KPMG-accountant geslacht in tuchtzaak vleesverwerker Weyl

4 Connecties

Relaties

Accountantskamer weyl Edwin Slutter

Organisaties

KPMG
26 Bijdragen

KPMG haalde alles uit de kast om een gang naar de tuchtrechter te voorkomen. Maar het onheil kon de accountant niet afwenden. Hun voormalige accountant Edwin Slutter is uit zijn beroep gezet.

De Accountantskamer kwam deze vrijdag met een behoorlijk uniek vonnis naar buiten waarin voormalig KPMG-accountant Slutter uit zijn beroep is gezet. Een oordeel dat KPMG de afgelopen jaren meerdere keren probeerde te voorkomen door zich te beroepen op verjaring van de betreffende klacht. Deze standaardpraktijk in de Weyl-case bracht Follow the Money eerder dit jaar in dit artikel inzichtelijk.

Cooking the books

De doorhaling van Slutters naam in het accountantsregister is het gevolg van het feit hij grote steken heeft laten vallen bij het controleren van de jaarrekeningen 2008 en 2009 van vleesverwerkingsbedrijf Weyl. Dit concern ging in 2010 over de kop. De curatoren stuitten daarna op een niet mis te verstaan staaltje van cooking the books. Ze haalden forensisch accountants van EY erbij om de fraude verder bloot te leggen. Wat bleek: Weyl-bestuurders hadden allerlei kunstgrepen toegepast op de balans. Zo werden bijvoorbeeld voor het einde van het jaar crediteuren (schuldeisers) ‘weggeboekt, die na de jaarafsluiting weer werden ingeboekt’. En de waarde van de voorraad werd structureel 10 miljoen te hoog meegenomen. Het zijn slechts een paar voorbeelden van de trucs waarmee de financiële gesteldheid van Weyl werd opgepoetst. Volgens de curatoren zijn de cijfers opgeblazen met circa 45 miljoen euro. Opmerkelijk genoeg stond er onder de jaarrekening een handtekening van de controlerend KPMG-accountant Slutter. Hij prikte niet door het mooie beeld heen. De Accountantskamer oordeelt daar nu vernietigend over: ‘De conclusie is dat betrokkene de waardekringloop binnen Weyl op meerdere onderdelen in volstrekt onvoldoende mate heeft onderzocht.’ Het standaardverweer van de accountant was dat Slutter is misleid door de Weyl-bestuurders Frank Weyl (ceo) en Harro Geerdink (cfo en tevens ex-KPMG-er). Die zouden er als gevolg van de mond en klauwzeer-crisis in 2001 ‘zeer bewust voor [hebben] gekozen om via een zichzelf continue vernieuwend systeem van fraude deze verliezen ook voor de accountant verborgen te houden.’

Geen handen wassen

Dit standpunt werd eerder op Follow the Money al in twijfel getrokken door forensisch accountant Marcel Pheijffer. ‘De beschreven fraudepatronen zijn in zijn algemeenheid niet moeilijk te ontdekken: het betreft standaardcontroles en eerstejaars lesstof. De objectivering dat het niet moeilijk is, volgt uit het feit dat het voor EY ook makkelijk was te ontdekken en op te schrijven. Er is meer informatie nodig om stellig te kunnen zeggen dat KPMG het in deze casus geheel fout heeft gedaan, maar ze hebben heel wat uit te leggen,’ aldus de Nyenrode-hoogleraar.

‘De beschreven fraudepatronen zijn niet moeilijk te ontdekken: het betreft standaardcontroles en eerstejaars lesstof'

De Accountantskamer is van oordeel dat Slutter het had kúnnen opmerken als hij zijn werk goed had gedaan: ‘Een en ander lijdt weinig twijfel dat indien wel toereikende controlewerkzaamheden waren verricht, betrokkene de ongegronde correctieboekingen in de grootboekrekeningen voorraden/inkopen, debiteuren en crediteuren wel had blootgelegd.’

De voorgeschiedenis

De uitspraak van de Accountantskamer is voorafgegaan door een verbeten strijd om onder een inhoudelijke behandeling uit te komen. Ten eerste tegen financieel activist Pieter Lakeman die een tuchtklacht indiende namens twee gedupeerden. Daarbij deed KPMG vergeefs een beroep op verjaring, maar leek vervolgens via een schikking met Lakeman (van SOBI), die zijn klacht introk, de aanval op Slutter af te wenden. Dit was overigens een mislukte afdoening, want de rechter oordeelde eind oktober 2014: ‘bij intrekking van een klacht – in casu van Sobi – altijd overwegen of de zaak toch in het algemeen belang voortgezet moet worden’ en dat ‘de AFM dan de positie van klager moet innemen’. En zo geschiedde, de AFM nam de tuchtklacht tegen Slutter dit jaar over.

Verjaring

In de tussentijd hadden de Weyl-curatoren ook al een tuchtklacht tegen Weyl ingediend waarna KPMG ook daar weer een beroep deed op de verjaringstermijn. De hamvraag is steeds bij tuchtzaken: op wélk moment gaat de verjaringstermijn van drie jaar lopen? Direct bij aanvang van het faillissement, of op een moment, tijdens het boekenonderzoek, dat er sprake kan zijn van de constatering dat een accountant heeft zitten slapen? In de Weyl-zaak bleek het er steeds om te spannen, maar uiteindelijk is het — vijf jaar na het faillissement — dan toch tot een uitspraak gekomen waardoor de accountantswereld weer iets is opgeschoond.