
Water is steeds meer een product dat op de markt wordt verhandeld. Van wie is het 'blauwe goud'? Lees meer
Onderzoek naar de problematiek rond PFAS in ons drinkwater zette ons aan het denken over de kwetsbaarheid en de eindigheid van schone drinkwaterbronnen. Dit is immers geen geïsoleerd probleem. Allerlei fenomenen die onze landsgrenzen overstijgen bedreigen de kwaliteit van het drinkwater, overal ter wereld. De stijging van de zeespiegel, verwoestijning, verzilting en vervuiling door industrie. Niet voor niets wordt drinkbaar water ook wel aangeduid als ‘het blauwe goud’ en is water op veel plekken meer waard dan olie.
Wat zijn de gevolgen? Van wie is het drinkwater eigenlijk? Van ons allemaal, zou je zeggen. Maar in toenemende mate is water een product dat op de markt verhandeld wordt door private partijen. Wat betekent dat? En wie verdienen daaraan? Dat zijn vragen die Follow the Money gaat onderzoeken.
Verontrustende vondst: na zuivering meer PFAS in het water – niet minder
Nederland verbiedt PFAS in voedselverpakkingen
Vlaanderen verzwijgt PFAS-vervuiling voor burgers
Toxicoloog Jacob de Boer: ‘Chemicaliën moeten net zo streng worden getest als medicijnen’
RIVM: Nederlanders krijgen te veel toxische PFAS binnen
De cloud laat ons water verdampen. Wie zorgt dat er straks nog genoeg is?
PFAS-gehalten rivieren Maas en Rijn stelselmatig boven ‘veilige waarde’
Waterroof: mede mogelijk gemaakt met ons pensioengeld
Water vindt zijn weg naar Wall Street
Wie bakken leidingwater verbruikt, betaalt het minst
We verbruiken ongeveer 4.000 liter water per dag (en hebben dat niet eens door)
Rijst, chocolade, vlees en boter: allemaal producten die je misschien niet meteen associeert met je eigen dagelijkse waterverbruik. Toch zijn er duizenden liters water nodig voor de productie van deze goederen — water dat voor het overgrote deel niet bij ons vandaan komt. Mira Sys interviewde onderzoeker Rick Hogeboom over deze onzichtbare waterstroom.
‘I remember, five years ago, I was hit by a sad and troubling news item, showing a dairy farmer in Ethiopia, I recall his name was Dawit. Dawit lost all his livestock because of water shortages in his region, there was just not enough water for his animals to stay alive, and the dreaded dry season had not even started yet. [...] A researcher by background, I had to dive deeper, and grapple the cause of Dawit’s affliction. And to my great surprise I discovered that it was I myself that was impacting this Ethiopian farmer’s livelihood because of what I do, and because of how I live.’
Met deze woorden opent Rick Hogeboom, onderzoeker naar wereldwijde waterschaarste bij Universiteit Twente en uitvoerend directeur bij het WaterFootprint Network, in mei 2018 zijn TED talk op de campus van diezelfde universiteit.
Hogeboom heeft het over onze watervoetafdruk. En dan bedoelt hij niet alleen hoeveel water wij per dag verbruiken door te douchen, ons wasje te draaien of ons toilet door te spoelen. Dat alles kost ons ‘slechts’ 100 tot 130 liter per dag. Hogeboom heeft het over iets veel fundamentelers: virtueel water. Dat wil zeggen, water dat we wel verbruiken, maar waarbij we dat verbruik niet zien.
Voor bijna alles dat we eten, drinken, dragen en gebruiken is immers een zekere hoeveelheid water nodig om het te produceren. Tellen we al dat onzichtbare verbruik op, dan gebruiken we in Nederland ongeveer 4.000 liter ‘virtueel water’ per persoon per dag, zegt Hogeboom. 95 procent daarvan komt uit het buitenland.
De ecologische impact van dit verborgen waterverbruik is een thema dat volgens Hogeboom mondiaal steeds belangrijker zal worden. Ik belde Hogeboom op om meer te weten te komen over zijn onderzoek.
U zegt dat we in Nederland gemiddeld 4.000 liter water per dag verbruiken. Is dat veel, in vergelijking met andere landelijke gemiddelden?
‘Dat is min of meer het mondiale gemiddelde. Maar dat zegt nog niks, dit zijn gewoon getallen. Uiteindelijk gaat het vooral over de vraag: waar is dat water gebruikt? En was dat water er wel? Het maakt uit of die 4.000 liter gebruikt wordt in gebieden waar water zat is, of in gebieden waar al waterschaarste is en de natuur er enorm onder lijdt.’
Ook die analyses zijn gedaan, door de vakgroep Multidisciplinair Waterbeheer van de Universiteit Twente. Hogeboom vertelt: ‘de 4.000 liter kunnen we volledig terugtraceren naar de producten waarvoor die gebruikt is. Als we daarnaar kijken, zien we dat 43 procent van het ‘blauwe’ deel [goed voor 353 liter; zie kader, red.] uit onduurzame gebieden komt. Van gebieden waar weinig water is dus. Dat is kwalijk.’
Het WaterFootprint Network heeft een website waarop je van verschillende producten kunt zien wat de ‘ware’ watervoetafdruk is. Deze voetafdruk wordt onderverdeeld in een grijs, blauw en groen deel.
Hogeboom: ‘Grijs gaat over de hoeveel water die nodig is om je vervuiling te verdunnen zodat het water weer aan de standaarden van waterkwaliteit voldoet, en groen of blauw gaan over de hoeveelheid water. Groen is de hoeveelheid regenwater die het bodemvocht aanvult, het grootste deel van de Nederlandse landbouw, en blauw is waar watermanagers zich meestal druk om maken. Dat is het water in rivieren, meren en grondwater. Ook het water waar de landbouw mee irrigeert, en waar je mee doucht, kookt en wast is blauw.’
‘Die om en nabij 4000 liter die we in Nederland verbruiken, is voor het grootste deel groen, voor een deel blauw en een deel grijs. Groen water is overigens ook schaars: zo kan water bedoeld zijn voor een natuurgebied waarin landbouw plaatsvindt, maar uiteindelijk naar de landbouw gaan, en dan krijg je groene waterschaarste. Blauwe waterschaarste is waar watermanagers zich druk over maken, maar het is wel belangrijk om te weten dat dat maar een deel is van het grotere plaatje, want we irrigeren omdat er niet genoeg groen water is, en dat is nog steeds dat derde van het volume.’
De Ethiopische boer die Hogeboom noemt, blijkt uiteindelijk zijn vee te verliezen omdat het water in zijn omgeving wordt opgebruikt door de productie van waterintensieve goederen, die voor een deel naar het westen worden geëxporteerd.
Hoe zit dat precies?
‘Het water dat daar aangewend wordt voor de dingen die wij nuttigen, kan op dat moment op die plaats niet meer gebruikt worden voor andere doeleinden. Dat is wat “watervoetafdruk” inhoudt: je kweekt er maïs van, of je geeft je vee te drinken. Het kan niet allebei. Aan die keuze zijn consequenties verbonden, maar we zien die vaak niet omdat ze een denkstap verwijderd zijn van onze alledaagse praktijk. Ze zijn echter wel realiteit: bijvoorbeeld bij lokale boeren, die hun eigen gewassen niet meer kunnen irrigeren en hun vee niet meer kunnen voeren. Het was niet mijn bedoeling om ons daar de schuld van te geven, maar we zijn deel van een systeem dat dit soort dingen mogelijk maakt.’
Om verspilling tegen te gaan, probeert men hier en daar — bijvoorbeeld in Australië — om te experimenteren met water een prijs te geven. Maar zorgt dat er ook niet voor dat er alleen water overblijft voor wie het kan betalen?
‘Ik denk dat het eerlijk is dat wanneer jij een groter deel van de “watertaart” neemt door waterintensieve producten te eten, je daar ook gewoon voor betaalt. Het feit is dat wij een beperkte hoeveelheid zoet water ter beschikking hebben op deze wereld. Als wij het uitgeven aan dingen die relatief heel veel water kosten om te produceren — bijvoorbeeld de diëten die wij ook in Nederland eten, met veel vlees erin — moet dat ook meer geld kosten.’
‘Op dit moment betalen we net als met CO2 nog niet de ware prijs voor water. In veel landen is het zo dat boeren gewoon kunnen nemen hoeveel ze willen, of dat de prijs voor de schade niet wordt meegenomen in de prijs voor het water. Als iedereen een eerlijke prijs zou betalen, wordt je biefstuk ineens — ik zeg maar iets — vijf keer zo duur.’
Moet er misschien een soort label komen om mensen bewust te maken van het water dat ze gebruiken door producten te consumeren?
‘Ik denk dat dat zeker een onderdeel zou kunnen zijn van een bredere mix van oplossingen. Want laten we wel wezen: er zal niet één silver bullet zijn. Iedereen kan zijn steentje bijdragen, boeren en overheden, maar ook de wat indirectere spelers, zoals de investeerders. Die kunnen ervoor kiezen om niet in een megaboerderij in waterschaars gebied te investeren. Wij als consumenten kunnen ook producten wel of niet afnemen naargelang hoe duurzaam ze geproduceerd zijn.
Aan de andere kant: er zijn al zoveel labels. En je komt in de praktijk soms een beetje lastig uit. De hoeveelheid water vertelt bijvoorbeeld maar een deel van het verhaal: zelfs als er een aanduiding staat zoals “deze avocado komt uit Argentinië”, kun je niet zien of die van een boerderij komt die misschien heel zuinig omgaat met zijn water, of van de boer ernaast, die ontzettend verkwistend is.’
‘De meeste problemen door klimaatverandering zijn in de praktijk eigenlijk waterproblemen’
‘Een andere moeilijkheid is dat de waardeketens zo mondiaal verweven zijn, dat er heel veel intransparantie zit. Denk bijvoorbeeld aan smartphones: mijnbouw brengt heel veel watervervuiling met zich mee, maar de supply chains zijn bij dat soort producten zo ondoorzichtig dat het heel moeilijk is om een goede schatting te geven van de daadwerkelijke watervoetafdruk. Die data zijn soms niet beschikbaar. Er zijn veel mensen die er heel veel belang bij hebben om die waardeketens zo obscuur mogelijk te houden.’
En als er een label zou komen waarbij niet de plaats genoemd wordt, maar wel of het al dan niet duurzaam is geproduceerd?
‘In de details kom je er al snel achter dat ook dat complex is. Om maar iets te noemen: Brazilië en de ontbossing van de Amazone. Vanuit een waterperspectief kun je prima duurzaam produceren op een plek waar eerst een oerbos stond. Daar zou je gewoon een duurzaamheidslabel aan kunnen hangen. Maar dat maakt het nog niet per se duurzaam in bredere zin. We krijgen gewoon lobbygroepen van sojaboeren op ons dak die zeggen: wij zijn heel goed, omdat onze sojaplantages minder water gebruiken dan het oerbos dat daar in eerste instantie zat. Dan krijg je dus dat soort risico’s.’
Is waterschaarste in de financiële wereld al een issue?
‘We werken met een aantal grote investeerders, bijvoorbeeld banken, om te kijken wat er in hun portfolio’s zit. Die [investeerders] staan echt nog aan het begin.’
Hogeboom noemt avocado’s als een voorbeeld van waar het nog schuurt: ‘Wij Nederlanders zijn er tegenwoordig dol op, het is een soort superfood. De vraag gaat omhoog, dus wanneer iemand met een goed voorstel komt om bijvoorbeeld een grote avocadoboerderij in Argentinië te openen, zullen de meeste investeerders denken: daar zit geld in, dat gaan we doen. Maar dat het water misschien schaars is in dat gebied, dat zien ze niet. Ze kijken alleen naar geld: als ze al kijken naar de beschikbare hoeveelheid water, is het voornamelijk omdat zij niet het risico willen lopen dat er te weinig is voor de productie. Dat is enorm kortzichtig qua risico’s, ook voor de ondernemer zelf.’
De discussies over duurzaamheid worden nu vooral gedomineerd door klimaatverandering en CO2-uitstoot, zegt Hogeboom. Hij is er echter van overtuigd dat die discussies de komende decennia steeds vaker over water zullen gaan: ‘Het wordt alleen maar groter en belangrijker.’
‘Het grappige — of trieste eigenlijk — is dat we het altijd over klimaatverandering hebben, maar we hebben gewoon een gigantisch waterprobleem. We gebruiken steeds meer, en het aanbod verandert niet wezenlijk, dus dat gaat gewoon mis. Dat zien we nu al, en dat gaat alleen maar erger worden. Of het nu overstromingen zijn of droogte: de meeste problemen door klimaatverandering zijn in de praktijk eigenlijk waterproblemen. We pompen onze fossiele grondwaterbronnen bijvoorbeeld zodanig leeg, dat we wereldwijd juist méér water in de rivieren hebben dan eigenlijk zou moeten. Sterker nog: van de 3,3 millimeter zeespiegelstijging per jaar kwam in 2010 ongeveer een vierde — 0,8 millimeter — van het grondwater dat we met z’n allen oppompen. Dat is best ernstig, want dat halen we uit onze “spaarrekening”. Daar kun je niet eeuwig mee doorgaan.’
‘Ik ben er dus van overtuigd dat de internationale beleidsagenda’s veel meer gedomineerd zullen worden door water. Met de groeiende schaarste zal de waarde die aan water wordt toegekend stijgen, of dat nu via een prijs is of via de mogelijkheid om überhaupt bepaalde producten te produceren. Waterrijke landen hebben hierdoor — analoog aan olierijke landen nu — een betere uitgangspositie dan waterarme landen. Op dat vlak heeft Nederland het goed bekeken.’
‘Nederland heeft ontzettend veel water, maar we moeten er goed over nadenken hoe we dat inzetten’
Toch importeert Nederland 95 procent van zijn ‘onzichtbare’ waterbehoefte uit het buitenland. Zijn we dan niet erg afhankelijk van buitenlandse waterbronnen voor ons consumptiegedrag?
‘Uiteindelijk is dat een politieke vraag: hoe hebben we ons land eigenlijk ingedeeld? Een groot deel van de velden staat vol met snijmaïs, wat gewoon als veevoeder wordt gebruikt voor vee dat als vlees wordt geëxporteerd naar het buitenland.
Nederland heeft ontzettend veel water, maar we moeten er goed over nadenken hoe we dat water inzetten. Welke producten willen we maken, danwel exporteren? Nog steeds waterintensieve producten als vlees, of misschien meer plantaardige producten, die meer mensen kunnen voeden? En kunnen we producten die nu in schaarse gebieden verbouwd worden ook thuis produceren, en zo die gebieden ontzien?
Dit zijn politieke keuzes, economische ook. Wij hebben ons hele land geofferd aan landbouw voor export; tegelijkertijd importeren we ons eigen dieet. Daar kun je je van afvragen: is dat slim?’
Zullen andere landen op een bepaald moment zeggen: wij exporteren te veel waterintensieve producten, dus we stoppen met een deel van die handel en houden dat water voor onszelf?
‘Ja, dat zie je nu al. China zit nu bijvoorbeeld nog iets onder het gemiddelde wereldwijd als het gaat om watergebruik per persoon, maar de populatie wordt steeds rijker en groeit steeds, dus hun eigen consumptie gaat omhoog. Wat je ziet is dat zij de export van rijst, een waterintensief product, beperken. Het idee daarachter is: die rijst hebben we nodig voor onze eigen mensen, die gaan we niet exporteren. Prima, maar waar gaat een land als Iran dan zijn rijst vandaan halen, of Nederland?’
‘Sowieso zijn er steeds minder regio’s die eigenlijk het water nog duurzaam kunnen inzetten. Dat gaat in de toekomst echt grote problemen geven. Want waar kun je nu nog de productie omhoog krikken? Dat zijn plekken waar nog veel water is, zoals de Amazone in Zuid-Amerika en de Congo in Afrika. Je kan er eigenlijk vanuit gaan dat als wij onze praktijken en consumptiepatronen niet aanpassen, de Amazone en de Congo er gewoon aangaan.’
15 Bijdragen
C. Tamsyn 4
Wij spoelen onze ontlasting weg met drinkwater. De kraan laten lopen als je tanden poetst nog zo’n verspilling wat niet nodig is, persoonlijk kan ik mij ergeren aan mensen die met een waterslang hun bolide in ''bad'' doen met drinkwater en maar blijven spoelen, het is maar drinkwater, die Ethiopiër zou ons voor gek verklaren als hij dat wist. Mensen hier in het rijke westen zijn zich totaal niet bewust van de drinkwaterverspilling die we er hier op nahouden.
Er valt hier zoveel regen dat je op kunt vangen en wat gebruikt kan worden voor je auto te wassen voor de tuin/volkstuin voor de wc te spoelen, voor handwasjes, je kunt het spoelwater van de wasmachine opvangen en daar nog veel andere dingen mee doe. Stop ook met vlees eten dan kan de veestapel verminderen want dat is ook een ''grootwaterverbruiker'' ,geef je kinderen dit mee in hun opvoeding, en ik spreek uit ervaring ze nemen het over als ze zien dat het anders kan.
Wij uit het rijke westen moeten zorgen dat ook die Ethiopiër genoeg goed water heeft want water is van levensbelang voor het voortbestaan van de mens. Het zou allemaal zo mooi kunnen zijn, maar we hebben maling aan de derde wereld we brengen liever ons afval daar naartoe met schepen vol, laten kinderen de grondstoffen “kobalt” voor onze E- auto’s uit de grond wroeten met gezondheidsrisico’s tot gevolg. We hebben maling aan hen , ''de ver van mijn bed show'' wat niet weet wat niet deert toch?
Het zal zichzelf wreken want deze mensen komen steeds meer hierheen en ik geef hun groot gelijk, de aarde is van iedereen en iedereen mag er van meedelen.
Moeder Aarde is moe, doodmoe, zij ligt op sterven en wij kijken hulpeloos toe!
Bedankt Mira Sys en Rick Hogeboom voor jullie ''mooi'' artikel over het ''natte goud'' dat drinkwater heet!
HB Schoen
C. TamsynMarla Singer 7
Duurzaam is lokaal en soms zelfs zelfverzorgend. Dus waarom zijn al die globalisten dan zo overweldigend voor het VN 2030 programma? Ziet u de paradox misschien ook?
C. Tamsyn 4
Marla SingerDe Waterschappen implementeren de waterrantsoenering uit 2030 Agenda (SDG doel 6) via de KNAG-onderwijsdag in het lesprogramma van middelbare scholen: het idee dat er schaarste is (net als bij energie) en dat er dus ''begrenzing''nodig is en bijvoorbeeld handel in waterrechten. (net als bij CO2-emissiehandel en compensatie)
Het technocratische globalisme-programma van de Verenigde Naties 2030 Agenda herken je aan die schijf met lollykleurtjes. De ongekozen ambtenarij rolt die agenda uit tot in de haarvaten van NL via Brussel, de provincies, Waterschappen en gemeenten (VNG).
Dat doen ze onder andere met een Stichting SDG-charter (bij VNO-NCW) en een SDG-supporterclub van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (Hugo von Meijenfeldt) Met het 4-puntenschema van de online Cursus Bullshitdetectie leer je de ideologische herkomst en samenhang vandaag zien.
En zo wordt de jeugd bewust door onze overheid gehersenspoeld en geïndoctrineerd!
Leo Coenders 2
C. TamsynRoland Horvath 7
Marla SingerEn niet alleen de democratie en de huidige staten en hun grenzen.
Ook de hele natuur en al de materiaal bronnen
Leo Coenders 2
C. Tamsyn 4
Leo CoendersKunnen is niet hetzelfde als willen, pas als water een verdienmodel is dat meer oplevert dan olie en de derde wereld het geld heeft om dat gouden water te betalen dan valt er over te praten.
De ''financiële elite'' doet uiteraard niet aan liefdadigheid !
[Verwijderd]
Leo CoendersExtra pijppie voor ons mestoverschot en de sahara is ook gelijk vruchtbaar.
Roland Horvath 7
Het gaat daarbij niet alleen om water schaarste. Ook de voedsel productie voor het binnenland komt vaak in het gedrang door monoculturen waarvan de producten bestemd zijn/ waren voor het westen. Die kwalijke dominantie van het westen bestaat reeds 300 jaar.
Er moeten nu 1,2 biljoen bomen geplant worden en alle landen moeten mee doen.
Ze hebben alle mee gedaan aan ontbossing, NL zelfs nu nog.
1- Bossen absorberen koolzuur, CO2. De temperatuur op aarde daalt, wereldwijd.
2- Ze absorberen de warmte van de zon veel meer dan zandvlaktes en heide. De temperatuur daalt.
3- De virussen, bacteriën, teken en ratten, die ze herbergen, blijven waar ze zijn, in de bossen.
4- Bossen houden het water vast, dus het gevolg is veel minder overstromingen.
5- Bossen zorgen voor verdamping van water en creëren dus wolken en neerslag.
6- Er zijn nog tal van andere kwalijke gevolgen van ontbossing zoals de afname van de diversiteit van dieren en planten.
Andere mogelijke maatregels.
A- Een andere structuur van de economie.
B- Minder bewapening en minder oorlogen.
C- Minder mensen of in elk geval niet meer.
Een stijging van 1% per jaar doet de wereldbevolking verdubbelen in 70 jaar. In 700 jaar dus 10 maal verdubbelen, dan zouden er in 2020 dus 1024 maal meer mensen zijn dus ongeveer 1024 x 7 miljard = 7.168 miljard mensen of ongeveer 7 biljoen mensen.
Paul Quekel 2
Oplossingen waarvoor ook politiek geen enkele belangstelling is en in de bijlage de feasability study voor zonneparken in Gambia (hier heeft de heer Franc Schalken aan meegewerkt, hij is momenteel weer in Gambia) om via deze zonneparken waterstof te maken en te gebruiken voor de Nederlandse kolencentrales en deze ombouwen op waterstof. Op schrijven aan de politiek en journalisten krijg je nagenoeg nooit een echt antwoord. Vele brieven gehad van de Tweede Kamer met als antwoord op onze voorstellen: “Uw brief wordt door de commissie als kennisgeving aangenomen”.
M.v.g. Paul Quekel,
Stijn Sap 1
"Grey water footprint is the amount of fresh water required to assimilate pollutants to meet specific water quality standards. The grey water footprint considers point-source pollution discharged to a freshwater resource directly through a pipe or indirectly through runoff or leaching from the soil, impervious surfaces, or other diffuse sources.
Vertaald:
De voetafdruk van grijs water is de hoeveelheid zoet water die nodig is om verontreinigende stoffen te assimileren om te voldoen aan specifieke waterkwaliteitsnormen. De grijswatervoetafdruk houdt rekening met vervuiling door puntbronnen die rechtstreeks naar een zoetwaterbron wordt afgevoerd via een pijp of indirect via afvloeiing of uitspoeling van de bodem, ondoordringbare oppervlakken of andere diffuse bronnen."
Zoals het artikel beschreef dus zegmaar het water wat nodig is om vervuiling uit te dunnen tot acceptabele niveaus. Prima dat dit erbij wordt gehaald, want het misschien wel ee ondrbelichte variabele, maar het toevoegen van dit element stimuleert me niet echt om zuiniger met m'n kraan te doen (de meest tastbare en ik denk beïnvloedbare manier van water gebruiken).
Stel dat ik bij een reguliere douchebeurt 1 deel zeep vermeng met 100 delen water, en dat een acceptabele verhouding 1 deel zeep op 1000 delen water is. Dan hangt er dus een grijs verbruik van 900 delen water aan m'n douchebeurt vast, en een totaalverbruik van 1000.
Als ik twee keer zolang douche, en datzelfde deel zeep dus vermeng met 200 delen water, is m'n grijze verbruik niet langer 900 maar slechts 800, en het totaalverbruik nog altijd 1000. Beetje meer blauw, maar tegelijk een beetje minder grijs!
Moreel besef en de factuur van de waterleidingmaatschappij zorgen er uiteraard wel voor dat ik spaarzaam de kraan gebruik!
C. Tamsyn 4
Stijn SapStijn Sap 1
C. TamsynHet blauwe deel van je verbruik is natuurlijk wel een stuk tastbaarder en beter meetbaar.
Ik zit trouwens op e14/maand inclusief vaste vergoeding, met 6-7x (kort) douchen en een huishouden van twee personen. ;)
C. Tamsyn 4
Stijn Sap