Kom in verzet tegen de aanval op onze aandacht

2 Connecties

Relaties

Digitalisering

Werkvelden

Internet
21 Bijdragen

Het digitale tijdperk gaat gepaard met een schadelijke versnippering van onze aandacht, betoogt Hans Schnitzler. Dit beperkt ons vermogen tot zelfstandig nadenken en verzwakt onze weerstand tegen partijen die een commercieel belang hebben bij de voortdurende verstoring van onze concentratie.

Aandachtsstoornis met of zonder hyperactiviteit, compulsief smartphone-gebruik, Netflix-verslaving, Facebook-fetisjisme, infobesitas, ontvolgneurose, reaguurdersverkokering, posttraumatische Tinder-stoornis, surf- en swipe-stress,‘vind ik leuk’-depressie, FoMo-manie (oftewel: ziekelijke angst om iets te missen) en twitteritis. Zomaar een greep uit een aantal eigentijdse internetpathologieën. Ze mogen misschien wat karikaturaal en cartoonesk overkomen, maar deze digitale aandoeningen zijn symptomatisch voor een crisis waar psychologen, pedagogen en internetcritici steeds vaker en indringender de noodklok over luiden: een wijdverbreide aandachtscrisis.

De informatie-economie is in essentie een aandachtseconomie

Deze crisis wordt veroorzaakt door een internetindustrie die bezig is met een grootscheepse en ongeëvenaarde vervuiling van een van de belangrijkste menselijke hulpbronnen: aandacht. De informatie-economie is namelijk in essentie een aandachtseconomie, waarvan het verdienmodel staat of valt bij de succesvolle ontginning en exploitatie van menselijke aandacht. Ter annexatie van de aandachtsruimte vindt er een weergaloze bewapening met informatie- en communicatiemiddelen plaats. Het multitaskende en whatsappende voetvolk wordt, onder een spervuur van alerts en notificaties, voortdurend uit het hier en nu weggejaagd en naar een diffuus overal en nergens verbannen.

De tot de tanden toe bewapende info-consument betaalt hier in de taal van hersenwetenschappers ‘omschakelkosten’ voor. Het steeds weer mobiliseren en verplaatsten van zijn focus veroorzaakt niet alleen stress, maar gaat ten koste van zijn vermogen tot concentratie en aandacht. Volgens de Duitse filosoof en psychiater Manfred Spitzer leidt deze info-shellshock tot allerlei vormen van geheugen-, spraak-, slaap- en leerproblemen, oftewel tot ‘digitale dementie’. Waar het industriële tijdperk uitblonk in de aantasting van onze fysieke leefomgeving, blinkt het digitale tijdperk uit in de aantasting van ons mentale milieu.

Waar het industriële tijdperk uitblonk in de aantasting van onze fysieke leefomgeving, blinkt het digitale tijdperk uit in de aantasting van ons mentale milieu

De kapitalistische dynamiek die deze geestelijke vervuiling produceert, is even eenvoudig als verfijnd. Omdat een consument een bewustzijn is met een verlangen, staat het digitaal industrieel complex voor de opdracht dat bewustzijn te vangen. Aangrijpingspunt daarbij is onze aandacht, die overmeesterd wordt met behulp van zogenoemde tracking- en targetingtechnieken, een overmeesteringsstrategie die men steeds beter heeft weten te verfijnen en vervolmaken. Grootdatabezitters als Google, Facebook, Amazon en Netflix mogen wat dit aangaat exemplarisch heten. Heeft men onze aandacht en dus ons bewustzijn eenmaal te pakken, dan is het een koud kunstje onze verlangens (naar vriendschap, erkenning of vermaak) in de gewenste richting te sturen en tot in het oneindige aan te jagen.

De slimme en manipulatieve snufjes van de aandachtsindustrie zorgen zodoende voor een totale mobilisatie van onze aandacht. En zoals op ieder slagveld, gaat deze totale mobilisatie van aandacht gepaard met een even totale destructie ervan. Resultaat: ADD (attention deficit disorder) en allerlei aanverwante aandachts- en concentratieproblemen. Deze gelijktijdige annexatie en destructie van aandacht beantwoordt overigens aan een specifiek archetype dat tot ver in jaren ’80 van de vorige eeuw het straatbeeld van de Amsterdamse Zeedijk bepaalde: de junk, ook wel ‘gebruiker’ genoemd.

De slimme en manipulatieve snufjes van de aandachtsindustrie zorgen voor een totale mobilisatie van onze aandacht

Net als toen, wijst een klein maar gestaag groeiend legertje van verslavingsdeskundigen en maatschappijcritici op de kwalijke rol van dealers hierbij, en op de destructieve effecten die zij teweegbrengen. Zo is er onlangs een Nederlandse vertaling verschenen van het ronduit verontrustende boek Irresistible (in het Nederlands vertaald als Superverslavend), waarin de auteur Adem Alter laat zien hoe de tech-industrie gebruik maakt van de laatste psychologische inzichten om haar producten zo verslavend mogelijk te maken. Tot eenzelfde conclusie kwam Wouter van Noort, tech-journalist voor NRC, die op 10 april zijn boek Is daar iemand? - Hoe de smartphone ons leven beheerst publiceerde.

De gevolgen van deze ‘verjunkisering’ van de samenleving zijn verstrekkend. Want rust en aandacht zijn de belangrijkste ingrediënten ter behoud van het menselijke, al te menselijke vermogen tot (kritisch) nadenken, introspectie en creativiteit. De hyperactiverende logica van veel digitale technologieën reduceert de mens daarentegen tot schermjunkie en tot een slaaf van zijn verlangens. Daarmee verliest hij uiteindelijk zijn waardigheid en zijn vermogen tot zelfbepaling.

Dat natuurlijke hulpbronnen als water en lucht van overheidswege beschermd moeten worden, vinden we vanzelfsprekend. Maar zodra het op een onmisbare hulpbron als aandacht aankomt (zuivere lucht laat ons ademen, zuivere aandacht laat ons denken), leveren we dit kostbare goedje zonder al te veel gewetensbezwaren uit aan de private belangen van een mondiaal opererende aandachtverwerkingsindustrie. Het is dan ook de hoogste tijd dat de overheid hier haar verantwoordelijkheid neemt. Deze vervuilingsindustrie vraagt om regulering, maar een voorlichtingscampagne zou alvast een goed begin zijn.