Ken Nagahama, Numazuko Ginza sushi restaurant manager, demonstrates the Bitcoin payment system at his restaurant in central Tokyo, Japan, 01 June 2017 (issued 02 June 2017). Bitcoin usage is going wider in Japan and numerous restaurants and stores are accepting payments with the digital currency.

Ken Nagahama, Numazuko Ginza sushi restaurant manager, demonstrates the Bitcoin payment system at his restaurant in central Tokyo, Japan, 01 June 2017 (issued 02 June 2017). Bitcoin usage is going wider in Japan and numerous restaurants and stores are accepting payments with the digital currency. © EPA / Franck Robichon

Bitcoin is digitaal goud, maar is het ook digitaal géld?

2 Connecties

Relaties

Bitcoin blockchain
40 Bijdragen

Twee weken terug stond ik stil bij de — in mijn ogen — fundamentele reden voor het ontstaan van cryptovaluta: het verlies van vertrouwen in het moderne geldstelsel en in centrale bankiers als hoeders van dat stelsel. Ik schreef toen dat er onder economen tevens de discussie gaande is over de vraag of cryptovaluta’s geld zijn; over die vraag wil ik het vandaag hebben.

Wie een willekeurige econoom vraagt of bitcoin geld is, of geld kán worden, zal een soort Pavlovreactie als antwoord krijgen: iets is pas geld, als het voldoet aan drie functies van het geld. Dat wil zeggen: het moet een ruilmiddel zijn, een oppotmiddel, en tevens een rekeneenheid.

Zo is de euro geld: met een eurobiljet kun je goederen en diensten kopen, je kunt euro’s ook sparen, én als je naar de supermarkt gaat, luiden de prijzen in euro’s. Om dezelfde reden zijn de dollar en het pond ook geld; de Gulden is dat om dezelfde reden juist níet (meer). Wie nu in een lade 100 gulden vindt, kan er niets meer kopen — in de buurtsuper luiden de prijzen immers al lang niet meer in guldens. Guldens sparen kan nog wel, maar alleen bij wijze van nostalgie: ook in 2018 zal de caissière je glazig aankijken als je je boodschappen ermee probeert af te rekenen.

Het zal u dus niet verbazen dat de econoom de vraag of bitcoin geld is met een resoluut ‘neen’ zal beantwoorden. Immers: een brood kost 2 euro, niet 0,0002 bitcoin. Bitcoins sparen kan ook al niet: je kunt bitcoins aanschaffen met je spaargeld, maar dat is eerder beleggen dan sparen. Rente krijg je er niet op; de waarde fluctueert enorm. Het feit dat we de waarde van bitcoins uitdrukken in euro of dollar, spreekt boekdelen. En diezelfde caissière van zojuist zal u waarschijnlijk nog glaziger aankijken als u vraagt wat het ontvangstadres van de supermarkt is voor bitcoinbetalingen.

Einde verhaal dus. Bitcoin en al die andere talloze andere cryptomunten – er komen er wekelijks nieuwe bij — zijn geen geld. Het zijn géén ruilmiddelen, géén oppotmiddelen en al zeker géén rekeneenheden. Of toch?

Wie zijn of haar manier van kijken niet aanpast, gaat dingen missen die er wel degelijk zijn

2D vs 3D wereld

Volgens de regels van onze analoge monetaire wereld is bitcoin inderdaad geen geld. Maar dat is nu het hele punt: wat die economen die de bovengenoemde redenering loslaten op de vraag of bitcoin geld is — om vervolgens de conclusie ‘njet’ te trekken — vergeten, is dat onze monetaire wereld ingrijpend veranderd is. Wie zijn of haar manier van kijken niet aanpast, gaat dingen missen die er wel degelijk zijn.

Vergelijk het met een overgang van tweedimensionaal naar driedimensionaal: wie met het blote oog naar een 3D-plaatje kijkt, zal concluderen dat er niets te zien is. Zet een 3D-bril op, en een hele nieuwe wereld gaat open. 

Cryptogeld, met de bitcoin voorop, is disruptief: het herschrijft de oude regels. Ja, het klopt dat in Nederland weinig winkels hun prijzen (ook) in bitcoins aangeven. En het klopt ook dat betalen met bitcoins alles behalve gewoon is. Maar eigenlijk is dat alles niet relevant, vanwege de disruptieve werking van de moderne technologie in combinatie met de bitcoin. 

Laat me uitleggen wat ik bedoel: stel, u loopt door Sydney in Australië en u wilt iets gaan eten. De prijzen op de menukaart luiden echter in Australische dollars, en u heeft alleen eurobiljetten in uw portemonnee. Voordat u aan die overheerlijke Aussiesteak kunt beginnen, moet u dus eerst langs een bank of geldwisselkantoor om uw bankbiljetten met fictieve bruggen in te wisselen voor de kleurrijke Australische dollarbiljetten. En dat gaat u — nartuurlijk — geld kosten.

Stelt u zich nu voor dat u door Sydney loopt, iets wilt gaan eten en in uw digitale portemonnee bitcoins hebt liggen. Omdat u uw bitcoins kunt omzetten in de lokale valuta, kunt u meteen gaan zitten, een biefstuk bestellen en genieten. De crux zit hem in de kosten van het omwisselen van bitcoins naar een reguliere valuta: als die kosten lager zijn dan de kosten van het inwisselen van de ene reguliere valuta naar de andere — zoals wanneer je euro’s voor Australische dollars wil ruilen — dan doet de vraag of het restaurant in Sydney (of welke andere winkel dan ook) bitcoins accepteert er niet toe.

Bankbiljetten werden ook gewantrouwd toen ze voor het eerst verschenen

Dit betekent ook dat het concept van drie functies van het geld achterhaald begint te worden. De moderne technologie heeft onze wereld in slechts enkele decennia ingrijpend veranderd; dit geldt net zo goed voor de monetaire wereld. Wie dus nieuwe geldfenomenen als cryptogeld langs de oude maatstaven legt, is bezig met analyseren en beargumenteren in een wereld die niet meer bestaat.

Revolutie

Het is zonder meer waar dat bitcoin en andere cryptomunten géén ruilmiddel, rekeneenheid of oppotmiddel zijn. In de oude — laten we zeggen analoge — monetaire wereld zou bitcoin dan inderdaad allesbehalve geld zijn. In de digitale monetaire wereld kan het echter een heel ander verhaal worden. 

Zoals ik in het eerste deel van dit tweeluik geschreven heb, is het zo goed als gegarandeerd dat de bitcoin voor een monetaire revolutie aan het zorgen is. Internationaal betalingsverkeer met bitcoin neemt nu al minder tijd in beslag en is aanmerkelijk goedkoper dan de traditionele manier van overschrijven van een geldbedrag van de ene naar de andere bankrekening. 

Revoluties zijn periodes waarin weinig dingen zeker zijn, oude ijkpunten eraan gaan en veranderingen elkaar snel opvolgen. Revolutionaire uitvindingen zijn ook per definitie nieuwe zaken. Het is des menselijks om alles wat nieuw is te wantrouwen: wij wantrouwden de eerste auto en de eerste trein. Men dacht destijds dat een snelheid van meer dan 50 kilometer per uur levensgevaarlijk zou zijn. Hetzelfde gold voor de eerste computers, de eerste robots, etcetera. En ja, ook bankbiljetten werden gewantrouwd toen ze voor het eerst ten tonele verschenen. Dat er veel wantrouwen is tegen cryptogeld, is dus volkomen logisch.

Wat óók logisch is, is dat de meerderheid van alle cryptomunten het niet zal halen. Er zal er eentje (of oké, misschien een paar) overblijven. Toen Nederland in 1816 de gulden als de officiële valuta invoerde, was deze slechts één van de vele munten in omloop in ons land. Beetje bij beetje knikkerde de gulden al die andere munten weg, maar al met al duurde dit proces nog bijna een eeuw.

Kortom: laten we de potentie van cryptovaluta als bitcoin niet onderschatten. Het mag dan (nog) geen écht geld zijn, het heeft alles in zich om dat te worden.