
Gemeenten zouden de jeugdzorg goedkoper en beter regelen. Het tegenovergestelde is gebeurd. Wat ging er mis? Lees meer
De gemeenten zouden jeugdzorg dichterbij, efficiënter en uiteindelijk ook goedkoper gaan regelen. Het tegenovergestelde gebeurde: het aantal zorgaanbieders is gestegen van 120 in 2014, naar zo’n 6.000 nu. En inmiddels ontvangt één op de tien Nederlandse kinderen een vorm van jeugdzorg.
Maar is geld het enige probleem? Onder de werktitel "Jeugdzorg in het Rood” doet Follow the Money onderzoek naar de geldstromen in de jeugdzorg. In deze gids loodsen we je langs de belangrijkste bevindingen.
Bij de jeugdbescherming is het wachten op de volgende meltdown
Lelystad versus Pluryn: in het gevecht om de rekening delft de gemeente het onderspit
Opvanghuis voor kinderen krijgt dikke onvoldoende, maar blijft voorlopig open
Staatssecretaris Van Ooijen over het repareren van de jeugdzorg: ‘Het is een enorm praatcircus’
Minister Franc Weerwind: ‘Herwinnen van vertrouwen, dat is mijn belangrijkste opdracht’
Terugkijken | Beslissen in een failliete jeugdzorg: het verhaal van drie kinderrechters
In het hart van een zorginfarct: de rechter kan in een kinderleven het keerpunt zijn
In het hart van een zorginfarct: het gaat de kinderrechter om het kind, niet om ‘de waarheid’
In het hart van een zorginfarct: kapotte relaties
In het hart van een zorginfarct: de ouders, wanneer doen ze het goed genoeg?
© Daniel Reche via Pixabay
Justitie blijft zaken doen met Arnhemse zorgaanbieder, ondanks eerdere fraude
Het ministerie van Justitie en Veiligheid blijft zaken doen met Stichting Onderdak terwijl zorgkantoor VGZ in juli 2020 constateerde dat het Arnhemse zorgbedrijf heeft gefraudeerd met persoonsgebonden budgetten.
Uit onderzoek van Follow the Money en de Gelderlander bleek onlangs dat VGZ heeft vastgesteld dat Onderdak vijf jaar lang declareerde voor zorg die niet is geleverd. Onderdak zal aan VGZ minimaal een ton terug moeten betalen.
Naar aanleiding van de gezamenlijke publicatie van eind maart stelden PvdA, CDA en de SP een reeks Kamervragen. Minister Sander Dekker (VVD) van Justitie en Veiligheid schrijft in zijn antwoorden, mede namens minister Hugo de Jonge (CDA) van Volksgezondheid, dat de vastgestelde fraude van VGZ niet bekend was bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Deze dienst koopt zorg in voor ex-gevangenen en ex-tbs’ers, onder andere bij Stichting Onderdak.
Minister Tamara van Ark (VVD) van Medische Zorg gaf eveneens antwoord op vragen. Ook zij stelt dat de fraude geen aanleiding is om het contract stop te zetten. ‘Het feit dat een zorgverzekeraar fraude vaststelt is op zichzelf onvoldoende reden voor de justitiële inkoop om automatisch de overeenkomst vroegtijdig te beëindigen.’
Ook als VGZ fraude vaststelt of als een gemeente stopt met een zorgaanbieder, kan een zorgbedrijf nog steeds voldoen aan de eisen van justitie, stelt de minister. ‘Het kan wel een reden zijn, en dat lijkt me ook heel verstandig, om het contractmanagement te intensiveren om zekerheid te krijgen over de kwaliteit en rechtmatigheid van de geleverde zorg.’ Sinds 2017 heeft Stichting Onderdak 137 justitiële cliënten in zorg gehad.
'Bizar dat minister geen afstand neemt van fraude’
Kamerlid Michiel van Nispen (SP) noemt het bizar dat de ministers geen afstand nemen van de fraude. ‘Ze zouden in de opperste staat van paraatheid moeten zijn als het om fraude gaat, maar dat kan ik in hun houding niet bespeuren. De genoemde maatregelen zijn denk ik een doekje voor het bloeden. Ik denk dat we het systeem fundamenteler moeten wijzigen om te zorgen dat we de kwaliteit van de zorg voorop stellen.’
Ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd grijpt niet in. Minister Dekker: ‘Signalen over Stichting Onderdak zoals in het artikel van Follow the Money en De Gelderlander beschreven neemt de IGJ mee in haar risicotoezicht. Vooralsnog heeft de inspectie geen aanleiding gezien om opnieuw een bezoek te brengen aan Stichting Onderdak.’
Dossier
Jeugdzorg in het rood
De gemeenten zouden jeugdzorg goedkoper en beter regelen. Het tegenovergestelde is gebeurd. Wat ging er mis?
Volgens de minister controleert de inspectie niet of persoonsgebonden budgetten goed besteed worden. Die verantwoordelijkheid ligt bij zorgkantoren, stelt hij. Uit onderzoek van de Gelderlander en Follow the Money blijkt dat niet alle zorgkantoren hierover hetzelfde beleid hanteren. Zo kan VGZ de zorg bij een aanbieder stoppen wegens fraude, terwijl zorgkantoor Menzis de zorg bij dezelfde zorgaanbieder gewoon door laat lopen.
Gegevens uitwisselen
Uit het onderzoek blijkt dat de gegevensdeling tussen gemeenten, zorgkantoren en Justitie een probleem is. Minister Dekker erkent dat er geen wettelijke grondslag is om gegevens met elkaar uit te wisselen. Een werkgroep van zorgkantoren en gemeenten bracht in december 2020 een advies uit over de gegevens die ze van elkaar nodig hebben om zorgfraude aan te kunnen pakken. De komende maanden wordt bekeken of er wijzigingen in de wet mogelijk zijn om de uitwisseling voor elkaar te krijgen.
Het wetsvoorstel ‘Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg’ moet gegevensdeling gemakkelijker maken. Het Waarschuwingsregister zorgfraude en de uitwisseling via het Informatieknooppunt zorgfraude moeten voorts zorgen dat meer informatie gedeeld zal worden.
VGZ greep in, Menzis niet. Pas na publicatie van het onderzoek besloot Menzis alsnog actie te ondernemen
Maar nog altijd is het aan de inkopende partijen, zoals gemeenten, zorgverzekeraars, zorgkantoren en Justitie om te beslissen om een zorgfraudezaak aan te pakken. Uit het onderzoek van de Gelderlander en Follow the Money is gebleken dat hier geen eenduidige aanpak geldt. Zo greep VGZ wel in, maar Menzis niet. Door de publicatie heeft zorgverzekeraar Menzis besloten alsnog actie te ondernemen.
Zorgen over kwaliteit
Minister Dekker erkent verder dat er justitiële zorgaanbieders zijn gecontracteerd voor beschermd wonen over wie zorgen bestaan over de kwaliteit en professionaliteit. ‘Deze zorgaanbieders vergen voor het contractmanagement nu veel inspanning.’
Dekker zegt dat Justitie door de huidige manier van inkopen onvoldoende eisen kan stellen aan zorgaanbieders. Om meer grip te krijgen op de zorgaanbieders kiest hij daarom voor een nieuwe inkoopstrategie. Hij wil vooraf strengere eisen stellen en tijdens het contract in kunnen grijpen als dat nodig is.
Kamerlid René Peters (CDA) noemt het contractmanagement van de inkopende partijen ver onder de maat. ‘Dubieuze figuren kunnen miljoenen binnenharken, omdat we niet streng zijn aan de poort. Verder dan een verbetertraject komen de meeste maatregelen niet. Als ik crimineel was, zou ik mijn geld witwassen via de jeugdzorg, want daar controleert helemaal niemand.’
16 Bijdragen
Maria Ohoioeloen 4
Ook zonder de wet bevordering samenwerking rechtmatige zorg is het nu al lang mogelijk om beter samen te werken in de aanpak van frauduleuze praktijken. Dat is wel een kwestie van beter opletten en selecteren aan de poort en actiever signalen oppakken.
GJ van Broekhoven 9
Maria Ohoioeloen"Men weet niet eens hoe fraude moet worden afgebakend en aangetoond: bv staat een creatieve zorgverlener die kwetsbare mensen weet te 'ronselen' gelijk aan een fraudeur?".
Dat weet men wel. In het artikel staat namelijk geschreven dat de compliance steeds meer tijd kost. Goede controle op de rechtmatigheid van verleende zorgdiensten kosten inderdaad tijd.
U heeft geschreven;
"Ook zonder de wet bevordering samenwerking rechtmatige zorg is het nu al lang mogelijk om beter samen te werken in de aanpak van frauduleuze praktijken. Dat is wel een kwestie van beter opletten en selecteren aan de poort en actiever signalen oppakken".
Op zich met u eens, maar, vaststaat dat het volstrekt onvoldoende gebeurt. Vermoedelijke reden? Het kost kennelijk teveel tijd. En, reageren om gemelde misstanden is een lastige bezigheid.
GJ van Broekhoven 9
Maria Ohoioeloen"In het artikel wordt gesuggereerd dat partijen geen gegevens kunnen delen en dat fraude daarom niet kan worden aangepakt. De oplossing lijkt dan te liggen in het aanleggen van veel databestanden en nog grotere knooppunten voor gegevensuitwisseling. Daarmee gaan we de verkeerde kant op".
Citaat uit het artikel;
https://www.ftm.nl/artikelen/afgewezen-zorgaanbieder-binnen-via-achterdeur?share=kHyQROq4lqSos%2B%2Bp05fdcbEzbRh6TxQHvfzswL6PeiRkLfPyuInT9JBws8yCXHc%3D.
“Het probleem is dat deze partijen door de strenge privacyregels niet of nauwelijks signalen met elkaar mogen delen over de zorgbedrijven met wie ze zakendoen. Tot hun frustratie (...)
‘Sinds de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) in 2015 mag dit niet meer. Dat betekent dat wij geen informatie bij gemeenten op kunnen vragen en zij mogen die ons ook niet aanbieden. Tot onze grote onvrede”.
Men wil dus wel degelijk toegang krijgen tot essentiële informatie, alleen is dat niet toegestaan.
Daarom is het controversieel verklaren van het wetsvoorstel bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg, wat dus niet de wens is van de regering, een groot probleem. De oppositie in de 2e Kamer is daarvoor verantwoordelijk. Indien achteraf blijkt dat zorggeld weg blijkt te zijn, dan gaan zij die daarvoor verantwoordelijk zijn, natuurlijk anderen dan zijzelf de schuld geven.
Het is dus niet zo, zoals u dat meent, dat men de actoren in de zorg teveel macht wil geven. Men wil hen dezelfde mogelijkheden bieden die zij tot aan de invoering van de WLZ in 2015 hebben gehad.
ben wellerdieck 4
GJ van Broekhoven 9
ben wellerdieckEen probleem is ook dat een aantal partijen verantwoordelijkheid naar elkaar afschuiven.
Onderstaand heb ik in een bericht aangegeven wat hieraan gedaan kan worden om het probleem op te lossen.
Kortom; uw standaardverhaal dat de overheid alleen maar doende is om de kleine man te pakken, is onjuist, resp in dit geval niet aan de orde. Het gerechtvaardigd doel en oogmerk van de wet is dat de zorg waarvoor is betaald rechtmatig is; dat daar fatsoenlijke zorg tegenover staat. En ook, in noem het maar even; het is ook niet neoliberaal; uw geliefd stopwoord.
Rob moojen
ben wellerdieckGJ van Broekhoven 9
"Dekker zegt dat Justitie door de huidige manier van inkopen onvoldoende eisen kan stellen aan zorgaanbieders. Om meer grip te krijgen op de zorgaanbieders kiest hij daarom voor een nieuwe inkoopstrategie. Hij wil vooraf strengere eisen stellen en tijdens het contract in kunnen grijpen als dat nodig is.
Kamerlid René Peters (CDA) noemt het contractmanagement van de inkopende partijen ver onder de maat. ‘Dubieuze figuren kunnen miljoenen binnenharken, omdat we niet streng zijn aan de poort. Verder dan een verbetertraject komen de meeste maatregelen niet. Als ik crimineel was, zou ik mijn geld witwassen via de jeugdzorg, want daar controleert helemaal niemand.",
Onderschrijft naadloos wat ik vaker heb gesteld; controle aan de poort is bitter noodzakelijk!
De vraag is natuurlijk ook waarom Dekker niet veel eerder vooraf heeft gecontroleerd.
GJ van Broekhoven 9
Het probleem is dat de toezicht op de zorg te versnipperd is, fraudeaanpak niet eenduidig wordt behandeld en de informatie uitwisseling gewoonweg brak is;
1. VGZ heeft een probleem geconstateerd inzake stichting Onderdak en heeft ten onrechte betaalde bedragen teruggevorderd. Menzis op haar beurt doet dit slechts nadat zij op kennelijke misstanden is gewezen.
2. DJI is niet bekend met de misstanden van stichting Onderdak en neemt vrolijk verder diensten af van stichting Onderdak. Minister van Ark heeft aangegeven dat het constateren van misstanden geen aanleiding is om inkoop van zorg te staken. Op zich juist, maar verscherpte controle is natuurlijk wel een vereiste.
3. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd doet niets, resp niet echt iets. Er wordt inzake fraude slechts verwezen naar de zorgkantoren (VGZ, Menzis etc), die een totaal verschillen fraudebeleid hanteren. Dit is dus het wegduiken voor haar toezichthoudende taak.
4. De ministers zijn eveneens niet actief genoeg. Idem de 2e Kamer.
Wat dient te gebeuren;
1. zorgkantoren moeten een uniform fraudebeleid hanteren.
2. de inspectie IGJ dient bij fraude signalen actiever te worden.
3. de uitwisseling van informatie is ook thans mogelijk. Vrees dat de uitwisseling van informatie ook indien de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg is aangenomen het onverkort brakke uitvoering van beleid zal zijn.
4. controle aan de poort; het in zee gaan met zorgaanbieders moet beter worden gedaan.
Omdat deze problemen ook bij gemeenten spelen, geeft dit dus aan dat de decentralisatie van de zorg naar de gemeenten, niet de kern van het probleem is. Want, ook het toezicht zijdens het rijk en de toezichthouders is op gelijke wijze brak.
GJ van Broekhoven 9
Het Wetsvoorstel bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg is controversieel verklaard.
Het doel van het voorstel van wet is; grondslagen bieden en bestaat uit twee onderdelen; 1. het Waarschuwingsregister Zorg en het 2. Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ). De tekst van het wetsvoorstel, kan via de website worden gedownload. Na het gelezen te hebben, kan ik niet bepaald tegen het wetsvoorstel zijn.
Acht het een foute beslissing om het wetsvoorstel controversieel te verklaren.
Wat mijns inziens in een wet verankerd dient te worden is de wettelijke verplichting om; 1. aan de poort en 2. tijdens het verlenen van zorgdiensten actief te controleren. Lijkt de facto waartoe banken ook wettelijk zijn verplicht. Indien een dergelijke verplichting bestaat, dan is de kans stukken groter dat foute zorgondernemers eerder eruit gevist zullen worden.
Eveline Bernard 6
GJ van BroekhovenGJ van Broekhoven 9
Eveline BernardVoordat dit wordt aangenomen, dit controversieel melden is niet afkomstig van de regering. De regering heeft namelijk reeds de bij de uitvoering van de wet behorende onafhankelijke instanties opgericht.
Van de uwerzijds aangenomen truc / slimmigheid is dan ook geen enkele sprake geweest.
Heb begrepen dat ondermeer de fracties van de PvdA, GroenLinks, SP, PvdD, PVV, FvD hiervoor verantwoordelijk zijn.
Het probleem is dus dat de ongewenste situatie dat niet betrouwbare zorgondernemers zorggelden kunnen roven blijft voortduren.
GJ van Broekhoven 9
“Zorgaanbieders kunnen gebruikmaken van vijf zorgwetten, met elk een andere inkopende partij: gemeenten, verzekeraars, zorgkantoren en het ministerie van Justitie. Het probleem is dat deze partijen door de strenge privacyregels niet of nauwelijks signalen met elkaar mogen delen over de zorgbedrijven met wie ze zakendoen. Tot hun frustratie: ‘In de oude AWBZ-regeling mochten zorgkantoren nog allerlei informatie opvragen om goed fraudeonderzoek te kunnen doen,’ zegt Elsenore Rinkel, manager fraude en controle van Menzis. ‘Sinds de invoering van de Wet langdurige zorg (Wlz) in 2015 mag dit niet meer. Dat betekent dat wij geen informatie bij gemeenten op kunnen vragen en zij mogen die ons ook niet aanbieden. Tot onze grote onvrede.’
Elk zorgkantoor en elke gemeente maakt uiteindelijk een eigen afweging om wel of geen onderzoek in te stellen naar een zorgbedrijf. Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit Maastricht, wijt de versnipperde aanpak aan de vrijheid van zorgkantoren, verzekeraars en gemeenten. ‘Het is ook een soort laksheid. Er wordt niet de moeite genomen het uit te willen zoeken”.
Het onderhavige artikel is een vervolg op het artikel waaruit een citaat is genomen.
De problemen zijn;
1. een onverantwoorde invloed van privacyregels, op grond van de AVG, die het uitvoeren van de wettelijk taak grotendeels onmogelijk maakt, en,
2. het mogelijk maken dat de actoren in de zorg kunnen doen wij weten niets; eigenlijk wij willen niets.
Oplossing;
de te strikte werking van de privacy regels voorkomen. De AVG biedt daartoe gewoonweg handvatten.
Daarom is het dan ook zeer spijtig dat het wetsvoorstel bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg controversieel is verklaard.
GJ van Broekhoven 9
Stel dat zorgonderneming de Rovende Boef zich schuldig heeft gemaakt aan zorgfraude. Dit feit wordt in het register opgenomen. Dan kan de Rovende Boef niet zondermeer via een andere weg binnen de zorg wederom actief worden.
Stel dat de bestuurder van de Rovende Boef genaamd O.P. Lichter via een andere zorgonderneming, genaamd; Slinkse Poging, wederom probeert om zorggelden te roven. Op grond van de opname van diens naam in het register is hem dat niet mogelijk.
Het is te vergelijken met het register die verzekeringen kennen. In dit register worden aan de hand van de interne- en externe verwijzingsregisters fraudezaken gemeld. Opname in het register heeft een EVA notering tot gevolg.
Op grond van mijn praktijkervaring is het mij bekend dat kennelijk boeven zullen proberen om hun onwezen via zogenaamde stromannen toch actief te worden in de zorg. Alleen zullen de hoofdmoot van de kennelijke boeven middels het register eruit zijn gevist, en, resteert meer tijd om aan de zorg te besteden.
GJ van Broekhoven 9
Hij heeft per email aan mij geschreven;
Beste GJ,
Wellicht biedt een register een oplossing. Het kan echter ook weer omzeild via katvangers of familieleden. In mijn ervaring met aanbestedingsprocedures zijn er overigens wel al een aantal checks (die men ook wel eens vergeet toe te passen) zoals verklaring over belastinggedrag (de naam kom ik nu niet op, maar komt er op neer dat je je belastingen netjes voldoet), de VOG, de verklaring over het beloningsniveau (kan ook hiervan niet op de naam komen) en de beroepsregisters (SKJ, Big, NvvP, etc). En het zou den ik erg helpen wanneer klachten over zorgaanbieders bij een gemeentelijk klachtbureau zouden worden opgenomen en zeer serieus zouden worden opgevolgd. Ik vrees wel dat ze het daar zeer druk krijgen.
Met groet,
H
GJ van Broekhoven 9
Beste H,
Een dergelijk register dient dusdanig te zijn geregeld dat alle actoren binnen de zorg; jeugdzorg, WMO, WLZ etc, voordat zij zorg mogen inkopen bij een zorgonderneming, zij verplicht gehouden zijn om dat register te hebben geraadpleegd. Indien en voorzover een zorgondernemer negatief in het register voorkomt, heeft dat een rode vlag tot gevolg en is het niet toegestaan om met de zorgondernemer zaken te doen. Bij elk besluit tot inkoop dient dan schriftelijk bewijs van inzage in het register te worden bijgevoegd bij het inkoopbesluit.
Tevens dienen alle natuurlijke personen die voor een zorgonderneming werkzaam zijn, ofwel als bestuurder van een zorgonderneming, dan wel als feitelijk leider van een zorgonderneming, eveneens in het register te worden opgenomen indien er sprake is van een fraudemelding. Indien zo iemand het nadien via een andere zorgonderneming probeert, dan volgt wederom een rode vlag.
Natuurlijk zullen de echte boeven via katvangers proberen te kluit te belazeren. Denk dat dit via wettelijke bepalingen kan worden voorkomen, waarbij de zorgonderneming, de bestuurders en de feitelijk leiders in het geval van grof opzet om de regels te omzeilen, hoofdelijk aansprakelijk zullen zijn. Denk dat dit ook een grote groep van boeven zal afschrikken. Indien namelijk iedereen in de zorgketen financieel de klos kan zijn in die gevallen, weten de actoren in de zorg meer zeker dat zij fout zorggeld kunnen terugvorderen.
Indien de plicht bestaat om voor elk inkoopbesluit aan de poort verplicht het register te hebben geraadpleegd, vermoed ik eerlijk gezegd dat het dan met het werk van de actoren in de zorg danig tegen zal vallen. Want, dan houdt het namelijk aan het begin van de zorgketen op. Reactie is dan; ga maar weg!
---
vervolg volgt.
GJ van Broekhoven 9
Daarnaast valt het mij op dat tal van zorgondernemingen iemand met de vereiste papieren inhuurt, zonder dat deze permanent in de zorgonderneming verblijft. Hoe dit kan worden aangepakt en/of kan worden opgelost weet ik nog niet.
Jouw idee van een gemeentelijk klachtbureau acht ik ook een overweging waard. Waarbij mijn voorkeur uitgaat naar een onafhankelijk provinciaal klachtbureau, waar alle actoren binnen een provincie gehouden zijn om ingediende klachten bewijsbaar daar gemeld te hebben.
Jij bedoelt het IB40 formulier van de belastingdienst.
Geloof dat waar jij op doelt de Beloningscode Bestuurders in de Zorg is.
Met vriendelijke groet,
GJ
---
Indien gebruik wordt gemaakt van een dergelijk register, dan zullen een hoop foute zorgondernemers buiten de deur gehouden kunnen worden.