Studenten steken zich gierend in de schulden

Sinds de invoering van het leenstelsel steken studenten zich vaker en dieper in de schulden. Soms omdat het moet, vaker omdat het kán: ‘Zo kon je op vakantie en oneindig zuipen.’ Follow the Money onderzocht wat studenten eigenlijk weten van het lenen, waar ze hun geleende centen aan uitgeven en hoe ze hun studieschulden terug denken te betalen.

Dit stuk in 1 minuut
  • Sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 zijn studenten vaker en meer gaan lenen. Het totale bedrag aan studieschulden steeg van 12 miljard eind 2012, naar 17,6 miljard euro in 2016.
  • Het hebben van zo’n schuld is dan ook veel normaler geworden in vergelijking met twee jaar geleden. In 2017 liep 73 procent van de studenten rond met een studieschuld; in 2012 was dit nog slechts 48 procent
  • Follow the Money sprak met zo’n 30 studenten en 684 mensen vulden onze vragenlijst in. Hieruit blijkt dat studenten liever niet aan hun schulden denken, het proberen te relativeren met humor en niet goed op de hoogte zijn van alle regeltjes. Desalniettemin denken de studenten hun studieschuld later makkelijk te kunnen terugbetalen
  • Hoewel er van alles over wordt geroepen, doen ze tot slot geen extreme dingen met hun geleende centen. Zo lijden studenten niet aan de ‘cryptokoorts’ en geven ze hun geld vooral uit aan huur, eten en sociale activiteiten.
Lees verder

Voor Joep geen boterhammen met pindakaas of blikken bruine bonen als avondeten: ‘Ik ben gewoon een toffe pik en ga lekker leven.’ Sinds hij in 2002 begon met studeren maakte Joep jarenlang dankbaar gebruik van de ‘bodemloze schatkist’ in Groningen — beter bekend als het hoofdkantoor van DUO, de Dienst Uitvoering Onderwijs. Studiefinanciering dus. Uit die ‘schatkist’ ontving Joep op eigen aanvraag jarenlang zo’n 1000 euro per maand, plus nog wat extra voor de betaling van zijn collegegeld. ‘Het was gewoon relaxed, zo kon je op vakantie en oneindig zuipen. Ik heb er een mooie cabriolet van gekocht,’ zegt hij.

Inmiddels is Joep 33 jaar en moet hij op de blaren zitten. Zijn relaxte studentenleven heeft hem een studieschuld van zo’n 110 duizend euro bezorgd. Elke maand wordt Joep aan dat heerlijke leventje herinnerd als er weer 600 à 700 euro van zijn rekening wordt afgeschreven door DUO ter aflossing. Dat is niet alleen financieel een zware last, maar ook mentaal: de torenhoge schuld voelt als een schandvlek op zijn reputatie. Joep wil dan ook zo min mogelijk persoonlijke informatie geven, om maar niet herkend te worden.

‘Het was prettiger geweest als ik dat geld had kunnen sparen,’ zegt hij nu. Een andere harde realiteit is dat Joep graag een huis zou willen kopen. Dat kan hij op dit moment wel vergeten: ‘Als ik naar de bank voor een hypotheek ga en ik vermeld mijn schuld van ruim een ton, dan krijg ik denk ik geen rode cent.’

Joep is een extreem geval, maar hij is niet alleen. Uit cijfers die RTL Nieuws opvroeg bij DUO bleek dat er in 2016 ruim 15.000 mensen in Nederland waren met een studieschuld van meer dan 50.000 euro. En dat roept vragen op: over de schulden die onze studenten opbouwen, en de gevolgen daarvan.

Sinds het kabinet-Rutte II in 2015 het zogeheten leenstelsel invoerde en ook de basisbeurs geen cadeautje van de overheid meer is, lenen studenten vaker en meer van de overheid. Dat lenen gaat erg gemakkelijk, en is door de rente van 0 procent ook nog eens spotgoedkoop.

Wat doen ze met dat ‘gratis geld’? En weten ze eigenlijk wel wat de gevolgen van hun studieschulden zijn? Om daarachter te komen, zocht ik de studenten zelf op. Buiten de collegezalen, in kantines en in de kroeg sprak ik er tientallen. Ook plaatste ik een vragenlijst op onze website. Uit de resultaten komt een beeld naar voren dat op z’n zachtst gezegd weinig geruststellend is.

Groeiende schuldenberg

Volgens gegevens van de Studentenmonitor Hoger Onderwijs, uitgevoerd door Researchned in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap, was in 2016 slechts de helft van de studenten bekend met de hoogte van hun studieschuld. Maar ondertussen zijn ze sinds de invoering van het leenstelsel wél vaker gaan lenen: het percentage HBO- en WO-voltijdstudenten met een (structurele en incidentele) studielening lag van 2011 tot en met 2015 ongeveer rond de 30 procent. In 2016 leende echter al de helft van deze studenten geld van DUO.

En dat niet alleen: het aandeel eerstejaars met een studielening is verdubbeld, van 28 procent in 2015 naar 62 procent in 2017. Dit concludeert het Nibud in zijn Studentenonderzoek van 2017. De conclusie van de onderzoekers is weinig verrassend:‘Het wegvallen van de basisbeurs in het nieuwe leenstelsel is waarschijnlijk de reden voor deze sterke stijging.’

‘Veel mensen kijken liever niet naar de hoogte van hun schuld'

‘Veel mensen kijken liever niet naar de hoogte van hun schuld,’ zegt Jan, een derdejaars economiestudent aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). ‘Het zijn toch keiharde knaken die moeten worden terugbetaald.’

Sinds Jan op kamers woont, leent hij maximaal bij: momenteel ontvangt hij 870,46 euro per maand van DUO. Als hij ook nog gebruik zou maken van het collegegeldkrediet, zou dat bedrag nog zo’n 170 euro hoger zijn. De reden: ‘Anders is het niet te betalen.’ Als ik hem vraag hoe hoog zijn studieschuld is, hakkelt hij: ‘Volgens mij 20.000 euro.’

Jan is niet de enige. Sterker nog: vooralsnog doet hij het beter dan gemiddeld. In onze enquête  hebben we mensen gevraagd hoe diep ze in de ‘studieschuld-shit’ zitten: uit het antwoord van 617 mensen komt een gemiddelde naar boven van 25.755,07 euro. Ietsje hoger dan de verwachting van het Centraal Planbureau (CPB): dat berekende dat de gemiddelde studieschuld als gevolg van het nieuwe leenstelsel zal stijgen naar 21 à 24 duizend euro.

Ook de schuldenberg van uitstaande studieleningen groeit stevig door. Was het totaalbedrag eind 2012 nog zo’n 12 miljard euro, eind 2015 was dit al 15,8 miljard. En weer een jaar later kwam het totaal neer op 17,6 miljard. Aangezien het aantal studenten in die periode minder snel toenam, is de gemiddelde schuld per student dus nog harder gestegen.

Als je er een grapje over maakt, dan hoef je het minder serieus te nemen

Ome DUO

Of de belastingbetaler dat geld ooit allemaal terugziet, valt te betwijfelen. Steeds meer oud-studenten blijken niet in staat te zijn om hun studieschuld volledig af te lossen. Maar ondertussen liep in 2017 wél bijna driekwart van de studenten met een studieschuld rond.

Als ik op de campus van verschillende universiteiten rondloop om jongeren naar hun leengedrag en schulden te vragen, merk ik dat inderdaad bijna iedereen ermee te maken heeft. Een paar studenten antwoorden lachend dat ze zeker weten bij ‘suikeroom DUO’ lenen. Waarom ze zo liefkozend naar de verstrekker van studieleningen verwijzen? ‘Als je er een grapje over maakt, dan hoef je het minder serieus te nemen,’ zegt Jan.

Dat het allemaal niet zo serieus wordt genomen, blijkt ook uit het eerder genoemde Nibud-Studentenonderzoek. Het percentage studenten dat het hebben van een studieschuld als een financieel probleem ervoer, daalde flink: van bijna 30 procent in 2015, naar 12 procent in 2017. Tariq Sewbaransingh, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), vindt dat ‘frappant’: ‘Tien jaar geleden ongeveer begon de kredietcrisis, die nu min of meer voorbij is. Eén van de conclusies was dat we als huishoudens te veel schulden hadden. Het zou niet het nieuwe normaal moeten zijn dat als je vier jaar studeert, je eindigt met een studieschuld van 20 tot 25 duizend euro. Maar dat is wél het effect van dit systeem.’

Hoeveel lenen studenten?

De Nibud-onderzoekers zien daarnaast dat studenten sinds de invoering van ‘dat systeem’ meer zijn gaan lenen: in 2015 ontvingen eerstejaars studenten gemiddeld tussen de 287 en 369 euro per maand; twee jaar later is dat gemiddeld 528 euro.

‘Het zou fijn zijn als je zonder kan,’ zegt Linde, masterstudent psychologie aan de UvA. Ze heeft een baantje, maar slechts één dag in de week — niet genoeg om rond te komen. ‘Meer werken kan niet, dan haal ik mijn studie niet.’ Linde probeert zo min mogelijk studieschuld op te bouwen en heeft daarom berekend wat ze per maand extra nodig heeft: 500 euro.

De uitlatingen van de AFM-voorzitter lijken vooral gebaseerd op het gebral van een bepaald type student

Niet iedereen is zo behoedzaam. Het maximale bedrag kiezen is namelijk bijzonder makkelijk: je regelt het in vijf minuten op de website van DUO. ‘Maximaal lenen is maximaal leven’, grappen de studenten.

Hoezo cryptokoorts?

Hoe verstandig gaan ze vervolgens met die geleende centen om? AFM-voorzitter Merel van Vroonhoven lijkt zich daar zorgen om te maken. Zo waarschuwde ze voor de ‘cryptokoorts’ waaraan studenten zouden lijden: ze zouden het geleende geld massaal gebruiken om te speculeren met bitcoins en andere cryptomunten.

Op de vraag waar deze uitspraken op zijn gebaseerd, laat woordvoerder Nicole Reijnen weten dat de AFM ‘geluiden heeft opgepikt dat studenten lenen en vervolgens met dit geld beleggen’. De financiële waakhond doet hier verder geen onderzoek naar, ‘omdat studiefinanciering buiten ons toezicht valt.’

Waar Van Vroonhoven vertrouwt op haar onderbuik, vroegen wij het in onze enquête aan de studenten zelf. Daar blijkt beleggen in cryptomunten laag te scoren als reden om te lenen bij DUO. Van de 629 respondenten die deze vraag beantwoordde, voerde slechts 11 procent ‘beleggen in crypto’ aan als een van de drie redenen om te lenen bij DUO. De meeste studenten blijken toch vooral te lenen om hun studie en vaste lasten te kunnen betalen, en om te sparen. Eén persoon gaf als reden aan ‘om een laptop te kunnen kopen’. 

Zelfs in het algemeen valt het aantal dat belegt met geleend geld wel mee. Zo beantwoordde ongeveer 84 procent van de 639 respondenten ‘nee’ op de vraag of ze die geleende centen gebruiken om te beleggen. Wel gaf ongeveer 55 procent aan andere studenten te kennen die dit doen. Een verklaring hiervoor kan zijn dat jongeren er vooral veel over horen van anderen, maar dat als je het op de man af vraagt het wel meevalt. De uitlatingen van AFM-voorzitter Vroonhoven lijken dus vooral gebaseerd op het gebral van een bepaald type student. 

Over onze vragenlijst

Op de website van Follow the Money stond gedurende zeven dagen een enquête, bestaande uit 12 vragen. Via Facebook, Twitter en onze nieuwsbrief hebben we mensen opgeroepen om deze in te vullen en zo bij te dragen aan ons onderzoek. Respondenten werden beloond met een gratis maandabonnement.

In de enquête hebben we onder andere gevraagd naar de hoogte van de studieschuld, of studenten bepaalde regels kennen, en waar zij het geleende geld van DUO aan besteden. In totaal hebben 684 respondenten de vragenlijst ingevuld.

Sommige respondenten hebben bepaalde vragen overgeslagen; indien dit het geval is staat aangegeven in de tekst hoeveel studenten (van de 684) de betreffende vraag hebben ingevuld. 

Het was mogelijk om de enquête ook anoniem in te vullen. Zeker bij online enquêtes brengt dit de nodige beperkingen met zich mee. Voor zover mogelijk zijn dubbele observaties (zoals mensen die de vragenlijst twee keer invullen) verwijderd. Deze netto-steekproef is door de opzet echter geen afspiegeling van de hele studentenpopulatie. Niet alleen hebben studenten zichzelf geselecteerd door mee te doen, ook zijn er geen vragen gesteld over de kenmerken van de studenten zelf (zoals geslacht en leeftijd). Hierdoor hebben wij niet kunnen vaststellen in hoeverre de respondenten die onze enquête hebben ingevuld ook een afspiegeling zijn van de hele studentenpopulatie. Dit betekent dat in het bespreken van deze enquête er een flinke slag om de arm moet worden gehouden. We kunnen hooguit uitspraken doen over de 684 respondenten die de enquête hebben ingevuld, en niet over ‘studenten’ in het algemeen. Daarom wordt bij de bespreking van de resultaten ook gerefereerd aan ‘respondenten’. De resultaten zijn om bovenstaande reden dan ook niet statistisch geanalyseerd.

Lees verder Inklappen

Uit de gesprekken die ik met ze voerde, blijkt dat studenten hun geld toch vooral uitgeven aan huur, eten en sociale activiteiten. Toen Simone, tweedejaars psychologiestudent, bijvoorbeeld vanuit Brabant op kamers ging wonen in Utrecht, moest ze alles zelf betalen: ‘Ik kwam niet rond met het extravagante leven dat ik toen leidde. Elke avond kwamen er mensen over de vloer die bier en eten wilden,’ vertelt ze. Een maximale lening van DUO bood uitkomst.

Lening zo gepiept

Bob van Soolingen, bestuurslid van het ISO, maakt zich zorgen over het gemak waarmee studenten een schuld kunnen aangaan. ‘Bij een hypotheekaanvraag ga je vaak eerst in gesprek met een adviseur om vervolgens een weloverwogen beslissing te maken. Als je dit afzet tegen 18-jarige studenten die met één muisklik een studielening aangaan, dan vinden wij dat studenten te weinig worden ondersteund bij het nemen van zo'n grote beslissing.'

Hoewel overal door kredietverstrekkers vermeld wordt ‘Let op! Geld lenen kost geld’, wordt daar bij DUO nergens over gerept. En dat terwijl de kennis van studenten over de leenvoorwaarden en de regels rondom het aflossen van hun studieschuld al jaren beperkt is. Dat concludeerde het Nibud bijvoorbeeld in 2008 en in praktisch elk onderzoek daarna.

DUO-woordvoerder André Schenkel vraagt zich af hoe ver je kunt gaan in de voorlichting. Volgens hem doet DUO daar voldoende aan. Een kredietwaarschuwing op de website is niet nodig, meent hij: verstandig lenen wordt door de uitvoeringsinstantie uitgedragen door ‘een rekenhulp te bieden, via algemene info op onze site en in telefonische contacten’. Schenkel zegt tot slot: ‘Studenten zelf zijn ook slim genoeg om zich daarover te laten informeren.’

Slecht op de hoogte van de regels

Maar in de praktijk blijkt dat dus tegen te vallen. ‘Het schijnt de beste lening te zijn die je ooit kan hebben,’ zegt bijvoorbeeld Jelmer, HBO-student maatschappelijk werk en dienstverlening. Naar eigen zeggen heeft hij zich er niet in verdiept. Ik heb met zo’n 30 studenten gesproken en slechts drie daarvan waren wél goed op de hoogte van de regels.

Studenten weten veelal niet dat het rentepercentage kan veranderen

Bovendien zeggen sommige mensen de regels te kennen, maar realiseren ze niet wat het betekent. Studenten noemen bijvoorbeeld opvallend vaak het lage rentepercentage dat over de lening wordt berekend: momenteel staat dat op nul. Vervolgens weten ze veelal echter niet dat dat percentage elk jaar opnieuw wordt bepaald en dus kan veranderen. Het staat vast dat de rente op den duur weer hoger wordt. Daarnaast staat het percentage voor afbetalers telkens 5 jaar vast. Dus hoewel de rentestand aan het begin van je aflosperiode misschien gunstig is, kan dat na vijf, tien of vijftien (enzovoorts) jaar heel anders zijn. In de periode 2008 tot 2013 stond de rente bijvoorbeeld nog op 4,17 procent.

Van onze 641 respondenten wist 77 procent wel dat de rente elk jaar kan veranderen. Wat minder bekend blijkt, is dat het inkomen van een toekomstig liefje invloed kan hebben op het bedrag dat je uiteindelijk maandelijks moet aflossen. DUO telt het inkomen van je eventuele partner namelijk altijd mee bij de berekening van het af te lossen maandbedrag naar draagkracht (als je betaalt volgens de terugbetalingsregels die gelden vanaf 2012); slechts 35 procent van de 642 respondenten was hiervan op de hoogte. Voor de liefde blijkt dat geen bezwaar: bijna 92 procent van de 640 studenten wijst iemand níet af vanwege een torenhoge studieschuld.

Terugbetalen? Makkie!

‘Ach, dat zijn van die kleine dingen,’ reageert een HBO-student fysiotherapie in Utrecht als ik hem de rente-regels uitleg. Naast geschokte reacties – ‘oh shit man, dat wist ik niet’ – maken enkelen er weer een grapje van. ‘Dan moet ik maar een vrouw vinden die veel van me houdt,’ zegt iemand bijvoorbeeld over de regel dat het partnerinkomen meetelt in de draagkrachtberekening. Een ander: ‘Misschien moet ik vanmiddag extra lief doen tegen mijn vriendin, haar mee uit eten nemen. Ik heb toch net weer stufi binnen.’

Het is toch 200 euro per maand. Zeker met een startersinkomen is dat echt een grote hap

Iemand die ook zo makkelijk over die studielening dacht, is de inmiddels 32-jarige Kars. In 2005 begon hij met studeren en drie jaar lang leende hij maximaal bij. Dat leverde hem een studieschuld op van ongeveer 43 duizend euro. ‘Het werd door iedereen de hemel in geprezen: “Natuurlijk doe je dat, later kan je het gewoon terugbetalen, want dan heb je toch een goede baan.” En er was een lage rente.’ Nu is Kars bijna acht jaar verder en heeft hij spijt. ‘Het is toch 200 euro per maand. Zeker met een startersinkomen is dat echt een grote hap. Dat inzicht zou wel beter mogen bij studenten.’

Wat dat betreft is er niet veel veranderd. 74 Procent van de 635 mensen die onze vraag hierover invulde, denkt de studieschuld uiteindelijk makkelijk te kunnen terugbetalen. Een veelgenoemde reden is de verwachting later veel geld te verdienen. ‘Ik verwacht dat ik een redelijk inkomen heb als ik klaar ben. Daar moet 140 euro per maand wel vanaf kunnen,’ is bijvoorbeeld een van de antwoorden. Met name studenten van de faculteit Economie en Bedrijfskunde die ik spreek, noemen de zekerheid van een goed startersinkomen als reden dat ze zich geen zorgen maken. 

De eerder genoemde student Jan baseerde zelfs zijn studiekeuze hierop: hoewel economie niet zijn favoriete vak op de middelbare school was, is hij dat toch gaan studeren. ‘Realisme is nu belangrijker,’ zegt hij daarover. Ook Christiaan, derdejaarsstudent Economie aan de Erasmus Universiteit, ligt niet wakker van de schulden die hij opbouwt door elke maand 600 euro van DUO te lenen. ‘Na een studie Economie is er een redelijke kans dat je goed terechtkomt. Ik denk dat als ik iets als vrijetijdsmanagement had gedaan, ik ook niet zoveel had geleend als nu.’ Toch durft hij niet te kijken hoe hoog zijn studieschuld momenteel is: ‘Ik ben bang dat het hoger is dan ik zou willen.’

Joep houdt inmiddels wel meer rekening met de toekomst: ‘Elke student denkt: ja suffe burgerlul, het zal allemaal wel. Maar nu denk je: die suffe burgerlul wil ook lekker leven.’

Kasboekje van Nederland

Vanavond om 20:45 uur op NPO2: de eerste aflevering van de zesdelige televisieserie Kasboekje van Nederland. Hierin wordt door de omroep NTR in samenwerking met de Universiteit Utrecht de relatie tussen de Nederlander en zijn geld onderzocht.

Dat gebeurt aan de hand van zes verschillende thema’s: elke aflevering begint vanuit het heden en laat zien hoe nu én vroeger werd omgegaan met met sparen, lenen, verzekeren, geldzorgen, risico’s, schulden, investeren, ondernemen. Hoe beheerden — en beheren — we ons kasboekje?

FTM-hoofdredacteur Eric Smit is presentator van dit programma en de FTM-redactie zal bij iedere aflevering dieper op een onderdeel van het thema ingaan.

Wil je meer weten over de serie en het onderzoek? Ga naar de website: kasboekjevannederland.nl.

Lees verder Inklappen