te laag’ zijn. De ChristenUnie meent dat ‘een beter inkomen voor de boer’ nodig is. Het Farmers Defense Force trekt de conclusie dat ‘iedereen het erover eens is: ministers, parlementsleden, EU Commissarissen, maatschappelijke organisaties, onze afnemers, burgers [...]: het inkomen van de boeren is te laag.’
In de media wordt dit beeld keer op keer bevestigd. Recent concludeerde Het Financieele Dagblad dat de Nederlandse landbouw ‘structureel verlieslatend’ is. Volgens de krant noteerde vrijwel iedere agrarische sector sinds het begin van deze eeuw een negatief rendement. Bij een gemiddeld leghennenbedrijf zouden de kosten sinds 2001 elf maal hoger zijn geweest dan de baten, bij het gemiddelde akkerbouwbedrijf was dat zestien keer het geval en bij de gemiddelde varkenshouderij zeventien keer. Maar de kroon – of in dit geval: de doornenkroon – wordt gedragen door de melkveehouder. Volgens het FD noteerde die in 21 jaar tijd twintig keer rode cijfers.
Als het boerenbedrijf werkelijk vrijwel altijd verlies maakt, waarom gaat het dan niet failliet?
De financiële malheur staat volgens de krant in schril contrast met ‘de veelgehoorde loftuitingen van LTO en het landbouwministerie over een hoogproductieve sector.’ Cor Pierik van het CBS stelt in het artikel dat ‘de helft van de boeren onder de armoedegrens leeft.’ Volgens landbouweconoom Harold van der Meulen 'vraagt het ministerie zich af hoe die boeren het volhouden.' Landbouwminister Piet Adema (ChristenUnie) meent dat een nieuw Landbouwakkoord moet leiden tot ‘een toekomstig beter verdienmodel van de boeren [...] die vaak alleen staan tegenover grote partijen als voerleveranciers en supermarkten.’
Op zich is die analyse niet vreemd: al vaker is de conclusie getrokken dat boeren nauwelijks een onderhandelingspositie hebben ten opzichte van inkooporganisaties zoals supermarkten en leveranciers van bijvoorbeeld kunstmest en veevoer. De boer moet betalen wat de leverancier vraagt, en accepteren wat de afnemer biedt, en dan maar hopen dat er voldoende marge tussen zit.
Toch bevredigen de analyses van de politici, media en actiegroepen niet. Als het boerenbedrijf werkelijk vrijwel altijd verlies maakt, waarom gaat het dan niet failliet? Dat is toch het lot van elke onderneming die consequent verlieslatend is? Waar leeft de boer überhaupt van, als de kosten telkens boven de baten uitstijgen? Er is een beeld gecreëerd van een boer die het hele jaar hard werkt om ons voedsel te verbouwen, maar daarmee niet boven de armoedegrens uitkomt, te weinig verdient om in zijn basisbehoeften te voorzien en daarmee zelfs in aanmerking komt voor hulp van de voedselbank. Een tragisch beeld – maar klopt het wel?
Wie iets over de economische prestaties van de Nederlandse boer zegt, komt al snel uit bij het bedrijfsinformatienet van Agrimatie, onderdeel van de Wageningen Universiteit (WUR). Hier worden de financiële prestaties van Nederlandse boeren bijgehouden. In tegenstelling tot bij de Kamer van Koophandel is hier bijvoorbeeld wel een balans en winst- en verliesrekening te vinden: ook Follow the Money maakte voor dit en voor eerdere verhalen gebruik van deze database.
Maar – en dit is belangrijk – Agrimatie anonimiseert de cijfers die het krijgt aangeleverd en publiceert over gemiddelde Nederlandse boeren. Dat biedt inzicht en het maakt Agrimatie de betrouwbaarste openbare informatiebron met betrekking tot financiële cijfers uit de Nederlandse landbouw, maar de grote variatie tussen boeren onderling is minder inzichtelijk.
De prestatie van individuele boeren is namelijk afhankelijk van meer context dan Agrimatie kan bieden. Bovendien doen de samenstellers van de database bij hun berekeningen van bijvoorbeeld rendement een aantal aannames die het resultaat sterk kleuren. In dit artikel lichten we een aantal van die aannames en berekeningen uit.
Fictieve arbeidskosten
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de meeste boeren keren geen salaris uit aan zichzelf. Het zijn ondernemers met een eigen bedrijf, die winst of verlies maken. Een succesvolle boer moet daarom, net als elke ondernemer, voldoende winst maken, zodat zijn gezin ervan kan leven.
De winst van een gemiddelde boer zou dus een simpele rekensom kunnen zijn. Je trekt de kosten van de opbrengsten af en het resultaat is de winst waarvan het boerengezin moet leven.
In de presentatie van het boereninkomen kiezen veel onderzoekers, journalisten en politici voor een minder eenvoudige berekening. Dat heeft in de eerste plaats te maken met de tijd die boeren in hun bedrijf steken, zonder dat ze daarvoor een salaris in rekening brengen. Net als zijn gezinsleden die ook vaak tijd steken in het boerenbedrijf, tijd waarvoor ook zij niet krijgen betaald.
In de ‘moeilijke’ rekensom worden deze onzichtbare kosten opportuniteitskosten genoemd. Was de boer elders aan de slag gegaan, dan had hij geld verdiend. Onderzoekers rekenen de uren die de boer ‘om niet’ in zijn eigen bedrijf steekt dus mee als bedrijfskosten. Maar wat zijn de uren die de boer en zijn gezinsleden in het bedrijf steken eigenlijk waard?
Voor een antwoord op die vraag introduceerden ze een rekensom die verder in geen enkele andere bedrijfstak gebruikt wordt: de ‘loonkosten per onbetaalde arbeidseenheid’: een bedrag dat de waarde uitdrukt van het werk dat de boer en zijn gezinsleden in het bedrijf verrichten.
Om dit fictieve uurloon te berekenen gebruikt de WUR de cao Dierhouderij. De onderzoekers gaan uit van het minimumloon voor een volwassene met meer dan vier jaar ervaring: 17,35 euro per uur. Ze tellen daar een aantal zaken bij op, en komen zo tot een fictief uurloon van 29,80 euro.
Dat bedrag vermenigvuldigen ze met het aantal uren dat de melkveehouder en zijn gezinsleden onbezoldigd in het bedrijf steken. Dat urenaantal ligt volgens de onderzoekers tussen de 3500 en 4000 per jaar, zodat de onbetaalde arbeidsinzet in 2022 gewaardeerd wordt op ruim 116.000 euro.
Vakbond FNV, een van de onderhandelende partijen in de cao voor de dierhouderij, laat Follow the Money weten kritisch te staan jegens het gebruik van de cao-afspraken als rekeneenheid. De cao is immers bedoeld voor werknemers, die hun salaris nodig hebben om de huur of hypotheek te betalen of een auto te kopen. 17,35 euro per uur is dan geen vetpot; een beveiliger op Schiphol verdient tegenwoordig al meer.
De boer heeft echter te maken met een andere kostenstructuur. De boerenwoning staat meestal op de balans van het bedrijf, zo blijkt uit de cijfers van de WUR. Ook andere kosten blijven de boer bespaard, vertelt FNV-bestuurder Leo van Beekum: ‘Zoals veel ondernemers zetten boeren hun auto vaak op naam van de zaak.’
Dus zelfs als de boer zichzelf en zijn gezinsleden zou uitbetalen volgens de cao, dan nog zou hij aan het einde van de maand meer overhouden, omdat de auto en de huur of hypotheek al zijn betaald. ‘Het gebruik van deze cao als rekeneenheid suggereert een vergelijkbaarheid die niet bestaat’, aldus Van Beekum.
Slechts eenmaal verlieslatend
Een vergelijkbare verrekening wordt gemaakt met het eigen vermogen van het boerenbedrijf: dat deel van het bezit dat niet met een lening is gefinancierd. Zoals grond die al jaren in de familie is en inmiddels is afbetaald. De WUR berekent daarvan de huidige marktwaarde en zet die als vermogen op de balans van de gemiddelde Nederlandse boer.
Vervolgens, zo redeneren de onderzoekers, moeten ook hier opportuniteitskosten in rekening worden gebracht. De boer had zijn vermogen immers ook elders in de economie kunnen steken, waarvoor hij dan een marktconform rendement zou hebben ontvangen. Dat de boer dit niet doet, ‘kost‘ hem dus geld, een verlies dat de onderzoekers in 2022 waardeerden op 0,5 tot 2,8 procent. Aan het begin van deze eeuw werd zelfs met een rendement van ruim 6 procent gerekend. Het rendement dat de gemiddelde melkveehouder opoffert om boer te kunnen zijn, bedroeg volgens de WUR vorig jaar ruim 27.000 euro.
Als we de fictieve arbeids- en kapitaalkosten buiten beschouwing laten, verschijnt een ander beeld
De onderzoekers, maar ook het eerder genoemde Financieele Dagblad, gaan er in de moeilijke rekensom dus van uit dat de gemiddelde melkveehouder zichzelf en zijn gezinsleden ruim 143.000 euro aan arbeidsloon en rente op kapitaal uitkeert. Vervolgens blijkt uit de rekensom dat het boerenbedrijf slecht zou renderen. Het is toch een beetje alsof de bakker op de hoek zichzelf op papier anderhalve ton uitkeert, en daarna klaagt dat zijn bedrijf verlieslatend is.
Keren we echter terug naar de eenvoudige rekensom, waarin fictieve arbeids- en kapitaalkosten buiten beschouwing worden gelaten, dan verschijnt een ander beeld. De gemiddelde melkveehouderij was in die berekening niet al sinds het begin van deze eeuw jaar in jaar uit verlieslatend. Er blijft slechts een jaar verliesjaar over, 2009. Daartegenover staan bovendien florissante jaren. Vorig jaar hield de gemiddelde melkveehouderij bijvoorbeeld bijna 192.000 euro over.
Gemiddeld had de Nederlandse melkveehouder sinds het begin van deze eeuw een bedrijfsresultaat van bijna 60.000 euro per jaar, inclusief de Europese landbouwsubsidies.
Het opgetelde gezinsinkomen van de gemiddelde melkveehouder is zelfs nog iets hoger. Er komt in de regel nog zo’n 13.000 euro bij omdat de boer (en/of diens partner) elders (al dan niet in deeltijd) een dienstverband heeft, en/of inkomen uit bijvoorbeeld de AOW of de kinderbijslag.
Kosten die geen uitgaven zijn…
Het gemiddelde Nederlandse boerenbedrijf is dus wel degelijk winstgevend. Daarbij doet de WUR in haar berekening nog een aantal aannames die de boer in zijn portemonnee niet direct zal merken. Zo nemen de onderzoekers in de berekening van het bedrijfsresultaat ook een aantal afschrijvingen mee: stallen en tractoren die elk jaar een beetje minder waard worden.
Je kunt dit natuurlijk lineair berekenen: je neemt de aanschafwaarde van een tractor, schat de levensduur op bijvoorbeeld 20 jaar en schrijft elk jaar 5 procent van de waarde af. Maar de onderzoekers kiezen voor ‘degressief’ afschrijven: na de helft van de levensduur van de tractor of stal is al tweederde van de waarde afgeschreven. Daardoor neemt de winstgevendheid van het boerenbedrijf op papier in de eerste jaren na grote investeringen snel af, terwijl de boer dat in zijn portemonnee niet echt merkt.
…en uitgaven die geen kosten zijn
Ondertussen laten de onderzoekers in hun berekening een belangrijke uitgave buiten beschouwing: het aflossen van leningen. Op zich is daar een logische reden voor: aflossingen beïnvloeden het bedrijfsresultaat niet. Het zijn geen kosten, zoals de aanschaf van veevoer of kunstmest dat wel zijn. Alleen de rente die je aan de bank betaalt om de lening aan te gaan is in boekhoudkundige zin een kostenpost.
De Nederlandse melkveehouder heeft een gemiddelde schuld van bijna 13.000 euro per koe
De WUR publiceert niet wat de maandelijkse aflossingsverplichtingen zijn van een gemiddeld boerenbedrijf. Uit andere studies valt echter op te maken dat die fors zijn. Uit een studie van de Universiteit Utrecht blijkt dat de Nederlandse melkveehouder een gemiddelde schuld heeft van bijna 13.000 euro per koe. Dat is vier keer zo veel als de schuld per koe in Duitsland en Frankrijk. Ook per kilo melkopbrengst is de schuld in Nederland drie- tot viermaal hoger dan die in de ons omringende landen, blijkt uit een onderzoek van de Europese Commissie. Alleen de Denen komen enigszins in de buurt.
Bij die torenhoge schulden horen natuurlijk hoge aflossingsverplichtingen. Zo kan een boer die op papier zeer winstgevend lijkt, toch weinig te besteden hebben.
Grootgrondbezitters
Dit roept natuurlijk de vraag op waarom Nederlandse melkveehouders veel hogere schulden hebben dan hun collega's in het buitenland. Tractoren, melkrobots, stallen en koeien zijn in verschillende landen wel iets anders geprijsd, maar een factor drie tot vier zit daar niet tussen. Waarom leent de Nederlandse boer dan zo veel?
Het antwoord: grond. Kijken we naar het eigendom van de gemiddelde Nederlandse melkveehouder, dan springt die grond er met kop en schouders bovenuit. Meer dan 50 procent van de bezittingen van een boer bestaat uit de waarde van zijn grond. Geen enkele andere post op de balans komt daarbij in de buurt. De waarde van zijn woning: nog geen 7 procent van het totaal. De stallen en andere bedrijfsgebouwen: 10 procent. De waarde van alle koeien samen: 5 procent. Met andere woorden: de grond vertegenwoordigt ruim tienmaal meer waarde dan de koeien die erop staan.
Nergens in Europa is landbouwgrond duurder dan in Nederland. Het afgelopen jaar steeg de gemiddelde prijs voor een hectare grasland met 5,5 procent tot 67.100 euro per hectare, berekende verzekeraar ASR. De prijs voor een hectare maïsland steeg met 9,5 procent en kwam op 80.500 euro.
Boeren lenen steeds meer geld, om steeds duurdere hectares te kunnen kopen
De gemiddelde opbrengst per hectare is in Nederland ongeveer 18.000 kilo melk. Experts verwachten de komende jaren een melkprijs van 38,50 euro per 100 kilo melk. Dat betekent dat een melkveehouder nog geen 7.000 euro omzet per hectare binnenhaalt. Daarvan moeten stallen en melkrobots, tractoren en diesel, kunstmest en mestafvoer, krachtvoer, dierenarts, verzekeringen, heffingen en belastingen worden betaald. Investeringen in extra grond verdienen zich dan ook nauwelijks nog terug, laat staan zonder landbouwsubsidie.
Vanuit een financieel-rationeel argument lijkt een investering in extra grond dus niet te verklaren: de extra koeien op de extra hectares leveren de boer extra werk op, maar dat vertaalt zich niet of nauwelijks naar een hoger rendement. Toch blijft de boer geld lenen om de grond te kunnen kopen. ‘Buurmans land staat maar één keer te koop’, luidt een boerengezegde, waarna de boer toch weer bij de bank aanklopt voor een lening om land te kunnen kopen zodra die kans zich voordoet.
Boeren lenen dus steeds meer geld, om steeds duurdere hectares te kunnen kopen. Die hogere leningen gaan gepaard met hogere aflossingsverplichtingen, die weliswaar niet raken aan de rentabiliteit van het boerenbedrijf, maar wel aan wat de boer maandelijks te besteden heeft.
De risicoloze bank
De bank maakt zich daar geen zorgen over. Grond is namelijk iets anders dan een stal of tractor. Die laatste raken versleten en worden uiteindelijk waardeloos. Grond niet. Zolang er boeren in de rij staan om een nog hogere prijs te betalen voor een hectare landbouwgrond loopt de bank betrekkelijk weinig risico, zelfs al zou de boer zijn aflossingsverplichtingen niet kunnen nakomen. Als het boerenbedrijf omvalt kan nog altijd het land worden verkocht, waarna de bank uit de problemen is.
Ook juridisch loopt de bank geen risico. Waar verschillende leennormen bestaan die consumenten beschermen tegen een te hoog hypothecair of consumptief krediet – waarbij rekening wordt gehouden met wat een doorsnee huishouden kwijt is aan boodschappen of de opvoeding van de kinderen – lijken dergelijke normen voor boeren niet te bestaan. Zij zijn ondernemers; waardoor de bank enkel rekening houdt met de vraag in hoeverre de schulden gedekt zijn door de bezittingen.
Sappelen of verzilveren?
In absolute zin is het eigen vermogen van de gemiddelde melkveehouder natuurlijk wel gestegen, al was het maar omdat het gemiddelde boerenbedrijf steeds groter wordt. Aan het begin van deze eeuw was het eigen vermogen van de gemiddelde Nederlandse melkveehouder minder dan 1,5 miljoen euro, inmiddels is dat volgens de WUR verdubbeld tot 3,2 miljoen.
‘Je doet het niet voor het geld, anders was ik wel iets anders gaan doen’
Boeren die door torenhoge aflossingsverplichtingen maandelijks van weinig moeten rondkomen, kunnen op papier dus miljonair zijn. Als zij genoeg hebben van een ‘inkomen onder de armoedegrens’ kunnen ze hun bedrijf verkopen, zeker nu de overheid riante vertrekregelingen optuigt, waarna ze de beschikking hebben over een vermogen.
Toch kiezen veel boeren daar niet voor. ‘Natuurlijk doet het verdriet dat het hier voor ons ophoudt. We hebben er jarenlang alles aan gedaan, het was soms nauwelijks vol te houden’, zegt voormalig varkensboer Maria. ‘Maar onze kinderen willen de boerderij niet overnemen, ook niet met de trekkershutten. Ze hebben alle drie een andere baan gevonden. Dan houdt het op hè.’ IJsboer Elsa: ‘Boer ben je omdat het in je bloed zit, omdat het in je familie zit. Je doet het niet voor het geld, anders was ik wel iets anders gaan doen.’
Boeren kunnen er om historische en emotionele redenen voor kiezen om maandelijks te sappelen zonder het in grond en vermogen opgespaarde vermogen te verzilveren. Dat mag natuurlijk. Maar dat veel boeren überhaupt de mogelijkheid hebben om hun bedrijf vaarwel te zeggen en vermogend verder te gaan, is een optie die veel andere Nederlanders op of onder de armoedegrens niet hebben. De beslissing om het bedrijf te verkopen kan pijnlijk zijn, maar de situatie is toch nog wel iets rooskleuriger dan die van een bijstandsmoeder in een huurflat in Rotterdam-Zuid.
160 Bijdragen
Uitgelicht door de redactie
Willem Van Dijk 1
Kortom, de meesten zijn miljonair, hoeven zich financieel nergens zorgen over te maken, al doen ze dat vaak wel omdat hun ego zich verzet tegen verkoop van grond en elke paar jaar weer een duurdere trekker wil omdat dat zo lekker staat in de buurt. Of bij demonstraties.
Roland Horvath 7
Zoals altijd mag men niet blind zijn voor de uitersten. Er zijn boeren die hun bedrijf niet kunnen verder zetten. Het aantal boeren vermindert, dat kan nooit de bedoeling zijn. En de veel te talrijke supermarkten betalen te lage prijzen voor landbouw producten.
Er is een ander feit / bezit waardoor men kan vermoeden dat het boerenbedrijf in het algemeen loont. Dat is het feit dat de grote ondernemingen zoals vee voeder bedrijven de grootste aantallen dieren hebben, koeien, varkens, schapen en kippen. Waarbij de verduurzaming en de rechten van dieren onder andere een gezonde voedng en een aanvaardbaar verblijf niet gerespecteerd worden.
De grote industriële boerderijen creëren met de grootste hoeveelheid mest overschot per boerderij de meeste schadelijke stikstof gassen. Ze kunnen dan ook bij de eersten zijn om uitgekocht te worden door de overheid, met belasting geld van iedereen. Gelukkig, in de landbouw zit toch nog altijd iets typisch Nederlands.
IJdo Dijkstra 1
Roland HorvathWat mij daarbij verbaast is dat de boeren zich op sommige vlakken goed weten te organiseren, maar zich kennelijk op dit vlak tegen elkaar uit laten spelen.
Ronald Boekhoorn
IJdo DijkstraIJdo Dijkstra 1
Ronald BoekhoornSjoerd Nelissen 6
IJdo DijkstraIJdo Dijkstra 1
Sjoerd NelissenEn wat Coca Cola (enz) betreft... Ik denk dat de macht van de supermarkten te makkelijk overschat wordt. Daar zitten veel meer nuances achter dan 'Ahold bepaalt'.
Henk de Jong 1
IJdo DijkstraCor Broeders 4
IJdo DijkstraHerbert Kuipers 4
IJdo DijkstraHerman Stapelbroek 2
In 2004 een plan ingediend voor de inrichting van een buitenplaats in goed overleg met de Provincie Gelderland om een buffer te vormen tussen de oprukkende stad in dit geval Zutphen om het coulisselandschap wat overgaat in het landgoed Hackfort te beschermen .
De inrichting ging niet door om reden dat de gemeenteraad uiteindelijk van mening was dat boerenland in boerenhand moest blijven . Na een jarenlange juridische strijd kwam in 2019 een vonnis van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin bevestigd werd dat er 3 maal onrechtmatig gehandeld was door de gemeenteraad . Echter een schadevergoeding werd niet toegekend.
De ontwikkelingen in dit gebied zijn dermate ongewis dat een gesprek met de wethouder over de ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied rondom Vierakker tot heden toe ondanks herhaalde verzoeken daar toe aan de Groen Links wethouder nooit hebben plaats gevonden .
Een conclusie door mij gesteld op basis van meerdere ervaringen met de overheid is dat onrechtmatig handelen van de overheid kan plaats vinden zonder dat er sprake is van op enigerlei wijze van tegemoetkoming aan betrokkene
Noch een verontschuldiging noch een financiële tegemoetkoming in de gemaakte kosten heeft plaats gevonden in voorkomende gevallen .
Hetgeen niet vreemd is als je te maken hebt met een lokale overheid die zich bij monde van de toenmalige wethouder op standpunt stelde dat men als overheid over alle tijd beschikt om te procederen , het geld tegen de plinten klotst om te procederen
en mocht men bij de uiteindelijk bij de Raad van State komen beide 50 % kans te hebben . Het laatste bleek 100 % te zijn .
Huidige situatie is dat we nog steeds eigenaar zijn van landbouwgrond maar niet weten welke kant de politiek opgaat ten aanzien van de ruimtelijke invu
Ties Joosten 5
Herman StapelbroekRonald Boekhoorn
Herman StapelbroekAls iemand die afhankelijk is van de bijstand is dit iets dat mij ook regelmatig stoort. Als ik een dag te laat ben met inleveren van gegevens kan ik worden gekort, maar als zij twee weken te laat zijn met het storten van de bijstand (met alle gevolgen van dien voor ondergetekende) kan er met moeite een sorry vanaf, laat staan dat daar een straf tegenover staat.
Cor Broeders 4
Herman StapelbroekGing het Pikmeerarrest daar niet over? Ambtenaren mogen de boel bedotten als het goed is voor het algemeen belang.
Willem Timmer 4
Herman StapelbroekOnderliggende echte probleem is de minkukel op die bureaustoel: als dat een man of vrouw was met genoeg logisch denkvermogen, het hart op de goede plek en een eerlijke afweging was het anders gelopen. Helaas heet niet elke ambtenaar Omtzigt.
Men weegt belangen af en eigen belang komt meestal toch eerst (follow the money)
Dat is overigens bij boeren niet veel anders. ik hoorde van (toevallig broer van Peter R) een de Vries die econoom is, dat er 50 miljard kilo koeienstront per jaar op NL wordt geproduceerd. ons land is kleiner dan 50000 vierkante km dus dat komt neer op >1 kg koeienstront per vierkante meter gemiddeld. waarbij de burgers liever geen 200 kg koeienstront op hun postzegeltuin willen om een beetje een beeld te schetsen. Ik heb aan paar kg genoeg voor mijn rozen. Ben heel benieuwd hoe dit fluitekruidkabinet het nu met BBB In de provincies en 1e kamer straks gaat oplossen. we zijn in dit land aardig de weg kwijt en dat is grotendeels te danken aan gebrek aan rationeel denken en werkelijk algemeen belang centraal stellen met oog voor elke individuele burger.
anneke sasbrink 2
Herman StapelbroekHerman Stapelbroek 2
anneke sasbrinkJan Bertels 1
anneke sasbrinkAlowieke van Beusekom 1
Maar hoe kom je als kersverse boer aan grond? Onder jongeren is groeiende belangstelling voor anders boeren. Zie het succes van bv Toekomstboeren. Maar niet iedereen heeft grond van zijn ouders en behalve de Triodos zijn de banken nog steeds niet ingesteld op regeneratieve landbouw. Of inmiddels wel? Ik hoop het.
Hannie Groen 5
Alowieke van BeusekomWim Flierman 1
Hannie Groenj.a. karman 5
Hannie Groen6 op de zeven vanaf 1950.
John Janssen 4
j.a. karmanj.a. karman 5
John JanssenUit 2000: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2000/41/per-dag-elf-boeren-minder
"Veel boeren besluiten te stoppen omdat ze onvoldoende inkomen uit hun bedrijf kunnen halen of omdat ze geen bedrijfsopvolger hebben. "
"Drie van de vier boeren die ermee ophouden, hebben een bedrijf dat veel kleiner is dan gemiddeld."
Hier staat gewoon dat kleinschalig biologisch boeren financieel ongewenst en dat de schaalvergroting de door de overheid gewenste richting is. Megabedrijven zijn een logisch gevolg.
Het is dezelfde economische wet waardoor aal buurtwinkels het moeilijk hebben tegenover de enkele grote mega ketens met alle economische financiële schaalvoordelen.
Volgen jou zijn er nog overal buurtsupers en is er geen enkele kleine winkelier failliet gegaan. Als ik in de winkelcentra van steden kijk zie ik toch heel wat anders.
John Janssen 4
j.a. karmanNa zijn vette pensioen van diezelfde bank gaf hij toch wel toe dat "wat hij moest doen voor de aandeelhouders van RABO" misschien iets teveel was doorgeschoten.
Hendrik Poll 2
j.a. karmanJan Sinke 10
M. van de Sande 1
Graag een wetenschappelijke onderbouwing.
Ties Joosten 5
M. van de SandeM. van de Sande 1
Ties JoostenDe lijfspreuk van iedere wappie.
dethmer 6
M. van de SandeHendrik Poll 2
dethmerMark Osterloh 2
M. van de SandeGerard van Dijk 6
Je verhaal klopt. Als je boer wilt zijn dan moet je leren zuinig te zijn. Dit omdat weliswaar die grond steeds duurder wordt moet bij bedrijfsovername die vermogensoverdracht bij de inkomsten worden gerekend en financieel 30-50% worden afgerekend. Daar gaat natuurlijk wel zo 10 jaar overheen om dat te kunnen doen. De schuldenlast is dan ook heel hoog.
Het is net als met het spel monopolie. Je kan vele straten in bezit hebben en multimiljonair zijn. Ook met een zeer hoog eigen vermogen kan je failliet gaan als je liquiditeit te laag is. Je kan dan niet aan je financiële verplichtingen voldoen.
Wanneer er maatregel op maatregel gestapeld worden dan gaan boeren toch heel kwetsbaar worden. Zo ook met de stikstofmaatregel. Het moet van Europa en onze natuur staat op omvallen zo wordt er betoogd. Maar waarom is zoals oud minister Plasterk betoogd de stikstofnorm 4000x hoger dan in Duitsland?
Fabrieken hebben het veel makkelijker. Want er word gekeken naar hoeveel stikstof in de buurt neervalt. Fabrieken kunnen een enorme veelvoud aan stikstof uitstoten omdat zij hoge schoorstenen hebben valt hun stikstof vanuit bijvoorbeeld Rotterdam pas ergens in Duitsland neer. En ook omgekeerd. Naast die krankzinnig lage stilstofnorm word de gemeten stikstofwaarden van die depositie van fabrieken ook aan de boeren toegerekend.
In het algemeen kunnen we stellen dat de politiek er gras een loopje neemt met de waarheid. Net zoiets suffigs als de werkeloosheidspercentage. Werk je gemiddeld 3 uur per week dan val al je buiten de werkeloosheidstatieken. Met een bruto-inkomen van € 150,- per maand ben je dus niet meer werkeloos. En ik maar denken dat het doel van werken is dat je in je eigen levensonderhoud kan voorzien. Maar in hoeverre kan je dat nog hard maken met €150,- in de maand.
Jelle Schottelndreier 3
Gerard van DijkDe landbouw stoot veel meer stikstof uit dan de industrie.
Natuurdeskundigen kunnen je overal de gevolgen van de gigantische, opgestapelde stikstofdepositie tonen.
En ook een geïnteresseerde leek als ik kan dat, kom maar kijken in mijn bosje op de Veluwe.
Vlinderstichting e.d. tonen precieze grafieken over uitsterving en dreigende uitsterving.
Jos Oerlemans 3
Jelle SchottelndreierBron: Vier koeien, 28 varkens en 1150 vleeskuikens per minuut.
https://www.quest.nl/natuur/dieren/a26086001/dieren-geslacht-nederland/
Alex Willemsen
Als Ties echt zou willen weten wat er in de sector door de verschillende ondernemers verdiend wordt, dan zou je verwachten dat er gesproken is met melkveehouders. Maar ik vermoed dat het meeste 'onderzoek' lekker vanachter het bureau gedaan is. Als je wel met deze boeren spreekt, kun je constateren dat de inkomsten vaak erg laag zijn. Bereken dan het aantal uren dat een boer effectief werkt en laat zien wat dan zijn gemiddelde uurtarief is. De werkelijkheid is dat je je dan rot schrikt! En dan hebben we het nog niet gehad over hoe je dat uurtarief moet verdienen en wat daar aan risico's tegenover staan. En dat komt niet in de laatste plaats door de steeds wisselende eisen van onze overheid, die elke investering tot een nog groter risico maken. Als je dat intensief onderzocht zou hebben, kom je tot een nog schrikbarender conclusie. Het uurtarief waarvoor deze mensen werken is met geen enkele andere job te vergelijken. En dan hebben we het nog niet gehad over vakantiedagen of zoiets...
De eindconclusie is ook stuitend! Met zijn onderneming verdient de boer vaak nauwelijks de kost. Het 'verzilveren' van zijn bezittingen levert misschien geld op, maar gaat totaal voorbij aan het werkelijke probleem; een te laag inkomen. En vergeet niet, dat kan morgen ook ons probleem zijn. Ook jouw voedsel komt van de boer Tijs!
Het maken van de vergelijking met een bijstandsmoeder is overigens wel de allerslechtste afsluiting van dit artikel. Treurig!
Hannie Groen 5
Alex WillemsenHarry van der Velde 2
Hannie GroenCamille Peters
Alex Willemsenj.a. karman 5
Camille PetersWat is uw antwoord?
Caroline Brons
Alex WillemsenEn erg raak, het zijn niet alleen boeren die het in dit land moeilijk hebben. Als je dat opmerkt als journalist is dat niet dat je daardoor tegen de boeren bent.
Martijn Van Sonderen
Alex WillemsenWat er wèl heel duidelijk naar voren komt is dat het beeld wat u schetst gemiddeld gezien niet klopt. Dat hoeft overigens niet te betekenen dat ieder boerenbedrijf gemiddeld is (integendeel). Maar in dat geval is er alsnog een probleem, want dan zijn er dus grote super winstgevende bedrijven en flink verlieslijdende kleine bedrijven.
De rekenmethodes die worden aangehouden om deze resultaten te bereiken zijn in ieder geval zeer ontransparant en bedenkelijk. In wiens voordeel die precies werken en hoe dit zich vertaalt in de aanmoediging van de banken sector voor de uitbreiding van boerenbedrijven etc laat zich raden.
U presenteert het verhaal nu als tegengeluid alsof de boeren een soort dwangarbeid uitvoeren met als enig nobel doel om ons van voedsel te voorzien, waarvoor zij iedere dag zichzelf helemaal kapot werken zonder er van rond te kunnen komen. Maar dit is emotionele chantage, want het argument van boeren om niet te stoppen is nooit dat het een absolute onmogelijkheid is en een lans die ze direct zouden pakken, maar juist dat ze niet anders zouden willen. Als een boerenbedrijf eigenaar is van de grond waarop ze boeren, is het altijd mogelijk om te stoppen.
Ik ben heel erg voor verantwoord boeren en denk persoonlijk dat het probleem ligt bij de megastallen en de bovenliggende industrie (voer, mest en banken), die de traditionele boer het systeem uitwerken terwijl dat het probleem alleen maar groter maakt.
j.a. karman 5
Martijn Van SonderenHet neerzetten van voedselvoorziening als een liberale financiële onderneming mist de basis van betekenis van eerste levensbehoefte. Rekenmethodes om het frame neer te zetten dat het allemaal rijke ondernemers zijn gaat tegen die basis in. Van wat stedelijk parkjes zal de stedelijke bevolking uiteindelijk niet overleven.
Gerhard de Jonge 3
Martijn Van SonderenTies Joosten 5
Alex WillemsenJelle Schottelndreier 3
Ties JoostenMelkveehouders produceren nog een flink deel eigen veevoer: vers gras, graskuil, hooi, vaak maïskuil.
Kip en varken wordt met veel meer importvoer geproduceerd, en dat is de bron van de stikstofoverdosis: o.m. de soja waarvoor de Amazone gesloopt wordt: NL is de grootste importeur in de EU, terwijl andere landen veel groter zijn.
Daarom zou het ook interessant zijn om te kijken naar de uitstoot versus kapitaal- en inkomenssituatie van de niet-grondgebonden landbouw.
Roland Horvath 7
Alex Willemsen1/ Kosten voor huis of hobby die terecht komen bij de kosten die door het bedrijf meegenomen worden voor de belasting aanslag. Dat doen zelfstandigen als ze kunnen, ondernemingen en in iedere geval multinationals over de hele wereld.
2/ Grond, die duur geworden is. Door de inflatie die op een onwettelijke wijze gecreëerd is door de ECB, via monetaire financiering en een nul interest politiek , in navolging van de FED in de VS. Terwijl alle overheden in de EU en alle MSM dat goed vonden. De enige opdracht van de ECB is prijsstabiliteit. De ECB deed feestelijk het tegendeel. De ECB is jammer genoeg onafhankelijk van de politieke overheid, maar dan uitsluitend als ze blijft binnen haar bevoegdheid, van het streven naar prijsstabiliteit. Door de nul rente politiek kregen de rijken veel krediet en de armen zo goed als geen. De GMO / de groten -veel- meer dan het MKB/ KMO.
3/ En de politiek van niet duurzame wel dure zonnepanelen, en windmolens komt van onbekwame overheden in de EU.
Kortom, de uitgelichte commentaar geldt voor één categorie van boerderijen. Zij hebben grond, krediet bij de grootbanken o.a. de RABO, grote stallen, en straks miljoenen aan uitkoop geld van de Rijksoverheid, die dat in haar oneindige wijsheid bekokstoofd heeft met de industriële boerderijen.
Water stroomt van hoog naar laag, en geld stroomt van laag naar hoog.
Henk de Jong 1
Alex WillemsenGerard van Dijk 6
Alex WillemsenEveline Bernard 6
Gerard van DijkHerbert Kuipers 4
Alex WillemsenHendrik Poll 2
Alex WillemsenJos Oerlemans 3
Alex Willemsenhttps://www.quest.nl/natuur/dieren/a26086001/dieren-geslacht-nederland/
Cor Van Steen
Alex WillemsenMichiel van Wezel
Alex WillemsenDe inhoud van deze bijdrage is verwijderd.
Hannie Groen 5
Jelle Schottelndreier 3
Hannie GroenDie import is de bron van onze stikstofoverdosis.
Als ze weer gaan boeren zoals hun voorvaderen, is het hele stikstofprobleem opgelost en kan NL van het slot.
Dan kunnen er weer meer boeren bij, ipv de leegloop van 95% die door de schaalvergroting is veroorzaakt, decennialang.
marcel 7
Jelle SchottelndreierDe boeren zijn er gek genoeg eigenlijk nauwelijks wat mee opgeschoten. Veel meer zorgen en nauwelijks meer opbrengsten.
Waar boeren vooral wat aan hebben is duidelijkheid inclusief een redelijke overgangstermijn. 10 jaar moet kunnen lijkt me.
Om de stikstof reductie te behalen zal de overheid een flink aantal piekbelasters moeten uitkopen. Het is niet anders. Ook die ondernemers komen wel weer op hun pootjes terecht.
Jelle Schottelndreier 3
marcelAlleen: de natuur is echt al vreselijk overbelast, het is code rood. Zie ik. En meten natuurkenners.
Pieter Jongejan 7
Eenzelfde situatie doet zich voor bij de oude landadel die grote (bos)domeinen bezit en grote oude herenhuizen en kastelen. Het onderhoud kost vaak meer dan de opbrengsten uit de verkoop van hout.
Boeren zijn vaak in het voordeel ten opzichte van de landadel, omdat de bossen tot natuurgebied zijn verklaard en geen andere bestemming wordt toegestaan.
Uit het artikel blijkt dat grasland 67.000 euro per hectare moet kosten ofwel 6,70 per m2.
Op het ,moment dat grasland bebouwd mag worden stijgt de grondprijs meestal met hoinderden procenten. De grondprijs voor een gemiddelde wonoingwetwoning in Nederland bedraagt al ongeveer 400 euro per m2. Voor vrije sectorwoningen in Amsterdam en omgeving ligt die prijs bij 1500 tot 2000 per m2 en soms nog hoger,
Het hele verzet tegen het verplicht uuitkopen van arme boeren door de overheid (Samsom) tegen waarschijnlijk een marktconforme grondprijs van 6,70 euro per m2 of iets hoger gata geheel voorbij aan het punt dat boeren hun grond tegen een hogere prijs kunnen verkopen aan projectontwikelaars. Als het nu niet is dan in de toekomst.
Dit is een van de belangrijkste redenen waarom de grondprijzen in het dichtbevolkte Nederland op een hoog niveau liggen. Een ander reden is de kunstmnatiog lage reële rente van nu minus 5%. Rutte, CDA en D66 steunen de oorlog in de Oekraïne om de Amerikanen te plezieren en om hun eigen assetbezittende kiezers op hogere grondprijzen te trakteren.
De arme alleenstaand ebijstandmoeder kan daarom de huur en de energierekening meer betalen, terwijl veel boodschappen 30% duurder zijn geworden. (een pak koffie bijvoorbeeld)
Ties Joosten 5
Pieter JongejanJolande Colder 1
Ties JoostenRoelf van der Laan 3
Ties JoostenAls ze torenhoge aflossingsverplichtingen hebben, dan hebben ze ook hoge leningen en die worden afgetrokken van hun vermogen. Boerenbedrijven zijn in het algemeen al generaties lang in de familie en die grond is allang afbetaald. Als ze grond erbij kopen dan wordt er wel naar gekeken of ze voldoende extra inkomen kunnen genereren om de rente op te brengen. Als ze voldoende besteedbaar inkomen over houden om ook aflossingen te doen dan wordt daarmee hun vermogen vergroot. Maar ook zonder aflossing stijgt hun vermogen door de prijsstijging van de grond, net zoals huizenbezitters hun vermogen "vanzelf" zien stijgen.
Zou die grondprijs niet ook stijgen door een uitkoopregeling? Dat is toch te beschouwen als een subsidie op landbezit!
Atie Scheelings 1
Pieter JongejanJelle Schottelndreier 3
Pieter JongejanHet zit anders. De onderhandelingspositie van boeren wordt nu slim gespeeld omdat hun bedrijfsmodel sowieso geen toekomst heeft. De kosten worden steeds hoger, omdat ze zoveel inputs importeren uit de wereldmarkt, en daar worden de prijzen hoger. Zeker als CO2 serieus beprijsd gaat worden, en de wereldbevolking nog 20j blijft groeien.
De toekomst zit in low-input landbouw, dat levert ook nu al boeren uiteindelijk meer op. Het eigen producerende vermogen van een gezonde bodem wordt daar aangesproken en verbeterd. Geen vervuiling, win-win.
Zit je alleen nog met de krankzinnig hoge grondprijzen in NL die bedrijfsovername door de volgende generatie als een loden last om ons aller nek hangt.
Pieter Jongejan 7
Jelle SchottelndreierIn Afrika bereikte de bevolkingsgroei pas in 2010 een top. Dit betekent dat de immigratie uit Afrika en het Midden Oosten naar Europa nog decennia lang zal aanhouden. De lonen daar liggen op een aanzienlijk lager niveau dan in Europa. De grondprijzen in Europa en met name Nederland zullen hierdoor hoog blijven.
Daar komt bij dat het bedrijfsmodel van de banken op omvallen staat, omdat hun zogenaamd veilige staatsobligaties en eurobonds, maar vooral hun coco's sterk in waarde dalen als de nominale rente omhoog gaat om de inflatie te bestrijden. Dan komt er een eind aan de trendmatige daling van de reële rente en worden de te hoge schulden onhoudbaar. Om van de te hoge schulden af te komen en te voorkomen dat banken omvallen heb je een hoge inflatie en dus een pandemie en oorlog nodig. Dan vallen arme huishoudens om maar who cares?
Het gevolg is dat mensen in Noord-Europa (net als in Israel) hun overheid, hun centrale bankiers en hun militairen beginnen te wantrouwenen. Spaargeld wordt bij een negatieve reële rente van de bank gehaald en in goud en grond geïnvesteerd. Lage grondprijzen ontstaan pas als de reële rente weer positief wordt.
De introductie van CBDC gaat geen oplossing bieden voor deze negatieve spiraal. De enige oplossing bestaat uit het stabiliseren van de reële kapitaalmarktrente op een evenwichtsniveau van ongeveer 1 tot 3% positief. Keynes begreep dit als geen ander.
Uitgelicht door de redactie
Willem Van Dijk 1
Kortom, de meesten zijn miljonair, hoeven zich financieel nergens zorgen over te maken, al doen ze dat vaak wel omdat hun ego zich verzet tegen verkoop van grond en elke paar jaar weer een duurdere trekker wil omdat dat zo lekker staat in de buurt. Of bij demonstraties.
Hannie Groen 5
Willem Van DijkWim Flierman 1
Hannie GroenJan Henk Heilersig
Hannie GroenTies Joosten 5
Willem Van DijkAtie Scheelings 1
Willem Van DijkJan Jansen
Willem Van DijkJe hoeft geen medelijden met boeren te hebben, maar er zit wel een groot verschil tussen de een of ander. Je hebt oude keutelboertjes die ervoor kiezen om klein en echt heel ouderwets te blijven, gewoon van oudsher. Sommige lijken relatief ouderwets te zijn en schijnen stiekem toch best wat geld achter de hand te hebben.
Een boer leeft niet voor niets arm en sterft rijk, omdat je vroeger gewoon moest werken en weinig aan luxe uitgaf. Tegenwoordig wil iemand met een knap bedrijf ook een knappe auto rijden, tijden veranderen.
Ik snap alleen dat gezeur over arme of rijke boeren maar niet, als je er hard voor werkt wat maakt het dan uit als je daar een dikke auto rijdt?
Hoeveel van de auto's op de weg van maximaal 5 jaar oud zijn bedrijfsauto's? Ik denk minimaal 75%.
Het is trouwens vrij basic kennis dat je zakelijk en prive vermogen apart houd. Je zorgt dat je huis prive is. Een auto die prive wordt gereden moet prive zijn. Een zakelijke auto lijkt leuk maar is veel te duur als je hem teveel prive gebruikt.
De ruimte voor ruimte regeling was leuk voor diegene die ervan profiteerden, maar degene die daar echt wat aan hebben zijn vaak de kinderen van degene die op het oude spulletje zat.
Wat ik wel vind is de grootheidswaanzin bij sommigen, en uiteindelijk heb je zelf in de hand in hoeverre je daarin meega. Wij hebben hier weinig varkensboeren maar als je kijkt naar de bedrijven met bijv. meer dan 50ha akkerbouw, meer dan 100-150 koeien, meer dan 5000 varkens, die rijden er geen Ferrari van. Meer dan het 'normale' aantal levert financieel vaak maar heel weinig op behalve dat ze eigenlijk op een soort piramidespel voor de bank zitten. Sommige zijn denk gevoelig voor uitstraling of kroegverhalen, anderzijds geeft grote bedrijven meer ruimte voor automatisering zoals robots e.d.
De tekstruimte is op maar de waarheid is toch vaak veel genuanceerder dan wat alleen cijfers vert
John Janssen 4
Jan JansenWat wel natuurlijk 'op één hoop' gedonderd mag worden zijn megastallen die van alles mega produceren. Dus ook overlast in al zijn vormen!
Gelukkig voor u ziet het er naar uit dat de relatief kleine boer, zelfs dicht bij een Natura2000 gebied, gewoon zijn prachtige bijdragen aan onze voedselvoorziening kan voortzetten.
Vincent Huijbers 9
Wouter Freeling
Vincent HuijbersJohn Slenter
Wouter FreelingTies Joosten 5
Wouter FreelingJolande Colder 1
Wouter FreelingVincent Huijbers 9
Wouter FreelingAtie Scheelings 1
Wouter Freeling[Wat niet vergeten mag worden is dat leningen óók afschrijvingen op belasting opleveren!]
Ik wens u en uw vrouw een mooie en hopelijk lange pensioentje toe!
Tom Nijbacker 4
Wouter FreelingZonder gekheid, waarom gaat de meerderheid van de boeren/melkveehouders wel mee met dat advies?
Als alle boeren zouden doen wat jullie deden was er geen mest- of stikstof-probleem meer in NL. Maar ja dat kunnen ze niet meer want de schulden moeten afbetaald worden.
Iets heel anders, hebben jullie nog jullie land? Zo ja verkoop het dan aan https://landvanons.nl/. Dan wordt het goed beheerd.
Harry van der Velde 2
Tom NijbackerHendrik Poll 2
Wouter FreelingYhomas 1
Vincent HuijbersL Dake
j.a. karman 5
- Voedselvoorziening is een eerste levensbehoefte
- Als eerste levensbehoefte is een enkel financiële insteek zwaar onvoldoende
We hebben een woningnood en een relatieve overbevolking. Als je als bevolking onvoldoende hebt van eerste levensbehoeftes (woning energie voedsel) dan is er sprake van overbevolking. Wat er aan gaat komen: gebrek aan kwalitatief drinkwater.
John Janssen 4
j.a. karmanTies Joosten 5
John JanssenJohn Janssen 4
Ties JoostenWim Flierman 1
j.a. karmanHendrik Poll 2
Wim FliermanHendrik Poll 2
j.a. karmanKijk in de schappen van de supermarkt en je ziet dat als we driekwart van deze intensieve export bedrijfstak opdoeken er nog voldoende voedsel geïmporteerd kan worden.
Christine 3
Hendrik Pollj.a. karman 5
Hendrik PollStadse mensen laten zich beetnemen door stadse fratsen met ideaalbeelden welke niet kloppen.
Alleen het idee al dat al je voedsel wel geïmporteerd kan worden is zeer bizar. Je bent geschikt voor een matrix maatschappij in zo''n uiterst verzorgde toestand.
Jelle Schottelndreier 3
j.a. karmanj.a. karman 5
Jelle Schottelndreierhttps://waterbedrijfgroningen.nl/over-drinkwater/van-bron-tot-kraan/ natuur is van nature cyclisch, alleen de verstedelijking verstoort dat met grootschaligheid.
John Janssen 4
Er zijn nog wel andere 'positieve parameters' aan te dragen voor een vergelijk; eigen baas zijn, heerlijk in de natuur werken en geen stress over een keuze tussen Turkije of Griekenland voor de jaarlijkse vakantietrek!
De laatste zin in het artikel maait iedere 'verwijzing' naar bijstandsnorm voor een boer naar het grote rijk der fabelen!
jan jongeneel
John Jansseneen boerenzoon uit de alblasserwaard
Hans Wellens
jan jongeneelHugo Vets
jan jongeneelZeer mooi artikel FTM
Een fruitteler uit B
Henry Groenheijde 3
Ties Joosten 5
Henry GroenheijdeMaar no worries, over de rol van de bank schreef ik eerder: https://www.ftm.nl/artikelen/rabobank-melkveehouderijen
Geertje Henrichs 1
Ties JoostenEr is nog heel veel niet gezegd.
Maar dat past inderdaad niet allemaal in één verhaal.
Export
Ik zou graag meer horen over het feit dat ONZE voedselproductie, waar veel boeren zo op blijven hameren, voor een heel groot percentage voor de export is. “We doen het voor jullie voedsel”…
Nee, boeren produceren dus voor een heel groot deel voor handel naar het buitenland.
Dat betekent, dat als we ons zouden beperken tot de hoeveelheid voedsel die nodig is voor Nederland, er een heel ander beeld ontstaat.
Waarom zou een van de kleinste landen van de wereld zijn schaarse grond voor een ONEVENREDIG groot deel gebruiken, om de wereld te voeden?
Er zijn ook werelddelen waar voor veeteelt veel ruimte is, zonder de natuur te vernietigen.
Als elk land zich zou beperken tot productie voor eigen land, lokaal produceren op basis van vraag en aanbod, ontstaat ook nog een belangrijk voordeel in de vorm van reductie van transport kosten (CO2 uitstoot).
John Janssen 4
Geertje HenrichsWat is onze grootste exportpartner? Een Duitsland. Is het gras hier bijvoorbeeld groener? Groeien de kalfjes daarom beter om in recordtijd geslacht te worden? Kan men dat zelf niet in Duitsland qua efficiëntie?
Een land als China is al aardig op weg qua varkensteelt om zelfvoorzienend te zijn. Men bouwt daar 'hotels' voor varkensteelt, waar in 1 vestiging 1miljoen stuks varkens gehouden kan worden (doorzet?)!
Gelukkig gaat de EU een vet handelsverdrag met landen in Zuid-Amerika sluiten. Komt er nog meer vlees onze kant op. Snap jij het nog?
Jelle Schottelndreier 3
Geertje HenrichsGeertje Henrichs 1
Ties JoostenGeertje Henrichs 1
Ties Joosten“Dat kan ons agroleiderschap sterken. Mijn uitgangspunt is dan ook dat we een wereldwijde koploper blijven”.
Zijn wij daar blij mee? Hebben wij daar democratisch voor gekozen?
Ik zou dat wel een mooi onderwerp voor een referendum vinden.
John Janssen 4
Geertje HenrichsKan ook gewoon met de nieuwe 'superinnovatie' die urine en vaste meststoffen scheidt en dat dan weer omzet naar prik/power voor de boer. Installatie kost zo'n 300K, wat geleend kan worden bij een RABO, die dan weer geheel toevallig de fabrikant van diezelfde installatie voorziet van krediet!
Jelle Schottelndreier 3
Geertje HenrichsVincent Huijbers 9
Ties JoostenWilbert Willems
Ties Joosten 5
Wilbert Willemsj.a. karman 5
Ties JoostenSWS Schardijn
Ties Joosten 5
SWS SchardijnSWS Schardijn
Ties JoostenJelle Schottelndreier 3
Ties JoostenYhomas 1
Bob Ruers
YhomasIn de NRC van 17 maart jl. gaat een bericht over zuivelbedrijf FrieslandCampina.
Daarin wordt vermeld dat het bedrijf een succesvol 202 achter de rug heeft, zowel qua omzet als winst.
"De omzet steeg met 14 procent naar 14,1 miljard, onder meer veroorzaakt door de hoger zuivelprijzen. Aangesloten melkveehouders kregen een recordbedrag uitgekeerd."
Ik vraag mij af in hoeverre dit bericht past in uw verhaal en hoe de positie van de melkveehouders is bij het bepalen van de zuivelprijzen.
Bob Ruers
Ties Joosten 5
Bob RuersHendrik Poll 2
Bob RuersJelle Schottelndreier 3
Hendrik PollDavid Bartenstein 9
Als ik me probeer voor te stellen hoe het moet zijn om er na generaties afscheid van te nemen dan lijkt dat me heel pijnlijk.
Maar: ik werk ook al mijn hele leven hard, ben ook meermaals slecht behandeld door de overheid e.d. en wordt ook gek van alle regeltjes en ik heb nooit op een mooie plek gewoond, en vanaf dat ik in 2000 op mezelf ging wonen tot 3 maanden geleden nooit zelfs maar een tuin gehad. Ik kon nooit mijn eigen eten verbouwen, ik heb geen ruimte gehad voor een barbecue, een bierkeet, een stel quads, een klassieke tractor, of nevenactiviteiten. Ik heb nooit een huis kunnen kopen en tot dit jaar heb ik mijn kinderen zelfs nooit een eigen kamer kunnen geven. Ik heb twee keer niet eens een huis gehad in mijn leven. En ook al sliep ik de tweede keer op parkeerplaatsen in mijn auto, had ik nog steeds niet het gevoel dat ik mocht klagen, want ik had tenminste een auto en hele lieve kinderen en een baan.
Een boer die in staat is om zijn werkzaamheden op te schorten en per tractor ergens naartoe te gaan om een hele dag te protesteren is in mijn ogen geen harde werker, maar ondankbaar voor wat ie heeft en blind voor de problematiek in de rest van NL.
Maar ik probeer ook altijd de kant van de boeren te begrijpen en zeker niet alle boeren over één kam te scheren. Het wordt alleen wel lastiger als er steeds minder ruimte voor nuance is. Goed dat je altijd blijft proberen om objectief te zijn Ties.
Wim Flierman 1
David BartensteinHerbert Kuipers 4
Wim FliermanWim Flierman 1
Herbert KuipersWim Flierman 1
Herbert Kuipers