Kleine zorgverzekeraars bewijzen dat vrije keuze niets extra kost

De premies van de zorgverzekeraars zijn bekend en zelf je zorgverlener kiezen, blijkt geld te kosten bij de grote vier. Of toch niet? De kleinere zorgverzekeraars bewijzen het tegendeel.

Door Joris Heijn en Eelke van Ark  Kiezen kost geld. Dat is de boodschap die minister Edith Schippers van Volksgezondheid en de vier grote verzekeraars er in proberen te hameren. Geef je keuzemogelijkheden deels uit handen aan de zorgverzekeraars en aanschouw het wonder: de zorgkosten dalen en voor de patiënt blijven alleen de ‘beste’ zorgaanbieders over - al weet niemand precies hoe kwaliteit gedefinieerd moet worden en moet je daar misschien wel een stuk verder voor reizen. Verzekeraars en minister Schippers doen beiden op hun eigen manier hun best om de ‘kiezen kost geld’-boodschap in de praktijk te brengen. De minister is dit jaar druk bezig geweest om het beruchte ‘artikel 13’ (zie hieronder) te wijzigen, waarin de vrije artsenkeuze is geregeld. En de verzekeraars brengen een steeds groter allegaartje van budgetpolissen uit.

Kiezen is duur bij Big 4

Om te beginnen: klopt het dat keuzevrijheid geld kost? Wie naar de zorgpremies van de grote labels van de ‘Big 4’ verzekeraars kijkt (Achmea, VGZ, CZ, Menzis), zou denken van wel. Achmea brengt onder haar vlaggenschip Zilveren Kruis drie soorten polissen op de markt. Wie het niet erg vindt als hij voor planbare zorg (zoals knieoperaties of het knippen van amandelen) maar bij de helft van alle ziekenhuizen terecht kan, betaalt 89,95 euro per maand voor een ‘Basis Budget-polis’. Wie volledige keuzevrijheid wil, betaalt 106,25 euro per maand voor ‘Basis Exclusief’. Een verschil van bijna 200 euro per jaar. Ook bij VGZ (192 euro verschil per jaar) en Menzis (210 euro) ligt het verschil tussen zelf kiezen, of de verzekeraar laten kiezen, rond dat niveau. Alleen bij CZ is het gat iets kleiner: 111 euro. De kleine verzekeraars laten echter een heel ander beeld zien. De Big 4 hebben samen ruim 90 procent van de zorgverzekeringenmarkt in handen, de zes kleine verdelen de rest van de markt. Het merendeel van deze verzekeraars biedt alleen maar vrije keuzepolissen aan. Deze polissen zijn echter veel goedkoper dan die bij de grote verzekeraars. Een vrije keuzepolis bij de grote merken van de Big 4, kost gemiddeld zo’n 108,61 euro, bij de kleine verzekeraars is dat 99,15 euro, een verschil van 9,5 euro per maand. De kleine prijsvechter Ditzo (van staatsverzekeraar ASR) concurreert met zijn vrije keuzeverzekering qua premie zelfs met de budgetpolissen van de grote verzekeraars.
“De grote verzekeraars willen stimuleren dat mensen voor een budgetpolis gaan kiezen”
Hoe kan dat? De kleine verzekeraars lijken te laten zien dat zij, in tegenstelling tot het oligopolie van de Big 4, keuzevrijheid wel degelijk voor een scherpe prijs kunnen aanbieden en dat het ‘kiezen kost geld’-idee onzin is. Of is er een reden dat de marktleiders vrije keuze expres duurder maken dan strikt noodzakelijk?

De onderhandelingsmacht van de budgetpolis

'De grote verzekeraars willen stimuleren dat mensen voor een budgetpolis gaan kiezen,' zegt Peter Ruys van vergelijkingssite zorgkiezer.nl. 'Dan hebben ze meer onderhandelingsmacht richting de ziekenhuizen, ze hoeven dan immers niet meer met alle ziekenhuizen een contract af te sluiten. Op de lange termijn kopen zij daarmee meer onderhandelingsmacht. Kleine verzekeraars als DSW laten inderdaad zien dat vrije keuze ook goedkoop kan. Maar het is de vraag of zij dit op de lange termijn kunnen volhouden, als de grote verzekeraars zometeen met de budgetpolissen enorme kortingen kunnen bedingen.'
Goedkope polissen schudden sinds vorig jaar de markt op
De goedkope zorgpolis is sinds eind vorig jaar bezig de markt flink op te schudden. Tot die tijd was het alleen de budgetverzekering van coöperatie VGZ, Zekur, die echt scherp inkocht. Gemiddeld waren er per provincie maar een of twee ziekenhuizen waar je voor planbare zorg (zoals een knie-operatie) terecht kunt. Planbaar is volgens een woordvoerder van Zekur ‘alles waarvoor je een afspraak maakt in het ziekenhuis.’ Wie in Oost-Groningen woont, kan voor bijvoorbeeld een knie-operatie niet terecht bij het streekziekenhuis, maar moet naar de stad Groningen. Woon je in Den Helder, dan moet je voor een scan naar het OLVG in Amsterdam. Vorig jaar kwamen veel meer zorgverzekeraars met dergelijke budget, of selectieve polissen. Verzekeraars zijn niet altijd scheutig met het geven van informatie over hoeveel mensen voor een dergelijke polis hebben gekozen, maar het gaat al snel om enkele honderdduizenden mensen die dit jaar voor een verzekering met beperkte keuze hebben gekozen.

Wat heeft de budgetpolis met artikel 13 te maken?

Het begrip budgetpolis is met een korrel zout te nemen. De term werd eerder dit jaar door minister Edith Schippers de wereld in geholpen in verband met de wijziging van artikel 13 van de zorgverzekeringswet. Dat artikel regelde tot nu toe dat verzekerden ook recht houden op een vergoeding van rond de 75 procent voor zorg die de verzekeraar niet heeft gecontracteerd.. Het artikel wordt gewijzigd om het verzekeraars mogelijk te maken minder of geen vergoeding te geven in die gevallen. Daardoor kunnen verzekeraars meer druk uitoefenen op zorgverleners en hun verzekerden meer sturen. Schippers stelde dat de wijziging zou leiden tot een nieuw soort zorgpolis, waarbij verzekerden ervoor konden kiezen een goedkope polis af te sluiten in ruil voor een dan ook beperkt zorgaanbod. Uit onderzoek van Follow the Money bleek dat er niets was afgesproken met verzekeraars over zo'n "budgetpolis", ook is zo'n polisvorm niet nieuw. De grote verzekeraars werken al langer met een goedkope versie van de naturapolis waarbij verzekerden bij moeten betalen voor ongecontracteerde zorg - maar daarbij zit er een grens aan het bedrag dat mensen moeten bijbetalen. In de praktijk is dat hoogstens een kwart van de behandeling, of maximaal rond de 500 euro, zo werd eerder in de rechtszaal bepaald.

De gok van CZ

De Eerste Kamer moet nog stemmen over het al dan niet wijzigen van de Zorgverzekeringswet. Dat gebeurt in december. Voor de polissen van 2015 geldt dus dat een 'budgetpolis' zoals bedoeld door minister Schippers, officieel nog niet mogelijk is. Wel laten de grote verzekeraars in hun goedkoopste polissen nu al de verzekerde kiezen voor een beperkt aanbod. Opmerkelijk is de keuze van verzekeraar CZ, die geen selectief aanbod heeft voor haar goedkoopste verzekering, maar in plaats daarvan een lagere vergoeding voor ongecontracteerde zorg, van 65 procent. Daarmee lijkt CZ alsnog de gok te nemen dat de wetswijziging erdoor komt. Maar volgens een woordvoerder is dat niet het geval: 'Artikel 13 van de zorgverzekeringswet stelt dat de vergoeding niet zo laag mag zijn dat het voor de patiënt een hinderpaal vormt om naar een niet-gecontracteerde aanbieder te gaan. Maar wanneer spreek je van een hinderpaal? Dat is nog niet altijd duidelijk. Wij hebben nu voor 65 procent gekozen. We hebben eerder al met een vergoeding van 50 procent gewerkt, maar dat was volgens de rechter te laag bleek in een rechtszaak die wij tegen verslavingsinstelling Momentum voerden.'

Goedkoop of duurkoop?

De rechtszaak waarin CZ verwikkeld was en andere rechtszaken tonen aan dat niet alle verzekerden blij zijn met de keuze die hun zorgverzekeraar maakt over naar welk ziekenhuis, of andere zorgaanbieder, zij wel of niet mogen gaan. Probleem is dat het een immense inspanning vergt om tijdens het uitzoeken van een verzekeringspolis te kunnen doorgronden hoe goed de dekking precies is en welke relevante zorgverleners precies gecontracteerd zijn - ook al doen verzekeraars hun best om daar inzicht in te bieden. Bij veel budgetpolissen is voor de gemiddelde verzekerde niet helder wat er precies gekocht is.
Ook huisartsen moeten leren omgaan met budgetpolis
En niet alleen verzekerden, ook zorgverleners, moeten leren met de budgetpolis om te gaan. Veel huisartsen willen zelf op medische gronden bepalen naar welk ziekenhuis ze een patiënt doorverwijzen. Wanneer zij bij iedere doorverwijzing moeten checken of die verzekeringstechnisch klopt, ontstaat volgens de huisartsen een onwerkbare situatie. Nu de budgetpolis in opkomst is, lijkt het een kwestie van tijd voordat er daarover meer conflicten komen. Pionier Zekur zegt per jaar 'enkele klachten' te krijgen van mensen die naar een zorgaanbieder zijn gegaan waar geen contract mee is. Ook Achmea, dat met Zilveren Kruis een selectieve polis in de markt heeft, zegt dit jaar 'een aantal' verzekerden naar ziekenhuizen zijn gegaan waar geen contract mee is. De verzekerde krijgt dan uiteindelijk opnieuw zelf de rekening gepresenteerd.