
Huisartsen demonstreren tegen hoge druk op huisartsenzorg, 1 juli 2022 © Bart Maat / ANP
Nieuw en ‘historisch’ zorgakkoord zit vol tegenstrijdigheden
Het ‘historische’ Integraal Zorgakkoord van minister Kuipers moet oplossingen bieden voor een sterk stijgende vraag naar zorg, terwijl de personeelstekorten toenemen. De uitweg wordt vooral gezocht in het verschralen en automatiseren van zorg; de fundamenten van het systeem van marktwerking blijven in het akkoord overeind. Belangrijke partijen weigerden hun handtekening onder het akkoord te zetten. ‘Dit zal de problemen niet oplossen.’
Een ‘historisch akkoord’, zo noemde minister Ernst Kuipers het Integraal Zorgakkoord (IZA) dat op 16 september werd gepresenteerd. Historisch is in elk geval de opgave om de sterk stijgende vraag naar zorg het hoofd te bieden, terwijl er in alle zorgsectoren al grote problemen bestaan met wachtlijsten, werkdruk en personeelstekorten.
In het IZA strooien de bewindslieden kwistig met termen als ‘passende zorg’, ‘doelmatigheid’ en ‘transformatie’; het beschrijft allerlei nieuwe vormen van samenwerking en verschillende soorten overlegtafels (thematafels, regiotafels, Spoedzorgtafels en Ronde Tafels), en het introduceert nieuwe concepten als ‘Meer Tijd voor de Patiënt’.
Maar fundamenteel zijn de geopperde oplossingen niet. Taboes blijven voorlopig taboe: er wordt niet gesleuteld aan het systeem van marktwerking. Problemen die voortkomen uit het stelsel, worden met de logica van het stelsel aangepakt. Voorbeelden daarvan zijn prikkels die samenwerking tussen partijen in de weg staan omdat elke organisatie haar eigen (financiële) belangen te dienen heeft, een bekostigingssysteem dat veel papierwerk vereist, en complexe soorten van zorg waarvoor nu wachtlijsten bestaan omdat ze niet rendabel zijn voor organisaties en verzekeraars.
Problemen die voortkomen uit het stelsel worden in het akkoord aangepakt met de logica van het stelsel
Om de stijgende kosten te bestrijden wordt vooral gemikt op minder gebruik van zorg, doordat de inhoud van het basispakket ter discussie wordt gesteld. Volgens het akkoord wordt de toets op die basisverzekerde zorg strenger. Dat zal in eerste plaats behandelingen raken die onvoldoende bewezen effectief zijn, maar vervolgens zal worden getoetst of zorg voldoende ‘kosteneffectief’ is en niet te arbeidsintensief.
Een belangrijk nieuw stokpaardje is de nieuwe standaard voor een behandeling: ‘digitaal als het kan, fysiek als het moet’. Zo hopen de opstellers van het akkoord miljarden te besparen met digitale zelfhulpmodules, online consulten en nieuwe apps die de gezondheid monitoren. Tot slot zullen verzekeraars minder hoeven te betalen voor ongecontracteerde zorg en mogen zorgverleners de eigen bijdrage voor deze zorg van patiënten niet langer kwijtschelden.
Het uitgelekte concept-akkoord leverde de afgelopen maanden onder zorgverleners al felle discussie op. Uiteindelijk ondertekende een deel van de beoogde samenwerkingspartners het document niet. De Landelijke Huisartsen Vereniging viel daarbij het meest op, maar ook ggz–patiëntenorganisatie MIND ging niet akkoord met de plannen. Vakbonden Nu’91, FNV en CNV en artsenfederatie KNMG zaten niet om tafel voor het akkoord, zijn niet gevraagd het te ondertekenen en hebben allen scherpe kritiek op het akkoord geuit.
Samenwerken versus concurrentie
De voornaamste term in de titel van het zorgakkoord – ‘integraal’ – verwijst naar een van de belangrijkste problemen waarmee de zorg kampt: er moet meer worden samengewerkt, want daar schort het in de sector schromelijk aan. De zorg is verbrokkeld. Tegelijkertijd blijft het uitgangspunt als vanzelfsprekend dat het zorgstelsel gebaseerd is op concurrentie.
Zorg voor een patiënt komt regelmatig uit verschillende potjes: dat motiveert vooral om niet samen te werken
Maar een van de belangrijkste oorzaken van dat gebrek aan samenwerking is het huidige systeem van marktwerking en prestatiebekostiging. Dat lijkt vooral te zijn toegesneden op mensen met een enkele aandoening, en schiet tekort waar het ‘complexe patiënten’ betreft: mensen met meerdere aandoeningen. Dat signaleerden Patrick Jeurissen en Hans Maarse in 2021 in hun boek The market reform in Dutch health care: results, lessons and prospects. ‘Je moet over de grenzen van een ziekenhuis heen durven kijken. Maar dat schuurt met het concurrentie-aspect,’ zei Maarse daarover in een interview met Zorgvisie.
Het gebrek aan samenwerking binnen de zorg is een erkend probleem – en dat geldt niet alleen voor zorgaanbieders, maar ook voor samenwerking tussen verschillende domeinen en over financieringsstromen heen. Zorg voor een patiënt komt regelmatig uit verschillende potjes: de verschaffing van hulpmiddelen gaat via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo, loopt via de gemeente), verpleging via de Wet langdurige zorg (Wlz, loopt via het zorgkantoor) en medisch specialistische of huisartsenzorg via de Zorgverzekeringswet (Zvw, loopt via de zorgverzekeraars). Dat levert niet alleen complexe situaties en veel papierwerk op, maar motiveert vooral om niet samen te werken – bijvoorbeeld omdat de vruchten van investeringen door de ene financier in het domein van de andere financier vallen.
Het marktfalen dat zich voordoet in de meer complexe zorg, waarbij mensen voor meerdere aandoeningen of klachten hulp nodig hebben, is een urgent probleem in de ggz. Zorgorganisaties kiezen steeds vaker voor relatief ‘makkelijke’ cliënten omdat die rendabeler zijn, terwijl er verlies wordt geleden op complexe gevallen. Exact datzelfde fenomeen is zichtbaar in de jeugdzorg, bleek uit eerder onderzoek van Follow the Money.
Maar niet alleen instellingen mijden de verlieslatende doelgroepen: ook zorgverzekeraars hebben liever geen patiënten die onverwacht hoge kosten maken, op hen lijden ze namelijk verlies .
Voor dure patiënten ontvangen verzekeraars meer geld dan voor (nog) gezonde verzekerden. Dat gebeurt via het risico-vereveningssysteem. Maar dat systeem werkt niet goed genoeg; voor sommige zorgsoorten wordt niet voldoende gecompenseerd om te voorkomen dat zorgverzekeraars proberen dure cliënten buiten de deur te houden. Volgens het Integraal Zorgakkoord moet daar dus aan worden gesleuteld.
Onderzoeker Arnold van der Lee werkte al voor 2006, het jaar waarin de verplichte ziekenfondsverzekering werd vervangen door de basisverzekering, aan manieren om risico’s voor zorgverzekeraars te verevenen. Hij is zodoende al jaren betrokken bij de discussie over risicoverevening. ‘In het IZA staat terecht dat er niet goed wordt gecompenseerd voor bepaalde groepen. Daar wordt al heel lang over gepraat. Het gaat niet alleen om mensen die onverwacht hele dure zorg krijgen, bijvoorbeeld bij ernstige ggz-klachten, maar helaas voor de hele ggz.’
Maar de gekozen aanpak stemt Van der Lee niet hoopvol. ‘Heel voorzichtig lijkt men toe te geven dat het tijd wordt voor echt nieuwe oplossingen, maar uiteindelijk zie je dat er vooral gekeken wordt naar het verzamelen van wéér nieuwe data. Dat proberen we al jaren, maar dat zal het probleem niet duurzaam oplossen.’
De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) boog zich over problemen rondom de domeinoverstijgende samenwerking en kwam in maart dit jaar tot de conclusie dat die inherent zijn aan het huidige stelsel: ‘Goede samenwerking komt niet automatisch tot stand door het (gedeeltelijk) wegnemen van perverse financiële prikkels. Wanneer de onderliggende principes van stelsels ongemoeid blijven zullen er vroeg of laat nieuwe barrières ontstaan.’
Het Integraal Zorgakkoord heeft alleen betrekking op de gelden binnen de Zorgverzekeringswet, maar staat bol van de afspraken waar ook andere partijen, zoals gemeenten, in de praktijk aan zullen moeten meewerken. Tal van nieuwe samenwerkingen worden omschreven, waarbinnen partijen over hun eigen organisatiebelang moeten heenstappen om de zorg als geheel efficiënter te maken. Maar het is allerminst duidelijk hoe organisaties de spanning tussen deze eis enerzijds en hun eigen financiële en organisatorische belangen anderzijds moeten oplossen.
‘Goede verpleegkundigen haken af’
Een van de meest dringende kwesties in de zorg is het oplopende personeelstekort. Dat tekort bedraagt momenteel 49 duizend professionals en dat aantal dreigt op te lopen naar 140 duizend in 2031, blijkens de meest recente nieuwsbrief (juni 2022) van het CBS-onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. De Sociaal Economische Raad (SER) schreef in 2021 een dik rapport over de uitdagingen in de arbeidsmarkt voor de zorg, met het werven en behouden van personeel als belangrijkste doelen.
Geld voor betere salarissen van verpleegkundigen en verzorgenden zal er nadrukkelijk niet komen, zei minister Conny Helder voor Langdurige Zorg en Sport in juli. Dit ondanks de constatering van de SER dat lonen in de zorgsector zijn achtergebleven bij de markt. Ook het Integraal Zorgakkoord blinkt uit in schraalheid wat betreft afspraken die zorgverleners moeten verleiden hun vak niet te verlaten. De financiële inhaalslag voor zorgpersoneel zou binnen de bestaande kaders kunnen, zonder extra overheidsgeld: de werkgevers zouden dit moeten betalen, is het afgemeten antwoord.
De bijbehorende afspraken lijken soms regelrecht in strijd met andere punten in het Integraal Zorgakkoord
Volgens het zorgakkoord moeten verplegenden en verzorgenden meer zeggenschap over hun werk krijgen en met minder administratieve druk worden opgezadeld – belangrijke problemen die de SER ook signaleerde. Maar de bijbehorende afspraken lijken soms regelrecht in strijd met andere punten in het Integraal Zorgakkoord. Want terwijl enerzijds de richtlijnen en kwaliteitsnormen moeten worden aangepast om het stokpaardje ‘passende zorg’ te implementeren, wordt anderzijds van brancheverenigingen verlangd dat zij ‘kritisch [kijken] naar de regeldruk die zij veroorzaken, bijvoorbeeld door richtlijnen of kwaliteitseisen, en [die] beperken tot het strikt noodzakelijke minimum’.
Zeggenschap over het werk geldt kennelijk niet voor de beloning en arbeidsvoorwaarden: de belangrijkste bonden haakten allemaal af wegens het gebrek aan ruimte om die binnen het Integraal Zorgakkoord bespreekbaar te maken. ‘Wij ageren daar natuurlijk tegen,’ zegt Michel van Erp van vakbond Nu’91, ‘en ik verbaas me er dan ook over dat een partij als V&VN [Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland] wel heeft getekend. De frustratie onder de beroepsgroep is groot. Je ziet dat goede, betrokken verpleegkundigen afhaken omdat ze hun vak niet naar behoren kunnen uitvoeren en de werkdruk veel te hoog is. De achterdeur staat wagenwijd open, terwijl die nu dicht zou moeten zitten.’
Dat heeft ook effect op een ander fenomeen dat het Integraal Zorgakkoord probeert aan te pakken: het torenhoge en stijgende aantal zzp’ers in de zorg, die vanwege de personeelstekorten vaak in staat zijn om hogere tarieven te bedingen. Van Erp ziet het in de praktijk gebeuren.
‘En de belangrijkste reden dat mensen zzp’er worden is vaak niet eens dat zij een hogere beloning kunnen bedingen, maar vooral dat ze zo meer regie te krijgen over hun eigen werk.’ Dat hangt samen met de hoge werkdruk, aldus Van Erp: ‘Wij zien dat mensen steeds vaker op hun vrije dag worden gebeld om toch een dienst op te vangen. Dat doet heel veel met ze, ze vinden het moeilijk om nee te zeggen. Als zzp’er kunnen ze die grenzen beter stellen.’
In het Integraal Zorgakkoord staan afspraken om de beloning en arbeidsvoorwaarden tussen zzp’ers meer gelijk te trekken met die van werknemers. Maar daar zullen de zzp’ers, die door het nijpende personeelstekort een sterke positie hebben, dan wel mee akkoord moeten gaan – en die kans is klein.
Digitalisering: ‘wenstaal en mooipraat’
Arbeid besparen is een van de voornaamste doelen in het Integraal Zorgakkoord – en daarvoor wordt onder meer ingezet op digitalisering. Volgens minister Kuipers zal een enkele investering van 1,4 miljoen euro in digitale gegevensuitwisseling vanaf 2029 een besparing opleveren van 340 miljoen euro per jaar. Waarop dat bedrag is gebaseerd is niet helder, het lijkt een raming van de winst die moet voortkomen uit het standaardiseren van gegevens. Maar er wordt vooral ingezet op meer online zorg, zelfhulpmodules en ontwikkeling van nieuwe apps om de gezondheid te bevorderen.
Hoe een persoonlijk digitaal dossier tot besparingen moet leiden, laat het Zorgakkoord in het midden
Waar het zorgakkoord aan voorbijgaat: ook de kosten voor ict in de zorg lopen hard op. Volgens een recente schatting van Deloitte zullen de kosten daarvan over de hele linie van de zorg stijgen van tussen de 3 en 4 miljard euro nu naar 5,5 miljard euro per jaar in 2027.
Ict-expert en voormalig huisarts Wim Jongejan publiceerde op zijn website een kritisch artikel over de digitale ambities in het Integraal Zorgakkoord. Hij hekelt met name het tamboereren op de ‘persoonlijke gezondheidsomgeving’ (pgo), een digitaal gezondheidsdossier waarin burgers zelf al hun dossiers bij verschillende zorgaanbieders kunnen bewaren. Hoe dat tot besparingen moet leiden, laat het Zorgakkoord in het midden.
Jongejan noemt het ‘wenstaal en mooipraat’: ‘De afkorting PGO komt maar liefst 23 keer in de bijlage voor terwijl het hele PGO-gebeuren alle kenmerken heeft van een dood paard. Twee jaar na het tijdstip waarop de PGO’s online moesten gaan zijn er medio 2022 een schamele 16.200 burgers actief met een PGO.’ Het probleem is volgens hem dat er geen verdienmodel voor zo’n pgo bestaat. ‘Noch patiënten, noch zorgverzekeraars willen er ook maar iets voor betalen. VWS betaalde de ontwikkeling, droeg bij aan het maken en betaalt voor het gebruik.’
Waar patiënten tot nu toe expliciet gevraagd wordt om hun data te delen, wordt straks automatisch uitgegaan van toestemming
Alle inzet op digitale oplossingen vergt bovendien een flinke verruiming van de mogelijkheden om patiëntendata te gebruiken, onder meer door ‘secundair’ gebruik ervan makkelijker te maken. Voor het delen van patiëntendata wordt in sommige situaties bovendien een belangrijke verandering doorgevoerd. Waar patiënten tot nu toe expliciet gevraagd wordt om hun data te delen, wordt straks automatisch uitgegaan van toestemming en is het aan burgers zelf om daar actief bezwaar tegen te maken.
Patiëntenvereniging MIND maakt zich daar expliciet zorgen over. Als onderhandelingspartner zag MIND te weinig garanties voor de bescherming van persoonsgegevens van burgers die zorg gebruiken. ‘Patiënten zouden altijd moeten kunnen vertrouwen op de bescherming van hun privacy. Hen moet vooraf worden gevraagd of hun gegevens mogen worden gebruikt voor secundaire doelen zoals onderzoek, kwaliteitsmetingen en databanken. Dit wordt in het IZA onvoldoende afgedekt.’
‘Luchtkastelen’
Derk Runhaar, die zelf huisarts is en het netwerk Eigen Huisarts opzette, typeert veel van de voorstellen over digitalisering als ‘luchtkastelen’. ‘Eigenlijk heeft tot nu toe niemand mij kunnen uitleggen hoe een online consult zou bijdragen aan minder zorggebruik of lagere kosten. Je bent er als zorgverlener niet minder tijd aan kwijt. En waar niemand aan denkt: misschien verlaagt het juist de drempel om naar de huisarts te gaan: je hoeft immers niet meer te reizen of in de wachtkamer te zitten.’
Runhaar en zijn collega’s worden vertegenwoordigd door de Landelijke Huisartsen Vereniging, die uiteindelijk niet akkoord ging met het Integraal Zorgakkoord. Dit na een uitgebreide ledenraadpleging, waarbij de branchevereniging zwaar onder druk stond nadat de huisartsen het akkoord vrij unaniem afwezen.
In het akkoord wordt een bezuiniging van 80 miljoen per jaar op de huisartsenzorg aangekondigd, terwijl die nu al zwaar onder druk staat door overbelasting en personeelstekorten. Runhaar: ‘Het IZA geeft in woord wel de goede richting aan wat betreft samenwerking. Maar er is een groot gebrek aan vertrouwen onder huisartsen dat de bepalingen in het akkoord ook werkelijk worden doorgevoerd.’
‘Dit akkoord is niet voldoende afdwingbaar. VWS zet de lijnen uit, maar de markt moet het allemaal gaan doen’
‘Afspraken die in vorige akkoorden zijn gemaakt, werden niet serieus genomen door verzekeraars wanneer het op de praktijk aankwam. “Een akkoord is iets anders dan een contract,”, kregen we dan te horen.’ Uiteindelijk krijgt de uitwerking van het akkoord gestalte bij de inkoopgesprekken tussen verzekeraars en zorgverleners. En juist daar ging het in het verleden mis. Zo werd bijvoorbeeld tussen 2015 en 2018 door verzekeraars 128,8 miljoen euro minder uitgegeven aan huisartsenzorg dan voor die jaren was begroot. Dergelijke 'onderbestedingen’ spelen zich in meerdere sectoren af; ook in de wijkzorg is het een berucht probleem.
‘Voor de afspraken die nu in het IZA staan, zijn geen garanties gegeven. Dat bestuurders van grote instellingen ermee akkoord zijn kan ik me wel voorstellen, want zij hebben een sterke onderhandelingspositie tegenover verzekeraars. Maar dat geldt niet voor ons, de huisartsen,’ stelt Runhaar.
Uiteindelijk komt het neer op de praktijk – en dat kon wel eens de grootste achilleshiel zijn van het ambitieuze Integraal Zorgakkoord. ‘Dit akkoord is niet voldoende afdwingbaar. Ik denk dat overigens dat dat ook min of meer de bedoeling is van het stelsel: VWS zet de lijnen uit, maar de markt moet het allemaal gaan doen.’
Runhaar verzucht: ‘Niet dat alles maar bij de overheid zou moeten liggen, mede gezien het functioneren van de overheid op het moment, maar waarom gaan we eigenlijk door met dit systeem als dat burgers en patiënten niet helpt en we in de toekomst kampen met capaciteitstekorten? Ik denk dat het doel van de stelselwijziging van 2006 was om de zorg toegankelijk te maken voor kapitaal, die nu kan profiteren van de rendabele delen – terwijl de samenleving opdraait voor de onrendabele delen.’
32 Bijdragen
Roland Horvath 7
Het lijkt wel of de termen overheid, collectief, solidair en andere relevante termen die in dit probleem van toepassing slechte, vieze woorden zijn. In elk geval zijn ze niet bon ton.
De financiering van de zorg moet in handen zijn van de overheid of toch in elk geval van een collectief georganiseerde instantie. En niet verdeeld door meer dan 20 ondernemingen.
De uitoefening van de zorg moet inderdaad, zoals gezegd in het artikel, niet noodzakelijk door de rijksoverheid gebeuren, maar er moet wel eventueel elders voldoend kennis en kunde aanwezig zijn om bijvoorbeeld jeugdzorg te laten oplossen door de gemeenten met bovendien minder financiering.
En indertijd, voor het vermarkten van de zorgfinanciering, was één van pijlers van de 'propaganda' dat iedereen kon kiezen hoeveel zorg men wilde en dan was de zorg premie navenant. Wie wordt hier verondersteld dom te zijn, de politici of de burgers.
In het beschreven probleem: De markt volledig uit de zorg financiering.
En voor het overgrote deel eveneens bij de zorgverlening.
Collectief en coöperatief zijn geen vieze woorden.
John Janssen 4
Met dat "geen extra geld erbij" van Helder gooit ze wel de 'zorg glazen' in. Het motiveert mogelijk nieuw personeel niet, en zorg alleen maar op minder handjes aan het bed terwijl er meer en meer nodig zijn.
In de directe kennissen kring 3 stuks, allen rond de vijftig, om laten scholen en weg. Allen zelfde reactie, "worden financieel niet gewaardeerd, en draaien daarnaast onszelf zeer wel mogelijk over de kop vanwege werkdruk".
Roland Horvath 7
John JanssenJohn Janssen 4
Roland HorvathBob Lagaaij 5
in de loop der jaren is omschreven.
Jeannette van Es
Rinus ten Haaf 3
Jeannette van EsJan Ooms 10
Rinus ten HaafDe door de marktwerking opgelegde, zich steeds verder uitbreidende, verplichte administratie, op allerlei gebied, laat juist ook ruimte voor fraude. Of denkt u dat werkelijk al die verplicht gestelde administratie wordt gecontroleerd door zorgverzekeraars, etc?.
Alles is gebaseerd op wantrouwen. Soms is dat wantrouwen terecht, maar de kosten gemoeid met de bestrijding ervan overschrijden vrijwel altijd meermaals de kosten van de oorspronkelijk geconstateerde tekortkomingen, met als gevolg te weinig handen aan het bed. Deze trend heeft sinds 2006 een enorme vlucht genomen.
Eveline Bernard 6
Jeannette van EsVincent Huijbers 9
https://decorrespondent.nl/13533/zonder-zorg-zijn-we-nergens/1239818148855-45eed01d
Bestaat er niet een spectrum van zorgmijders tot hypochonders? Dat we als maatschappij genoegen nemen met een qwantificeerbaar en af te rekenen systeem verbaasd me niet eens zo. Dat past misschien in de trend waarbij onderlinge solidariteit verplaatst is naar een participerende burger.
Waar we grote vraagtekens bij kunnen zetten is dat dit systeem deels zorg aantrekt en elders afstoot (markt). Hoe doet dat recht aan die complexiteit en diversiteit van de groter wordende zorgvraag? Waar zorg wordt afgestoten is er simpelweg niet in voorzien met alle schrijnend voorbeelden tot gevolg.
Rinus ten Haaf 3
Vincent HuijbersZorg aantrekken lukt natuurlijk goed in een vergrijzende maatschappij, er komen immers meer "kwaaltjes/ gebreken" waarbij de cultuur van "accepteren dat het er bij hoort" steeds meer wordt vervangen door de illusie van "de maakbare eeuwige jeugd". Dit resulteert in een verschuiving naar de 'hypochonder-kant'van het spectrum.
De "markt" (verzekeraars) wordt verweten dat ze hier grenzen aan probeert te stellen.... Dat het verre van perfect werkt , daar ben ik het mee eens, maar het gaat om de onderliggende problemen die sterk kostenopdrijvend werken.
We zullen moeten gaan accepeteren dat er grenzen zijn , ook aan wat het verlengen van een mensenleven mag kosten. Anders knapt het lijntje van de solidariteit en raken we nog veel verder van huis....
Vincent Huijbers 9
Rinus ten HaafIk moet dan denken aan staatssecretaris Martin van Rijn schrok van de situatie waarin zijn eigen moeder:
https://www.bnnvara.nl/pauw/artikelen/van-rijn-schrikt-van-situatie-eigen-moeder
Of:
BuroJIJ groeit en groeit in jeugdzorgtopper Loon op Zand: gat in de markt (maar ook in de begroting):
https://www.bd.nl/home/burojij-groeit-en-groeit-in-jeugdzorgtopper-loon-op-zand-gat-in-de-markt-maar-ook-in-de-begroting~ac83c277/
Wanneer zijn we (over)bezorgd en wanneer verwaarlozen we zorg? Het is een uiterst complexe vraag maar ik heb het idee dat we op pepaalde vlakken door een morele ondergrens zijn gezakt (als de berichtgeving representatief is voor de realiteit). Hoe zou je de aandacht dan moeten verdelen?
Querein Rein 1
Vincent HuijbersGwen Moonen
Rinus ten Haaf 3
Aan deze randvoorwaarden voldoet de zorg in Nederland op geen enkele wijze. Laat me dit uitleggen:
Allerhande "kwaliteitscriteria/ opleidingscriteria" (BIG register) belemmeren de vrije toetreding. (misschien maar goed ook, bescherming tegen kwakzalvers is hard nodig)
Transparantie: kwaliteit van het aanbod of het gepresteerde is niet of nauwelijks te meten, in elk geval niet voor de individuele klant.
Vrijeprijsvorming: dit vereist allereerst dat de afnemer /klant ook zelf de rekening betaald. Door de vaak torenhoge kosten is dit voor veel mensen niet mogelijk en hebben we een 'solidariteitsprincipe' ingevoerd: collectief verzekeren. Eerst een soort overheidsmonopolie , het ziekenfonds (1 klant dus) , later door dit over te hevelen naar een klein aantal ziektekostenverzekeraars. (een stuk of 5 klanten dus).
Ander probleem: Omdat de patient/ zorgvrager (de eigenlijke gebruiker-klant) zijn eigen rekening niet betaalt, (dit doet de verzekeraar) , is er geen enkele rem op de kosten/baten afweging bij de gebruiker-klant. De heel lastige keuzes over kosten/baten moeten door anderen (de politiek) gemaakt worden en ga maar eens 'nee' zeggen tegen een doodzieke patient. Ziek worden is immers geen vrije keuze.
Koppel dit aan het in mijn ogen absolute gebrek aan transparantie en werkelijke meetbaarheid van het effect van de zorgprestatie of het nieuwe geneesmiddel en zie daar: de deur staat wagenwijd open voor de almaar toenemende en niet te stoppen kostenstijgingen die we zien.
Dat verzekeraars niet de beste keuzes maken om dit te keren is ook waar....
Co Stuifbergen 5
"Voor dure patiënten ontvangen verzekeraars meer geld dan voor (nog) gezonde verzekerden. Dat gebeurt via het risico-vereveningssysteem."
Ik dacht altijd dat verzekeraars zelf de risico's opvingen doordat ze van veel mensen premies ontvangen.
Wat is het risico-vereveningssysteem, en hoe wordt hiervoor betaald?
Bert Nagelhout
Co StuifbergenJan Ooms 10
Co StuifbergenHoe het vereveningssysteem precies werkt weet ik niet, maar verzekeraars krijgen in ieder geval meer geld voor klanten met een bepaald ziektebeeld als bijv. diabetes (gebaseerd op medicijngebruik).
Richard Savelkoul
Jan OomsCor Broeders 4
Als er al een diagnose of behandelplan meegestuurd wordt.
en die mensen gaan dan weer per kerende post retour, omdat ze niet goed te helpen zijn.
Jan Willem de Hoop 12
Cor BroedersOf de zorg wel vaak genoeg kritisch genoeg is op zichzelf of zich te gemakkelijk achter zaken verschuilt, bureacratie - marktwerking - ministerie, zoals je in je eerste zin aangeeft krijgt te weinig aandacht denk ik.
Je tweede zin begrijp ik minder goed. Staat het er wel juist geformuleerd? Door wiee worden de mensen niet goed geholpen en waarom?
Cor Broeders 4
Jan Willem de HoopJan Willem de Hoop 12
Cor BroedersJa opvallend dat bij kosten zorg geen of verkeerde diagnoses niet mee worden genomen. Linksom of rechtsom is er naast het menselijk leed ook veel extra kosten.
Petrus Harts 3
Lieve lezer, toen ik nog bestuurskunde studeerde aan de UTwente was dit al een thema. Hé, computers, hé kostenbesparing in de zorg want geen papier. Dat was 1988. Dat werd niks.
Toen kwam de smartcard. Hé smartcards, hé kostenbesparing in de zorg want geen papier! (en minder privacy gedoe want die kaart hield je zelf bij je) Dat was 1995. Dat werd ook niks.
En nu gaan we dus in 2029 een nieuw digitaal tijdperk in.
Right.
Wat mij verder stoort is het gehak op de markt. Hier in de Emiraten is gezondheidszorg voor expats (dus 80% van de bevolking) voor 100% overgelaten aan de markt, en dat werkt aanmerkelijk beter dan een overheid die steeds weer een nieuwe organisatie ernaast zet. Overigens hier - net als in Nederland - met een verplichte verzekering.
De markt is echt wel efficiënt. Het probleem in Nederland is dat het vlees noch vis is. Dus: óf je vraagt het aan de markt, óf je creëert een NHS (maar dan beter).
dethmer 5
Voor zover ik me herinner mankeerde er niet zoveel aan het oude stelsel. PvdA en VVD kunnen hun stomme plannen ook wel weer omgedaan maken.
Niet alleen in de zorg, maar op het hele terrein van geloof in de markt.
Iedereen met een redelijk IQ kan beamen, dat de markt niet onze redding heeft betekend.
De voorbeelden worden dagelijks vertoond.
Laat de zogenaamde markt in de marge onder toezicht wat aanklooien, maar laat de regie voor vitale delen niet langer aan de markt over.
De onevenwichtige verdeling is een serieuze bedreiging voor een samenleving.
Geen verzinsel maar een wetenschappelijk onderbouwd verhaal.
Veel mensen in armoede is een fenomeen waar straks de rekening voor wordt gepresenteerd.
Het is een voedingsbodem voor maatschappelijk ongenoegen. Ongenoegen dat nu al zo'n 20 partijen in de Tweede Kamer oplevert.
Die niet allemaal een fatsoenlijke samenleving nastreven en zelfs uit zijn op ontwrichting en/of fascisme. Hoe gestoord ook er zijn altijd meelopers en opportunisten.
Om die reden al zou een dergelijk voorstel niet eens moeten worden ingebracht. Dit is tegen alle gezond weten in doorzetten van een fout systeem.
Is terugkeer van fouten nou zo moeilijk?
Jan Ooms 10
dethmerOp zich niet, maar dat betekent politiek gezichtsverlies en geen van de politieke partijen is daar toe in staat, zo bewijzen ze keer op keer. Ongeacht de kosten, maatschappelijke ontwrichting, of wat het dan ook maar teweeg brengt.
Wanneer het op terugkeer van fouten aankomt zijn vrijwel alle politici net zo opportunistisch en gestoord als ze de fascistische meelopers verwijten. En ondertussen geen idee waarom de kloof tussen bevolking en politiek (bestuur) steeds groter wordt…
Het succes van FvD, Ja21 en dat soort clubjes hebben ze enkel aan zichzelf te wijten en blijven ze bovendien maar voeden!
Peter Urbanus 5
dethmerEveline Bernard 6
Hoe versterken we actievoerende huisartsen en verpleegkundigen en verzorgenden?
Querein Rein 1
Arnout Orelio 1
Nieuw en historisch zou het pas zijn als we het huidige systeem durven te veranderen.
‘Dit zal de problemen niet oplossen.’, lijkt mij ook want, zoals je zo mooi samenvat: 'Problemen die voortkomen uit het stelsel worden in het akkoord aangepakt met de logica van het stelsel', men blijft de 'cirkel van behoud van ellende' hanteren.
[ zie dit blog voor hoe dit werkt en hoe we het kunnen doorbreken: https://www.arnoutorelio.nl/blog/cirkel-van-behoud-van-ellende ]
Grootste fout is dat het werk van individuele zorgverleners wordt bepaald door het wantrouwen in hen. Vervolgens wordt ook de verantwoordelijkheid voor beleid van bijvoorbeeld overheid en verzekeraars gedelegeerd aan deze zorgverleners. Zij zijn zo de enige die aanspreekbaar zijn, verantwoording afleggen en het moeten 'verdedigen' richting patiënten.
[ zie de vele voorbeelden op Linkedin van Michelle van Tongerloo. huis- en straatarts in Rotterdam. ]
Ook patiënten worden genegeerd, alsof die niets zelf kunnen. Blijkbaar moet ik alles maar slikken en ben ik (nog steeds) niet de eigenaar van mijn eigen data!
Mochten iemand geïnteresseerd zijn in ideeën over wat, hoe te veranderen in de zorg op een manier waar alle partijen blij van worden, neem dan gerust contact.
[Ik heb hier inmiddels twee boeken over geschreven]
Arnout Orelio
Peter Urbanus 5
Mensen betalen hier 19 euro eigen bijdrage per maand voor, of ze nu zeer vermogend zijn of een kleine uitkering hebben. Dat is al bijzonder. Kan dat niet anders?
Verder zie je dat bij ouderen allerlei verschillende zorgverleners over de vloer komen, vaak ook nog van verschillende organisaties, en als je geluk hebt spreek je elkaar eens.
Ons team telt zo'n 12 mensen en bij de grote concurrent hier gaat het om tientallen mensen. Veel te weinig voor de enorme zorg- en hulpvraag op het vergrijzende platteland. Door de veelal losse dagdelen die we werken is het inkomen niet al te geweldig, zachtjes gezegd. Dat betekent dat mensen vaak toch maar voor ander werk kiezen als dat meer oplevert.
Als ik dan lees over digitale zorg en allerlei overlegorganen en zwamtafels, waar straks weer honderden miljoenen in worden gestoken word ik moedeloos.
Ik vind het niet gek dat zorgmedewerkers liever als zzp-er verder gaan. Meer zeggenschap, betere inkomsten, een sterkere onderhandelingspositie. In de top van grote zorgorganisaties wordt nog altijd dik verdiend, terwijl veel mensen die het werk doen niet rond komen.
Fenna Hofman
Dank voor het artikel.
Fenna Hofman, huisarts niet meer actief in de praktijk.