
CDA'er Pieter Omtzigt deed een viertal aanbevelingen om in de toekomst rampscenario's als bij Vestia te voorkomen. Het kabinet reageerde maandag. FTM telde 'twee mooie stappen voorwaarts', één 'gemiste kans' en enkele onduidelijkheden. Omtzigt: 'Ik ben hongerig naar meer'.
Kamerlid Pieter Omtzigt (CDA) had een deel van zijn zomervakantie aangewend om er eens goed voor te kunnen gaan zitten: het derivatengebruik bij semi-overheidsinstellingen. Een probleem dat sinds het Vestia-schandaal hoog op de politieke agenda is komen te staan. Maar wat Omtzigt betreft schortte er nog het een en ander aan de analyse van minister Dijsselbloem en de maatregelen die door hem werden getroffen. De zomerse overpeinzingen van het Kamerlid leverde een initiatiefnota op die afgelopen september publiekelijk werd gemaakt. Het doel: 'Het doen van een aantal aanbevelingen die grote financiële rampen voor de publieke sector helpen voorkomen.'
Vestia: wereldtop
Omtzigt wees nadrukkelijk op de grootste ramp die zich had voorgedaan: 'In het rijtje rogue traders, die hun bank miljardenverliezen bezorgd hebben met illegale transacties, misstaat de Vestia-casus niet', schreef hij. Het specualatieve-drama van Vestia kan inderdaad ruimschoots de internationale competitie aan en behoort het schandaal in omvang zelfs tot de absolute wereldtop, zo constateerde Follow the Money-columnist Roel Janssen. Maar tot zijn verbijstering maakt niemand zich er nog echt druk om. Omtzigt is één van de zeldzame Kamerleden die zich wél druk maakt over speculerende semi-overheidsdienaren, getuige zijn omvangrijke nota. Daarin nam hij enkele scherpe standpunten in. Ook inzake het drama rond slibverwerker SNB dat vorig jaar door Follow the Money aan het licht werd gebracht. Omtzigt meende onder andere dat sommige antwoorden van minister Dijsselbloem over SNB ‘zeer ongepast’ waren en hij meende dat ze ‘ten onrechte een geruststellend beeld’ gaven van de toestand bij de ‘speculerende’ slibverwerker. ‘SNB is een tijdbom geworden,’ stelde Omtzigt vast, ‘maar niet voor de Minister.’ De tijdbom die in de zomer voor de speculerende slibverwerkers steeds luider begon te tikken, werd in oktober - na ruim een jaar onderhandelen - door Deutsche Bank onklaar gemaakt. Een ongeluk werd daarmee afgewend.Reactie Dijsselbloem
Omtzigt had in zijn nota vier aanbevelingen gedaan om op structurele wijze ongelukken te kunnen vermijden. Deze luiden als volgt:- Scherp richtlijnen en eisen voor verslaglegging aan
- Introduceer principle-based toezicht met een uniform toezichtskader voor alle (semi)publieke instellingen, ook voor participaties van (lagere) overheden
- Centraliseer en professionaliseer het toezicht op derivaten
- Sanctioneer niet-naleven van regelgeving
'Het is een interessante, maar onvolledige reactie'In zijn nota maakte Omtzigt duidelijk nog steeds voor de talenten van de alchemisten uit de financiële sector te vrezen, die altijd weer een product kunnen construeren dat het regeltje net weet te omzeilen. In dat verband had hij het ook verstandig gevonden dat er een centraal toezicht kwam (punt 3), daar op sector-niveau de toezichthouders (in het geval van SNB de provincie) vaak finaal door de bankiers en verzekeraars worden weggespeeld. Helaas, Dijsselbloem ziet er weinig in. 'De regering herhaalt het standpunt dat zij het toezicht op derivaten niet wil centraliseren. Dat is een gemiste kans', zegt Omtzigt. 'Voor lagere overheden ligt dat nu nog bij provincies. Je kunt van provincies niet verwachten dat zij allemaal een afdeling hebben, waar men ingewikkelde derivatenconstructies en embedded derivaten kan herkennen en beoordelen. Het zou echt logischer geweest zijn om dat toezicht op een plek of maximaal een paar plekken te laten plaatsvinden.'
2 Bijdragen
Frank Wijn
http://frankwijn.wordpress.com/2013/09/20/dd-dijsselbloem-en-derivaten/
Marco Knol
Voor wat betreft het centraliseren; dat kunnen decentrale overheden natuurlijk best mandateren aan een op te richten samenwerkingsverband. Als het toezicht op lagere overheden nu bij provincies ligt; wat houdt ze tegen om de kennis op één provinciehuis te concentreren en de andere provincies het toezicht daar te laten regelen? De overlegorganen (IPO, VNG en Unie van waterschappen) zijn er al. Ik wil nog zien dat de minister met zo'n initiatief moeite heeft.