Interview: Hennie Verbeek, hoofd Financial Intelligence Unit

2 Connecties

Relaties

Witwassen Fiu
1 Bijdrage

Het aantal meldingen van ongebruikelijke transacties is vorig jaar gestegen, maar desondanks zijn er nog ‘blind spots’. Hennie Verbeek, hoofd van het meldpunt FIU-Nederland, geeft een toelichting.

Onlangs bracht de Financial Intelligence Unit (FIU), het meldpunt voor ongebruikelijke transacties, hun jaaroverzicht 2012 (zie hier) uit. Goed nieuws op het eerste gezicht: het aantal gerapporteerde ongebruikelijke transacties is met ongeveer 25 procent toegenomen ten opzichte van 2011. In 2012 zijn er in totaal ruim 209 duizend meldingen geregistreerd van meldplichtige instanties zoals banken, wisselkantoren, casino’s, autodealers (meldplicht bij cash-transacties boven de 25 duizend euro) en juweliers (meldplicht > 15 duizend euro). Uiteindelijk werden er 23834 transacties – waarmee een bedrag is gemoeid van 680 miljoen euro – door de FIU bestempeld als verdacht, en overgedragen aan opsporingsinstanties.

Blind spots

Het grootst aantal meldingen, ruim 172 duizend, is afkomstig van money service bureaus zoals MoneyGram en Western Union. Het aantal in de categorie ‘vrije beroepen’ is echter marginaal met 977 meldingen. Zo werden er in 2012 vanuit het notariaat 440 meldingen gedaan door in totaal 123 notarissen. Vanuit de accountancy-wereld 322 meldingen afkomstig van 83 accountants. Zes trustkantoren deden 38 meldingen. En slechts 10 advocaten trokken aan de bel vanwege een ongebruikelijke transactie. Vanuit beleggingsinstellingen (0 meldingen), effectenbemiddelaars (0 meldingen), payment service providers (1 melding), de kunsthandel (0 meldingen), antiekhandel (1 melding) en assurantietussenpersonen (0 meldingen) wordt ook niet, of nauwelijks iets gemeld. Banken, traditioneel de grootste melders, blijken met 4822 meldingen voor het tweede opeenvolgende jaar minder meldingen bij de FIU-Nederland te doen.   Het aantal meldingen van banken is sterk afgenomen, hoe valt dat te verklaren? Hennie Verbeek (hoofd FIU-Nederland): ‘We zijn in overleg met banken waar dat aan toe valt te schrijven. Het kan zijn dat banken meerdere transacties in een melding vatten. Dan lijkt het alsof er minder gemeld is, maar dan is het vooral een telprobleem. Ik kan er nu nog geen conclusies aan verbinden. De daling bij banken zien we over de gehele lijn met hier en daar wat uitschieters. Welke banken dat zijn kan ik niet zeggen.’ In het jaaroverzicht wordt de toename bij money transfer bureaus toegeschreven aan ‘subjectieve indicatoren’, wat wordt daar onder verstaan? ‘Deze bedrijven doen steeds meer meldingen op basis van subjectieve indicatoren. Money transfer kantoren kunnen op basis van de intake, de identificatie en de bestemming van het geld het idee krijgen dat er sprake zou kunnen zijn van witwassen of betrokkenheid bij een andere vorm van criminaliteit. Dat kan bijvoorbeeld zijn als iemand iedere week periodiek een money transfer doet van 1600 euro. Of als er geld wordt overgemaakt naar delen in de wereld waar veel drugs vandaan komen of landen waar veel mensenhandel plaatsvindt. Daarnaast wordt iedere money transfer van tweeduizend euro of meer per definitie bij ons gemeld, dat is de objectieve indicator die we hanteren voor money service bureaus.’ Het totaal aantal meldingen is dan nog bescheiden. ‘Wat wij horen van money transfers kantoren is dat er steeds minder money transfers boven de tweeduizend euro plaatsvinden.’ Slechts zes trustkantoren deden vorig jaar een melding. Wanneer moet een tekenbevoegd bestuurder, afkomstig van een trustkantoor, een melding doen? ‘Zodra er wordt gevraagd om een transactie uit te voeren waarvan zij het idee hebben dat er iets niet klopt. Dat kan als er geen economisch belang is, of een afwijking van het normale beheer. Als ze een bepaalde transactie niet kunnen verklaren en als ze er verder naar kijken er mogelijk sprake is van witwassen, dan moeten ze een melding doen.’ Maar dan moeten ze hun opdrachtgever aangeven op basis van een ‘zachte’ indicator? ‘Van financiële instellingen die meldplichtig zijn in het kader van Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, dm) mag je verwachten dat zij hun verantwoordelijkheid nemen. Zodra zij transacties onder ogen krijgen die neigen naar witwassen dan moeten ze een melding maken bij de FIU. Van professionals mag je verwachten dat zij het onderscheid kunnen maken tussen gebruikelijk en ongebruikelijk.’ Hoe vaak is er geconstateerd dat er bij meldplichtige instanties ten onrechte geen melding is gedaan? ‘Dat is een dark number. We zijn vorig jaar de aanpak ‘Niet-melder’ gestart in samenwerking met toezichthouders en het Openbaar Ministerie, waarbij we specifiek op zoek zijn gegaan naar meldplichtigen die bewust niet melden. We hebben toen een selectie gemaakt binnen het notariaat, de makelaardij en een aantal autohandelaren om te onderzoeken of ze niet, te laat of onvolledig hebben gemeld. De toezichthouders DNB, AFM, Bureau Toezicht WWFT en Bureau Financieel Toezicht kunnen een actie instellen via het administratieve recht of de zaak aanhangig maken bij het OM.’ Payment service providers deden één melding in 2012. Hoe realistisch is dat? ‘Dat komt omdat de Payment Service Providers sinds kort pas onder de werking van de WWFT zijn gekomen. We zien in de eerste helft van 2013 een ruime toename van het aantal meldingen.’ Gezien het lage aantal meldingen vanuit de vrije beroepen, komt er nog een vervolg op het project ‘Niet-melder’? ‘Ja, ook dit jaar zal er door het openbaar Ministerie een actie worden opgestart. We willen hierbij niet één meldplichtige groep in het bijzonder uitlichten. Het is van belang dat alle meldplichtige instellingen die bewust niet melden, te laat melden of onjuiste gegevens melden hiervoor bestraft worden.’