Bestorming van het Capitool in Washington DC, 6 januari 2021

Bestorming van het Capitool in Washington DC, 6 januari 2021 © AFP / Brendan Smialowski

Verwerp het kijkcijfercynisme: het ondermijnt de democratie

5 Connecties
350 Bijdragen

Donald Trump is weg uit het Witte Huis, maar zijn democratie-ondermijnende invloed laat zich nog overal gelden. In Nederland heeft de voormalige reality tv-ster talrijke adepten, ook in de politiek. Zij hanteren dezelfde strategie van desinformatie en leugens en zijn een garantie voor opwinding en amusement in de media – vooral in talkshows. Daar moeten hoofdredacteuren en programmamakers volgens Eric Smit korte metten mee maken, in het belang van onze democratische rechtsstaat.

Op 6 januari vond onder aanmoediging van de zittende president van de Verenigde Staten de gewelddadige bestorming plaats van het Capitool in Washington DC, het hart van de Amerikaanse democratie. Een uitzinnige menigte van Trump-aanhangers – bestaande uit doorgedraaide complotdenkers, witte nationalisten, mannen in camouflagepakken, een keur aan rechts-extremistische knokploegen, neo-nazi’s en een horde Republikeinse meelopers – ramde door de omheining rond het regeringsgebouw, sloeg ruiten in, forceerde deuren en nam het gebouw over. Ze scandeerden dat ze vice-president Mike Pence wilden ophangen en Congres-voorzitter Nancy Pelosi wilden doden.

De politie werd opgejaagd, hier en daar werd er met ze gevochten, maar de meute wist steeds verder het gebouw binnen te dringen en sloeg aan het plunderen. Terwijl veiligheidsfunctionarissen met getrokken pistolen de wacht hielden, werden de aanwezige leden van het Congres in veiligheid gebracht. Even later zou een met speer en vlag bewapende man met ontbloot bovenlichaam, rood-wit-blauw beschilderd gezicht en een bontmuts met buffelhoorns zich als een overwinnaar achter de voorzittersstoel in de vergaderzaal van de Senaat positioneren. De man, bijgenaamd QAnon Shaman, gelooft onder andere in kinderbloeddrinkende linkse Satanaanbidders en pedofielennetwerken en vooral: in de aanhoudende leugens van Trump dat de verkiezingen hem zijn ontstolen.

Trumps voornaamste hulpjes zitten bij de organisaties die hem een megafoon leverden om zijn rabiate teksten overal uit te venten: de media

Deze aanslag op de rechtsstaat vormde een ongekende climax, nadat Trump jarenlang zijn met desinformatie doordrenkte gal over alle instituten van de Amerikaanse democratie had gespuwd. De leden van de Grand Old Party hadden hem, op een enkeling na, daarbij hoegenaamd niets in de weg gelegd. Integendeel, ze waren tot het laatst toe zijn enablers. De voornaamste hulpjes van de man met het oranje gezicht zitten echter bij de organisaties die hem een megafoon leverden om zijn rabiate teksten tot in de verste uithoeken hoorbaar te maken: de media.

Leugens en kijkcijfers

Over de opkomst van Trump zijn talloze analyses gemaakt: zijn verkiezing tot president van de Verenigde Staten in 2016 houdt direct verband met zijn overvloedige aanwezigheid in traditionele media. Met name de televisiestations speelden een voorname rol. Dat viel het Amerikaanse Buzzfeed al ruim voor zijn verkiezing op. Waar de redacties van televisieprogramma’s voorheen de ochtendkranten als startpunt van de dag namen, werden dat opeens de ochtendlijke tweets van Trump. Die waren iedere dag weer zo scherp aangezet dat de tv-redacties die in gespreksonderwerpen konden verwerken, zodat zijn bizarre uitlatingen de rest van de dag het nieuws bepaalden. 

Dat procedé werkte voor beide partijen. Trump kreeg vrijwel ongeclausuleerd toegang tot de tv-kanalen, die hun kijkcijfers zagen stijgen wanneer hij zijn groteske, van leugens doortrokken uitspraken deed. Ook het later zo kritische CNN speelde het cynische spel mee. ‘Het enthousiasme voor Trump bij CNN was simpel: kijkcijfers,’ schreef de media-correspondent van de BBC vlak na zijn verkiezing in november 2016. Trump stuwde CNN’s kijkcijfers op in een moeilijke markt, en in ruil kreeg hij exposure.

Het verbijsterende aantal volstrekt onjuiste of misleidende claims van Trump kwam uiteindelijk uit op 30.529

Met Trump kwamen de aanvallen op de pers, plus de leugens en de desinformatie, in een ongekende hoeveelheid op ons af. Vooral kranten boden tegenspel door eindeloos te ‘fact checken’. Elke keer opnieuw. De Washington Post controleerde vanaf het moment dat Trump in the Oval Office plaatsnam zijn uitspraken en verzamelde die in een database . Het verbijsterende aantal volstrekt onjuiste of misleidende claims kwam uiteindelijk uit op 30.529 – een gemiddelde van 21 per dag. Het was dweilen met de kraan open. Want hoewel de liegende Trump bij de afgelopen presidentsverkiezingen tijdens een toespraak werd weggedraaid, een aanpak die navolg kreeg, bleef hij volop toegang houden tot de media.

Hetzelfde mechanisme zien we in andere landen met een open samenleving, ook in Nederland. De ‘enablers’ van extremistische lieden die de waarheid en de open samenleving geweld willen aandoen, krijgen al vele jaren ruimschoots aandacht van de vaderlandse pers vanwege hun ‘andere geluid’, dat zo goed in de onderbuik van mensen resoneert en dat redacties niet langer moesten negeren. Geen scheet van een populist die niet ergens in een krant opdook, met name in de ‘wakkere krant’.

Geert Wilders, geperoxideerd prediker van intolerantie en racisme, sloeg er politieke munt uit. Hij vormde een op autocratische leest geschoeide partij – met hemzelf als enig lid – en publiceerde onlangs een partijprogramma waarmee hij de aanval inzet op de beginselen van de democratische rechtsstaat. Ook de racistische hersenspinsels, leugens en complottheorieën van Thierry Baudet kregen dankzij diens veelvuldige optredens in de media een breed publiek en werden zo beetje bij beetje genormaliseerd. Zijn partij – Forum voor Democratie (FvD) – viel eind november uiteen toen dat bleek dat jonge FvD’ers er nazi-sympathieën op nahouden en ondanks hun antisemitische uitlatingen promotie maakten binnen de partij.

Devotie voor Trump

Baudet maakte op 10 januari met partijgenoot Wybren van Haga, een sjoemelende pandjesbaas, zijn opwachting in de talkshow Op1, dat een paar dagen eerder, op een avond dat omroep WNL de uitzending verzorgde, twee vertegenwoordigers van de extreemrechtse splinterpartij JA21 een podium gaf. 

'Trump wouldn't just be great leader for America: he would be a great leader for the West as a whole,' retweette Baudet op 6 januari zijn devotie voor de president die kort daarvoor zijn volgers had aangespoord op te rukken naar de regeringsgebouwen.

Toen Baudet en Van Haga vier dagen na de bestorming van het Capitool, gezellig konden aanschuiven bij WNL Op1, werd de uitzending door Op1 op Twitter aangekondigd alsof er gewone politici te gast waren, die over een doodnormaal onderwerp kwamen spreken: ‘Forum voor Democratie krabbelt na tumultueuze weken langzaam op’. De twee Kamerleden van deze gemarginaliseerde partij mochten vertellen over het ‘puinruimen’ nadat ‘een groot deel van de fractie is opgestapt’ en wat het ‘toekomstperspectief’ van hun partij is. Niets over de neo-fascisten binnen de gelederen van het Forum, die de partij uiteen lieten vallen; niets over de bewondering van Baudet voor de man die de grootste en belangrijkste democratie ter wereld enkele dagen eerder de nek wilde omdraaien.

De presentatoren van dienst, Welmoed Sijtsma en Jort Kelder, verwelkomden het tweetal opgewekt. Kelder doet dat in het geval van Baudet ook regelmatig buiten werktijd: de twee zijn al jaren goed bevriend. Journalistieke afstand: nihil.

Komedianten Peter Pannekoek, Jan Jaap van der Wal en Harm Edens zaten in de studio om de 25-jarige verjaardag van de satirische TV-show Dit was het nieuws luister bij te zetten. Ze werden, toen het gesprek met Baudet en pandjesbaas Van Haga een aanvang nam, materiaal voor hun eigen programma. Ook economisch journalist Jean Dohmen (Het Financieele Dagblad) en microbioloog en NRC Handelsblad-columnist Rosanne Hertzberger mengden zich nadrukkelijk in de tumultueuze woordenstrijd die wel moest ontstaan, nadat de waarheid door de twee FvD’ers – heel voorspelbaar – menigmaal grof geweld was aangedaan. Presentatoren Kelder en Sijtsma zagen het tumult tevreden aan en hielden zich afzijdig. Journalistiek bedrijven? Dat hoefde even niet.

Vuurwerk

De opwinding en verontwaardiging over de gang van zaken was al tijdens de uitzending op sociale media te zien. In kranten, op de radio en de tv werd in de dagen erna flink kritiek geleverd op de journalistieke keuze van WNL en de wijze waarop de presentatoren te werk waren gegaan. Er werd natuurlijk ook weer aan fact checking gedaan.

WNL-omroepbaas Bert Huisjes keek niettemin uiterst tevreden terug: de kijkcijfers waren uitstekend, zo liet hij maandagochtend opgewekt weten.

In het WNL-radioprogramma Spraakmakers werd hij een dag later door een van zijn werknemers bevraagd. Huisjes legde uit waarom Kelder en Sijtsma zich niet met het gesprek hadden bemoeid: ‘De presentatie had een meer modererende rol. Je laat het meer gebeuren aan tafel. De uitzending was vuurwerk.’ In het Parool verwoordde hij het ‘relletje over Baudet’ zo: ‘Ach, nog erger zou zijn als we een oersaai programma zouden maken waar niemand naar kijkt of over praat.’

NRC Handelsblad schreef dat dit ‘iets aan tafel laten gebeuren’ een extreme toepassing was van de ‘Pauw-doctrine’. Die behelst volgens de krant ‘dat een presentator een ongeluk soms moet laten gebeuren’. Je kunt het met evenveel gemak de methode-Matthijs noemen. Doctrine noch methode zijn het gevolg van ‘ongelukken’. De werkelijkheid is cynischer. Een vaardige talkshow-redactie verstaat de kunst om het ongeluk te laten gebeuren; te ‘scripten’.

Ingrijpen was ook niet de bedoeling: het ‘ongeluk’ was door de redactie van begin tot eind in scène gezet

Ik heb het meerdere malen van nabij mogen aanschouwen, heb eraan deelgenomen en ik was er zelfs ooit het voorwerp van. Dat was in september 2010, een paar maanden nadat ik voor het eerst in mijn leven iemand had gedagvaard, om te zorgen dat de beslagleggingen op de rekeningen van mijn vrouw en mij werden opgeheven. In de talkshow die BNNVARA-directeur Gert-Jan Hox en anderen beschouwen als ‘een van de grootste successen uit de vaderlandse televisiegeschiedenis,’ mocht Pieter Storms – de echtgenoot van de vrouw die mij destijds met rechtszaken achtervolgde – plaatsnemen tegenover mijn vroegere hoofdredacteur, jawel, Jort Kelder. Hun gesprek zou over journalistiek gaan, maar wat volgde was een nogal amusante en tegelijkertijd een van de meest gênante vertoningen uit de geschiedenis van DWDD.

Van Nieuwkerk gedroeg zich als een volleerd epigoon van Jerry Springer: hij mompelde af en toe wat, maar greep nooit in. Dat was ook niet de bedoeling: het ‘ongeluk’ was door de redactie van begin tot eind in scène gezet. Kelder had me van te voren verteld wat er ongeveer op welk moment zou gaan gebeuren. Waarom zou je iets aan het toeval overlaten als je het zelf kunt organiseren?

De winkeltjes van de talkshowgasten

Deze gang van zaken is bekend bij de professionele gasten van talkshows: mensen die regelmatig op televisie komen en vaak in de politiek, media of cultuursector actief zijn. Meestal zijn dat witte mannen. Ik ben er ook zo een, en krijg af en toe een telefoontje van een redacteur (meestal een witte vrouw) van een talkshow. Het is dan wel de bedoeling dat je tijdens de live-uitzending jezelf een beetje laat gelden. Het is tenslotte amusement, de inhoud is van secundair belang. ‘Je wilt geen mensen aan tafel die een betoog van vier minuten nodig hebben om hun punt te maken. Het moet snel, snel, snel, en gasten moeten leveren,’ aldus televisie-expert Bert van der Veer.

Iedereen die het circus van de talkshows aandoet, zit er met een reden. Dat kan zijn dat je echt iets te zeggen hebt – gelukkig is dat vaak zo. Want laat dit duidelijk zijn: talkshows bieden ook ruimte voor zinnige gesprekken en geregeld krijgen journalisten, wetenschappers en anderen er een podium om iets bijzonders over hun werk te vertellen. Anderen zitten er vooral om entertainment te leveren. Het is vooral de mix die het hem doet. 

De winkeltjes van types als Baudet zijn van een fundamenteel andere orde. In hun kraam ligt handelswaar waarmee groepen burgers worden buitengesloten

De bekendste groep van gasten heeft altijd iets uit zijn of haar winkel in de aanbieding. Een theatershow hier, een boekje daar , een nieuw televisieprogramma en niet te vergeten: zijzelf. Een beetje aan je beroemdheid werken helpt bij het opvijzelen van je marktwaarde, het respect van je collega’s en waar bekendheid allemaal niet verder toe kan leiden. Met name politici hebben zichzelf in de aanbieding. Ze moeten zichtbaar zijn en hebben een programma en standpunten aan kiezers te verkopen. Elke dag opnieuw.

De meeste mensen, snappen dat. Het is overigens geen misdaad om iets in de aanbieding te hebben, maar de winkeltjes van types als Baudet zijn van een fundamenteel andere orde. In Baudets kraam ligt handelswaar uitgestald waarmee groepen burgers worden buitengesloten: bizarre complottheorieën, groteske desinformatie, racisme en andere extremistische volkshitserij die onze open samenleving ondermijnt.

‘Rondje door het riool zwemmen’

Microbioloog, schrijver, spreker, dagvoorzitter en frequente talkshowgast Rosanne Hertzberger reflecteerde vorige week zaterdag op haar optreden in Op1. Ze wist dat ze tegenover Baudet en Van Haga kwam te zitten en daarmee het gesprek zou legitimeren. Ze was zich ervan bewust dat ze in een ‘bullshitbingo’ verzeild zou raken en dat een verbaal gevecht met de twee extremisten een hoog afbreukrisico had. Maar ze deed het toch: om zo ‘tegenwicht te bieden aan de charlatans van dit land, die daar sowieso aan tafel zouden zitten. Dan maar een rondje door het riool zwemmen.’ Waarna Hertzberger zich spiegelde aan de opofferingsgezindheid van D66-lijsttrekker Sigrid Kaag en enkele van haar lessen opsomde: ‘Wie iets wil bereiken moet met ideologische tegenstanders aan tafel.’ En: ‘Alles is onderhandeling.’ 

Hertzberger is perfect geconditioneerd voor de door en door cynische eindredacteuren van praatprogramma’s en omroepbazen als Bert Huisjes. Altijd bereid het kijkcijferstuwende vuurwerk te leveren en daarmee en passant haar eigen Jeanne d’Arc-complex te voeden. De ideale win-win-situatie.

Ze had een principiële streep kunnen trekken, door op te roepen dit cynische spel niet langer mee te spelen

Klaarblijkelijk komt het geen moment in Hertzbergers hoofd op om de twee presentatoren te confronteren met hun eigen journalistieke lafheid. Of beter: live op televisie de cynische opzet van de redactie van Op1 ter discussie te stellen. Daarmee zou ze haar krediet als ideale coöperatieve talkshowgast in één keer hebben verspeeld, maar het had beslist onvergetelijke televisie opgeleverd. En vooral: ze had een principiële streep kunnen trekken, door gewilde talkshowgasten als zij op te roepen niet langer dit cynische spel mee te spelen, wanneer de democratie in het geding is.

Kijkcijfers zijn als beurskoersen

De bestorming van het Capitool moet een breekpunt vormen, want met het vertrek van Trump is het democratie-ondermijnende gevaar van extreemrechts nog lang niet geweken. Extreemrechts (PVV, FvD, JA21) staat in de peilingen nu op 24 zetels. Tel daar de 3 zetels van de wellustig met het FvD-gedachtegoed flirtende SGP bij op, en hun aantal komt op 27.

Politicoloog Cas Mudde, die al dertig jaar internationaal extreemrechts bestudeert, beschreef in the Guardian dat de hij de afgelopen jaren het rechts-extremisme nog nooit zo ‘aangemoedigd’ had gezien. ‘Voor alle duidelijkheid: dit gaat niet alleen over Donald Trump of de VS. Vorig jaar probeerden vooral extreemrechtse anti-vax-demonstranten de Reichstag, het Duitse parlement, te bestormen. [..] En in Nederland hebben boze boeren, vaak geleid door het extreemrechtse Farmers Defence Force, sinds 2019 overheidskantoren gesloopt en politici bedreigd.’

‘Het wordt de hoogste tijd dat journalisten, politici en experts extreemrechts gaan zien voor wat het is: een bedreiging voor de liberale democratie’

Het steeds brutaler en openlijker politieke geweld van extreemrechtse bendes zou een wake-up call moeten zijn voor alle enablers en standwerkers van extreemrechts, schrijft hij. ‘Het wordt de hoogste tijd dat journalisten, politici en experts extreemrechts gaan zien voor wat het is: een bedreiging voor de liberale democratie.’

Bij de NPO en elders mogen hoofd- en eindredacteuren dit citaat op de muren van hun burelen kalken, om redacteuren en presentatoren er dagelijks aan te herinneren dat een losse omgang met feitenvrije agitatie niet acceptabel is. De hoogste baas in Hilversum in het bijzonder.

‘Wie bij de publieke omroep zit moet zich aan de feiten houden,’ zei NPO-bestuursvoorzitter Shula Rijxman na haar nieuwjaarstoespraak tegen NRC Handelsblad. Ze had zich in haar toespraak geschokt getoond over de bestorming van het Capitool. ‘Onwaarheden, complottheorieën en polarisatie bestrijden we met één tegengif: feiten. De ontwikkeling dat feiten worden ontkend, de wetenschap ter discussie wordt gesteld en vaker hardop wordt getwijfeld aan het werk van journalisten, is gewoonweg gevaarlijk.’

Intussen weet Rijxman als geen ander dat iedereen in Hilversum de ogen heeft gefixeerd op de dagelijkse kijk- en luistercijfers. Die hebben hetzelfde effect als beurskoersen op de ééndimensionale rendementshonger van begerige aandeelhouders: ze ondermijnen op termijn de maatschappelijke verantwoordelijkheid en nodigen uit tot moreel verval. De cynisch naar vuurwerk en hoge kijkcijfers stevende praatprogramma’s van de NPO zijn daar een voorbeeld van. Ze bieden volop gelegenheid aan extreemrechtse agitatoren om hun democratie-ondermijnende gif te verspreiden. Extremisten en lieden die bewust de waarheid geweld aandoen, mogen geen carte blanche krijgen en als explosief amusement aan het grote publiek uitgeserveerd worden. Indien je ze aan het woord laat, zet ze dan tegenover scherpe, integere journalisten die zich terdege hebben voorbereid.