JC Juncker houdt 'state of the union' speech in het EP, sep 2018

Een goed gesprek over de Europese Unie komt maar niet van de grond. Follow the Money wil daar verandering in brengen. Samen met jou. Wat willen we met Europa? Dit dossier is een eerste aanzet voor een gesprek over een andere Europese Unie. Lees meer

Iedereen heeft er een mening over, maar een echt gesprek over de Europese Unie wordt nauwelijks gevoerd. En dat is jammer, want het voortbestaan van de Unie is niet zo vanzelfsprekend als het ooit was. Niet alleen de eenheidsmunt euro wankelt, het hele Europese project zelf dreigt als een kaartenhuis ineen te zakken. Het uiteenvallen van de EU zou enorme gevolgen voor elke Nederlander – en elke Europese burger – hebben. Die angst lijkt politici en beleidsmakers te verlammen. Discussies over de EU worden doodgeslagen met  apocalyptische visioenen, van zowel voor- als tegenstanders. 

Tegelijk is het duidelijk dat dit niet het Europa is waarvan gedroomd werd. Europese samenwerking blijkt in de praktijk vaak een ondoorzichtig spel van lobby's en achterkamertjespolitiek. De parlementaire controle daarop is gebrekkig. 'Brussel' is bijna synoniem geworden met bureacratie, spilzucht, gesjoemel, bemoeizucht, zelfverrijking en zelfs corruptie. 

Bij veel burgers in alle lidstaten leeft het gevoel dat de voordelen van de Unie niet langer opwegen tegen de nadelen. Dat zij in wezen niet zoveel aan de EU hebben en dat het een moloch is die over hun identitieit heenwalst. Een Unie die de economische voordelen vooral sluist naar grote ondernemingen. 'Een verzorgingsstaat voor multinationals', zoals onze columnist Christiaan Vos dat noemde.

Is het mogelijk om de EU op zo'n manier te hervormen dat niet grote, multinationale ondernemingen het meest profiteren van de Europese samenwerking –  maar de Unie de belangen van de Europese burger dient? Zo ja, hoe dan? En zo nee, hoe gaan we dan wél verder? Daarover willen we op Follow the Money samen met jou een constructief gesprek voeren. We willen dat doen met behulp van ons panel Europa, wat nu? Op die plek zullen we je onder meer vragen stellen en kunnen we het gesprek met elkaar voeren.

54 artikelen

JC Juncker houdt 'state of the union' speech in het EP, sep 2018 © FREDERICK FLORIN / AFP

Jean-Claude Junckers voorbarige vergezichten

De euro is volgend jaar exact twintig jaar oud, en dat wil de Europese Commissie weten. EC-voorzitter Juncker zou graag zien dat de eenheidsmunt ook op andere continenten veel meer wordt gebruikt als handelsvaluta. Maar wil de euro kunnen uitgroeien tot internationale standaard, betoogt Edin Mujagic, dan kunnen Brussel en Frankfurt maar beter eerst orde op zaken stellen in eigen huis.

Elk jaar houdt de voorzitter van de Europese Commissie een toespraak voor het Europees parlement. Naar Amerikaans voorbeeld heet die de State of the Union. Van de toespraak die de huidige voorzitter Jean-Claude Juncker op 12 september gaf, vond ik het slotstuk het interessantst. Juncker stond daarin namelijk even stil bij het feit dat de euro volgend jaar twintig jaar bestaat.

Daar lijkt alle reden voor. Want ondanks alle problemen met de gemeenschappelijke munt in met name de laatste tien jaar, is de euro anno 2018 op de Amerikaanse dollar na de meest gebruikte munt ter wereld. Ongeveer de helft van alle export van binnen de eurozone naar andere regio’s, wordt in euro’s gefactureerd. Vóór het eurotijdperk gebeurde dat vaak in dollars.  

Absurd

In zijn toespraak merkte Juncker triomfantelijk op dat zestig landen in de wereld hun nationale valuta’s op de een of andere manier (deels) hebben gekoppeld aan de euro. ‘Maar’, zo zei hij, ‘we moeten meer doen om onze gemeenschappelijke munt in staat te stellen nog belangrijker te worden op het wereldtoneel.’ De EC-voorzitter vindt het absurd dat eurolanden 80 procent van alle olie die ze jaarlijks invoeren — voor een totaalbedrag van 300 miljard euro — in dollars afrekenen, terwijl slechts 2 procent van onze energie-invoer uit de VS komt. En dat Europese luchtvaartmaatschappijen die vliegtuigen kopen van het pan-Europese concern Airbus, die in dollars betalen in plaats van in euro’s. De Commissie beraadt zich dan ook op voorstellen om het gebruik van de euro in de internationale handel op te krikken.

Is het wel wenselijk dat de Europese Commissie het gebruik van de euro in de internationale handel wil opkrikken? 

Nog los van de vraag hoe Brussel dat voor elkaar wil krijgen — de EU gaat waarschijnlijk geen euro-marketingcampagnes lanceren op andere continenten of dollar-geldautomaten op Europese luchthavens verbieden — vraag ik me af of het überhaupt wenselijk is dat de euro meer dan nu een handelsmunt wordt. Hoe nobel en begrijpelijk dat streven misschien ook is, in mijn ogen is het iets dat vanzelf moet ontstaan. Als de euro vaker wordt gebruikt als een, zeg, Argentijns bedrijf goederen levert aan een afnemer in Australië omdat beide landen het volste vertrouwen hebben in de euro, dan is dat alleen maar toe te juichen. Maar de Europese autoriteiten moeten zich er dan niet actief en direct mee bemoeien.

Dat wil niet zeggen dat Brussel en Frankfurt niet aan de bak moeten. Integendeel. Om ervoor te zorgen dat de euro straks ook zijn vijfentwintigste en dertigste verjaardag kan vieren, moeten ze zorgen dat de eurolanden zich houden aan regels die de gemeenschappelijke munt sterk en stabiel moeten maken. Want in tegenstelling tot wat u vaak leest, is een sterke munt te prefereren boven een zwakke munt. Onze export wordt weliswaar gestimuleerd door een zwakke euro, maar de keerzijde van die medaille is dat onze importen duurder worden. En als een zwakke munt beter zou zijn voor de economie, waarom zijn Nederland, Duitsland en Zwitserland dan de sterkste economieën van Europa en niet Italië, Spanje of Griekenland? Hun monetaire geschiedenis geeft het antwoord.

Begrotingen op orde

Maar voor welke regels moeten de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank zich dan hard maken? Om te beginnen moeten de eurolanden hun begrotingen op orde krijgen en houden. De centrale bank in Frankfurt moet het beperken van de inflatie boven alles stellen en niet eens de schijn wekken zwakke landen als Italië te helpen — een schijn die de Italiaanse ECB-voorzitter Draghi de laatste jaren meer dan eens heeft gewekt.

De eurozone heeft enkele troeven achter de hand om de euro écht tot een aantrekkelijk alternatief voor de dollar te maken

De euro heeft alles in zich om op termijn de dominante positie van de Amerikaanse dollar over te nemen, met alle enorme voordelen van dien — zeker nu de Amerikanen er qua economisch beleid een potje van maken, met gigantische begrotingstekorten bij economische hoogconjunctuur. En de eurozone heeft nogal wat troeven achter de hand om de euro écht tot een aantrekkelijk alternatief voor de dollar te maken. Zo zouden wij onze kapitaalmarkten kunnen samensmeden tot één grote, diepe en liquide kapitaalmarkt. De VS hebben al zo’n markt. Dat is nu nog een van de grote voordelen van de dollar ten opzichte van de euro.

De strijd om de euro op andere continenten aan meer fans te helpen, begint met streng zijn tegen Rome en Parijs, om maar twee euro-hoofdsteden te noemen, en met prudent beleid in Frankfurt en Brussel. Hoewel ik niet bepaald een fan ben van wat Frankfurt doet, baart wat uit Brussel komt — en uit Parijs en Berlijn — me nog veel meer zorgen. Zo ziet het er nu sterk naar uit dat de Europese begrotingsregels veranderd gaan worden. De hoogste economische adviescolleges van zowel Frankrijk als Duitsland roepen daartoe op. ‘Veranderd’ betekent in dit geval: ‘afgezwakt’.

Kern niet aantasten

Voor de goede orde: er is niets mis mee om bestaande regels en afspraken na enige tijd tegen het licht te houden, zeker na de ervaringen uit een crisisperiode. Het is zelfs een must. Maar daarbij moet je er wel voor waken de kern van de regelgeving aan te tasten.

De kern van de Europese begrotingsregels is dat ze financiële problemen bij overheden moeten voorkomen zodat niet het collectief van eurolanden gedwongen wordt, direct of indirect, op te draaien voor financiële problemen ergens in de muntunie. Ik heb het sterke vermoeden dat we geen Griekse schuldencrisis zouden hebben gehad als Griekenland vanaf dag één gedwongen was zich aan de Europese begrotingsregels te houden. Hetzelfde geldt voor het dreigende schuldencrisis in Italië. Als die harde aanpak van beide landen had betekend dat ze niet mee hadden mogen doen met de euro, jammer dan. Letterlijk vanaf het begin lieten Brussel en de andere eurolanden echter na om consequent te zijn. Al die honderden miljarden euro’s die overgemaakt zijn naar Griekenland en het langdurig zeer ruime monetaire beleid van de ECB zijn daar een direct gevolg van.

Alles wat ik aan recente voorstellen heb gezien voor een verandering van de Europese begrotingsregels komt erop neer dat de kern ervan behoorlijk wordt aangetast. Als iemand die graag ziet dat een gemeenschappelijke Europese munt een doorslaand succes wordt, doet het me pijn dat te moeten constateren.