© RVD

De koning riep de ‘gewone Nederlander’ vooral op om niet zo te zeuren

De kersttoespraak van koning Willem-Alexander was ‘een onhandige, op voorhand tot mislukken gedoemde poging om zelf gewoon onder “gewone Nederlanders” te lijken’, aldus Ewald Engelen. En dan heeft hij het nog niets eens over de inhoud gehad.

Als je wil weten wat er speelt in Nederland, dan kan je drie dingen doen. Je kan de jaarlijkse Sociale staat van Nederland van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) lezen, je kan naar de reaguursels op GeenStijl kijken, of je kan de kersttoespraak van de koning tot je nemen.

Het SCP heeft zich gediskwalificeerd door in zijn laatste overzicht de Paarse jaren negentig mee te nemen, waardoor er een vertekend optimistisch oordeel over de jaren van Rutte kwam uitrollen. Het nadeel van GeenStijl is dat het een reservaat van boze vernederden en gekrenkten is geworden, waardoor je er nooit het optimistische tegengeluid van een geslaagde D66-er of kosmopolitische Groenlinkser zult aantreffen.

Vandaar dat ik me altijd het liefste wend tot de kerstboodschap van de Koning. Het is een persoonlijke tekst met een politiek randje, uitgesproken door een man die geacht wordt dat namens alle Nederlanders te doen. Een man die weliswaar afkomstig is uit de elite, maar die het hele jaar door geënsceneerde ontmoetingen heeft met diezelfde spreekwoordelijke ‘gewone Nederlander’ die je ook in het verkiezingsprogramma van de VVD terugvindt. En een man die de kerst steevast aangrijpt om vanuit zijn kroondomeinen de zorgen en bekommernissen van ons allen te verwoorden, in een taal die wij allen spreken, gelardeerd met voorbeelden die wij allen kennen.

Met andere woorden: het is een onhandige, op voorhand tot mislukken gedoemde poging om zelf gewoon onder ‘gewone Nederlanders’ te lijken. Tot mislukken gedoemd, omdat daarvoor de aardappel in de keel nét iets te heet is, de blazer nét iets te duur, en de blik nét iets te verwaten.

Ook deze kerstboodschap was weer een pareltje vol onbedoelde onthullingen

Ook deze kerstboodschap was weer een pareltje vol onbedoelde onthullingen. Laat mij er twee uithalen. Allereerst: de verwijzing naar de ‘natuurramp’ op de Antillen, waar het medeleven van de Koning naar uitging. Dat het woord ‘natuur’ wordt gebruikt ter aanduiding van de scherp toegenomen frequentie van extreme weersomstandigheden, is illustratief voor een wereldbeeld waarin de mens tegenover de natuur staat. Hier hoort de klassieke en vaak aan het Bijbelboek Genesis toegeschreven taak bij om de natuur toch vooral te temmen. Rampen zijn dan gebeurtenissen die geen menselijke oorzaak hebben, en die er hoogstens op wijzen dat wij de natuur nog onvoldoende hebben getemd.

Het is een uiterst zelfgenoegzaam beeld dat verhult dat het merendeel van de zogenaamde ‘natuurrampen’ waar wij de afgelopen decennia mee zijn geconfronteerd wel degelijk een menselijke oorzaak hebben. Door de scherp toegenomen opwarming van de atmosfeer is de kans op extreme weersgebeurtenissen explosief gestegen. De reden daarvoor: de immense hoeveelheden CO2 die wij met zijn allen hebben uitgestoten — en nog altijd uitstoten. Waarbij moet worden aangetekend dat het merendeel daarvan voor Europese en Amerikaanse rekening komt, ook al is China op dit moment de grootste emittent.

Dit is wat in de kritische ecologische literatuur wordt aangeduid met het ‘Antropoceen’: het geologisch tijdvak waarin de voornaamste oorzaken van klimatologische en geofysische veranderingen niet van de natuur afkomstig zijn, maar van de mens (en dan met name van de inrichting van diens productie- en consumptie-apparaat).

Uiteraard zijn wij niet allemaal even medeplichtig geweest aan de vormgeving ervan. Om het op zijn vulgair-Marxistisch te zeggen: de factor kapitaal draagt er een veel grotere verantwoordelijkheid voor dan de factor arbeid. En dat maakt klimaatverandering in het Antropoceen tot iets heel anders dan eerdere grootschalige klimatologische en geofysische veranderingen: wil je snappen hoe klimaatverandering ontstaat, wat de gevolgen ervan zijn, wie de slachtoffers er van zijn en wie er baat bij hebben om het te ontkennen of te bagatelliseren, dan heb je een politiek-economisch perspectief nodig waar de woorden ‘macht’ en ‘machtsverschillen’ een cruciale rol in spelen.

Niets van dit al in de kersttoespraak van de Koning. Met het woordje 'natuurramp' veegt hij de grote verantwoordelijkheid van de Europese elite voor wat er in de Antillen is gebeurd achteloos en tegelijk zeer doeltreffend van tafel. 

Weet de Koning hoeveel mensen ooit een ballet van Hans van Manen hebben bijgewoond?

Een groter wij

Hetzelfde gebeurt in de oproep van de Koning tot meer onderlinge saamhorigheid. In de kersttoespraak klinkt het beeld door van een samenleving die uit elkaar aan het vallen is. De oorzaken zijn vooral technologisch van aard: we trekken ons steeds vaker terug in onze eigen meningenghetto's en zijn steeds minder bereid om naar de meningen van anderen te luisteren. Met een verwijzing naar een ballet van Hans van Manen, waar Koning en Koningin op gefêteerd zijn, doet de kerstboodschap een beroep op onze nieuwsgierigheid. Ik citeer:

‘Misschien is dit een begin van een antwoord. Niet zoeken naar een breder ik, maar naar een groter wij. Dat zoeken naar een groter wij is altijd een drijvende kracht geweest in de geschiedenis van ons land en onze democratie.’

Nog afgezien van de a-historische claim dat Nederlanders altijd op zoek geweest naar ‘een groter wij’ en niet eerst en vooral naar meer winstmogelijkheden, is dit om meerdere redenen een onthullende passage. Ten eerste: omdat het gebrek aan saamhorigheid niet alleen technologische oorzaken heeft. Met geen woord rept de Koning over de veranderingen op de arbeidsmarkt. Één op de zeven Nederlanders heeft niet langer een vast arbeidscontract, maar werkt als oproepkracht, uitzendkracht of zzp’er. Van solidariteit of saamhorigheid is dan geen sprake meer. En dat ligt niet aan de ‘gewone Nederlander’, maar aan hebzuchtige werkgevers die niet langer bereid zijn de sociale lasten te betalen.

Hier wordt niet opgeroepen tot handelen, maar gemaand om niet zo te zeuren

Ten tweede is niet alleen GeenStijl een getto van gelijkgezinde vernederden en gekrenkten — hetzelfde ook voor de Koning en de zijnen. Zie de verwijzing naar het ballet van Hans van Manen: heeft de Koning enig benul van het aantal Nederlanders dat dit zal aanspreken? Weet hij hoeveel mensen ooit een ballet van Hans van Manen hebben bijgewoond? Heeft hij stilgestaan bij de vraag of zijn medeburgers Van Manen als autoriteit zouden erkennen? Ik vrees van niet.

En daarmee steekt door de huid van de gewone taal van de Koning plotseling het elitaire wereldbeeld van de heersende klasse, waarmee die kerstboodschap in een totaal ander licht komt te staan. Hier wordt niet benoemd: hier wordt voorbij gepraat. Hier wordt geen troost geboden, maar verdoofd. Hier wordt niet opgeroepen tot handelen, maar gemaand om niet zo te zeuren.

Tot slot ontbreekt ook hier volledig het politiek-economische perspectief. Bijna 50 miljard euro heeft vijf jaar Rutte de burger gekost. Er is bezuinigd op de kinderopvang; de belastingen op arbeid en consumptie zijn verhoogd; er is fors gesneden in de zorg; de jeugdzorg is een grote puinhoop; de wachtlijsten voor psychiatrische zorg zijn gestegen; de ouderzorg is sleets en rafelig geworden. En terwijl dit alles breed in de kranten werd uitgemeten, heeft Rutte vijf jaar lang bestreden dat Nederland voor de rijken, machtigen en gewetenlozen een belastingparadijs is.

Hoezo saamhorigheid? Als het aan de Koning ligt moet de ‘gewone Nederlander’ niet langer op de staat vertrouwen, maar vooral elkaar gaan helpen. Voor de anderen geldt het motto: wel de lusten, niet de lasten.

En daarmee kent de kerstboodschap van de Koning een toon die het Nederlandse publieke debat nu al vijftien jaar kenmerkt. Ondanks opzichtig falen van het kapitalisme, worden de problemen in Nederland uitsluitend cultureel geduid en zijn de antwoorden exclusief sociaal van aard, niet politiek-economisch. Alles blijft dus zoals het was — en laat dat nou net de bedoeling van de kerstboodschap zijn.

Ik wens u een fijne jaarwisseling.