
Gemeenten zouden de jeugdzorg goedkoper en beter regelen. Het tegenovergestelde is gebeurd. Wat ging er mis? Lees meer
De gemeenten zouden jeugdzorg dichterbij, efficiënter en uiteindelijk ook goedkoper gaan regelen. Het tegenovergestelde gebeurde: het aantal zorgaanbieders is gestegen van 120 in 2014, naar zo’n 6.000 nu. En inmiddels ontvangt één op de tien Nederlandse kinderen een vorm van jeugdzorg.
Maar is geld het enige probleem? Onder de werktitel "Jeugdzorg in het Rood” doet Follow the Money onderzoek naar de geldstromen in de jeugdzorg. In deze gids loodsen we je langs de belangrijkste bevindingen.
Bij de jeugdbescherming is het wachten op de volgende meltdown
Lelystad versus Pluryn: in het gevecht om de rekening delft de gemeente het onderspit
Opvanghuis voor kinderen krijgt dikke onvoldoende, maar blijft voorlopig open
Staatssecretaris Van Ooijen over het repareren van de jeugdzorg: ‘Het is een enorm praatcircus’
Minister Franc Weerwind: ‘Herwinnen van vertrouwen, dat is mijn belangrijkste opdracht’
Terugkijken | Beslissen in een failliete jeugdzorg: het verhaal van drie kinderrechters
In het hart van een zorginfarct: de rechter kan in een kinderleven het keerpunt zijn
In het hart van een zorginfarct: het gaat de kinderrechter om het kind, niet om ‘de waarheid’
In het hart van een zorginfarct: kapotte relaties
In het hart van een zorginfarct: de ouders, wanneer doen ze het goed genoeg?
© Elise Vandeplancke
Jeugdbescherming Brabant is vastgelopen: ‘We kunnen zo echt niet verder’
Vanaf vandaag neemt Jeugdbescherming Brabant geen enkel kind meer aan, ook niet als de rechter het ze opdraagt. De maat is vol, het personeel is overbelast en er is geen andere gecertificeerde instelling die het werk kan overnemen. ‘Angstaanjagend,’ vindt kinderrechter Susanne Tempel de situatie. ‘We moeten waken voor een domino-effect.’
‘Een afschuwelijk besluit,’ noemt Rinda den Besten het inlassen van een cliëntenstop voor Jeugdbescherming Brabant (JBB). ‘Ik heb er echt buikpijn van. Maar het kan niet anders.’ In de twee maanden na haar aantreden – Den Besten begon in april als bestuurder van JBB – zag ze de gezinnen toestromen. De werkdruk liep evenredig op. ‘De afgelopen maanden zijn daardoor zoveel medewerkers ziek uitgevallen of naar andere organisaties vertrokken, dat ik niet anders kon dan zeggen: tot hier en niet verder. We kunnen het niet meer aan.’
Dat een regionale gecertificeerde instelling de deuren dichtgooit, is nog nooit eerder voorgekomen. Die enkele keer dat een landelijke gecertificeerde instelling voor een deel van het land niet genoeg medewerkers had, kon de regionale GI het overnemen. Maar nu zijn zowel in Zeeland als Brabant geen jeugdbeschermers meer beschikbaar om nieuwe ondertoezichtstellingen uit te voeren. Daarnaast ging de jeugdbeschermerscoöperatie Briedis eerder deze maand failliet.
‘Waar moeten al die kinderen nu geholpen worden?’
‘Dat is een angstaanjagende situatie,’ zegt kinderrechter Susanne Tempel. De JBB stelde vorige week alle Brabantse wethouders van jeugdzorg van de cliëntenstop op de hoogte. Toen die brief ook bij de Raad voor de Rechtspraak op de mat viel, schoten de kinderrechters in opperste staat van paraatheid. ‘Want ja, wat nu? Hoe moeten we hier als rechters mee omgaan? Hoe moet dat met spoedsituaties? Drie maanden lang, dat is tot na de zomer, is er dus niemand die urgente zaken kan oppakken. Dan kunnen we als rechters wel ondertoezichtstellingen toewijzen, maar we vinden dat we ook een taak hebben om te monitoren wat er vervolgens gebeurt.’
In Tempels eigen arrondissement, Breda, stegen in de maanden april en mei de aanvragen voor een ondertoezichtstelling. ‘Zorgelijk, want dat zal in juli, augustus en september niet ineens anders zijn. Waar moeten al die kinderen nu geholpen worden?’
GI’s zitten aan hun max
De twee landelijk werkende gecertificeerde instellingen (GI’s) die in Brabant actief zijn, zullen die bal niet oppakken: ook zij hebben geen ruimte meer. In Brabant neemt JBB verreweg de meeste gezinnen onder jeugdbescherming voor haar rekening. In 5 procent van de gevallen is het Leger des Heils betrokken, de William Schrikker Stichting neemt de overige 20 procent voor haar rekening. Dat JBB nu de deuren sluit, is ‘voor ons een groot probleem,’ zegt Pim Croiset van Uchelen, bestuurder van de William Schrikker Stichting.
Want ook de twee landelijke GI’s zitten aan hun maximum. ‘Wij hebben een specialisatie in gezinnen waar een licht verstandelijke beperking een rol speelt,’ legt Croiset van Uchelen uit. ‘Ons personeel kan daardoor niet zomaar gezinnen van een andere GI overnemen: dat werk is inhoudelijk anders.’
Daarbij worstelen zowel het Leger des Heils als de William Schrikker Stichting eveneens met een moeilijke arbeidsmarkt. ‘In alle regio’s is het spannend wat betreft het ziekteverzuim en verloop,’ zegt Croiset van Uchelen. ‘Elke organisatie worstelt ermee. Als er zieken zijn, moet je dat werk weer verdelen over anderen, die ook al aan hun taks zitten.’
206 cases herverdelen
Eerder onderzoek van Follow the Money bevestigt dit. Uit een analyse van de jaarrekeningen tussen 2014 en 2019 bleek dat de grote uittocht van jeugdbeschermers alle GI’s voor problemen stelt. ‘De jeugdbeschermers hebben met de voeten gestemd,’ zei Leger des Heils-kapitein Harm Slomp.
‘We moeten zorgen dat niet nog meer personeel door zijn hoeven zakt’
Den Besten kan dat alleen maar beamen, al verliep de uittocht in Brabant de laatste weken wel echt in sneltreinvaart. In de twee maanden dat zij nu het bewind voert, zag ze zoveel medewerkers vertrekken of uitvallen, dat ze geen andere uitweg zag dan deze streep in het zand te trekken. ‘We kunnen het werk dat we op dit moment hebben, al niet meer aan,’ zegt ze. ‘Sterker nog: we moeten 206 cases herverdelen onder de mensen die zijn achtergebleven.’
JBB zal de pauze van drie maanden gebruiken om de bestaande zaken op orde te krijgen. ‘Het is van het uiterste belang dat we onze cliënten veilig houden. Dat houdt ook in dat we moeten zorgen dat niet nog meer personeel door zijn hoeven zakt.’
Meer zaken, minder medewerkers
De problemen in Brabant komen niet uit de lucht vallen. Eerder al had JBB een ‘beperkt hulpaanbod’ ingesteld. Ouders van een onder toezicht gesteld kind krijgen dan een telefoonnummer van de bureaudienst in plaats van een vaste jeugdbeschermer. Ook die beslissing was ingegeven door personeelstekorten.
Dat is voor JBB al jaren een probleem. In 2018 piekte het verloop met 17 procent. Dat is mede een gevolg van de beslissingen die in Brabant gemaakt zijn. JBB ‘doet’ alleen de gedwongen jeugdbescherming. De vrijwillige jeugdbescherming is in Brabant overgelaten aan andere partijen. JBB moest tussen 2015 en 2017 fors reorganiseren, ook omdat het aantal ondertoezichtstellingen toen afnam. Daardoor kon JBB tijdelijke contracten niet verlengen.
Dossier
Jeugdzorg in het rood
De gemeenten zouden jeugdzorg goedkoper en beter regelen. Het tegenovergestelde is gebeurd. Wat ging er mis?
De afgelopen twee jaar stapelde het werk zich echter op. In 2020 verwees de kinderrechter 1958 keer door naar JBB en moest de organisatie 186 ondertoezichtstellingen meer verstouwen dan in 2019. Met het faillissement van Briedis en de teloorgang van Intervence in Zeeland kwamen ook kinderen vanuit die GI’s naar de Brabantse jeugdbescherming. En dat terwijl het personeelsbestand niet groeide: in 2018 had JBB 405 medewerkers in dienst, in 2021 404.
Een recept voor ellende, en die kwam er ook. Mede door de manier van financieren. De tarieven zijn over het algemeen in heel Brabant niet kostendekkend, stelt JBB. In Zuidoost-Brabant krijgt JBB namelijk per gezin betaald, niet per ondertoezichtstelling. Momenteel bemiddelt de Jeugdautoriteit voor ‘faire’ prijzen.
‘Alleen geld is niet de oplossing’
De woordvoerder, die voor de gemeente Tilburg namens alle Brabantse gemeenten spreekt, laat weten dat geld niet het meest prangende probleem is. ‘Zeker, geld speelt een rol, maar dit structurele probleem valt niet te versimpelen tot een hoger tarief en dan is het opgelost.’
‘Dat klopt,’ reageert Rinda den Besten. ‘Want zelfs al krijgen we een morgen een pot geld, dan nog zijn de mensen er niet.’ Op vacatures krijgt JBB al maandenlang nauwelijks respons. Bij de detacheringsbureaus hoeft ze niet aan te kloppen, zegt Den Besten, want daar droogt de poule van medewerkers eveneens op.
‘We doen dit niet om welke agenda dan ook door te drukken, maar omdat we niet anders kunnen’
Wat wel een rol speelt, is dat JBB de afgelopen jaren nauwelijks heeft kunnen investeren in een gezond personeelsbeleid. ‘We hebben ook niet kunnen investeren in een flexibele schil, om een toename in werkzaamheden op te vangen.’
Den Besten benadrukt dat de cliëntenstop geen middel is om de onderhandelingen met gemeenten onder druk te zetten: ‘We doen dit niet om welke agenda dan ook door te drukken, maar omdat we niet anders kunnen.’ Voor de zomer moet de mediation voor beide partijen tot een bevredigende uitkomst leiden. Den Besten ziet dat liever gisteren gebeuren dan vandaag. ‘Er moet op de kortst mogelijke termijn een oplossing komen.’
Niet alleen Brabant staat onder druk
Vandaag overleggen de Brabantse gemeenten met alle betrokkenen wat ze nu moeten doen. ‘Voorop staat dat we de hulp aan kinderen, die de komende maanden bescherming nodig hebben, moeten borgen. Hoe dan ook,’ zegt de woordvoerder. ‘Dat nu bij JBB het ventiel eraf vliegt, is een probleem dat niet alleen in Brabant speelt. De druk is niet langer houdbaar, het systeem moet anders worden ingericht. We zullen bij het bedenken van een oplossing ook zeker het Rijk betrekken.’
Ook kinderrechter Susanne Tempel beraadt zich met haar collega’s op actie. ‘We moeten waken voor een domino-effect. We zagen vanuit Zeeland de olievlek zich naar Brabant verspreiden. Dus wat nu? Als we jeugdbeschermers uit Limburg wegtrekken, zitten ze daar omhoog, en zo verder. Dit probleem moeten we niet per gemeente of regio willen oplossen.’
Van de Brabantse jeugdbescherming komt de oplossing niet. ‘Wij hebben deze stap gezet, omdat we het gewoon niet meer weten,’ zegt Den Besten. ‘Natuurlijk zullen we ons mengen in discussies over oplossingen, maar pas nadat we onze rust hebben hervonden.’
Dit artikel is aangepast om maandag 21 juni om 10.25 uur. JBB moet niet 150 cases herverdelen, maar 206. De tarieven zijn in heel Brabant niet kostendekkend. De wijze van financieren in Zuidoost-Brabant is niet daar niet (alleen) debet aan.
40 Bijdragen
GJ van Broekhoven 9
Juist is dat geld het probleem helemaal niet oplost. Mijns inziens lost wel het probleem op indien de gemeenten tussen de lichte en de zwaardere jeugdzorg meer balans brengt. Dan blijft meer budget voor de zware jeugdzorg over.
Het citaat;
"Wat wel een rol speelt, is dat JBB de afgelopen jaren nauwelijks heeft kunnen investeren in een gezond personeelsbeleid. ‘We hebben ook niet kunnen investeren in een flexibele schil, om een toename in werkzaamheden op te vangen".
Dit zal ongetwijfeld een deel van het probleem zijn. Maar, denk dat indien het budget meer eerlijk verdeeld zal worden, dat GI's dan meer in staat zullen zijn een gezond personeelsbeleid te voeren. Hiertoe reken ik natuurlijk ook dat medewerkers minder volgepropt met werk zijn.
Dit probleem speelt ook bij Veilig Thuis.
Annick Smit 1
GJ van Broekhoven 9
"Dat is voor JBB al jaren een probleem. In 2018 piekte het verloop met 17 procent. Dat is mede een gevolg van de beslissingen die in Brabant gemaakt zijn. JBB ‘doet’ alleen de gedwongen jeugdbescherming. De vrijwillige jeugdbescherming is in Brabant overgelaten aan andere partijen. JBB moest tussen 2015 en 2017 fors reorganiseren, ook omdat het aantal ondertoezichtstellingen toen afnam. Daardoor kon JBB tijdelijke contracten niet verlengen".
Afgezet tegen het eerdere artikel over JBB; https://www.ftm.nl/artikelen/aannamestop-jeugdbescherming-brabant#bijdrage145894, dat gemeenten in Brabant achteraf voor verleende zorg willen gaan betalen.
Geeft simpelweg het probleem aan; gemeenten worden helemaal wild van de lichte jeugdzorg, waar zij hun toezichthoudende taak in de regel niet nakomen; gevolg is geld over de balk gooien.
De gemeenten hoeven niet meer geld te krijgen, zij moeten eindelijk zich als deugdelijke bestuursorganen tonen.
Indien forensische accountants onderzoek gaan doen, in opdracht van de staat, dan zal het denk ik erg snel duidelijk worden wie de echte schuldigen zijn; de GI's zijn het zeker niet.
Elsie ten Veldhuijs 2
Vooral als reactie op de grote aantallen wezen en kinderen uit problematische gezinnen. Er kwam een wet (van Houten) en een Voogdijraad (nu nóg een scheldwoord)
Om de verzuiling en de misstanden tegen te gaan, want die waren er óók, werden de wetten aangescherpt, de regels werden vanuit de overheid bepaald en het fenomeen #subsidie nam het over. De Raad voor de Kinderbescherming en voogdijinstellingen voerden het werk uit, vaak in opdracht van de rechter; justitie.
Jeugdzorg en Jeugdbescherming heet het nu, maar het kind en de jeugd is met het badwater weggegooid.
Welke stichting, kerk of gemeenschap pakt deze handschoen nu op?
GJ van Broekhoven 9
Elsie ten VeldhuijsCitaat uit; Liefde en plichtsbesef. De kinderbescherming in Nederland rond 1900. Bernard Kruithof en Piet de Rooy. Sociologisch Tijdschrift, jaargang 13, nummer 4, februari 1987
“Rond 1900 vielen verschillende belangen samen. De liberalen achtten het in toenemende mate noodzakelijk het burgerlijk beschavingsoffensief te laten ondersteunen door de staat. Om de staat te kunnen inschakelen hadden ze de medewerking van de confessionelen nodig. Bovendien beschikten de confessionelen in het bijzondere geval van de kinderbescherming over een wijdvertakt net van verenigingen en instellingen, die zich in de gunst van het publiek mochten verheugen. Zij konden effectief handelen op het brede terrein van het persoonlijk leven. Juist dit algemene proces zou een van de belangrijkste elementen worden in de verzuiling. Het ongemakkelijk bondgenootschap in de kinderbescherming kon in dit opzicht een voorbeeld zijn”.
Het startpunt van jeugdbescherming is dus medio 1900. Niet de tijdspanne die u noemt. Voor die tijd is het radicaal anders dat het belang van kinderen is gezien en dat dit wettelijk geregeld is.
Elsie ten Veldhuijs 2
GJ van BroekhovenDe tijdspanne betreft de tijd dat ikzelf in de jeugdzorg en hulpverlening werkte en vervolgens ervan gebruik maakte als pleegmoeder.
GJ van Broekhoven 9
Elsie ten VeldhuijsDe Raad voor de Kinderbescherming heeft als wettelijke taak te onderzoeken en te rapporteren in die zaken waarbij kinderen betrokken zijn. De Raad voor de Kinderbescherming voert haar wettelijke taken niet uit in opdracht van de rechter (ook niet van justitie. het OM). De rechter, vanaf 1921 is de kinderrechter als onderdeel van de rechterlijke macht ingevoerd, oordeelt onafhankelijk over verzoeken waarbij kinderen betrokken zijn.
Juist is dat sedert zeker twintig jaar of langer zorg, dus ook jeugdzorg, gebaseerd is op subsidie. Lees; voor elke uit te voeren zorgtaak is een financieel potje (subsidie).
john mijvis
Kinderen in nood worden vanaf komende week niet meer geholpen door Jeugd Bescherming Brabant vanwege te hoge werkdruk. Dit bericht las ik afgelopen zaterdag (19-6-2021) in het ED. Bestuurster Ria den Besten zegt dat de komende 3 maanden geen nieuwe cliënten meer worden aangenomen. Het personeel is overbelast en daardoor ontstaat er een hoog ziekteverzuim en een dito personeelsverloop.
Het kip en het ei verhaal.
Als ervaringsdeskundige, want dat kun je best wel zeggen als je kleinkind in aanraking komt met de jeugdzorg, zie ik als reden van het hoog ziekteverzuim en het personeelsverloop net even iets anders. Er is onderzoek gedaan naar het grote aantal uithuisplaatsingen (UHP) en onder toezicht stellingen (OTS) hier in Nederland. En wat blijkt? In vergelijking met andere landen spannen wij de kroon. Ook zijn er diverse onderzoeken gedaan naar de werkwijze in de jeugdzorgketen (drs. H.Berndsen, keteninfantiliteit in de jeudzorgketen) Uit deze onderzoeken komt telkens het zelfde beeld naar voren van een organisatie die niet goed functioneert en niet aan waarheidsvinding doet conform artikel 3.3 van de jeugdwet. Een onderdeel van de Jeugdzorg is Veilig Thuis (VT) en deze organisatie staat aan het begin van de keten. Alle meldingen komen daar binnen en moeten op hun merites beoordeeld worden. Hier gaat het dus vaak al mis. Het personeel is niet toegerust om te beoordelen of een melding terecht is of niet. Als voorbeeld schets ik de volgende situatie: als je buren je een oor aan wilt naaien, dan kunnen ze anoniem een melding doen bij VT over dat er wel eens sprake zou kunnen zijn van kindermishandeling want ze horen vaak de kinderen schreeuwen als vader en moeder zogenaamd ruzie hebben. Het vereist, mijn inziens, veel vakkennis en ervaring om te bepalen wat het waarheidsgehalte is van zo’n melding. En hier hebben we de koe bij de horens. Het personeel wat de intake doet, is onvoldoende gekwalificeerd en beoordee
GJ van Broekhoven 9
john mijvisIn de Jeugdwet is het geregeld dat VT (voorheen het AMK) genoodzaakt is om anonieme klachten te onderzoeken. Aan de hand van mijn beroepservaring kan ik uw bewering niet volgen dat de medewerkers van VT niet vakmatig is toegerust om dergelijke klachten te beoordelen. Indien er sprake is van een vermoeden van kindermishandeling na een onderzoek van de zijde van VT, is het de Raad voor de Kinderbescherming die, ook na onderzoek, besluit of aan de rechter het opleggen van maatregelen dient te worden gevorderd.
Mijn beroepservaring is dat indien men met VT coöpereert, dat het dan zeker niet zo is dan standaard draconische maatregelen zijdens VT worden geadviseerd. Indien er sprake blijkt te zijn van enorme weerstand tegen het onderzoek van VT, vaak gepaard gaande met verbale of overige agressie, dan kan het wel uit de hand lopen.
GJ van Broekhoven 9
john mijvisLeg uit wat ik bedoel aan de hand van een voorbeeld. Een vriend van mij heeft een reclasseringsambtenaar die bekend staat als het beest, die diens cliënten bekende oren aannaait. Heb daarom in een strafzaak namens mijn vriend een zienswijze inzake de rapportage van het beest ingediend. Hierbij heb ik stuk voor stuk de rapportage van het beest als zijnde sterk vooringenomen en niet professioneel ontmaskerd. Dermate goed dat zowel de OvJ alsook de strafrechter het beest als zijnde het beest hebben gezien. Zonder mijn zienswijze zou mijn vriend er met suiker en boter in zijn gegaan.
Indien men indien VT een onderzoek doet proactief optreedt, dan zal het in de regel zo zijn dat tamelijk snel VT duidelijk zijn dat er geen sprake is van een terechte anonieme melding.
In een zaak die ik behandeld heb, heeft een medewerkster van VT gezien dat de melding vals is. Men heeft dan twee opties; 1. de melding blijft staan in de systemen, of, 2. de melding wordt gewist. In de zaak is de 1e melding gewist. Het volgende jaar is wederom een valse melding bij VT gedaan. Daarom is de 2e valse melding afgedaan als vals en is de melding niet gewist. Hierna is het rustig geworden,
Achteraf is het gebleken dat een ex-vriend van mijn cliënte die valse meldingen heeft gedaan. Hieraan heeft diens toenmalige vriendin actief meegedaan. Beiden heb ik juridisch zwaar bedreigd, met als gevolg dat beiden hun broekje vol hebben en hun wanpraktijken hebben gestaakt.
Mijn praktijkervaring is dat een zeer groot gedeelte van de valse meldingen worden gedaan wegens niet oorbare redenen. Ben er dan ook voorstander van dat anonieme valse melders dienen te worden beboet. Dit zal de belasting van VT zwaar doen laten afnemen.
wiel janssen
Daarnaast dreigt juist de 'toezichthoudende taak' het vak van jeugdbeschermer te verengen tot een soort van bureaucratische oppasser en rapporten schrijver. Er is veel voor te zeggen om een onderscheid te maken tussen 'ingrijpen' (een voor het kind bedreigende situatie onderzoeken, proberen te bemiddelen en uiteindelijk voor de rechter brengen) en 'zorg met bescherming' uitvoeren. De eerste taak kan worden opgedragen aan instellingen als 'Veilig Thuis' en de Raad voor de Kinderbescherming.
Zodra de rechter de uitspraak OTS gedaan heeft, kan de uitvoering worden opgedragen aan elke jeugdzorg zorginstelling die daartoe gekwalificeerd is. Een dergelijke gang van zaken is ook gebruikelijk in de volwassenen psychiatrie, die op last van de rechter diverse vormen van gedwongen zorg uitvoert en daarover aan justitie rapporteert. Bescherming hoort immers een onlosmakelijk deel van de uitvoering van zorg te zijn. Als die zorg onverhoopt niet leidt tot afdoende bescherming van het kind kan de zorginstelling dit zelf terugmelden aan de rechter en aanvullende behandeling voorstellen. Als de instelling daarbij in gebreke blijft kan Veilig Thuis of de Raad voor de Kinderbescherming opnieuw ingrijpen.
Het kernprobleem waar we mee zitten is dat sluipenderwijs de bureaucratie leidend is geworden in plaats van vakkennis.
GJ van Broekhoven 9
wiel janssen"Het kernprobleem waar we mee zitten is dat sluipenderwijs de bureaucratie leidend is geworden in plaats van vakkennis".
Meen niet dat u hiermee helemaal gelijk heeft. Voor alle zorg is een deugdelijk dossier erg belangrijk. Indien niet alle essentialia in het dossier zijn opgenomen, kan indien een dossier overgedragen wordt, kan ook bij ziekte of vakantie zijn, kan dit tot ongewenste gevolgen leiden.
Wat betreft de communicatie met kinderen, ouders etc is het inderdaad afhankelijk van het empathisch vermogen van een behandelaar in kwestie. Dit probleem heeft overigens ook reeds gespeeld voor de decentralisatie van de zorg. Is dus geen nieuw probleem.
Philippine Tjalma
GJ van BroekhovenPeter de Jong 1
Ik ben mede om die reden afgehaakt net zoals heel veel anderen. Ik wens de achterblijvers veel succes en ik kan maar één advies geven. Zorg goed voor jezelf. Op tijd je grens aangeven hoort daar ook bij.
Vergeet daarbij niet dat de problemen in de jeugdhulpverlening niet zijn veroorzaakt door de hulpverleners, maar door politiek wanbeleid. De last daarvan wordt afgeschoven op de schouders van de hulpverleners. Die moeten het schip recht trekken door steeds harder werken onder steeds slechte condities. Verwacht van de overheid voorlopig geen oplossingen. Als hulpverlener kun je deze problemen onmogelijk oplossen, als hulpverleners dus niet verantwoordelijk voor de situatie. Het is een zinkend schip, het is geen schande om niet te willen verdrinken.
Ik besef dat het voor kinderen rampzalig is als hulpverleners afhaken, maar een afgebrande hulpverlener is niet in staat hulp te bieden. Ik zou de raad voor de kinderbescherming willen vragen onderzoek te doen naar het wanbeleid van de overheid en de gevolgen daarvan voor kinderen die hulp nodig hebben. Dat zal ongetwijfeld leiden tot een advies aan de kinderrechter om de tweede kamer onder toezicht te stellen. Het is maar een ideetje.
Gerard van Dijk 6
Peter de JongHierdoor word feitelijk het zelflerende vermogen minder noodzakelijk gemaakt. Ook een goede inwerking is minder belangrijk. Dat maakt het voor organisaties wel makkelijker. Het zijn altijd de organisaties die lobbyen, politiek lijkt puur voor de business belangen te werken want ik kan mij geen maatschappelijke voordelen hiervan indenken.
Gerard van Dijk 6
Peter de JongGJ van Broekhoven 9
Gerard van DijkKen uit hoofde van mijn beroepservaring tal van medewerkers in de (jeugd)zorg die qua instelling etc echt helemaal niets in de (jeugd)zorg te maken hebben.
Eveline Bernard 6
Peter de JongCo Stuifbergen 5
Peter de JongPeter de Jong schrijft zelfs dat het tuchtrecht belang heeft bij zo veel mogelijk klachten, want "dat is de garantie voor hun inkomen ".
Ik vraag mij of hoeveel jeugdhulpverleners met het tuchtrecht te maken krijgen.
Is dit de oorzaak van de werkdruk en het tekort aan medewerkers?
Ik hoop dat FTM hiervoor een keer tijd vindt.
GJ van Broekhoven 9
Co StuifbergenOver de invoering van het tuchtrecht in de jeugdzorg is een groot aantal jaren gedebatteerd. Het doel is om de kwaliteit van de jeugdzorg medewerkers te verbeteren. Daarom zijn aanvullend ook kwaliteitseisen aan de werknemers gesteld. Het tuchtrecht werkt vergelijkbaar met het reeds tijden geldende medisch tuchtrecht.
Denk niet aan dit de reden is achter de hoge werkdruk.
Co Stuifbergen 5
GJ van BroekhovenWaar had u de getallen gevonden?
Dat aantal klachten valt mij erg mee. Ik kan mij wel voorstellen dat medewerkers in de jeugdzorg zich verplicht voelen meer administratie te voeren, om hun beslissingen goed te documenteren en onderbouwen.
GJ van Broekhoven 9
Co StuifbergenHet tuchtrecht is vijf jaar na de invoering daarvan wetenschappelijk onderzocht. In de onderzoekrapportage zijn de cijfers opgenomen; https://www.nivel.nl/nl/publicatie/evaluatie-5-jaar-tuchtrecht-de-jeugdzorg. In de bijlage kan van het onderzoek worden kennisgenomen.
Inderdaad het aantal klachten vallen mee.
Bij een deugdelijk jeugdzorgbeleid hoort natuurlijk ook het deugdelijk opbouwen van een dossier. Indien namelijk niet alles wat van belang is in een dossier is opgenomen, dan zal, indien een andere behandelaar bij een zaak betrokken wordt, niet bekend zijn met bepaalde essentialia.
Uit mijn beroepservaring weet ik wat de gevolgen kunnen zijn indien dossiers slecht gedocumenteerd zijn.
Lees in sommige reacties dat hij vroeger vrijheid-blijheid is geweest en dat dit beter is. Wat ik dus anders zie.
Co Stuifbergen 5
GJ van BroekhovenGJ van Broekhoven 9
Co StuifbergenBen jurist en heb in een aantal behandelde zaken ervaring opgedaan in de (jeugd)zorg. Waarbij mijn ervaring is dat het probleem niet zozeer de decentralisatie van de zorg is, die op zich goed is; zorg dichter bij de burger. Het probleem is dat teveel gemeenten veel te weinig controleren aan de poort (nieuwe aanbieders) en veel te bureaucratisch zijn. Kortom, bergen aan zorggeld wordt over de bekende balk gegooid.
De facto wordt achterlijk veel geld aan lichte zorg besteed. De zware jeugdzorg; GI's, krijgen echt te weinig van het voorhanden budget. Deze trend is reeds sinds de jaren negentig onder Lubbers III ingezet.
Heb een zaak waarbij een zorgverlener bewust cliënten ernstig heeft mishandeld; fysiek en mentaal, bij een gemeente gemeld. Via via heb ik vernomen dat die gemeente mij een lastig man vindt (omdat zij aan de slag moeten gaan). Uiteindelijk is het onderzoek via een andere gemeente geregeld en is de zorgondernemer klaar over en sluiten. In een tweede zaak heb ik een medewerker van WMO zorg meegedeeld dat die ongein klaar is; dus iets ondernemen of de pers zal gehakt maken van die gemeente, wat gewerkt heeft.
Wijkteams (zijn in dienst van gemeenten) blijken te snel en te veel jeugdzorg naar te zware zorg af te schuiven. Indien de wijkteams meer werk zouden maken om burgers in staat te stellen problemen op te lossen, dan neemt de druk op (jeugd)zorg mijns inziens enorm af.
Het probleem is mijns inziens niet de decentralisatie van de zorg. Het echte probleem is dat teveel gemeenten volkomen incapabel zijn.
GJ van Broekhoven 9
Peter de JongHet voorgaande heb ik gesteld aan de hand van mijn beroepservaring.
Moet nog onderzoeken of inzake mijn stelling bronnen voorhanden zijn. Indien ja dan zal ik deze hier delen.
---
Heb deze bron gevonden; https://www.consultancy.nl/nieuws/20655/een-derde-van-instellingen-in-jeugdhulp-dreigt-om-te-vallen. Die het probleem aardig omschrijft.
Peter de Jong 1
GJ van BroekhovenOmdat politici en hogere personeel niet medeverantwoordelijk wil zijn voor de gevolgen van het wanbeleid hebben ze een tuchtrecht bedacht. Hiermee dwingen ze de hulpverleners tot een enorme bureaucratie om maar te kunnen aantonen dat hij juist heeft gehandeld, en dat in een werksituatie waar tijd altijd ontbreekt. Hiermee heeft de politiek zich ingedekt, maar hebben ze de hulpverleners aan hun lot overgelaten.
Ik heb vele jaren als jeugdbescherner gewerkt en heb de gevolgen om mij heen gezien en ervaren. Ik spreek hiermee mijn ervaring uit. en daarom ben ik voor afschaffen van het tuchtrecht. Het tuchtrecht is niet meer dan een middel in het belang van politiek en beleidsmakers om hulpverleners te manipuleren. Foutloos werken in een totaal ziek systeem. Ik ben om die reden uiteindelijk afgehaakt.
GJ van Broekhoven 9
Peter de JongHet probleem is dat gemeenten van het voorhanden budget te weinig aan de GI's verstrekken. Of, menen, extreem achterlijk, dat beloning achteraf normaal is. Overigens is deze trend reeds sinds 1990 gaande; decentralisatie of niet.
Om het probleem op te lossen moet men dus teruggaan in de tijd en van daaruit bepalen wat men wil.
Peter de Jong 1
GJ van BroekhovenHet probleem is de chaos die is veroorzaakt door politiek en beleidsmakers die volgens mij niet weten hoe een kind er uit ziet. De verplichte openbare registratie en het tuchtrecht is een gereedschap voor beleidsmakers om zichzelf in te dekken, een zwaard boven het hoofd van de hulpverleners, die persoonlijk verantwoordelijk worden gemaakt voor hun hulpverlening in een niet functionerend systeem. Ik snap best dat het als een hulpmiddel voor de hulpverleners wordt verkocht. Als je je aan de regeltjes van het tuchtrecht houdt heb je niks te vrezen. Voor boekhouders een heerlijke houvast, maar hulpverleners die in uitermate complexe probleemsituaties werken, doe je daarmee te kort. Bovendien wordt het tuchtrecht ook veelvuldig gebruikt om hulpverleners te manipuleren. Onwerkbaar.
Maartje Vermeer
Hoezo? Dit is niet van gisteren, maar al van voor 2014.
Hoe kan het dat de overheid dit laat gebeuren? Dit gaat over onze toekomst, over mensenlevens. De vrije vertaling van krachttermen als 'samen kracht' en 'zelfredzaamheid' lijkt hier gelijk aan: "Nee hoor, daar ga ik niet over. Belt u maar even met een andere afdeling."
Maartje Vermeer
Hoezo? Dit is niet van gisteren, maar al van voor 2014.
Hoe kan het dat de overheid dit laat gebeuren? Dit gaat over onze toekomst, over mensenlevens. De vrije vertaling van krachttermen als 'samen kracht' en 'zelfredzaamheid' lijkt hier gelijk aan: "Nee hoor, daar ga ik niet over. Belt u maar even met een andere afdeling."
GJ van Broekhoven 9
Maartje VermeerGJ van Broekhoven 9
“Sinds de jaren negentig is de jeugdzorg, inclusief de gedwongen variant ervan, een markt geworden, met steeds grotere marktpartijen. Maar wel een bijzondere markt. (...) Terwijl op de werkvloer wordt uitgegaan van kinderen gaan de jaarverslagen, planningsrapporten en financiële stukken uit van producten. (...) Aan de aanbodzijde werd de kinderbescherming allereerst bepaald door de stand van de rijksbegroting. Grote bezuinigingsoperaties werkten meteen door op de begrotingen van justitie en gezondheidszorg, waarvan de kinderbescherming afhankelijk was. Vermindering van het budget beïnvloedde weliswaar niet direct het aantal kinderen en jeugdigen binnen de kinderbescherming –die aantallen werden vooral bepaald door de maatschappelijke vraag en de daaruit voortvloeiende door de rechter genomen maatregelen van kinderbescherming – maar wel de inrichting ervan. Zo werd de pleegzorg als goedkopere zorg meer aangeprezen”.
Uit het zeer informatieve stuk vloeit voort dat de jeugdzorg in de jaren 1990 t/m 2010 is omgevormd naar het markt denken. Bijgevolg onder het kabinet Lubbers III en onder de kabinetten Balkenende I t/m III. De decentralisatie van de zorg onder Rutte dient dan ook als een voortzetting van staand beleid te worden gezien. Staand beleid is kennelijk vanaf 1990 e.v. inzetten op goedkopere vormen van jeugdzorg. Bijgevolg is jeugdzorg in GI's reeds destijds onder grote druk komen te staan.
Net zoals dat bij de toeslagenaffaire het geval is, dient de politiek; regering en Kamers, zich te bezinnen op de vraag wat men met de (jeugd)zorg wil gaan doen. Het lijkt mij zinnig te zijn om wat betreft jeugdzorg afstand te nemen van te veel marktwerking. Lees; dat verdiensten voor zorgondernemers beteugeld dienen te worden.
john mijvis
Kinderen in nood worden vanaf komende week niet meer geholpen door Jeugd Bescherming Brabant vanwege te hoge werkdruk. Dit bericht las ik afgelopen zaterdag (19-6-2021) in het ED. Bestuurster Ria den Besten zegt dat de komende 3 maanden geen nieuwe cliënten meer worden aangenomen. Het personeel is overbelast en daardoor ontstaat er een hoog ziekteverzuim en een dito personeelsverloop.
Het kip en het ei verhaal.
Als ervaringsdeskundige, want dat kun je best wel zeggen als je kleinkind in aanraking komt met de jeugdzorg, zie ik als reden van het hoog ziekteverzuim en het personeelsverloop net even iets anders. Er is onderzoek gedaan naar het grote aantal uithuisplaatsingen (UHP) en onder toezicht stellingen (OTS) hier in Nederland. En wat blijkt? In vergelijking met andere landen spannen wij de kroon. Ook zijn er diverse onderzoeken gedaan naar de werkwijze in de jeugdzorgketen (drs. H.Berndsen, keteninfantiliteit in de jeugdzorgketen) Uit deze onderzoeken komt telkens het zelfde beeld naar voren van een organisatie die niet goed functioneert en niet aan waarheidsvinding doet conform artikel 3.3 van de jeugdwet. Een onderdeel van de Jeugdzorg is Veilig Thuis (VT) en deze organisatie staat aan het begin van de keten. Alle meldingen komen daar binnen en moeten op hun merites beoordeeld worden. Hier gaat het dus vaak al mis. Het personeel is niet toegerust om te beoordelen of een melding terecht is of niet. Als voorbeeld schets ik de volgende situatie: als je buren je een oor aan wilt naaien, dan kunnen ze anoniem een melding doen bij VT over dat er wel eens sprake zou kunnen zijn van kindermishandeling want ze horen vaak de kinderen schreeuwen als vader en moeder zogenaamd ruzie hebben. Het vereist, mijn inziens, veel vakkennis en ervaring om te bepalen wat het waarheidsgehalte is van zo’n melding. En hier hebben we de koe bij de horens. Het personeel wat de intake doet, is onvoldoende gekwalificeerd en
john mijvis
john mijvis
De plofkip uit het schap halen.
Zoals ik heb proberen uit te leggen, leidt meer geld voor de Jeugdbescherming, in de huidige vorm, alleen maar tot meer uitval door burn-outs en een nog hoger personeelsverloop tot uiteindelijk de Jeugdbescherming zich zelf opblaast. Hoe moet het dan verder? Nu, van een expertteam onder leiding van voorzitter mr. Cees van Leuven, raadsheer bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, over ouderverstoting/complexe omgangsproblematiek, in opdracht van het ministerie van Justitie is er een tussenrapportage verschenen. Aandachtspunt in dit rapport is dat het expertteam signaleert dat er gedragswetenschappelijk gebied een stapeling van interventies negatief werkt. Kinderen en ouders moeten in die stapeling te vaak hun verhaal doen en raken het vertrouwen kwijt in de professionals. Het expertteam zet erop in dat correcte diagnostiek en analyse in een vroeg stadium de dynamiek onderliggend aan de omgangsproblematiek in kaart brengt, zodat het gezin op de juiste plek terecht komt met de juiste interventies. Kennis en dynamiek in complexe scheidingssituaties is hiervoor noodzakelijk. Door van meet af aan de vinger op de zere plek te leggen en goed te communiceren met de ouders over waar de schuldvraag ligt, zal er voor zorgdragen dat de klachtenregen drastisch gaat verminderen.
john mijvis
John Mijvis
j.mijvis1@upcmail.nl
Natuurgeneeskundig therape
GJ van Broekhoven 9
john mijvisDe kunst is het, heb dit voorgaand reeds aangegeven in mijn berichten, ook aan u, om constructief naar VT toe open te staan. En, belangrijk, zonder dikke emoties; wetend dat dit moeilijk is. Mijn ervaring is dat de medewerkers die een anonieme klacht behandelen, wel terzake onderlegd zijn. Indien de informatie van de zijde die met een anonieme klacht is "beloond" niet zakelijk afdoende is, dan begint helaas de trein te rijden.
In een zaak die ik heb behandeld, heb ik meteen aan het begin dermate veel niet te weerleggen informatie verstrekt aan VT, dat de enige conclusie van VT is; anonieme klacht is geheel onterecht.
Een advies mijnerzijds. VT kan indien een anonieme klacht onterecht is beoordeeld twee opties geven; 1. de melding wissen uit het systeem en 2. de valse melding laten staan. Het is wijs om altijd voor optie 2 te kiezen. Want, dat ontneemt een bewust valse melder speelruiimte.
Een algemene fout van veel gemeenten is dat teveel op lichte jeugdzorg wordt ingezet, zonder dat de gemeenten veel inzet tonen om dergelijke zaken klein te houden. In de regel op grond van gemak; zaken snel weg proppen in de jeugdzorgketen, ontsporen teveel zaken. De kosten zijn daarom gigantisch, en, de gemeenten betalen de GI's bewust te weinig. Het is kennelijk veel leuker om geld inzake licht jeugdzorg in de put te mikken.
Mijns inziens dient onderzocht te worden waarom gemeenten dermate veel geld verspillen aan op voorhand geheel onzinnige zorg. Indien een dergelijk onderzoek wordt gedaan, bij voorkeur zijdens forensische accountants, denk ik dat de uitkomst daarvan zal zijn dat teveel gemeenten wat betreft jeugdzorg ongehoord incapabel blijken te zijn.
GJ van Broekhoven 9
john mijvisIn dezelfde zaak heeft een medewerkster van VT aan mij meegedeeld dat ik als een bok op de haverkist zit. Klopt is mijn reactie. Indien ik dat namelijk niet doe, dan verdwijnt de haver.
Les; zelfs indien men in het jeugdzorg traject verzeild is geraakt, wil dat niet zeggen dat men zich als een willoos slachtoffer moet gedragen. Er zijn genoeg momenten om een zaak om te keren.
Indien er sprake is van een rechtszaak, dan kan elke betrokken partij naar de rechter schriftelijke zienswijzen zenden. Hierbij is het enorm van belang dat hierin professionele afstand wordt genomen; dus niet een met emoties doorspekt stuk. Is men het niet eens met een bericht van jeugdzorg, dan helpt het enorm om elke alinea van een dergelijke rapportage in de tekst op te nemen en daaronder aan te geven wat niet juist is.
GJ van Broekhoven 9
john mijvis"Heb over uw zaak, waar ik ook mee te maken heb gehad, nagedacht.
Omdat narcisme, beter geschreven NPS, een zeer zware psychologische aandoening is, die enorm veel omstanders van een dergelijke narcist schaadt, is het denk ik een goed plan indien alle instanties in de jeugdzorg terdege bekend worden van het NPS probleem. Denk zelfs dat het wijs is indien binnen jeugdzorg een ander behandelprotocol daarvoor wordt gehanteerd".
Zij die met NPS behept zijn kunnen, in de regel maar voor korte duur, mensen in de waan brengen dat een narcist anders is dan dat zij in wezen zijn. Bijgevolg ook jeugdzorg medewerkers.
Daarom is het denk ik van belang dat indien een narcist in het spel is een speciaal behandelprotocol in acht wordt genomen.
In een zaak die ik behandeld heb is de ex van een vrouw een rasechte narcist. Op grond van mijn inspanningen heb ik het AMK en nadien VT aan mijn kant gekregen. Hoor helaas teveel verhalen, kennelijk ook bekend bij Mijvis, waarbij een rasechte narcist jeugdzorg volledig om de tuin leidt.
Hoor regelmatig verhalen van lui uit de zorg dat bijvoorbeeld ik niet in staat ben een bepaalde conclusie te maken. Mijn reactie is steevast, zij ook niet. Formeel kan dat namelijk slechts een psychiater doen. Evenwel, indien uit dossiervorming voortvloeit dat aan alle kenmerken die aan NPS is voldaan, dat dan iemand met NPS behept moet zijn, dient dat een leidraad voor jeugdzorg te zijn. Een psycholoog die zogenaamd alles beter weet; niet in staat is NPS te onderkennen, heb ik nadat een kind gedwongen in een internaat is opgenomen, meegedeeld dat hij "echt een goede" psycholoog is, is erg boos geworden. En ja, het probleem is dat sommige jeugdzorg medewerkers niet bepaald over goede vakkennis beschikken, En ja, het leeuwendeel is wel geschikt. Alleen indien men te maken krijgt met een kennelijk kneus kunnen daar grote gevolgen aan verbonden zijn.
GJ van Broekhoven 9
john mijvisGoed, vaak wordt dan gekozen voor veel te zware jeugdzorg maatregelen, die alleen de goede ouder en kind(eren) enorm schaden.
Wordt dus tijd dat regering en 2e Kamer actie ondernemen. Alleen van de 2e Kamer, de opper praatclub, is te weinig te verwachten helaas.