
Gaat het echt beter met ons wanneer de economie groeit? Lees meer
'De economie groeit, dus het gaat goed met Nederland.' Dit soort uitspraken hoor je vast wel eens voorbij komen. Maar klopt dat wel? Waar praten we nu eigenlijk over als we het over de economie hebben?
Economie is een sociale wetenschap – het gaat over mensen en hun interactie. In veel economische discussies is deze menselijke factor alleen ver te zoeken en wordt er vooral gegoocheld met cijfertjes. Economie wordt zo een onnavolgbaar onderwerp voor iedereen die niet van wiskunde houdt; en daar lijdt het maatschappelijk debat onder. Economische argumenten worden regelmatig op dogmatische wijze ingezet om politieke besluiten te legitimeren – zonder aandacht te schenken aan de sociale implicaties. De economische leer vormt zo de perfecte sluier voor machtsmisbruik.
Het geloof in 'economische groei' heeft daarmee veel weg van een religie: in de veronderstelling dat het goed voor ons is – maar zonder echt te begrijpen waarom – lopen we als makke lammetjes achter de predikers van de economische waarheid aan. In het dossier 'De economische religie' ontkrachten we economische mythes en belichten we het maatschappelijke aspect achter de cijfertjes.
Polmans onvermogen om Unilever te verduurzamen is een maatschappelijk probleem
Podcast | Geen subsidies voor bedrijven, maar een betaalde baan voor iedereen
Geen subsidies voor bedrijven, maar een betaalde baan voor iedereen
Wat er écht gebeurt als een wereldwijde crisis ons raakt
Joseph Stiglitz: ‘We hebben luid protest nodig tegen de stille invloed van het grote geld’
OESO zet revolutionaire stap en wil geen pleisters meer plakken
Blind afbouwen van de staatsschuld? Investeer liever in de samenleving
De economische statistiek wordt van binnenuit aangevreten
We zijn verslaafd aan goedkoop geld, maar doen er te weinig mee
Een decennium crisis: we hebben niets geleerd
Hoe oorlogspropaganda de drijvende kracht achter onze economie werd
Kopen, kopen, kopen. Om onze economie te laten groeien moeten we alsmaar meer consumeren. Dat gaat niet vanzelf: marketeers zetten psychologische analyse en propaganda in om jouw onbewuste verlangens te bespelen. Wie is er de baas over jouw portemonnee? Vooruitlopend op de uitzending van 'Kasboekje van Nederland' vanavond, schreef Thomas Bollen dit essay.
- Bedrijven trekken alles uit de kast om jou aan te zetten tot koopgedrag. En met succes: we consumeren meer dan ooit. Afgelopen jaar was dat in Nederland ruim 300 miljard euro.
- 'Marketing is oorlog' is daarbij niet alleen een adagium: bij het ontstaan van de moderne consumptiemaatschappij speelde oorlogspropaganda een cruciale rol. De opkomst van het internet heeft het werk van de marketeer nog een stuk makkelijker gemaakt: dankzij bedrijven als Facebook en Google is het doorgronden van de massa eenvoudiger en completer dan ooit tevoren.
- Onze consumptie stijgt nog ieder jaar, alsof de erbarmelijke arbeidsomstandigheden in fabrieken en milieuvervuiling er niet toe doen. Hebben we dit nog wel onder controle? Of heeft de marketingmachine de regie overgenomen?
- Dit artikel sluit aan op de aflevering 'Kopen, kopen, kopen' van de televisieserie Kasboekje van Nederland die woensdagavond 20:45 is te zien op NPO2.
‘Hoe kunnen al die spullen toch steeds weer een weg in mijn leven vinden?’, vraagt Yara Michels zich af in haar 'grote shoplog', een Youtube-vlog waarin ze modieuze shirts, blouses, maar ook kussens en geurkaarsen aan haar duizenden volgers laat zien. Michels — 28 jaar, sinds kort hoofdredacteur van Linda.meiden en 162.000 volgers op Instagram, haalt een Levi's Denim broekje tevoorschijn: ‘Gek genoeg is ie in de was gekrompen ofzo, en ik pas 'm niet meer aan.’ Dan realiseert ze zich dat haar kijkers misschien wat anders denken: ‘Dit is trouwens niet een excuus omdat ik teveel snacks heb gegeten.’ En: ‘ik wil gewoon de perfecte denim shorts hebben.’
Yara Michels is op zoek naar de perfecte spullen. En niet zomaar perfect: het moet perfect zijn voor háár, passend bij wie ze is of wil zijn.
Daarin is ze niet de enige. In een zoektocht langs meer dan duizend commerciële prikkels per dag, kopen we ons een weg door de overvloed van aanbod. Volgens het CBS consumeren Nederlandse huishoudens tegenwoordig twee keer zoveel als 20 jaar geleden: we besteden met z’n allen inmiddels zo’n 300 miljard euro per jaar.
En dat is niet gek, want kopen en consumeren zijn onderdeel van onze levensstijl. Je moét haast wel meedoen met de mode van deze zomer en iedere dag een foto posten op Instagram; van je smoothy bowl in een Amsterdams hipstercafé, of nog beter: met je beste vriend op een strand in Thailand. Als je nog steeds rondloopt met een iPhone 5, een spijkerbroek zonder gat, of schoenen van vorig jaar, dan hoor je er gewoon niet bij. Wees dus geen grijze muis maar laat zien wie jíj bent. En dat doe je met de juiste spullen.
Niet alleen jijzelf of de winkel, maar ook de overheid wordt er blij van als je nieuwe spullen koopt. Consumeren is immers goed voor de economie. Premier Rutte moedigde in 2013 iedereen aan om Nederland ‘uit de crisis te consumeren’: ‘Ga nu eens een keer die nieuwe auto kopen.’ Het resultaat: mede dankzij jouw consumptie groeide de Nederlandse economie in 2017 weer met 3,2 procent.
Vraag en aanbod
Voor een stabiele economie is het belangrijk dat vraag en aanbod in evenwicht zijn. Als producent kun je daar aan bijdragen door te luisteren naar de klant en alleen te produceren waar hij of zij om vraagt. Eeuwenlang volgde het productieaanbod op de klantvraag.
Maar wat nou als de fabrieken al draaien en de lampen, telefoons en schoenen van de lopende band rollen? Voor die productie is een afzetmarkt nodig — en dat vereist een continuë vraag naar nieuwe spullen. Die vraag is dé achilleshiel van onze consumptiemaatschappij geworden.
Om de economie draaiende te houden, móéten jij en ik blijven consumeren. Willen we dat de economie ook nog groeit, dan moeten we zelfs alsmaar meer consumeren — ook als we daar helemaal geen behoefte aan hebben.
Marketing behelst veel meer dan alleen een mooi ontwerp of een leuke slogan
De oplossing voor dit economische probleem: het aanboren van onze latente consumptiebehoeftes met een doelgerichte marketing-strategie.
Propaganda
Wie ooit de serie Mad Men heeft gezien weet: marketing is een vakgebied dat veel meer behelst dan alleen een mooi ontwerp of een leuke slogan bij een product. Volgens marketing-goeroe Al Ries is marketing het beste te omschrijven als oorlogsvoering: ‘Marketing is geen gevecht van producten, maar van percepties.’
Dat ‘gevecht van percepties’ zoals we het nu kennen, werd vrijwel exact 101 jaar geleden geboren. Om het Amerikaanse volk achter de inmenging in de Eerste Wereldoorlog te krijgen, zette de Amerikaanse overheid in april 1917 een propagandacommissie op. Dit Committee on Public Information boekte gedurende de oorlog grote successen in het bespelen van de publieke opinie. Één van de uitgekiende marketingslogans: ‘making the world safe for democracy’.
In 1918, na de oorlog, was één commissielid er heilig van overtuigd dat propagandatechnieken die in oorlogstijd goed werkten, ook konden worden ingezet in vredestijd. Die man was Edward Bernays, het Amerikaanse neefje van de beroemde Oostenrijkse psycholoog Sigmund Freud. Hij gebruikte de theorieën van zijn oom op het gebied van (massa)psychologie om de wereld klaar te stomen voor een nieuw soort economie: de consumptiemaatschappij.
Advertenties en propaganda waren volgens Bernays een essentieel onderdeel van die nieuwe economie: ‘Massaproductie is alleen winstgevend als [..] producten in stabiele of toenemende hoeveelheden kunnen worden verkocht. [..] Onder het kleinschalige productiesysteem van vakmanschap, zoals de standaard was een eeuw geleden, creëerde de vraag het aanbod. Heden ten dage moet het aanbod actief op zoek naar de creatie van een overeenkomstige vraag.’
Producten verkoop je niet aan het rationele intellect, maar aan onderbewuste verlangens
Public relations
Ook Bernays besefte de noodzaak voor een nieuwe term: ‘Ik ben me bewust dat het woord propaganda in veel geesten een onaangename connotatie oproept,’ zo schrijft hij in zijn boek met overeenkomstige titel. Zelf had hij geen enkel probleem met het woord, maar toch verzon hij een nieuwe naam: public relations. Van 1919 tot en met 1963 gaf Bernays public relations counsel aan grote Amerikaanse bedrijven zoals Procter & Gamble, American Tobacco en General Electric.
De neef van Freud benaderde marketing op een nieuwe manier: producten verkoop je niet aan het rationele intellect, maar aan de onderbewuste verlangens van de mens. Inspelen op emoties en impulsen staat daarom centraal in zijn werk. Bernays ontdekte dat je emotionele gevoelens kunt verbinden aan objecten. Ook al bestaat die connectie in werkelijkheid helemaal niet, je kunt haar wel creëren — in de belevingswereld van de consument welteverstaan. En dat levert uitstekende verkoopcijfers op.
Zo orkestreerde Bernays een briljante campagne voor American Tobacco. Terwijl roken in publieke ruimtes heel normaal was voor mannen, heerste er een taboe op rokende vrouwen; dat scheelde de helft van een potentiële afzetmarkt. Bernays huurde daarom vrouwen in om tijdens de New Yorkse paasoptocht van 1929 in het openbaar sigaretten op te steken. Hij regelde fotografen om de rokende modellen in de optocht vast te leggen en labelde de sigaretten als 'torches of freedom' — vrijheidsfakkels.
De associatie met het vrijheidsbeeld was gelegd, en het nieuws verspreidde zich als een lopend vuurtje: vrouwen konden het juk van de man voortaan van zich afschudden door simpelweg een sigaret op te steken. Daarmee werd de sigaret een nieuw symbool voor emancipatie, expressie van seksualiteit en gelijke rechten. Het resultaat: de verkoop schoot omhoog.
Het doorgronden van de massa is eenvoudiger en completer dan ooit tevoren
Marketing draait dus niet zozeer om producten, maar om emotie. Journaliste Naomi Klein, die in haar boek No Logo de marketingkracht van multinationals uitvoerig onderzocht en beschreef, zegt het treffend: ‘In een markt waar het zo makkelijk is om producten te produceren, kunnen concurrenten je evenaren op het product zelf. Je hebt dus iets anders nodig: identiteit, het idee achter je merk.’ De ware kunst van marketing is het creëren van een identiteit die aansluit op de diepere gevoelens van de consument.
Marketing is overal
Bernays begreep dit principe als geen ander en besteedde veel aandacht aan het doorgronden van de psyche van de consument. In zijn boek stelt hij de vraag: ‘Als we de mechanismen en motieven van de groepsgeest begrijpen, kunnen we de massa dan controleren en sturen zoals wij dat willen – zonder dat ze het weten?’ En geeft ook antwoord: ‘Propaganda heeft laten zien dat het mogelijk is, tot op zekere hoogte en binnen bepaalde bandbreedtes.’
Die bandbreedtes zijn steeds verder opgerekt. Om de groepsgeest beter te begrijpen, werden in de vorige eeuw nog focusgroepen gehouden: groepssessies om producten te testen. Psychologen observeerden daarbij nauwlettend de doelgroep om zo percepties en onderbewuste associaties in kaart te brengen.
Tegenwoordig is het doorgronden van de massa, maar ook de individuele psyche, eenvoudiger en completer dan ooit tevoren. Het online (consumptie)gedrag van miljoenen mensen wordt door bedrijven als Facebook en Google automatisch gedocumenteerd en geanalyseerd – zowel gesegmenteerd in subgroepen als op individueel niveau. Marketingbedrijf Cambridge Analytica verzamelde zo de persoonsgegevens van miljoenen Facebook-gebruikers en gebruikte de profielen voor persoonsgerichte berichtgeving. Het doel: de Amerikaanse verkiezingen beïnvloeden.
Dat leidde tot veel ophef en een hevige discussie over de invloed van nepnieuws op onze samenleving. Ondertussen is deze werkwijze voor hedendaagse marketeers echter de normaalste zaak ter wereld. Trackers op websites volgen je surfgedrag; apps op je mobiele telefoon hebben toegang tot je locaties, contacten, berichten en foto’s. Aan de achterkant koppelen data-bedrijfjes die informatie uit verschillende bronnen aan elkaar met offline gegevens zoals je postcode, inkomen of BKR-registratie en verkopen je profiel door aan de campagnemakers van Heineken, Coca-Cola en Unilever — of van politieke partijen dus.
De marketeers van die bedrijven kunnen de consument vervolgens via diezelfde online route op individueel niveau bestoken met speciaal gerichte advertenties. Het is dan ook niet verwonderlijk dat van de 550 miljard euro die jaarlijks wordt uitgegeven aan advertenties een alsmaar groeiend aandeel verschuift naar het digitale domein — een markt die Google en Facebook domineren, met een gecombineerd marktaandeel van 60 procent.
Bernays durfde nog slechts te dromen van de grenzeloze mogelijkheden om de massa op individueel niveau te controleren en sturen op basis van persoonlijke informatie. Toch is de essentie van marketing niet veranderd: verkoop geen functionaliteit die aansluit op directe behoeftes, maar creëer merken en verbind die met gevoelens van status, inclusie en identiteit. Die merken kun je niet alleen bouwen om producten, maar ook rondom politici; Donald Trump, Jesse Klaver en Thierry Baudet zijn daar levende voorbeelden van.
‘Ik heb dit echt niet nodig, maar ik wilde gewoon iets nieuws voor de vakantie’
Waar Bernays het nog moest doen met een primitieve gereedschapskist van vooropgezette ‘onafhankelijke’ studies, product placement in films en reclame verpakt als journalistiek, vind je tegenwoordig overal op het internet sluikreclame. Je afsluiten voor online marketing wordt daarnaast steeds moeilijker: zelfs zogenaamde adblockers weren niet meer alle reclames, maar richten zich op het tonen van alleen die advertenties die de specifieke gebruiker als minder irritant ervaart.
Modeblogger Yara Michels doet er vrolijk aan mee: in haar ‘spontane’ video’s noemt ze terloops de namen van modemerken als Zara, H&M, Topshop en Sissy Boy. Als professioneel influencer betalen bedrijven haar om gesponsorde foto's en video's op haar blog en sociale media te plaatsen.
Maar ondertussen lijkt Michels zelf ook niet bestand tegen de vele marketingboodschappen gericht aan haar onderbewuste-ik. Ze kan haar onderliggende drijfveer om al die kleren te kopen moeilijk doorgronden, zo vertelt ze terwijl ze een zwarte ‘slip dress met een kanten bovenkant, die een beetje wijder uitloopt aan de onderkant' uit haar garderobe haalt. ‘Ik heb dit eigenlijk echt niet nodig, maar in mijn hoofd wilde ik gewoon iets nieuws voor de vakantie. Toen heb ik het gekocht omdat het heel erg afgeprijsd was. Dat had ik misschien niet moeten doen.’
Nederlandse gezinnen hebben een van de grootste huishoudschulden ter wereld: 767 miljard euro. Dat is meer dan het bbp en bijna drie keer ons netto besteedbaar inkomen. Die post bestaat echter voornamelijk uit hypotheekschuld (672 miljard). Waar in de Verenigde Staten autokredieten en creditcardschulden de pan uit rijzen, lijkt het in Nederland mee te vallen met de consumptieve schuld. Uit een internationale enquête van ING blijkt dat Nederlanders vergeleken met andere Europese landen relatief lage persoonlijke leningen, roodstand of creditcardschuld hebben.
Toch gaat het predicaat van de zuinige Hollander niet helemaal op: in Nederland kampt maar liefst één op de vijf gezinnen met problematische schulden.
De Nederlandse bancaire sector heeft 14,5 miljard aan consumptief krediet binnen Nederland op de balans staan. Dat zijn persoonlijke leningen in de consumptieve sfeer, creditcardschulden (1,5 miljard) en vooral roodstand: Nederlanders staan voor 9 miljard euro in de min op hun bankrekening.
Van één post weten we de omvang niet precies: aankopen op afbetaling. De Nederlandsche Bank schrijft hierover aan FTM: 'Schulden voor aankopen op afbetaling (e.g. Neckerman, telecomproviders) worden niet waargenomen binnen de bancaire statistieken.' Het blijft dus gissen om welke bedragen het hier gaat.
Volgens onderzoek van GfK en de brancheorganisatie Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) heeft ruim 18 procent van de Nederlanders consumptieve lening. Ze zien een stijgende bereidheid bij Nederlanders om grote aankopen, zoals keukens en auto’s, te financieren via consumptief krediet.
Eind 2016 hebben de leden van VFN, die volgens eigen zeggen goed zijn voor ongeveer de helft van de markt, zo’n 8,5 miljard uitstaan aan consumptief krediet. In 2016 werd voor 3,4 miljard aan nieuwe leningen afgesloten waarvan ruim 1,3 miljard euro voor particuliere autofinancieringen; een groei van 14% ten opzichte van het jaar ervoor.
Toch is dit maar een peulenschil vergeleken met de Amerikaanse situatie: in de VS staat er voor 1220 miljard dollar aan autokrediet uit. Gemiddeld zijn de leenbedragen ook veel hoger in de VS: 25.000 dollar per auto. Het aantal Nederlandse leenaanvragen voor een autofinanciering steeg in 2017 opnieuw met 32 procent, maar het bedrag per aanvraag daalde tot iets boven de 9 duizend euro.
Juist mensen in een financieel kwetsbare positie kopen op afbetaling. Zij kunnen vaak niet lenen bij een bank – en betalen zo veel meer voor dezelfde producten. Dirk Scheringa en zijn failliete DSB-bank maakten hier jarenlang misbruik van met Frisia-financieringen. Deze DSB-tak voor consumptief krediet, welbekend van de meest irritante reclames in de jaren ‘90 en ‘00, bestaat overigens nog altijd. Frisia-financieringen bemiddelt nu voor consumptief krediet van onder andere Nationale Nederlanden en ABN-Amro. Tegenwoordig staat er wel duidelijk vermeld: ‘Let op! Geld lenen kost geld.’
Postorderbedrijf Wehkamp, een andere hoofdrolspeler als het gaat over aankoop op afbetaling, had een jaar geleden overigens ook voor 450 miljoen euro aan krediet uitstaan.
‘Koop nu, betaal later’, klinkt aantrekkelijk, maar uiteindelijk betaal je – net als voor roodstand – een godsvermogen. Consumenten betalen meestal de maximaal toegestane rente van 14 procent over dit soort leningen.
Wegwerpmaatschappij
‘Tijdens de uitverkoop kan ik me niet inhouden,’ roept Michels. Ze verontschuldigt zich meermaals voor haar ongebreidelde koopzucht.
Knaagt het misschien toch in haar achterhoofd dat de lage prijs die zij voor haar kleding betaalt too good to be true is? Om de consumptie-economie op gang te houden mag de vraag naar nieuwe spullen immers niet verzadigd raken. Dat wordt bewerkstelligd door de levensduur van producten te verkorten en de verkoopprijs zo laag mogelijk te houden. Van modegevoelige producten als kleding of telefoons veranderen bedrijven daarom met regelmaat het ontwerp of de stijl. Als je er bij wil blijven horen, ontkom je er niet aan om vrijwel ieder jaar een nieuw paar schoenen en een nieuwe telefoon te kopen.
Producten waar modegrillen minder vat op hebben worden in sommige gevallen bewust ontworpen om stuk te gaan: planned obsolescence heet dat, of, als het gaat om software, programmed obsolescence. Printers zijn daar een goed voorbeeld van: inktcartridges veranderen met ieder model van ontwerp en reparatie van het apparaat is eigenlijk altijd duurder dan de aanschaf van een nieuwe.
Op vergelijkbare wijze weet ook Apple zelfs de mensen waar hun marketingmachine geen vat op heeft naar de winkel te trekken. De iPhones en MacBooks zijn zo ontworpen dat reparatie van kleine onderdelen moeilijk en duur is – en met nieuwe software updates wordt je apparaat steeds trager.
Ook planned obsolescence is overigens een eeuwenoude truc om consumptie te stimuleren: Philips maakte in het Phoebus-gloeilampenkartel honderd jaar geleden al afspraken om gloeilampen met 1000 in plaats van 2500 branduren te produceren.
‘Tegenwoordig is het goedkoper om de hele mikmak weg te tyfen’
De ware kosten
Het bijbehorend businessmodel is als volgt: concurrentie vindt plaats op basis van de prijsperceptie op het moment van aanschaf, niet op kwaliteit, duurzaamheid of ware kosten over tijd. Dat je uiteindelijk meer betaalt omdat je telkens opnieuw inferieure producten moet kopen, hebben de meeste consumenten toch niet door. Perceptie is de sleutel om de consument aan te zetten tot koopgedrag en de fabrieken op maximale capaciteit te laten draaien.
Soms verrekenen bedrijven zich wel eens. Zo ging vorige week mijn inductiekookplaat kapot, net binnen de garantieperiode. Dat was dus twee weken te vroeg om mij opnieuw naar de winkel te bewegen en daarmee de winst van Electrolux, 's werelds grootste producent van huishoudelijke apparatuur, te maximaliseren.
In plaats daarvan stuurde het bedrijf monteur Frits langs. Hij had snel de oorzaak van het defect gevonden: een onderdeel ter waarde van 11 cent was doorgebrand. Dat ik geluk had met mijn garantie, bleek wel toen Hans vertelde over de policy van Electrolux bij dergelijke gevallen: ‘In plaats van dat onderdeel te vervangen, zet ik er een hele nieuwe printplaat in — ter waarde van 195 euro.’
In zijn 43-jarige loopbaan heeft Frits de hele ontwikkeling van de inductiekookplaat meegemaakt: ‘Vroeger waren het 24 losse printplaatjes die je per stuk kon vervangen, maar tegenwoordig is het goedkoper om de hele mikmak weg te tyfen.’ De reden: de productiekosten in lage lonenlanden zijn een fractie van Frits’ uurloon, dus de kookplaten worden niet meer in Nederland gerepareerd.
De échte kosten van deze kookplaat liggen natuurlijk veel hoger. Die kosten — de uitputting van grondstoffen, vervuilende productieprocessen en een groeiende afvalberg — worden echter geëxternaliseerd, hetgeen betekent dat Electrolux ze niet terugziet in de bedrijfskosten. De rekening wordt daarmee afgeschoven op de samenleving — en dan vooral op het minst weerbare deel daarvan: de armste bevolking in lagelonenlanden en de natuur.
De Nederlandse afvalberg
In Nederland produceerden we in 2014133 miljoen ton afval ten opzichte van 92 miljoen ton in 2004. Een toename van 44 procent in tien jaar die bijna volledig is toe te schrijven aan de post ‘groot mineraal afval’. Dat is het afval van delfstoffenwinning, bouw en sloop. De hoeveelheid chemisch afval, dieren en plantenresten en gemengd afval namen niet of nauwelijks toe.
Hoewel we het steeds vaker over hergebruik en terugwinning van afvalstoffen hebben, zien we dat niet terug in de cijfers: de hoeveelheid recyclebaar afval is in tien jaar tijd gelijk gebleven op 8,5 miljoen ton van het totaal. In verhouding produceerden we in 2014 dus minder recyclebaar afval dan in 2004.
Mode-misstanden
Ook de confectie-industrie die Yara Michels zo in haar greep houdt (en waar ze zelf ook weer reclame voor maakt) doet een flinke duit in het zakje. De modesector is goed voor meer dan 1,2 miljard ton CO2-uitstoot per jaar; meer dan alle scheep- en luchtvaart samen. Ook worden in de katoenteelt liters insecticide, pesticide en water verbruikt. Eén katoenen t-shirt kost zo’n 20 duizend liter water.
De wereldwijde mode-industrie groeit bovendien harder dan de economie als geheel. We spenderen dus een steeds groter deel van ons inkomen aan kleding. Na tien jaar gemiddelde groei van 5,5 procent per jaar kwam de mode-omzet in 2016 volgens consultancybureau McKinsey uit op 2400 miljard dollar; ongeveer even groot als de gehele economie van Frankrijk of India.
Aan economische groei dus geen gebrek, maar aan sociale ontwikkeling des te meer. Uit onderzoek van stichting SOMO blijkt dat tachtig procent van de kledingmerken niet op de hoogte is van de erbarmelijke arbeidsomstandigheden waarin hun kledingproductie plaatsvindt, laat staan dat ze iets doen om die misstanden aan te pakken. Kledingmerken H&M, C&A, Primark, SuitSupply en Gaastra produceren bijvoorbeeld in fabrieken in Myanmar, waar mensen minder dan 2,5 euro per dag verdienen en mensenrechtenschendingen aan de orde van de dag zijn. En niet alleen in Azië, maar ook in sweatshops in Oost-Europa vindt grove uitbuiting plaats. Allemaal om je met lage prijzen te kunnen verleiden tot impulsaankopen.
Perceptie
De consumptiemaatschappij is geen onveranderlijk natuurverschijnsel, maar een menselijk ontwerp. Het voordeel daarvan: je kunt het ontwerp aanpassen wanneer dat gewenst is. Zo neemt de Franse overheid concrete stappen om planned obsolescence tegen te gaan, door levensduurindicaties op huishoudelijke apparatuur en langere garantieperiodes op wasmachines verplicht te stellen.
Soms verandert de perceptie van wat goed of slecht is voor een samenleving. Het imago van tabaksproducten zijn daar een sprekend voorbeeld van. Juist omdat sigaretten ooit alleen voor mannen geschikt werden bevonden, groeiden ze uit tot symbool voor vrouwenrechten en feminisme. Inmiddels weten we dat ze slecht zijn voor de gezondheid en de Nederlandse samenleving maar liefst 30 miljard euro per jaar kosten. Man noch vrouw mag nog roken in openbare ruimtes en er is een reclameverbod voor tabak van kracht.
Er blijkt dus wel degelijk een grens te bestaan aan de wenselijkheid en toelaatbaarheid van marketing. Net zoals de burger recht heeft op privacy, kun je zo ook stellen dat burgers zelf de keuze zouden moeten hebben om zich af te schermen van ongewenste commerciële prikkels. Het is aan overheid en burgers om een visie te vormen op de wenselijkheid van marketing; zeker gezien het stempel dat deze commerciële vorm van propaganda drukt op de inrichting van onze economie. Google en Facebook zien dit ook en zetten stappen om bepaalde marketinguitingen te weigeren. Ze springen daarmee in het gat dat beleidsmakers hebben laten liggen.
Maar waar ligt de grens tussen het verbieden van ongewenste reclame en censuur? En, nog belangrijker: wie trekt die grens? Edward Bernays was er glashelder over: ‘Of propaganda goed of slecht is, hangt af van de verdienstelijkheid van het doel dat wordt nagestreefd, en de juistheid van de informatie die wordt gepubliceerd.’
Met de discussie rondom nepnieuws is die uitspraak nu nog net zo actueel als honderd jaar geleden. Zou het pronken met economische groeicijfers, terwijl we ondertussen de planeet op-consumeren, nou echt het verdienstelijke propagandadoel zijn geweest dat Edward Bernays voor ogen had?
Michels shopt in ieder geval vrolijk door: 'Ik heb toch niet het idee dat ik koopverslaafd ben.'
64 Bijdragen
Wilma Schrover 7
http://insider.foxnews.com/2018/04/09/tucker-syrian-gas-attacks-civilians-dont-jump-war-conclusion
Thomas Bollen 7
Wilma SchroverDit artikel gaat over het gebruik van propagandatechnieken voor consumptie. Over hoe propaganda een drijvende kracht achter oorlog is gebleven, zou je een nieuw artikel kunnen schrijven.
In tal van oorlogen is propaganda gebruikt. Bijvoorbeeld om de Amerikaanse publieke opinie achter inmenging in de Eerste en Tweede Wereldoorlog te krijgen. Soms worden zelfs valse bewijzen gebruikt, zoals de vermeende massavernietigingswapens waarmee de Tweede Golfoorlog in Irak werd verkocht. Om support voor ingrijpen in de Eerste Golfoorlog te krijgen werd een toespraak van een emotioneel meisje uit Koeweit over kindermoorden door Irakese soldaten uitgezonden. Dat meisje bleek later ingehuurd door 'public relations' bedrijf Hill & Knowlton.
De verslaggeving over het conflict in Syrië is ook geladen met propaganda. Na de 1e gifgasaanvallen in 2013 sprak ik een chemicus die als VN-inspecteur naar Syrië was gestuurd om het incident te onderzoeken. Hij vertelde dat zijn team tot de conclusie kwam dat er inderdaad zenuwgas (sarin) was gebruikt, maar dat zij niet konden vaststellen wie het gebruikt had, Assad of rebellen. Op dat moment zie je in de media allerlei politici (incl. Obama en Kerry) concluderen dat Assad achter de aanvallen zit. De inspecteur die ik sprak was er bang voor dat de luchtaanvallen al zouden beginnen voordat hij geëvacueerd zou zijn. Uiteindelijk hebben die luchtaanvallen nooit plaatsgevonden omdat de Russische minister Lavrov succesvol bemiddelde en Assad zijn chemische wapens inleverde. Ik heb geen idee hoe het met de recente aanvallen in elkaar steekt, maar dat het bericht wordt aangewend voor politieke doeleinden is zeker niets nieuws
Voor Edward Bernays was de scheidslijn tussen commerciële en politieke propaganda overigens flinterdun: hij gebruikte antirusland propaganda om in 1954 de democratisch gekozen leider Arbenz van Guatemala af te laten zetten met steun van regering en CIA, in opdracht van zijn klant United Fruit Company
Niek Jansen 9
Thomas BollenDaaraan vooraf vond de Maidan-coup in Kiev plaats in 2014 tegen de wettig gekozen regering van Oekraïne, welke voorbereid was door de VS met de EU.
Het Associatieverdrag met de EU in combinatie met de door de beruchte troïka afgedwongen maatregelen resulteerde in een begroting die grotendeels besteed werd aan defensie en afbetaling van schulden en rente aan westerse banken.
Kortom gouden tijden voor de wapenindustrie en een illustratie hoe het militair-industrieel complex samenwerkt met de politiek.
Marco Fredriks 4
Niek JansenFerry de Boer 7
Instagram voelt voor mij zo’n beetje als het meest gehaaide marketingkanaal. Ik ben me heel bewust van de invloed van de zogenaamde perfectie die al die beelden van de poppetjes van de industrie hebben op mijn emotie. Zelfs als je niet van die fakers volgt kruipt het er toch tussendoor. Ik probeer het enkel te gebruiken voor een stukje zelf expressie maar kijk er verder eigenlijk zo min mogelijk maar omdat ik al te vaak merk hoe het mijn gedachten en emoties beïnvloed.
thebluephantom 6
Ferry de BoerFerry de Boer 7
thebluephantomIk zit nu zelf op een pad waarbij ik overweeg schulden sneller af te bouwen waarmee er op lange termijn meer budget is om meer duurzame aankopen te doen. Minder consumeren zal dat pad versnellen.
De invloed op de aanbodkant is helaas wel beperkt, die beweging zal langzaam op gang moeten komen, maar daar kan de overheid dus meer invloed uitoefenen met wetgeving. Ik heb toevallig een printer nodig, daar zal er verdomd weinig keuze zijn een duurdere onhoudsvriendelijke printer te vinden vrees ik.
DickS
Ferry de BoerLudovica Van Oirschot 15
thebluephantom[Verwijderd]
Dan is de bevolking ook nog met 1,5 miljoen toegenomen in die tijd, oftewel 10%. Blijft over ca 20% stijging.
Thomas Bollen 7
[Verwijderd]In de grafiek is de bevolkingsgroei wel meegenomen.
thebluephantom 6
HeRo 7
thebluephantomLudovica Van Oirschot 15
thebluephantomReinier van der Drift 2
Overigens, als je in de grafiek de stijging tussen 1995-2007 vergelijkt met 2008-2017 dan kun je je afvragen of het klopt wat er staat. Merendeels is de consumptie gedaald ten opzichte van 2007. Alleen in 2017 is er meer geconsumeerd.
Dat marketing gericht is op het stimuleren van kopen dat snapt iedereen wel. Maar ik vind het artikel niet erg sterk. Geen aanbeveling om vanavond naar NPO te kijken.
Edward 2 4
HeRo 7
Thomas Bollen 7
HeRoBerend Pijlman 13
Thomas Bollen 7
Berend PijlmanBerend Pijlman 13
Thomas BollenCo Pater 7
Berend PijlmanGijs Custers
Berend PijlmanVerder goed geschreven stuk (toegankelijk ook)!
Marla Singer 7
Dat Bernays als kleine jongen regelmatig bij zijn oom Freud op vakantie ging en ze samen lange gesprekken voerden. Dus een uitstekende jeugd gehad in dat opzicht.
Een andere anekdote was dat Bernays destijds ook door nazi Duitsland gevraagd werd om zijn ideeën daar verder uit te werken. Dit heeft hij afgeslagen. Toch hebben de nazi's veel van zijn theorieën overgenomen.
Volgens Corsi was de man een zeer intelligente man met een wetenschappelijk inslag. Zijn intentie was in beginsel niet kwaadaardig maar zijn kennis is helaas wel vaak zo ingezet.
Die kennis en de gevolgen van de propaganda is veel meer diepgaand dan in dit artikel wordt beschreven. Je kan stellen dat vanaf de wieg tot het graf ons hele leven wij constant bestookt worden met allerlei vormen van propaganda. Niet alleen om spullen te verkopen maar alles te verkopen. Inclusief politiek, industrie en niet te vergeten oorlog.
Onze hersenen hebben zich inmiddels helemaal ingesteld op deze beïnvloeding en het komt dus voor ons heel natuurlijk over omdat de bijbehorende gedachten patronen zo lang zijn ingesleten.
Dat is ook de reden waarom hypnotiseurs het zo makkelijk hebben om mensen te hypnotiseren. Want heel veel zijn al zo voorbewerkt dat ze maar een klein zetje nodig hebben om een totale geestelijke draai te maken.
Zoals Thomas het stelt is het lastig om de problemen die hierdoor ontstaan weg te nemen omdat het zo ingebakken zit in onze samenleving. Maar toch zal de mensheid hier een permanent antwoord op moeten verzinnen omdat het zich anders heel moeilijk maakt om uit die constante trance te komen die een gevaar is voor ons allemaal.
Matthijs 11
Pieter Jongejan 7
Om de bankenunie in de eurozone erdoor te drukken communiceren de Euroministers van Financiën dat de banken vandaag minder riskant gefinancierd zouden zijn dan in 2007.
Feit is dat de debt equity ratio's van de financiële sector sinds 2007 in Noord Europa zijn gedaald. Maar In Zuid Europa zijn ze juist gestegen!
Italië van 3,97% in 2007 naar 8,54% in 2016
Frankrijk van 3,48% in 2007 naar 4,38% in 2016
Spanje van 4,42% in 2007 naar 5,07% in 2016
Duitsland van 5,3% in 2007 naar 4,33% in 2016
Nederland van 2,75% in 2007 naar 1,66% in 2016
België van 5,42% in 2007 naar 2,35% in 2016
Zweden van 3,01% in 2007 naar 2,48% in 2016
(bron OECD)
Het niet of onvoldoende afschrijven op slechte leningen is in Zuid-Europa gangbare praktijk, omdat het een hogere leverage en dus een hogere winst met een hoger risico mogelijk maakt. Als de risico's te groot worden moet er een bankenunie komen omdat anders de euro ploft. De Noord-Europese bevolking moet dan meebetalen aan het in stand houden van maffiabanken en corruptie. Leidt onevenwichtige informatievoorziening tot vrede of oorlog?
Dat zouden centrale bankiers zich moeten afvragen.
Richard Jong 13
En dat is online veel sterker aan de hand, met als ultieme case de hele situatie rondom beïnvloeding van verkiezingsuitslagen door oa Cambridge Analytics.
MLK 4
Ik herinner mij nog de discussie over marktwerking in de gezondheidszorg bij mijn toenmalige werkgever en zorgverzekeraar. Het is er alleen maar duurder door geworden, slechte zorg, maar de zorgverzekeraars ambtenaren hebben het prima naar de zin.
Blij toe ga ik mij nu meer richten op spirituele zaken, wereldleiders zouden daar eens wat mee moeten doen, zelfreflectie. En geen oorlogstuig meer maken om er vervolgens leuk mee aan de gang te gaan.
Maar de dommigheid van velen, daar let ik maar niet meer op. En zelfs de voorspellingen van www.armstrongeconomics.com maakt velen nog niet angstig.
Vandaar dat het ook zal gaan zoals het gaat, mensen veranderen niet!
wim de kort 8
Marla Singer 7
wim de kortHeel veel is gewoon ongelukkige loop van omstandigheden maar heel veel komt ook omdat de mentale en financiële weerbaarheid van deze mensen te laag is. Niet met de opvoeding meegekregen noch op school. Daar kunnen wij als samenleving direct wat aan doen door niet alleen het goede voorbeeld te geven maar ook deze mensen te helpen leren om eerst te denken voordat we ook maar een cent uitgeven.
Let wel dit is in de praktijk lastiger dan je zou denken want er zijn genoeg partijen die alle belang hebben dat deze status quo behouden blijft of nog meer winst uit deze 'sukkels' denkt te halen.
Lodewijk 6
Marla SingerDaar zeg je een waar woord. Niettemin vind ik, dat mijn (heel bewuste) opvoeding van mijn kind toch ,gedeeltelijk, is gefaald. Voorbeeldje:
We gaan met 2 gezinnen op vakantie naar een zuidelijk land. Kind wil vliegen, "is maar 2 uurtjes, pa". Het weet ook, hoe ik over vliegen denk: te grote voetafdruk co2. "Maar dat kan je compenseren, door iets meer te betalen, voor dat bedrag planten ze dan bomen."
Aflaatpraktijken. Daar doe je niks tegen.
HeRo 7
Marla SingerMaartenH 10
Om die situatie te bestendigen en om nog rijker en machtiger te worden, is het zaak om de gewone consument aan te zetten tot meer - meer werk, meer consumptie. Die twee gaan goed samen, want als je veel werkt heb je weinig tijd voor actieve recreatie - zelf iets leuks gaan doen, eventueel samen met anderen - en wordt je gedwongen tot meer passieve, consumptieve recreatie - spullen kopen en voor de buis hangen.
Maar die marketing leidt ertoe dat mensen minder optimale keuzes maken en er dus op achteruit gaan. We worden er armer en afhankelijker van en hebben minder vrije tijd om zinvol te besteden. We verleren ook om onze vrije tijd op een beetje goede manier te besteden. Je werkt, je hangt moe voor de buis waar je verteld wordt wat je nu weer moet kopen om gelukkig te worden.
Als je het zo bekijkt zou je bijna kunnen zeggen dat reclame en marketing een criminele activiteit is. Het is maatschappij ondermijnend. We hebben genoeg consumptie, maar zorg voor mensen die het nodig hebben is 'onbetaalbaar' en iets waar we geen tijd voor hebben. We vervuilen onze omgeving en putten haar uit, en het is te duur om daar serieus wat aan te doen.
Kortom, marketing en reclame zouden aan zeer strikte regels onderworpen moeten worden.
Lodewijk 6
MaartenHverboden moeten worden. Scheelt 550 miljard omzet!!!
Verder heb je volkomen gelijk. Het gros van de mensen handelt als domme schapen.
MaartenH 10
LodewijkCo Pater 7
MaartenHCo Pater 7
MaartenHMaartenH 10
Co PaterBasisinkomen lijkt mij een nuttig 'ingrediënt', omdat het tot systeemverandering leidt.
Ik denk dat je sowieso in de richting van systematische oplossingen moet denken. Eigenlijk is het grote probleem: hoe voorkom je accumulatie van kapitaal en macht, zonder dat je aan (een redelijke mate van) vrijheid komt. Die accumulatie van kapitaal en macht leidt ertoe, dat er een verstrengeling met media en politiek ontstaat - marketing en reclame maken ook gebruik van media - en dat democratie en onafhankelijke journalistiek fictie en toneelspel worden. En dat gaat weer ten koste van onze vrijheid, we worden belazerd.
Een ander ingrediënt is directe democratie, omdat het de verstrengeling van kapitaal en politiek beperkt. Maar dan heb je nog steeds niet het accumulatie mechanisme aangepakt. Waar je ook mee zit is dat bedrijvigheid samenwerking vergt. Wanneer wordt die samenwerking teveel van het goede? In hoeverre mogen één of enkele mensen zich eigenaar noemen van het merendeel van de winst? Het is heel lastig hier beperkingen aan te stellen zonder aan de vrijheid te komen. Aan de andere kant weet je zeker dat als je geen beperkingen stelt, het ook niet goed gaat.
Co Pater 7
MaartenHIk denk dat we overgeleverd zijn aan een zwakke ideologie en ook zwak systeem, waar men simpelweg aan vast blijft hangen, zonder echt daadwerkelijke veranderingen toe te staan, omdat je de uitwerking ervan in de toekomst niet kunt voorzien. wat jij ook zegt: een basisinkomen zal structureel het leven anders maken en daarom zal het ook veel weerstand moeten overwinnen wil het er ooit komen.
Vrijheid als motief is volgens mij juist verbonden met de bestaande orde ( vrije markt ideologie ) en is dan ook een weerstandsdrempel.
MaartenH 10
Co PaterVrijheid is een januskop. De kapitalistische, vrije markt ideologie streeft/leidt naar vrijheid om macht te vergaren en uit te oefenen, ten koste van de vrijheid van de niet machtigen. De vrijheid van de gewone man is voor een belangrijk deel een illusie, een kooi die voor sommigen een beetje op goud lijkt, maar voor velen van slechter materiaal is. Die kooi wordt alleen zó normaal gevonden, dat mensen de illusie van vrijheid ernaast kunnen hebben. Mensen kunnen zich geen ander leven voorstellen. Dat was ten tijde van de Sovjet Unie anders. Toen konden mensen in het oostblok zien dat het ook anders kon en dat helpt bij mobiliseren.
Het is belangrijk om te zien dat er twee vrijheden zijn die elkaar slecht verdragen: de vrijheid van de machtigen en de vrijheid van de 'gewone man'. Telkens als er gepraat wordt over vrijheid in het algemeen, moet je beseffen dat je voor de gek gehouden wordt, dat die niet bestaat. Je moet weten over wiens vrijheid je het hebt en beseffen dat geen enkele vrijheid onbeperkt is.
In Nederland zie je na de tweede wereldoorlog dat er sprake was van een beperkte reset en een aantal politici die het beste voor hadden. Ondertussen is langzaam maar zeker het terrein weer terug gewonnen door de 1% en staat een duidelijke meerderheid van de politiek ten dienste aan die 1%. Democratie is een farce, een toneelstuk geworden.
Co Pater 7
MaartenHHeRo 7
MaartenHErik Wesselius 1
Lodewijk 6
Erik WesseliusCornelis van den Berg 1
Graag een vervolg met focus op de propaganda en subsidiestromen voor het behalen van de zg. klimaatdoelen, waarvoor de burgers het gelag betalen. Ik betoog hierover niets. Een kritische geest en vooral weten hoe wetenschap behoort te werken, voorts kennis van paradigma's enz. zijn voldoende om deze hype en mythe met de daaraan vastgegroeide fake klimaatwetenschap te ontkrachten. Kijk eens op climategate.nl. Het is de ultieme dwaasheid van onze tijd.
Ludovica Van Oirschot 15
Het is jammer dat het begrip vrijheid van meningsuiting (en het tegendeel censuur) zo gekaapt is. Het is oorspronkelijk bedoeld om de burger tegen de almachtige staat te beschermen. Maar het wordt nu misbruikt om uitbuiting door commerciële propaganda te legitimeren.
Thelosen heeft hier een prachtig boek over geschreven. Hij pleit ervoor de 3 waarden van de Franse revolutie -vrijheid, gelijkheid en broederschap- op de juiste wijze toe te passen. Vrijheid hoort bij het culturele domein, gelijkheid hoort bij het juridische domein en broederschap bij het economische domein. Het gaat mis als een waarde buiten haar "eigen" domein wordt toegepast.
Bijvoorbeeld gelijkheid: gelijkheid voor de wet is een cruciale waarde. Maar als je gelijkheid toepast in het culturele domein krijg je eenheidsworst.
Zo ook met vrijheid. Vrijheid hoort bij het culturele domein: vrijheid van denken en vrijheid van meningsuiting over culturele zaken. Maar als je vrijheid (in plaats van gelijkheid) als basis neemt voor het juridische domein krijg je grote ongelijkheid en het recht van de sterkste.
Het manco van onze tijd is dat niet broederschap, maar vrijheid de basiswaarde is geworden van het economische domein. Uitbuiting van mens en natuur is de prijs die we daarvoor betalen.
Reclame heeft niets te maken met de vrijheid van meningsuiting. Dat Dreft beter is dan Omo is geen culturele expressie, en heeft niets van doen met het beschermen van de individuele burger tegen de almacht van de staat. Integendeel. Het aan banden leggen van reclame is juist noodzakelijk om economische uitbuiting (het tegendeel van broederschap) tussen burgers te bestrijden.
Thomas Bollen 7
Ludovica Van OirschotCo Pater 7
Ludovica Van OirschotPeter Bliek
https://www.youtube.com/watch?v=DFCMhSzeGuA
squarejaw 5
MaartenH 10
squarejawLudovica Van Oirschot 15
MaartenHMaar dat betekent niet dat we niet kunnen beginnen nadenken over de impact ervan, de alternatieven ervoor en de weg daarheen.
MaartenH 10
Ludovica Van Oirschotsquarejaw 5
MaartenHKarolijne Bauland 8
Anders gezegd: ook in de (vatbaarheid voor) marketing geldt: jong geleerd, oud gedaan.
Ludovica Van Oirschot 15
Karolijne BaulandIn concreto: het is helemaal niet de bedoeling van ons onderwijs dat kinderen kritisch leren denken.
Karolijne Bauland 8
Ludovica Van OirschotOverigens geef ik zelf onderwijs aan laageletterde volwassenen en besteed de nodige tijd aan weerbaarheid en 'zeggen wat je graag wil zeggen' en keuzes maken.
Paul Quekel 3
Citaat: 'We hebben een wereld gecreëerd waarin iedereen afhankelijk geworden is. Van de vele informatie die over glasvezelkabels als internet bekend geworden is (en nu al de vijfde colonne aan het worden is voor de revolutie van de gewone wereldburger), om deze shit van de Wereld met ongekende snelheden te verspreiden, van voedsel al dan niet gemanipuleerd, van gekocht geluk via onzinnige reclames voor producten die we eigenlijk niet nodig hebben. Vaak geven ze maar een kortstondig geluk van zelfbevrediging', m.v.g. Paul Quekel
Niek Jansen 9
Een klassieker die daarover uitgebreid de lezer informeert is van Andrew Feinstein: 'The Shadow World inside the global Arms Trade'. Er is ook een documentaire op tv over getoond.
hans van rheenen 7
kàn worden uitgewerkt door een modernisering van de Consumentenbond op het gebied van consuminderen, het promoten van hèr-gebruik, duurzaamheid en het delen/huren van producten. Deze niet van subsidie afhankelijke organisatie zòu! bij het dwangmatige, door slimme marketeers onbewuste gestuurde consumeren een zeer belangrijke rol kunnen spelen ... maar zijn momenteel helaas absoluut de weg kwijt en worden door het Ministerium van Economische zaken zèlfs betaald om vooral véél over voeding te blijven publiceren. Klaarblijkelijk valt de financiële ondersteuning niet onder het begrip subsidie, wordt echter óók niet bij de eerlijk aangegeven inkomsten opgegeven ... (?).
Bij tests van huishoudelijke apparaten kiest de Consumentenbond geheel contrair tot het begrip duurzaam, vooral voor goedkoop als factor bij hun cijfers en waarderingen. Dúúr wordt meestal helemaal niet eens getest ... en zo blijven we in het cirkeltje weggooien maar ronddraaien met de hier beschreven goedkeuring van de producenten en de Overheid die bij iedere aankoop de BTW vangt ... maar óók m.b.t. de werkgelegenheid die ontstaat door telkens weer inferieure producten op de markt te laten zetten, die gerepareerd/vervangen moeten worden i.p.v. aan te streven om de garantietijd op te krikken naar bijvoorbeeld vier jaar en vooral de duurzame producten daarmee te promoten.
Lodewijk 6
In dit geval, ga ik er even van uit dat de meeste leden al een bewust leven lijden, zou dit eigenlijk op school aan de kinderen moeten worden verteld, hoe zij via allerlei hypes worden gemanipuleerd. Daar wordt de meeste 'winst' mee geboekt.
Het voorbeeld, dat de schrijver geeft, dat als zijn inductiekookplaat het heeft 'begeven' is wel treffend. Ik heb vroeger van een (hele goede) elektrotechnicus gehoord, dat een fabrikant precies weet, wanneer zijn product kapot gaat. Hij bouwt 1 onderdeeltje van een mindere kwaliteit in op een cruciale plek, waardoor het apparaat niet meer functioneert, als dat onderdeeltje kapot gaat. Ze doen het allemaal e x p r e s.
Toch blijft repareren goedkoper: kookplaat kost (stel even) € 380,00. Reparatie € 195,00. Samen € 575,00. In geval van vervangen kost het €760,00. Als ie weer kapot gaat, kan je 'm nóg een keer laten repareren, je bent nog steeds goedkoper uit en -belangrijk- je vervuilt ook minder.
Met printers is het nog smeriger gesteld: sommige printers hebben domweg een tellertje ingebouwd: na zoveel x printen stopt 'ie er mee! Als je je dan naar de winkel toegaat, weet men daar donders goed hoe het zit, maar wordt dat niet gezegd. Ze verkopen liever een nieuwe en de klant mag een perfect werkende printer naar de kringloop brengen. Ik noem dat gewoon oplichterspraktijken.
Zoek zelf maar even op Internet: er zijn zat programmaatjes (graties!), om de teller te resetten en dan print 'ie weer vrolijk verder.
Ik heb bij het begin van mijn zelfstandige leven een 12 jaar oude
V & D-wasautomaat gekregen van mijn ouders. Dat ding heeft nog 14 jaar gedraaid, 2 keer een nieuwe rubber ring erin gezet, 1 keer de schakelklok (mechanisch) vervangen en verder niets. Toen de trommel ging lekken (door roest) was het afgelopen. Hij zag er toen niet meer uit, overal roest, maar hij functioneerde nog prima. Ik moet er wel bij zeggen, dat ik nogal handig was met dat soort dingen.
hans van rheenen 7
Dat is een verrassend voorbeeld van gemanipuleerde vertrouwensvorming. Miele-apparaten-bezitters zullen het met deze bewering ook NIET eens zijn! Het resulttat van marketingpraktijken.
BRON: Een duitse Stichting met de naam "Murks-nein-danke" (Rommel? nee, bedankt) die al jaren onderzoek heeft gedaan m.b.t. de houdbaarheid en duurzaamheid van huishoudelijke apparaten en tevens op zoek is naar eventuele ingebouwde zwakke onderdelen om het 'overlijden' kort ná de garantieperiode te kunnen manipuleren.
http://www.murks-nein-danke.de/blog/ist-die-stiftung-warentest-auf-einem-auge-blind/
H J vd Meer 2
Wemos
On Wednesday April 25th, Professor Nicholas Freudenberg – author of ‘Lethal but Legal’ – will speak about corporate power and its detrimental effect on public health at an event in De Balie in Amsterdam. Both Wemos and the International Society of Drug Bulletins (ISDB) are organizers of the event.
In his book ‘Lethal but Legal’, Freudenberg (Distinguished Professor Public Health at the City University of New York) describes how corporations – through profiles of different industries (tobacco, food, gun, alcohol, automotive, pharmaceutical) – use certain methods to maintain their power over our health. By producing and marketing lethal but legal products they promote the consumption of unhealthy products and are able to maintain a political and economic system that undermines public health. Meanwhile, the role of governments is eroding, as they make decisions that benefit these companies. But these are made at the expense of public health.
Corporate consumption complex
For the past three decades, a network of organizations, producers, retailers, lobbying groups, trade associations, PR agencies, law firms, researchers and journalists has formed into what Freudenberg calls the corporate Consumption Complex. This network has the power to maintain a system which enables corporations to promote unhealthy lifestyles and unsustainable practices.
For more info and tickets: https://www.debalie.nl/agenda/podium/legaal-maarfataal/e_9783406/p_11771386/