
We zien elkaar tegenwoordig niet meer als mens, maar vooral als klant of leverancier. Gastauteurs Rob Okhuijsen en Camiel Selker houden een pleidooi voor dienstbaar burgerschap.
Mark Rutte zal ook de komende vier jaar sleuren aan een echte participatiemaatschappij. Die maatschappij, dat zijn wij namelijk allemaal — en die maken we dus samen. Een interessant — en ook wel moedig — streven van onze Minister-President, maar laten we eens stilstaan bij het soort participatie dat we willen nastreven.
Eigenlijk gedragen we ons binnen het publieke domein namelijk juist steeds meer als klanten van elkaar. Al sinds eind jaren negentig wordt de relatie tussen dienstverlener en klant zoals we die kennen uit de private sector een-op-een overgeheveld naar de maatschappelijke ruimte.
De ego-economie is totaal doorgeslagen
Ga het maar na: In een zorginstelling bent u geen patiënt meer, maar een cliënt. In de klas eisen leerlingen een betere les van hun docent, want ze willen ‘waar voor hun geld’. Als er vertraging is op het drukste spoornetwerk ter wereld worden we boos. Als iemand voor ons huis van diens fiets valt, bellen we politie en ambulance. Zíj zijn per slot van rekening de dienstverlener.
Met andere woorden: die ego-economie, het nog enkel denken en handelen als producent of consument in de persoonlijke leefomgeving, is totaal doorgeslagen.
Kantine wordt cateraar
Het is een al langer bekend verschijnsel bij sportclubs, waar de afhankelijkheid van een beperkt aantal vrijwilligers leidt tot verpachting van de bar, het uitbesteden van het onderhoud en het inhuren van professionele trainers tot op F-niveau. Als gevolg hiervan stijgt de contributie, niet zelden tot het dubbele van een jaar of tien geleden.
Neem daarbij de gemeentelijke druk om het aantal leden op te schalen en de clubs naar de periferie van de stad te bewegen en er ontstaan mega-sportfabrieken, zonder ziel of clubgevoel. Die fabriek omvat dan weliswaar kinderopvang, een eetcafé en fysiotherapie, maar allemaal tegen betaling. De vrijwilliger is consument geworden.
We springen niet bij, maar starten een petitie op Facebook
Dienst leveren of een dienst bewijzen?
Klanten verwachten een prestatie en mogen rekenen op kwaliteit. Voor veel logge en al te ambtelijke organisaties als energiebedrijven, verzekeraars, woningbouwcorporaties en ook in de (ouderen-)zorg, is dat niet per sé een slechte ontwikkeling.
Het kan echter ook te ver gaan. Als die kwaliteit er in bijvoorbeeld een zorginstelling niet is, en oma niet meer gewassen wordt, kijken we ernaar als een consument — en niet als mens. Een mens zou zich bijvoorbeeld op hetzelfde niveau als de dienstverlener stellen, deze ondersteunen, meehelpen en voldoening halen uit het feit dat oma weer schoon achter de geraniums zit.
Als consument kijken we daarentegen vanaf een afstandje boos toe en plaatsen nog maar eens een verontwaardigde tweet. Hetzelfde als de school niet schoon genoeg is, of als er te weinig leraren beschikbaar zijn. We springen niet bij, maar starten een petitie op Facebook. Met een ‘like’ bewijzen we ons goede burgerschap. Daarna tweeten we er nog een uurtje over. In die tijd hadden we ook een speeltuin kunnen opknappen, maar dát zien we niet als onze taak.
Ook onze topbestuurders worden op deze manier benaderd
Met de ego-economie neemt de afstandelijkheid toe. We wachten tot de dienstverlener het oplost. Dit terwijl de maatschappelijke ruimte juist een gedeelde ruimte is waar iedereen een rol speelt en zowel aanbieder als vrager is — zónder verwachting of contract. Voor iemand die je een (betaalde) dienst levert, heb je toch al snel minder respect dan voor iemand die jou een (oprechte) dienst bewijst.
Agent principaal
Het is een ontwikkeling van doorgeschoten rationalisering, met als basis de principaal-agenttheorie, zoals die in de jaren zeventig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Jensen en Meckling in hun Theory of the Firm. Het uitgangspunt van deze theorie is dat wij allemaal rationeel denkende wezens zijn die alleen handelen in het eigen belang en continu een afweging maken of we van een handeling of dienst zelf beter worden.
Volgens Jensen en Meckling is de enige manier om ons in beweging te krijgen ons een positieve (lees: beloning) of negatieve (lees: straf) prikkel in het vooruitzicht te stellen. De leraar is de agent, de ouder de principaal. Als de principaal betaalt, stelt de agent zich in dienst van de principaal.
Dit is niets nieuws; ook onze topbestuurders worden door de aandeelhouders op deze manier benaderd. Intrinsieke motivatie bestaat niet, en dus zijn een marktconforme beloning (anders kiest de manager/agent immers een andere werkgever) in combinatie met bonussen en aandelen nodig om ze in de juiste richting te sturen. Al vanaf de jaren tachtig is de beloning van topmanagers op deze leest geschoeid.
Het is vrijwel onmogelijk om uit deze situatie te ontsnappen
Inmiddels is het wantrouwen tussen onderneming en maatschappij, aandeelhouder en bestuur, bestuur en commissarissen zo groot dat een groot deel van de Nederlandse commissarissen en bestuurders snakt naar het oude Rijnlandse model, waarbij je gewoon deed wat je moest doen in het beste belang van het bedrijf en alle stakeholders — zonder dat je daar een grote beloning voor verwachtte.
Het is echter vrijwel onmogelijk om uit deze situatie te ontsnappen: principes zijn omgevormd naar regels, verantwoordelijkheden vastgelegd in specifieke ‘key performance indicators’ en iedereen krijgt betaald voor zijn of haar specifieke bijdrage.
De mens als advertentie
Nederland kent een recordaantal van maar liefst 1.832.812 ondernemingen (ultimo 2016). Ook internationaal gezien is er vrijwel geen land waar zo’n groot aandeel van de beroepsbevolking ondernemer is. Een grote meerderheid betreft echter ZZP’ers; het aantal parttime ZZP’ers groeit met 5 procent per jaar het hardst van allemaal. Bedrijven met twee of meer medewerkers zijn met een kleine 500.000 ondernemingen sterk in de minderheid en ook internationaal niet zo indrukwekkend. Ons Nederlandse ‘bedrijfsleven’ bestaat dus voornamelijk uit eenpitters — meer dan in welk ander land dan ook.
Dit beeld past in de trend. Als de buurvrouw haar nagel-hobby omzet in een nagelstudio, dan is het niet meer dan logisch dat de liefde voor bakken de basis is voor een eigen cupcake-bedrijfje. Iets dat een intrinsieke motivatie had, wordt nu een commercieel concept, met voornamelijk vrienden en familie als klant. Een liefhebberij waaraan circa één dag in de week wordt besteed, wordt ineens een heus bedrijf dat in de Kamer van Koophandel is ingeschreven.
Een liefhebberij waaraan circa één dag in de week wordt besteed, wordt ineens een heus bedrijf
Het primaire middel en tegelijkertijd doel van de nieuwbakken ondernemers is vooral het verzamelen van likes en shares op sociale media. Op borrels en feestjes gaan de gesprekken over de onderneming en of we misschien niet iets voor elkaar kunnen betekenen.
‘Nagels en cupcakes’ suggereert misschien dat het vooral hobbyisten betreft, maar dat is niet het geval. Loop voor de grap eens binnen bij een van de hippe start-up-hubs aan de Zuidas of in de Amsterdamse binnenstad waar de ‘fake it till you make it’ mentaliteit hoogtij viert. Hipsters in spijkerbroek en jasje praten onder het genot van een flat white eindeloos over ‘communities’, ‘spin-offs’ en ‘go-to-market concepten’ om aan het einde van de maand met moeite de eindjes aan elkaar te knopen.
De overeenkomst met de cupcakes of een van de vele sociale media-specialisten is dat de klantenkring vooral uit vrienden en familie bestaat, en er geen oprecht bestaansrecht is voor de vernieuwende concepten die door beide groepen bedacht zijn. Niet zelden heeft dat prijsdumptarieven tot gevolg, doordat een veelheid aan ZZP’ers onvoldoende werk te verdelen heeft. Bij elkaar opgeteld onttrekt deze ego-economie, het doorgeschoten denken en handelen als producent en consument, ook nog aardig wat omzet aan ondernemingen die wél in staat en bereid zijn te bouwen en investeren.
De mens lijkt steeds meer zelf te veranderen in een advertentie
Telkens rijst de vraag: ‘bewijst iemand me een oprechte dienst, of is het een opzetje om me als klant te benaderen?’ Wisten we vroeger dat de Tupperware parties echt niet voor de gezelligheid werden georganiseerd, nu kan het steeds vaker zomaar zijn dat buurman of kennis ineens wat al te commercieel uit de hoek komt. Het wantrouwen slaat toe wanneer bij een uitnodiging voor een barbecue van een Facebookvriend een ‘bijdrage’ van 30 euro gevraagd wordt en de uitnodiging naar meer dan 500 mensen blijkt te zijn uitgegaan. Of wanneer de bevriende schilder na het verven van een kozijntje aangeeft dat het je flink wat aan vervanging gaat kosten als je nu toch niet je hele buitenwerk laat doen. Zijn zij nog oprecht?
De mens lijkt steeds meer zelf te veranderen in een advertentie, voor zijn eigen brand en zijn eigen product. Sociale media maakt de toegang tot de markt en de eigen branding extreem laagdrempelig en vrijwel kosteloos. En we apen natuurlijk graag ook na wat we elkaar zien doen op diezelfde sociale media. Daarmee geeft het een enorme versnelling aan de omvang van gedrag dat ons eerder verder van elkaar afdrijft dan dat het ons dichter bij elkaar brengt.
De vraag komt op of we mensen moeten stimuleren om naar de Kamer van Koophandel te gaan om die felbegeerde eigen zaak te starten. Waarom laten we die uit de hand gelopen hobby niet gewoon een hobby zijn? Waarom heb je Facebook of Instagram nodig om de wereld te laten zien dat je een passie hebt?
Onze maatschappij staat bol van de voor-wat-hoort-wat prikkels
Lever je vooral aan vrienden en familie? Bewijs elkaar dan een dienst, zonder elkaar daarvoor te laten betalen. Al die ondernemingen vormen samen niet meer dan een schijn-, hobby- en ego-economie, die aan groei en coherentie niets zal bijdragen en zelfs de meest intieme relaties beschadigt.
De participatiemaatschappij heeft een zetje nodig
Een oproep om toch ‘met zijn allen’ de ‘armen uit de mouwen’ te steken en ‘normaal te doen’ kan alleen slagen als deze niet verstoord wordt door alle prikkels die menselijk gedrag beïnvloeden. Je kunt het mensen niet kwalijk nemen dat wanneer de sportclub uit de buurt verdwijnt, ze zich er minder mee zullen identificeren. Je kunt hoogleraren niet kwalijk nemen dat ze hun onderwijstaak laten versloffen als het enige waar ze carrière mee maken het aantal publicaties is.
Je kunt artsen niet kwalijk nemen dat ze hun DBCs optimaliseren omdat ze op de productie in plaats van kwaliteit worden afgerekend. Je kunt bewoners van een appartementencomplex niet kwalijk nemen dat ze zelf de rotzooi niet opruimen als er maandelijks 150 euro servicekosten afgetikt worden. Onze maatschappij staat bol van de voor-wat-hoort-wat prikkels — en als ik betaal, dan mag ik erop rekenen dat geleverd wordt.
Daarom pleiten wij voor drie gezonde uitgangspunten, die elk individu zich eigen kan maken. Ten eerste: terug naar het oudhollandse adagium ‘wie goed doet, goed ontmoet’. Gedraag je zoals je door een ander behandeld zou willen worden en hanteer dit als meetlat bij alles wat je doet. Ten tweede: benoem het wantrouwen bij de al te enthousiaste buurman of kennis wanneer je het gevoel hebt dat ze je als koper van hun diensten benaderen. Wantrouwen verdwijnt alleen als het bespreekbaar wordt gemaakt. En als laatste: stel je niet altijd op als consument en besef dat juist de publieke ruimte geen dienstverleningsconcept is. Want in een wereld waarin iedereen ondernemer wil zijn, waant tegelijkertijd ook iedereen zich altijd een consument.
Rob Okhuijsen is mediastrateeg, auteur en bestuurder/adviseur van claim- en settlement stichtingen. Eerder verschenen van hem ‘ANP serveert nieuws met een smaakje’ en 'Wat is er met het Nederlandse cabaret gebeurd?' op deze website. In 2014 publiceerde hij het boek Strategen van Catan bij uitgeverij Prometheus.
Camiel Selker is ondernemer en gastdocent aan de TIAS Business School en de Board Academy op het gebied van strategie en organisatie. Met Hein Haenen schreef hij het boek 'Bovenbazen en de scheefgroei van hun beloning'.
30 Bijdragen
Marije van den Berg
Een voorbeeld: gisteren zat ik aan tafel met een schooldirecteur en iemand van het bureau van de overkoepelende onderwijsstichting. Het ging over het gezamenlijk inkopen van klein onderhoud en schoonmaak. Op zich prima om dat efficient te doen en zo publiek geld niet onnodig uit te geven.
Tegelijkertijd bekijken we dat bundelen, stroomlijnen en al dan niet Europees aanbesteden, niet vanuit die 'burgerschaps'bril: in hoeverre kunnen leden van de gemeenschap (lees: ouders van de kinderen, leerkrachten, kinderen zelf, de concierge van de school) invulling geven aan hun intrinsieke bemoeienis of zelfs maar invloed hebben/houden?
Niet dat dat nu altijd moet zijn: je maakt de klas schoon. Maar toch: kun je als ouder /leerkracht (mee)klussen aan de school of 'hebben we daar een bedrijf voor'? Kan het, heb je er invloed op, kun je het 'mee-doen': ben je samen mede-eigenaar en mede-verantwoordelijk? En heel praktisch: kun je dan materiaalkosten declareren bij het 'bestuur'?
En dan: wie is de 'we' uit de eerste zin? Stel je voor dat ik (en dat wil ik) bij deze overkoepelende stichting wil aangeven dat zij bij het 'opstellen van hun inkoopbeleid' niet alleen moeten kijken naar efficiency, maar ook naar zeggenschap van de school/ouders/kinderen over de uitvoering daarvan en mee-uitvoeren waar wenselijk? Ik denk dat ik dan bij de Raad van Toezicht moet zijn. Of bij de directeur-bestuurder. Of bij de MR?
Ik ben hier geen consument, noch ondernemer, ik wil hier op een passende manier invulling geven aan mijn burgerschap. Maar waar en hoe, dat is nog niet gemakkelijk, zelfs niet als je daarvoor de medezeggenschapsroutes loopt.
Alertheid bij bestuurders en toezichthouders dus, op de momenten waarop zij mogelijkheid voor invulling van allerhande burgerschap weg-regelen en weg-aanbesteden.
Peter Urbanus 5
Zelf werk ik al sinds 2000 als zelfstandig journalist en tekstschrijver. Eigen keuze en noodzaak, want ook eind jaren '90 lagen banen in loondienst voor mijn beroepsgroep niet voor het oprapen. Werk was er zeker wel, maar dan vooral op freelance-basis.
Reclame en mezelf verkopen zijn niet echt mijn sterkste punten, dus wat dat betreft pas ik weer niet in het geschetste plaatje. Ik lever gewoon degelijk werk, met name voor vakmedia. Meer dan dat is het ook eigenlijk niet.
Vorige week schreef een oud-student een mooi verhaal in de Volkskrant, over zijn werk bij een of andere start-up. Voor 500 euro per maand, vier dagen per week werken, dankzij een of andere regeling. Veel andere oud-studenten werken ook zo, bleek later.
Oh ja, degenen die jubelen over de participatiesamenleving verdienen zelf meestal wel een paar keer modaal.
MaartenH 10
Na veel beschrijving en nauwelijks analyse volgt als oplossing: Daarom pleiten wij voor drie gezonde uitgangspunten, die elk individu zich eigen kan maken.
Dat vind ik wel erg dunnetjes, te meer daar auteurs zelf aangeven dat het vrijwel onmogelijk is om uit deze situatie te ontsnappen.
De vraag lijkt mij hoe je de overmatige vercommercialisering van onze maatschappij kunt bestrijden. Die vercommercialisering leidt weliswaar tot economische groei, maar het is een groei die niets voorstelt of zelfs negatief is. Werkzaamheden die eerst onbetaald en nu betaald worden gedaan leiden alleen tot verandering in de financiële statistieken. Onzinwerk omdat je toch wát moet, leidt tot economische verspilling, al is het alleen maar van tijd die nuttiger gebruikt kan worden.
HeRo 7
MaartenHDaarnaast - er hangt tegenwoordig overal een prijskaartje aan - direct of indirect via hoge belastingen - dus mogen we ons dan ook consument gedragen?! Indirect door de hoge belastingen, accijns etc. "helpen" we toch al velen met vluchtelingenhulp, ontwikkelingshulp, cultuur- en kunstsubsidies en ga zo maar door. Ik word het een beetje zat in deze maatschappij dat de rekening in de breedste zin van het woord altijd maar bij een ander wordt neergelegd.
IH Kamphuis 4
HeRoMaartenH 10
IH KamphuisTrouwens, niet alleen bedrijfsleven, ik denk dat ook in veel andere organisaties het zelfde mechanisme een rol speelt.
Het wordt tijd dat daar verandering in komt, geen emancipatie door kinderopvang, maar door eerlijke kansen geven aan iedereen. Ook als mannen de vrijheid krijgen om meer tijd aan gezin te besteden, zonder nadelige consequenties voor werk, worden we daar alleen maar beter van. Ondanks mooie woorden is het nog steeds absoluut bedroevend gesteld.
Danny Split 7
Hulp/dienstverleners in loondienst zijn vaak niet bereid diensten te verlenen als zij niet worden gestraft voor het weigeren van.
De beloning voor het werk van deze persoon is al bepaald dus deze zal het absolute minimum doen om jou van dienst te zijn. Soms ook omdat de werkgever deze ruimte niet geeft aan de personeelsleden.
Net als studenten geen stof willen leren als het niet voorkomt op de tentamens. Een minimaal intelligente en effectieve maatschappij.
F.T.M. Kauffmann 7
http://www.socialevraagstukken.nl/systeem-en-leefwereld-hoe-de-kloof-te-dichten/
http://www.binno.nl/weblog/houdt-systeem-leefwereld-vooral-gescheiden/
Inge 5
Het UWV moedigde het ook volop aan, het zzp-erschap- de organisatie die mij nadat ik weer aan het werk was na bepaalde periode, een enquete deed toekomen, waarop ik reageerde met: "hier wringt de schoen al driect, het UWV heeft geen cli"enten, maar pati"enten en zieken"
Ik bak met zes diploma's suikerwerk op zak, maar het is niet mijn beroep, als het voor vrienden en kenissen is, breng ik het ook nog gratis thuis :-) U ziet, burgers laten het zich al niet allemaal over zich heenkomen, daarbij roei ik bij een heel gezellige vereniging waar veel vrijwilligers wedstrijden begeleiden, roeiers trainen, koffie zetten, boten onderhouden, zowaar, ik lijk een gelukkig mens ;-)
Stravidarus 6
Lydia Lembeck 12
StravidarusStravidarus 6
Lydia LembeckHeRo 7
StravidarusWel geheel off topic. Ik denk dat veel zzp'ers geen VAR krijgen als ontmoedigingsbeleid. Lees dit maar eens ; http://www.accountancyvanmorgen.nl/2017/06/27/valse-voorwendselen-wet-dba/ met daarin " Het wordt tijd dat Wiebes kleur bekent en toegeeft dat het om het veiligstellen van overheidsinkomsten gaat". De algemene ruif waaruit we allemaal eten - moet tenslotte blijven worden gevuld.
[Verwijderd]
HeRoKon toen zelfs zo zijn dat de belastingdienst je zelfstandigheid erkende. En het toenmalige GAK er een streep doorheen haalde en bij de opdrachtgever de premie ww en zw e wao kwamen innen wegens verkapte loondienst. En de regering richtte nog snel een nieuwe heffing in die ze WAZ noemde. Die kostte me fl. 4000,-per jaar. En kon nooit tot een uitkering leiden.
Lydia Lembeck 12
StravidarusEen bedrijfje kan succes hebben en groeien en voor je het weet is het geen bedrijfje meer, maar een bedrijf met medewerkers. Dat kan je niet voorkomen.
Peter Urbanus 5
StravidarusZelfstandigen zijn er altijd geweest: journalisten, klussers, schilders, aannemers, maar de laatste jaren zijn zzp-ers ook in opkomst in beroepen waar dat twijfelachtig is.
Edmond Muller 7
Peter UrbanusLydia Lembeck 12
Edmond Mullerthebluephantom 6
StravidarusStravidarus 6
thebluephantomthebluephantom 6
Stravidaruskan ook hogere inkomsten hebben maar vaak niet zo
5de zin niet duidelijk
Roland Horvath 7
In de huidige neoliberale maatschappij van consumenten/ producenten bestaat er dus geen collectief meer, geen collectief belang, geen collectieve solidariteit, geen collectieve organisaties, verzekeringen of bezittingen. Alles is nu ego, alles is eigen belang. De maatschappij is geatomiseerd. De mens is een sukkel geworden die zijn banden met anderen verloren is, een sukkel die zich de weldaad van de ego vrijheid, van eigen belang als enige drijfveer, heeft laten aanpraten. Een arme sukkel. Die het zal zoeken in een vals gevoel van verbondenheid met de machtigen, met een sterke man, een totalitaire ideologie of godsdienst die alle vragen beantwoordt. Want bindingen met anderen heeft een mens nodig, een leven lang.
Marla Singer 7
Roland HorvathSire die je leert om bij geweld passief te blijven en 112 te bellen. Mensen die schaapachtig staan te staren naar een ramp en de hulpdiensten in de weg gaat staan. Of jeugdige delinquenten die helemaal flippen als iemand nee tegen ze durft te zeggen.
Als er bewust doelgroepen in de samenleving tegen elkaar worden uitgespeeld. Man vs vrouw. Autochtoon vs allochtoon. Links vs rechts. etc. De sociale cohesie wordt via social engineering vakkundig afgebouwd.
De moderne samenleving was nog nooit zo eenzaam. En dus nog makkelijker te beïnvloeden.
Peter Urbanus 5
Marla SingerRob 6 1
Marla SingerLydia Lembeck 12
Marla SingerRoland Horvath 7
Marla SingerOm het met het discours van politici te zeggen bvb van Frans Timmermans FT, Euro commissaris en vice voorzitter van de EU Commissie. Volgens FT moet de middenstand moet zich niet bezig houden met verdragen als TTIP, dat kan die beter overlaten aan de politici.
De politiek en de houding van de huidige machthebbers en hun misprijzen, hun verachting voor de niet-machtigen kan niet beter uitgedrukt worden.
Matthijs 11
Moest direct denken aan dat voorbeeld van dat kinderdagverblijf dat vanwege het te laat ophalen van kinderen boetes ging geven aan ouders. Het gevolg: meer mensen gingen de kinderen later ophalen, want de boete werd gezien als betaling voor het later op kunnen halen. Het morele aspect (als goede ouder haal je je kind niet te laat op) verdween.
Zelfs toen het kinderdagverblijf stopte met de boetes, omdat het dus niet werkte, bleven mensen hun kids te laat ophalen.
Lydia Lembeck 12
MatthijsAlex Hoen 4